Verordening 2012/65 - Uitvoering van Verordening 661/2009 wat schakelindicatoren betreft - Hoofdinhoud
31.1.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 28/24 |
VERORDENING (EU) Nr. 65/2012 VAN DE COMMISSIE
van 24 januari 2012
tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat schakelindicatoren betreft en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (1), en met name artikel 14, lid 1, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 661/2009 bepaalt dat alle voertuigen van categorie M1 met een referentiemassa van maximaal 2 610 kg en alle voertuigen waartoe de typegoedkeuring is uitgebreid overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personenen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (2), voor zover zij met een handgeschakelde versnellingsbak zijn uitgerust, van een schakelindicator moeten worden voorzien. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 661/2009 vereist dat de technische details van de bepalingen van die verordening met betrekking tot schakelindicatoren bij uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld. Thans dienen de specifieke procedures, tests en voorschriften voor de typegoedkeuring van schakelindicatoren te worden vastgelegd. |
(3) |
Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (3) moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het technische comité motorvoertuigen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op voertuigen van categorie M1 die aan de volgende vereisten voldoen:
— |
zij zijn uitgerust met een handgeschakelde versnellingsbak; |
— |
zij hebben een referentiemassa van maximaal 2 610 kg of de typegoedkeuring is overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2007 tot de desbetreffende voertuigen uitgebreid. |
Deze verordening is niet van toepassing op „voertuigen die in een specifieke sociale behoefte moeten voorzien” zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 715/2007.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden, naast de definities van Verordening (EG) nr. 661/2009, de volgende definities:
-
1.„voertuigtype wat de schakelindicator betreft”: een groep voertuigen die niet van elkaar verschillen met betrekking tot de functionele kenmerken van de schakelindicator en de logica die de schakelindicator volgt om een schakelaanwijzing te geven. De indicator kan bijvoorbeeld een aanwijzing tot opschakelen geven:
-
2.„functionele kenmerken van de schakelindicator”: de reeks inputparameters zoals motortoerental, benodigd vermogen, koppel en de verandering van deze parameters in de tijd, waardoor de schakelindicatoraanwijzing wordt bepaald, en de functionele afhankelijkheid van de schakelindicatoraanwijzingen ten aanzien van deze parameters;
-
3.„bedrijfsstand van het voertuig”: toestand van het voertuig waarin schakelingen tussen ten minste twee voorwaartse versnellingen kunnen plaatsvinden;
-
4.„manuele stand”: een bedrijfsstand van het voertuig waarbij het schakelen tussen alle of bepaalde versnellingen steeds het onmiddellijke gevolg is van een handeling van de bestuurder;
-
5.„uitlaatemissies”: uitlaatemissies zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 715/2007.
Artikel 3
Inschatting van handgeschakelde versnellingsbak
Voor de beoordeling van de vraag of een versnellingsbak aan de definitie van artikel 3, lid 16, van Verordening (EG) nr. 661/2009 voldoet, wordt een versnellingsbak met ten minste één manuele stand zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 4, van deze verordening, beschouwd als een „handgeschakelde versnellingsbak”. Automatische wisselingen van versnelling die niet plaatsvinden om de werking van het voertuig te optimaliseren, maar alleen in extreme omstandigheden om de motor te beschermen of het afslaan van de motor te voorkomen, worden hier buiten beschouwing gelaten.
Artikel 4
EG-typegoedkeuring
-
1.De fabrikanten zorgen ervoor dat voertuigen die in de handel worden gebracht en onder artikel 11 van Verordening (EG) nr. 661/2009 vallen, van schakelindicatoren worden voorzien volgens de voorschriften van bijlage I bij deze verordening.
-
2.Om een EG-typegoedkeuring te krijgen voor de voertuigen die onder artikel 11 van Verordening (EG) nr. 661/2009 vallen, moeten de fabrikanten aan de volgende verplichtingen voldoen:
a) |
bij de typegoedkeuringsinstantie een inlichtingenformulier indienen, opgesteld volgens het model in deel 1 van bijlage II bij deze verordening; |
b) |
bij de typegoedkeuringsinstantie een verklaring indienen waarin staat dat het voertuig volgens de beoordeling van de fabrikant aan de voorschriften van deze verordening voldoet; |
c) |
bij de typegoedkeuringsinstantie een certificaat indienen, opgesteld overeenkomstig het model in deel 2 van bijlage II bij deze verordening; |
d) |
hetzij
|
-
3.Op basis van de door de fabrikant verstrekte elementen, vermeld in lid 2, onder a), b) en c), en de resultaten van de in lid 2, onder d), vermelde typegoedkeuringstest beoordeelt de typegoedkeuringsinstantie of aan de voorschriften van bijlage I wordt voldaan.
Alleen wanneer is vastgesteld dat aan de voorschriften is voldaan, geeft de typegoedkeuringsinstantie voor de voertuigen die onder artikel 11 van Verordening (EG) nr. 661/2009 vallen, een EG-typegoedkeuringscertificaat af volgens het model in deel 3 van bijlage II bij deze verordening.
Artikel 5
Follow-up van het effect van deze wetgeving
Om de Commissie in staat te stellen het effect van deze verordening te volgen en de behoefte aan verdere stappen in te schatten, vertrekken fabrikanten en typegoedkeuringsinstanties haar op verzoek de in bijlage II vermelde informatie. Deze informatie wordt door de Commissie en haar gemachtigden vertrouwelijk behandeld.
Artikel 6
Wijzigingen in Richtlijn 2007/46/EG
De bijlagen I, III, IV, VI en XI bij Richtlijn 2007/46/EG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
BIJLAGE I
BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR VOERTUIGEN MET EEN SCHAKELINDICATOR
-
1.Uiterlijke kenmerken van de schakelindicator
1.1. De aanbeveling tot schakelen moet worden gegeven via een afzonderlijk visueel signaal, bijvoorbeeld een duidelijke indicatie tot opschakelen of op-/terugschakelen of een symbool dat aangeeft naar welke versnelling de bestuurder moet overgaan. Het visuele signaal kan worden aangevuld met andere signalen zoals een geluidssignaal, mits deze de veiligheid niet in het gedrang brengen.
1.2. De schakelindicator mag verklikkerlichten, bedieningsorganen of meters die verplicht zijn of de veilige bediening van het voertuig ondersteunen, niet verstoren of aan het zicht onttrekken. Onverminderd punt 1.3 moet het signaal zo worden ontworpen dat het de aandacht van de bestuurder niet afleidt en dus de correcte en veilige bediening van het voertuig niet in de weg staat.
1.3. De plaats van de schakelindicator moet worden bepaald overeenkomstig punt 5.1.2 van VN/ECE-Reglement nr. 121. De schakelindicator moet zo worden ontworpen dat hij niet kan worden verward met andere verklikkerlichten, bedieningsorganen of meters van het voertuig.
1.4. Voor de weergave van schakelindicatoraanwijzingen mag een display worden gebruikt, mits de schakelindicatoraanwijzingen voldoende van andere aanwijzingen verschillen zodat ze duidelijk zichtbaar zijn en door de bestuurder als dusdanig worden herkend.
1.5. In uitzonderlijke omstandigheden mogen de aanwijzingen van de schakelindicator tijdelijk automatisch worden genegeerd of gedeactiveerd, namelijk wanneer de veilige bediening of de integriteit van het voertuig in het gedrang komt, bijvoorbeeld bij activering van tractie- of stabiliteitscontrolesystemen, tijdelijke aanduidingen van rijhulpsystemen of een storing in de werking van het voertuig. Zodra de uitzonderlijke omstandigheden eindigen, moet de schakelindicator binnen de tien seconden (of langer indien gerechtvaardigd om specifieke technische of gedragsredenen) opnieuw normaal werken.
-
2.Functionele vereisten voor schakelindicatoren (van toepassing op alle manuele standen)
2.1. De schakelindicator moet een verandering van versnelling voorstellen wanneer het brandstofverbruik in de voorgestelde versnelling lager wordt geschat dan dat in de op dat moment gebruikte versnelling, rekening houdend met de voorschriften in de punten 2.2 en 2.3.
2.2. De schakelindicator moet zo worden ontworpen dat hij onder redelijkerwijs te verwachten rijomstandigheden een optimale, zuinige rijstijl aanmoedigt. Het voornaamste doel van de schakelindicator is het brandstofverbruik van het voertuig tot een minimum te beperken wanneer de bestuurder de aanwijzingen volgt. De gereglementeerde uitlaatemissies mogen echter ten opzichte van de uitgangssituatie niet onevenredig toenemen wanneer de aanwijzingen van de schakelindicator worden gevolgd. Het volgen van de schakelindicatorstrategie mag ook geen negatief effect hebben op het tijdig functioneren van emissiebeheersingssystemen zoals katalysatoren na een koude start. Daartoe moeten de automobielfabrikanten de typegoedkeuringsinstantie technische documentatie verstrekken waarin de impact van de schakelindicatorstrategie op de gereglementeerde uitlaatemissies van het voertuig wordt beschreven, ten minste bij constante snelheid.
2.3. Het volgen van de schakelindicatoraanwijzingen mag de veilige bediening van het voertuig niet in het gedrang brengen, bijvoorbeeld doordat de motor afslaat, de motor onvoldoende remt of er onvoldoende koppel is wanneer veel vermogen wordt gevraagd.
-
3.Te verstrekken informatie
3.1. De fabrikant moet de typegoedkeuringsinstantie de volgende informatie verstrekken. De informatie moet in twee delen beschikbaar worden gesteld:
a) |
het „formele documentatiepakket”, dat op verzoek aan belanghebbenden ter beschikking kan worden gesteld; |
b) |
het „uitgebreide documentatiepakket”, dat strikt vertrouwelijk blijft. |
3.1.1. Het formele documentatiepakket bevat:
a) |
een beschrijving van alle uiterlijke kenmerken van de schakelindicatoren die in voertuigen van het desbetreffende voertuigtype wat de schakelindicator betreft worden ingebouwd, en bewijs dat zij aan de voorschriften van punt 1 voldoen; |
b) |
bewijs in de vorm van gegevens of technische evaluaties, bijvoorbeeld modelgegevens, emissie- of brandstofverbruiksgrafieken of emissietests, waaruit voldoende blijkt dat de schakelindicator doeltreffend werkt en hij de bestuurder tijdig zinvolle aanbevelingen geeft, zodat aan de voorschriften van punt 2 wordt voldaan; |
c) |
een toelichting over het doel, het gebruik en de functies van de schakelindicator, die wordt opgenomen in een hoofdstuk „Schakelindicator” in de handleiding bij het voertuig. |
3.1.2. Het uitgebreide documentatiepakket bevat de ontwerpstrategie van de schakelindicator, met name de functionele kenmerken ervan.
3.1.3. Onverminderd de bepalingen van artikel 5 blijft het uitgebreide documentatiepakket strikt vertrouwelijk tussen de typegoedkeuringsinstantie en de fabrikant. Het kan door de typegoedkeuringsinstantie worden bewaard of, met toestemming van de typegoedkeuringsinstantie, door de fabrikant. Indien de fabrikant het documentatiepakket bewaart, wordt het, na controle en goedkeuring, door de typegoedkeuringsinstantie van een kenmerk voorzien en gedateerd. Het pakket moet bij de goedkeuring of op elk ogenblik tijdens de geldigheidsduur van de goedkeuring beschikbaar worden gesteld voor inspectie door de goedkeuringsinstantie.
3.2. De fabrikant moet in een hoofdstuk „Schakelindicator” in de handleiding bij het voertuig toelichting verstrekken over het doel, het gebruik en de functies van de schakelindicator.
-
4.Het effect van de door de schakelindicator aanbevolen schakelmomenten op het brandstofverbruik wordt vastgesteld aan de hand van de volgende procedure
4.1. Bepaling van de voertuigsnelheden waarbij de schakelindicator een aanwijzing tot opschakelen geeft
Deze test moet worden uitgevoerd met een opgewarmd voertuig op een rollenbank volgens het snelheidsprofiel van aanhangsel 1 van deze bijlage. De aanwijzingen van de schakelindicator tot opschakelen worden gevolgd en de voertuigsnelheden waarbij de schakelindicator opschakelen aanbeveelt, worden geregistreerd. De test wordt driemaal herhaald.
Vn GSI geeft de gemiddelde snelheid aan waarbij de schakelindicator aanbeveelt op te schakelen van versnelling n (n = 1, 2, …, #g) naar versnelling n + 1, berekend op basis van de drie tests, waarbij #g voor het aantal voorwaartse versnellingen van het voertuig staat. Er wordt alleen rekening gehouden met schakelindicatoraanwijzingen in de fase vóór het bereiken van de maximumsnelheid. Schakelindicatoraanwijzingen bij vaartvermindering worden buiten beschouwing gelaten.
Voor de volgende berekeningen wordt V0 GSI vastgesteld op 0 km/h en V#g GSI op 140 km/h of de maximumsnelheid van het voertuig (de kleinste waarde van beide is van toepassing). Als het voertuig geen 140 km/h haalt, moet de maximumsnelheid van het voertuig worden aangehouden totdat opnieuw het snelheidsprofiel in figuur I.1 kan worden gevolgd.
In plaats van deze test kunnen de snelheden waarbij de schakelindicator opschakelen aanbeveelt, door de fabrikant ook analytisch worden bepaald op basis van het schakelindicatoralgoritme dat in het overeenkomstig punt 3.1 te verstrekken uitgebreide documentatiepakket staat.
4.2. Gebruikelijke schakelmomenten
Vn std geeft de snelheid aan waarbij een doorsneebestuurder zonder hulp van een schakelindicator verondersteld wordt op te schakelen van versnelling n naar versnelling n + 1. Op basis van de in de emissietest van type 1 gedefinieerde schakelmomenten (1), worden de standaardsnelheden waarbij wordt geschakeld, als volgt vastgelegd:
V0 std |
= |
0 km/h; |
V1 std |
= |
15 km/h; |
V2 std |
= |
35 km/h; |
V3 std |
= |
50 km/h; |
V4 std |
= |
70 km/h; |
V5 std |
= |
90 km/h; |
V6 std |
= |
110 km/h; |
V7 std |
= |
130 km/h; |
V8 std |
= |
V#g GSI; |
Vn min geeft de minimumsnelheid aan waarmee het voertuig in versnelling n kan rijden zonder dat de motor afslaat, en Vn max de maximumsnelheid waarmee het voertuig in versnelling n kan rijden zonder de motor te beschadigen.
Indien de uit deze lijst afgeleide Vn std-waarde lager ligt dan Vn + 1 min, wordt Vn std vastgesteld op Vn + 1 min. Indien de uit deze lijst afgeleide Vn std-waarde hoger ligt dan Vn max, wordt Vn std vastgesteld op Vn max (n = 1, 2, …, #g – 1).
Indien de via deze procedure bepaalde V#g std-waarde lager ligt dan V#g GSI, wordt V#g std vastgesteld op V#g GSI.
4.3. Brandstofverbruiksnelheidscurven
De fabrikant informeert de typegoedkeuringsinstantie over de functionele afhankelijkheid van het brandstofverbruik van het voertuig ten aanzien van de constante voertuigsnelheid in versnelling n volgens de volgende regels.
FCn i geeft het brandstofverbruik in kg/h (kilogram per uur) aan wanneer het voertuig met een constante snelheid vi = i × 5 km/h – 2,5 km/h (waarbij i een positief geheel getal is) rijdt in versnelling n. Deze gegevens moet de fabrikant verstrekken voor elke versnelling n (n = 1, 2, …, #g) en vn min ≤ vi ≤ vn max. De brandstofverbruikswaarden moeten worden vastgesteld onder identieke omgevingsomstandigheden die overeenkomen met een realistische rijsituatie die door de automobielfabrikant mag worden gedefinieerd, hetzij door een fysische test, hetzij door een geschikt berekeningsmodel dat door de goedkeuringsinstantie en de fabrikant wordt overeengekomen.
4.4. Verdeling van de snelheid van het voertuig
De volgende verdeling moet worden gebruikt voor de waarschijnlijkheid Pi dat het voertuig tegen een snelheid v rijdt, waarbij vi - 2,5 km/h < v ≤ vi + 2,5 km/h (i = 1, …, 28):
i |
Pi |
1 |
4,610535879 |
2 |
5,083909299 |
3 |
4,86818148 |
4 |
5,128313511 |
5 |
5,233189418 |
6 |
5,548597362 |
7 |
5,768706442 |
8 |
5,881761847 |
9 |
6,105763476 |
10 |
6,098904359 |
11 |
5,533164348 |
12 |
4,761325003 |
13 |
4,077325232 |
14 |
3,533825909 |
15 |
2,968643201 |
16 |
2,61326375 |
17 |
2,275220718 |
18 |
2,014651418 |
19 |
1,873070659 |
20 |
1,838715054 |
21 |
1,982122053 |
22 |
2,124757402 |
23 |
2,226658166 |
24 |
2,137249569 |
25 |
1,76902642 |
26 |
1,665033625 |
27 |
1,671035353 |
28 |
0,607049046 |
Indien de maximumsnelheid van het voertuig overeenkomt met stap i en i < 28, worden de waarden voor Pi + 1 tot en met P28 opgeteld bij Pi.
4.5. Bepaling van het modelbrandstofverbruik
FCGSI geeft het brandstofverbruik van het voertuig aan wanneer de bestuurder de aanwijzingen van de schakelindicator volgt:
FCGSI i = FCn i als Vn – 1 GSI ≤ vi < Vn GSI (n = 1, …, #g) en FCGSI i = 0 als vi ≥ V#g GSI.
FCstd geeft het brandstofverbruik van het voertuig aan wanneer de gebruikelijke schakelmomenten worden gebruikt:
FCstd i = FCn i als Vn – 1 std ≤ vi < Vn std (n = 1, …, #g) en FCstd i = 0 als vi ≥ V#g GSI.
De relatieve brandstofbesparing wanneer de aanwijzingen van de schakelindicator van het model worden gevolgd, wordt als volgt berekend:
FCrel. Save = (1 – FCGSI/FCstd) × 100 %
4.6. Gegevensregistratie
De volgende gegevens moeten worden geregistreerd:
— |
de overeenkomstig punt 4.1 vastgestelde Vn GSI-waarden; |
— |
de overeenkomstig punt 4.3 door de fabrikant mee te delen FCn i-waarden van de brandstofverbruik-snelheidcurve; |
— |
de overeenkomstig punt 4.5 berekende waarden FCGSI, FCstd en FCrel. Save. |
-
Gedefinieerd in bijlage 4a bij VN/ECE-Reglement nr. 83, wijzigingenreeks 05.
Aanhangsel 1
Beschrijving van het in punt 4.1 bedoelde voertuigsnelheidsprofiel
Nr. van de handeling |
Handeling |
Versnelling (in m/s2) |
Snelheid (km/h) |
Gecumuleerde tijd (s) |
1 |
Stationair draaien |
0 |
0 |
20 |
2 |
Versnelling |
1,1 |
0-31,68 |
28 |
3 |
0,7 |
31,68-49,32 |
35 |
|
4 |
0,64 |
49,32-79,27 |
48 |
|
5 |
0,49 |
79,27-109,26 |
65 |
|
6 |
0,3 |
109,26-128,70 |
83 |
|
7 |
0,19 |
128,70-140,33 |
100 |
|
8 |
Statische toestand |
0 |
140,33 |
105 |
9 |
Vertraging |
–0,69 |
140,33-80,71 |
129 |
10 |
–1,04 |
80,71-50,76 |
137 |
|
11 |
–1,39 |
50,76-0 |
147 |
|
12 |
Stationair draaien |
0 |
0 |
150 |
De mate waarin van dit snelheidsprofiel mag worden afgeweken, is vastgelegd in punt 6.1.3.4 van bijlage 4a bij VN/ECE-Reglement nr. 83, wijzigingenreeks 05.
Figuur I.:
Grafische voorstelling van het in punt 4.1 bedoelde snelheidsprofiel; volle lijn: snelheidsprofiel; stippellijnen: toegestane afwijkingen van dit snelheidsprofiel.
De volgende tabel beschrijft het snelheidsprofiel seconde per seconde. Als het voertuig geen 140 km/h haalt, moet de maximumsnelheid van het voertuig worden aangehouden totdat opnieuw het snelheidsprofiel kan worden gevolgd.
Tijd (s) |
Snelheid (km/h) |
0 |
0,00 |
1 |
0,00 |
2 |
0,00 |
3 |
0,00 |
4 |
0,00 |
5 |
0,00 |
6 |
0,00 |
7 |
0,00 |
8 |
0,00 |
9 |
0,00 |
10 |
0,00 |
11 |
0,00 |
12 |
0,00 |
13 |
0,00 |
14 |
0,00 |
15 |
0,00 |
16 |
0,00 |
17 |
0,00 |
18 |
0,00 |
19 |
0,00 |
20 |
0,00 |
21 |
3,96 |
22 |
7,92 |
23 |
11,88 |
24 |
15,84 |
25 |
19,80 |
26 |
23,76 |
27 |
27,72 |
28 |
31,68 |
29 |
34,20 |
30 |
36,72 |
31 |
39,24 |
32 |
41,76 |
33 |
44,28 |
34 |
46,80 |
35 |
49,32 |
36 |
51,62 |
37 |
53,93 |
38 |
56,23 |
39 |
58,54 |
40 |
60,84 |
41 |
63,14 |
42 |
65,45 |
43 |
67,75 |
44 |
70,06 |
45 |
72,36 |
46 |
74,66 |
47 |
76,97 |
48 |
79,27 |
49 |
81,04 |
50 |
82,80 |
51 |
84,56 |
52 |
86,33 |
53 |
88,09 |
54 |
89,86 |
55 |
91,62 |
56 |
93,38 |
57 |
95,15 |
58 |
96,91 |
59 |
98,68 |
60 |
100,44 |
61 |
102,20 |
62 |
103,97 |
63 |
105,73 |
64 |
107,50 |
65 |
109,26 |
66 |
110,34 |
67 |
111,42 |
68 |
112,50 |
69 |
113,58 |
70 |
114,66 |
71 |
115,74 |
72 |
116,82 |
73 |
117,90 |
74 |
118,98 |
75 |
120,06 |
76 |
121,14 |
77 |
122,22 |
78 |
123,30 |
79 |
124,38 |
80 |
125,46 |
81 |
126,54 |
82 |
127,62 |
83 |
128,70 |
84 |
129,38 |
85 |
130,07 |
86 |
130,75 |
87 |
131,44 |
88 |
132,12 |
89 |
132,80 |
90 |
133,49 |
91 |
134,17 |
92 |
134,86 |
93 |
135,54 |
94 |
136,22 |
95 |
136,91 |
96 |
137,59 |
97 |
138,28 |
98 |
138,96 |
99 |
139,64 |
100 |
140,33 |
101 |
140,33 |
102 |
140,33 |
103 |
140,33 |
104 |
140,33 |
105 |
140,33 |
106 |
137,84 |
107 |
135,36 |
108 |
132,88 |
109 |
130,39 |
110 |
127,91 |
111 |
125,42 |
112 |
122,94 |
113 |
120,46 |
114 |
117,97 |
115 |
115,49 |
116 |
113,00 |
117 |
110,52 |
118 |
108,04 |
119 |
105,55 |
120 |
103,07 |
121 |
100,58 |
122 |
98,10 |
123 |
95,62 |
124 |
93,13 |
125 |
90,65 |
126 |
88,16 |
127 |
85,68 |
128 |
83,20 |
129 |
80,71 |
130 |
76,97 |
131 |
73,22 |
132 |
69,48 |
133 |
65,74 |
134 |
61,99 |
135 |
58,25 |
136 |
54,50 |
137 |
50,76 |
138 |
45,76 |
139 |
40,75 |
140 |
35,75 |
141 |
30,74 |
142 |
25,74 |
143 |
20,74 |
144 |
15,73 |
145 |
10,73 |
146 |
5,72 |
147 |
0,72 |
148 |
0,00 |
149 |
0,00 |
150 |
0,00 |
BIJLAGE II
DEEL 1
Inlichtingenformulier
MODEL
Inlichtingenformulier nr. … voor de EG-typegoedkeuring van een voertuig wat technische schakelindicatoren betreft
De onderstaande gegevens moeten, in voorkomend geval, in drievoud worden verstrekt en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen moeten op een passende schaal en met voldoende details, in A4-formaat of tot dat formaat gevouwen, worden ingediend. Eventuele foto's moeten voldoende gedetailleerd zijn.
Indien de systemen, onderdelen of technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, moeten gegevens over de prestaties ervan worden verstrekt.
Inlichtingen overeenkomstig de punten 0, 3 en 4 van aanhangsel 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (1).
4.11. |
Schakelindicator |
4.11.1. |
Geluidssignaal beschikbaar: ja/neen (2). Zo ja, beschrijving van het geluid en vermelding van de geluidssterkte voor het oor van de bestuurder in dB(A). (Geluidssignaal kan altijd aan- of uitgezet worden.): … |
4.11.2. |
Informatie overeenkomstig punt 4.6 van bijlage I (volgens fabrieksopgave): … |
4.11.3. |
Informatie overeenkomstig punt 3.1.1 van bijlage I: … |
4.11.4. |
Informatie overeenkomstig punt 3.1.2 van bijlage I: … |
4.11.5. |
Foto's en/of tekeningen van de schakelindicator en korte beschrijving van de systeemonderdelen en de werking ervan: … |
4.11.6. |
Informatie over de schakelindicator in de handleiding bij het voertuig: … |
DEEL 2
MODEL
DEEL 3
EG-typegoedkeuringscertificaat
MODEL
(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))
EG-TYPEGOEDKEURINGSCERTIFICAAT
Mededeling betreffende de
— |
EG-typegoedkeuring (3) |
— |
uitbreiding van de EG-typegoedkeuring (3) |
— |
weigering van de EG-typegoedkeuring (3) |
— |
intrekking van de EG-typegoedkeuring (3) |
van een voertuigtype wat de schakelindicator betreft
krachtens Verordening (EU) nr. 65/2012, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. …/2012 (3)
Nummer van de EG-typegoedkeuring: …
Reden van de uitbreiding: …
AFDELING I
0.1. |
Merk (handelsnaam van fabrikant): … |
0.2. |
Type: … |
0.2.1. |
Handelsbenaming(en) (indien van toepassing): … |
0.3. |
Middel tot identificatie van het type, indien aangebracht op het voertuig: … |
0.3.1. |
Plaats waar het identificatiemiddel is aangebracht: … |
0.4. |
Voertuigcategorie: … |
0.5. |
Naam en adres van de fabrikant: … |
0.8. |
Naam en adres van de assemblagefabriek(en): … |
0.9. |
Eventueel naam en adres van de vertegenwoordiger van de fabrikant: … |
AFDELING II
1. |
Aanvullende informatie (indien van toepassing): zie addendum |
2. |
Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de test en de evaluaties: |
3. |
Datum van het testrapport: |
4. |
Nummer van het testrapport: |
5. |
Informatie overeenkomstig punt 4.6 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 65/2012 (vastgesteld tijdens de typegoedkeuring): |
6. |
Eventuele opmerkingen: zie addendum |
7. |
Plaats: |
8. |
Datum: |
9. |
Handtekening: |
Bijlagen |
: |
Informatiepakket Testrapport Aanvullende informatie: … |
Addendum bij EG-typegoedkeuringscertificaat nr. … betreffende …
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
BIJLAGE III
WIJZIGINGEN IN KADERRICHTLIJN 2007/46/EG
Richtlijn 2007/46/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage I worden de volgende punten ingevoegd:
|
2) |
In bijlage III worden de volgende punten ingevoegd:
|
3) |
Bijlage IV, deel I, wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
In de tabel van het aanhangsel van bijlage VI wordt volgend punt 63.1 ingevoegd:
|
5) |
Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:
|
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.