Nationale hervormingsprogramma van Zweden voor 2012, met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Zweden voor de periode 2012-2015

1.

Wettekst

24.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/85

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 10 juli 2012

over het nationale hervormingsprogramma van Zweden voor 2012, met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Zweden voor de periode 2012-2015

2012/C 219/25

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 9, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en zich toespitsen op de sleutelgebieden waarop Europa’s potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

 

(2)

De Raad heeft op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) vastgesteld, en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld (3), die samen de „geïntegreerde richtsnoeren” vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

 

(3)

Op 12 juli 2011 heeft de Raad een aanbeveling (4) over het nationale hervormingsprogramma voor 2011 van Zweden aangenomen en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van Zweden voor de periode 2011-2014 uitgebracht.

 

(4)

Op 23 november 2011 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de tweede jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het tweede Europees semester van voorafgaande en geïntegreerde beleidscoördinatie, dat op de Europa 2020-strategie berust. Op 14 februari 2012 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het Waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen. Daarin is Zweden genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

 

(5)

Op 1 december 2011 heeft de Raad conclusies aangenomen waarin hij het Comité voor sociale bescherming verzoekt om, in samenwerking met het Comité voor de werkgelegenheid en andere comités, de Raad zijn opvattingen kenbaar te maken over de maatregelen die in het kader van de Europa 2020-beleidscyclus worden aanbevolen. Die opvattingen vormen een onderdeel van het advies van het Comité voor de werkgelegenheid.

 

(6)

Het Europees Parlement is naar behoren bij het Europees semester betrokken, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1466/97, en heeft op 15 februari 2012 een resolutie over werkgelegenheid en sociale aspecten in de jaarlijkse groeianalyse 2012 en een resolutie over de bijdrage aan de jaarlijkse groeianalyse 2012 aangenomen.

 

(7)

Op 2 maart 2012 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat er moet worden gewerkt aan gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

 

(8)

Op 20 april 2012 heeft Zweden zijn convergentieprogramma voor de periode 2012-2015 en zijn nationale hervormingsprogramma 2012 ingediend. Met het oog op het onderlinge verband zijn beide programma’s tegelijkertijd geëvalueerd. Voorts heeft de Commissie een diepgaande evaluatie uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerd om na te gaan of Zweden door macro-economische onevenwichtigheden is geraakt. In haar diepgaande evaluatie is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voor Zweden sprake is van externe onevenwichtigheden, maar deze zijn niet buitensporig.

 

(9)

Op basis van de evaluatie van het convergentieprogramma overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97, komt de Raad tot de conclusie dat het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses ten grondslag ligt, plausibel is voor 2012 en optimistisch voor 2013-2015, wanneer de groei van het bbp naar verwachting gemiddeld 3,5 % zou bedragen. De voorjaarsprognose 2012 van de diensten van de Commissie voorziet een groei van 2,1 % van het bbp voor 2013. Het doel van de in het convergentieprogramma beschreven begrotingsstrategie is om de houdbaarheid op lange termijn te waarborgen door de regels van het Zweedse begrotingskader te eerbiedigen, inclusief de doelstelling van een vorderingenoverschot voor de overheid van 1 % van het bbp gedurende de cyclus. De strategie richt zich ook op het voldoen aan de vereisten van het stabiliteits- en groeipact, met name wat betreft het respecteren van de referentiewaarde van 3 % van het bbp. De middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) is in het convergentieprogramma veranderd van een overheidsoverschot van 1,0 % van het bpp in een tekort van 1,0 % van het bbp. Deze nieuwe MTD is in overeenstemming met de vereisten van het stabiliteits- en groeipact. Door deze verandering zal de MTD, afgaande op het (herberekende) structurele begrotingssaldo, waarschijnlijk worden gehaald gedurende de programmaperiode, zelfs als rekening wordt gehouden met verdere expansieve discretionaire maatregelen in 2013 of 2014. De begrotingsprognoses vanaf 2013 zijn aan neerwaartse risico’s onderhevig vanwege de optimistische macro-economische aannamen. Het geplande groeipercentage van de overheidsuitgaven, rekening houdend met discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, zou voldoen aan de uitgavenbenchmark van het stabiliteits- en groeipact. De schuldquote ligt onder de 60 % van het bpp en zal volgens het convergentieprogramma gedurende de programmaperiode verder blijven afnemen.

 

(10)

Uit de diepgaande evaluatie uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 bleek dat de schuldenlast per huishouden relatief hoog is. Hoewel de situatie op de woning- en hypotheekmarkt zich in 2011 heeft gestabiliseerd, is er nog steeds sprake van structurele verstoringen die een bedreiging vormen voor de stabiliteit van deze markten op lange termijn. Er zijn nuttige maatregelen genomen om de veerkracht van de financiële sector te versterken, maar een aantal minder belichte beleidslijnen dragen mogelijk bij tot de wispelturigheid van de Zweedse woningmarkt en de accumulatie van hypotheekschuld: genereuze mogelijkheden voor belastingaftrek van rente, lage vermogensbelasting, weinig aflossing en stringente huurregulering. Aan de aanbodzijde vormen lokale monopolies op het gebied van ruimtelijke ordening, langdurige processen met betrekking tot bestemmingsplannen en een gebrek aan concurrentie een belemmering voor de flexibiliteit van het woningaanbod.

 

(11)

Hoewel de arbeidsmarkt in 2011 een algemene verbetering doormaakte, is er nog steeds sprake van hoge werkloosheid onder jongeren en kwetsbare groepen, en met name migranten. Zweden voert momenteel verschillende maatregelen voor actief arbeidsmarktbeleid en onderwijshervormingen door om dit probleem aan te pakken. De meeste maatregelen lijken relevant en geloofwaardig, maar het is nog te vroeg om het effect ervan te kunnen beoordelen. De relevantie en doeltreffendheid van de belangrijkste maatregel voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid — de btw-verlaging voor restaurants en cateringdiensten — is onzeker en moet worden onderzocht. Bovendien zou het ambitieniveau kunnen worden verhoogd indien de problemen op een meer samenhangende wijze zouden worden opgelost door ook de relatief hoge lonen aan de onderkant van de loonschaal en de verschillen inzake arbeidsbescherming tussen vaste en tijdelijke werknemers aan te pakken.

 

(12)

Zweden heeft het op één na hoogste niveau van uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) uitgedrukt als percentage van het bbp en is een koploper op het gebied van innovatie volgens het prestatiescorebord voor onderzoek en innovatie. Met betrekking tot de commercialisering van innovatieve producten presteert Zweden echter onder het EU-gemiddelde en laat het een negatieve trend zien. Zweden lijkt bovendien achter te blijven bij het oprichten van snelgroeiende, innovatieve ondernemingen. Bovendien is de over het algemeen sterke positie van Zweden op het gebied van O&O kwetsbaar omdat het land sterk afhankelijk is van een paar grote multinationale ondernemingen die in toenemende mate hun O&O-activiteiten naar het buitenland verplaatsen. Deze punten moeten worden aangepakt in de nieuwe wet inzake onderzoek en innovatie, die voor de herfst van 2012 staat gepland.

 

(13)

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een alomvattende analyse van het economische beleid van Zweden verricht. Zij heeft zowel het convergentieprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht en een diepgaande evaluatie gepresenteerd. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Zweden, maar ook of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 4 weergegeven.

 

(14)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma onderzocht. Zijn advies (5) daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

 

(15)

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het convergentieprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn met name in de onderstaande aanbeveling 2 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Zweden in de periode 2012-2013 actie onderneemt om:

 

1.

In 2012 en daarna een solide begrotingssituatie te behouden door de geplande begrotingsstrategie uit te voeren en ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de MTD.

 

2.

Verdere preventieve maatregelen te nemen om de stabiliteit op middellange termijn van de woning- en hypotheekmarkt te versterken, onder meer door het bevorderen van terughoudendheid bij het verstrekken van leningen, het verminderen van de tendens om schulden aan te gaan bij het financieren van investeringen in huizen, en het aanpakken van beperkingen inzake het woningaanbod en huurregulering.

 

3.

Verdere maatregelen te nemen om de participatie van jongeren en kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt te verbeteren, bijvoorbeeld door de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van het actief arbeidsmarktbeleid te verbeteren, de overgang van school naar werk te vergemakkelijken, impulsen te geven voor beleid om de vraag naar kwetsbare groepen te stimuleren en de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Een evaluatie te verrichten van het effect van de verlaging van het btw-tarief voor restaurants en cateringdiensten op het scheppen van werkgelegenheid.

 

4.

In het kader van de geplande wet inzake onderzoek en innovatie extra maatregelen te nemen ter verdere verbetering van de topkwaliteit in het onderzoek en deze te richten op het verbeteren van de commercialisering van innovatieve producten en de ontwikkeling van nieuwe technologieën.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    SHIARLY
 

  • (3) 
    Voor 2012 gehandhaafd bij Besluit 2012/238/EU van de Raad van 26 april 2012 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 119 van 4.5.2012, blz. 47).
  • (5) 
    Uit hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.