Besluit 2011/818 - Sluiting van de Overeenkomst met Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de EER

1.

Wettekst

9.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2011

betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

(2011/818/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen zich verplichten tot voortzetting van hun inspanningen met het oog op de geleidelijke liberalisering van de onderlinge handel in landbouwproducten.

 

(2)

Overeenkomstig Besluit 2010/676/EU van de Raad (1) is de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) op 15 april 2011 ondertekend, onder voorbehoud van sluiting.

 

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd is om namens de Unie de in de overeenkomst genoemde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht (2).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 8 november 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    VINCENT-ROSTOWSKI
 

  • (2) 
    De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.