Aanbeveling 2011/750 - Ondersteuning van een EU-wijde eCall-dienst in elektronischecommunicatienetwerken voor de transmissie van op 112 gebaseerde noodoproepen uit voertuigen (eCalls)

1.

Wettekst

22.11.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 303/46

 

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 8 september 2011

ter ondersteuning van een EU-wijde eCall-dienst in elektronischecommunicatienetwerken voor de transmissie van op 112 gebaseerde noodoproepen uit voertuigen („eCalls”)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/750/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens Beschikking 91/396/EEG van de Raad van 29 juli 1991 inzake invoering van een gemeenschappelijk Europees oproepnummer voor hulpdiensten (1) moesten de lidstaten ervoor zorgen dat het nummer 112 werd ingevoerd in openbare telefoonnetten als gemeenschappelijk Europees oproepnummer voor hulpdiensten.

 

(2)

Krachtens Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten („Universeledienstrichtlijn”) (2) moeten de lidstaten ervoor zorgen dat oproepen op het nummer 112 op afdoende wijze worden beantwoord en behandeld en dat alle eindgebruikers in staat zijn 112 kosteloos te bereiken.

 

(3)

Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (3) voorzag in prioritaire acties, waaronder de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall-dienst. De invoering van een dergelijke geharmoniseerde dienst in alle voertuigen in de Europese Unie kan het aantal verkeersslachtoffers en de ernst van de verwondingen ten gevolge van verkeersongevallen aanzienlijk beperken.

 

(4)

Het is voor alle lidstaten belangrijk gemeenschappelijke technische oplossingen en praktijken te ontwikkelen voor de levering van noodoproepdiensten. Gemeenschappelijke technische oplossingen dienen verder te worden ontwikkeld via de Europese normalisatie-instellingen teneinde de introductie van de eCall-dienst te vergemakkelijken, de interoperabiliteit en continuïteit van de EU-wijde dienst te verzekeren en de kosten van invoering voor de Europese Unie te verminderen.

 

(5)

Een geharmoniseerde oplossing voor heel Europa zorgt voor interoperabiliteit voor de doorgifte aan de alarmcentrale van de spraak/audioverbinding en van de door het ingebouwde eCall-systeem gegenereerde minimumreeks van gegevens, waaronder de nauwkeurige locatie en het tijdstip van het ongeval. Een geharmoniseerde oplossing zorgt eveneens voor continuïteit van de eCall-dienst in de Europese landen. Met het grote volume aan grensoverschrijdend verkeer in Europa bestaat er een groeiende behoefte aan een gemeenschappelijk protocol voor gegevensoverdracht waarmee deze informatie aan alarmcentrales en noodhulpdiensten wordt doorgegeven, teneinde het gevaar voor verwarring of foutieve interpretatie van de doorgegeven data te vermijden.

 

(6)

De daadwerkelijke tenuitvoerlegging van een geharmoniseerde EU-wijde interoperabele eCall-dienst vereist dat de spraak/audioverbinding naast de door het ingebouwde systeem gegenereerde minimumreeks van gegevens over het ongeval automatisch wordt doorgezonden aan iedere geschikte alarmcentrale die de meegedeelde locatiegegevens kan ontvangen en gebruiken.

 

(7)

Afspraken voor de doorzending van informatie door exploitanten van mobiele netwerken naar alarmcentrales moeten op een doorzichtige en niet-discriminerende wijze tot stand komen, waarbij eventueel ook kostenaspecten een rol kunnen spelen.

 

(8)

Een geharmoniseerde oplossing voor heel Europa kan ook de interoperabiliteit verzekeren voor geavanceerde eCall-toepassingen, zoals de levering van aanvullende informatie, bijvoorbeeld over indicators voor botsingsensoren, over de aard van de lading gevaarlijke goederen of over het aantal inzittenden van het voertuig.

 

(9)

In Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (de „richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie”) (5) wordt in het algemeen bepaald dat het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens volledig in acht moet worden genomen en dat daartoe passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen moeten worden genomen. Het gebruik van locatiegegevens door noodhulpdiensten zonder toestemming van de betrokken gebruiker wordt echter wel toegestaan. Met name moeten de lidstaten ervoor zorgen dat er doorzichtige procedures zijn voor de manier waarop een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk en/of een openbare telecommunicatiedienst het ontbreken van de toestemming van een gebruiker voor de verwerking van locatiegegevens per afzonderlijke lijn kan opheffen voor organisaties die noodoproepen behandelen en als zodanig door een lidstaat erkend zijn.

 

(10)

De eCall-dienst is zo ontworpen dat gevolg wordt gegeven aan de aanbevelingen van de groep gegevensbescherming artikel 29 die vervat zijn in het op 26 september 2006 goedgekeurde werkdocument betreffende de gevolgen van het eCall-initiatief vanuit het oogpunt van bescherming van gegevens en van de persoonlijke levenssfeer, namelijk dat voertuigen die met eCall-apparatuur zijn uitgerust, in hun normale operationele status niet mogen worden gevolgd en dat de door de eCall-apparatuur doorgezonden minimumreeks van gegevens de minimuminformatie moet bevatten die vereist is voor een passende behandeling van noodoproepen.

 

(11)

Deze aanbeveling biedt lidstaten de mogelijkheid de organisatie van de eCall-respons te ontwerpen op de manier die het best overeenstemt met hun noodhulpdiensteninfrastructuur.

 

(12)

Activiteiten in het kader van het EU-actieprogramma op het gebied van civiele bescherming moeten tot doel hebben in andere beleidsdomeinen van de Unie doelstellingen inzake civiele bescherming op te nemen en de samenhang van het programma met andere activiteiten van de Unie te verzekeren. Dit geeft de Commissie de bevoegdheid activiteiten uit te voeren die gericht zijn op de verhoging van de paraatheid van organisaties die in de lidstaten bij de civiele bescherming betrokken zijn, door uitbreiding van hun capaciteit om op noodsituaties te reageren en verbetering van de technieken en methoden voor deze reactie en de onmiddellijke nazorg. Hieronder kunnen de verwerking en het gebruik van eCall-informatie door alarmcentrales en noodhulpdiensten vallen.

 

(13)

Voor een succesvolle invoering van een eCall-dienst in heel de Unie moet aandacht worden besteed aan de problemen die zich hierbij voordoen en moeten de tijdschema's voor de invoering van de nieuwe systemen worden gecoördineerd. In het Europese platform voor de invoering van eCall, dat in februari 2009 door de Commissie is opgericht als een publiek-privaat partnerschap, hebben alle belanghebbenden de beginselen voor een geharmoniseerde en tijdige invoering kunnen bespreken en goedkeuren.

 

(14)

Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze aanbeveling is een permanente dialoog noodzakelijk tussen exploitanten van mobiele netwerken en dienstenaanbieders en overheidinstanties, waaronder noodoproepdiensten.

 

(15)

Gelet op de voortdurende ontwikkeling van concepten en technologieën worden de lidstaten ertoe aangezet de ontwikkeling van diensten voor noodhulp, bijvoorbeeld aan toeristen en reizigers en aan vervoerders van gevaarlijke goederen over de weg, te bevorderen en te ondersteunen, en de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke interfacespecificaties te steunen teneinde de interoperabiliteit van deze diensten over heel Europa te waarborgen,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

 

1.

De lidstaten dienen voor noodoproepen naar alarmcentrales die via het uniforme Europese alarmnummer 112 handmatig of automatisch tot stand worden gebracht door een telematicaterminal in een voertuig, de volgende geharmoniseerde voorwaarden en beginselen toe te passen.

 

2.

In deze aanbeveling wordt verstaan onder:

 

a)

„noodhulpdienst”: een als zodanig door de lidstaat erkende dienst die onmiddellijk spoedhulp verleent in situaties waarin er sprake is van direct gevaar voor lijf en leden, de individuele of volksgezondheid of veiligheid, eigendommen van particulieren of van de overheid of het milieu, maar niet noodzakelijkerwijs uitsluitend in deze situaties;

 

b)

„alarmcentrale”: een fysieke locatie waar noodoproepen worden ontvangen onder de verantwoordelijkheid van een overheidsinstantie of een door de nationale regering erkende privé-organisatie, waarbij vooraf door de overheid is bepaald welke alarmcentrale de „meest geschikte” is om noodoproepen uit een bepaald gebied of noodoproepen van een bepaald soort (bv. eCalls) te behandelen;

 

c)

„eCall”: een noodoproep vanuit een voertuig naar het nummer 112, die ofwel automatisch door activering van sensoren in het voertuig, ofwel handmatig tot stand wordt gebracht en waardoor met gebruik van draadloze mobielecommunicatienetwerken een gestandaardiseerde minimumreeks van gegevens wordt doorgezonden en een audiokanaal tot stand wordt gebracht tussen de inzittenden van het voertuig en de meest geschikte alarmcentrale;

 

d)

„emergency service category value” is de 8-bitwaarde die voor noodoproepen op mobiele netwerken wordt gebruikt ter aanduiding van het bijzondere soort noodoproep (1-politie, 2-ambulance, 3-brandweer, 4-kustwacht, 5- reddingsdienst in de bergen, 6-handmatig geïnitieerde eCall, 7-automatisch geïnitieerde eCall, 8-reserve), zoals vermeld in tabel 10.5.135d van ETSI TS 124.008;

 

e)

„eCall discriminator” of „eCall flag”: de „emergency service category value” die aan eCalls is toegekend overeenkomstig ETSI TS 124.008 (d.w.z. „6-handmatig geïnitieerde eCall” en „7-automatisch geïnitieerde eCall”), die een onderscheid mogelijk maakt tussen oproepen naar 112 op mobiele eindapparatuur en eCalls naar 112 op eindapparatuur in voertuigen alsmede tussen handmatig en automatisch gegenereerde eCalls;

 

f)

„minimumreeks van gegevens”: de informatie die naar de alarmcentrale moet worden gezonden overeenkomstig norm EN 15722, en tevens

 

g)

„exploitant van mobiele-telecommunicatienetwerk” of „exploitant van mobiel netwerk”: een aanbieder van een openbaar draadloos mobiele-communicatienetwerk.

 

3.

De lidstaten moeten nadere regels over de verwerking van eCalls opstellen voor exploitanten van openbare mobiele netwerken die in hun land werkzaam zijn. De regels moeten volledig in overeenstemming zijn met de bepalingen inzake gegevensbescherming waarin Richtlijnen 95/46/EG en 2002/58/EG voorzien. Voorts moeten zij aangeven welke alarmcentrale de meest geschikte is om eCalls door te zenden.

 

4.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat exploitanten van mobiele netwerken de mechanismen ten uitvoer leggen die nodig zijn voor de verwerking van de „eCall discriminator” in hun netwerken. De implementatie daarvan moet plaatsvinden vóór 31 december 2014.

 

5.

Exploitanten van mobiele netwerken moeten een eCall behandelen als elke andere oproep naar het gemeenschappelijk Europees alarmnummer 112.

 

6.

De lidstaten moeten hun nationale instanties ertoe verplichten uiterlijk eind maart 2012 bij de Commissie verslag uit te brengen over de maatregelen met betrekking tot deze aanbeveling en over de situatie bij de tenuitvoerlegging door de exploitanten van mobiele netwerken van het mechanisme voor de verwerking van de „eCall discriminator” in hun netwerken, zodat de Commissie een evaluatie kan uitvoeren waarbij rekening wordt gehouden met de nieuwe vereisten die voor alarmcentrales naar voren komen.

Gedaan te Brussel, 8 september 2011.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Vicevoorzitster

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.