Verordening 1985/3635 - Wijziging van Verordening (EEG) Nr. 2617/80 tot instelling van een specifieke gemeenschappelijke actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31985R3635

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31985R3635

Verordening (EEG) Nr. 3635/85 van de Raad van 17 december 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) Nr. 2617/80 tot instelling van een specifieke communautaire actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones

Publicatieblad Nr. L 350 van 27/12/1985 blz. 0008 - 0009

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 14 Deel 2 blz. 0014

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 14 Deel 2 blz. 0014

*****

VERORDENING (EEG) Nr. 3635/85 VAN DE RAAD

van 17 december 1985

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2617/80 tot instelling van een specifieke communautaire actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3634/85 van de Raad van 17 december 1985 betreffende de instelling in 1985 van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1787/84 (1), inzonderheid op artikel 1,

Gezien het voorstel van de Commisssie (2),

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (4),

Overwegende dat, op grond van artikel 48 van Verordening (EEG) nr. 1787/84 van de Raad van 19 juni 1984 inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (5), behoudens toepassing van artikel 45 daarvan, Verordening (EEG) nr. 724/75 van de Raad (6), met inbegrip van titel III betreffende de specifieke communautaire maatregelen, wordt ingetrokken; dat de Raad evenwel, volgens artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3634/85, overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 724/75, nog tot en met 31 december 1985 specifieke communautaire acties kan instellen op basis van voorstellen die de Commissie vóór 31 december 1984 heeft ingediend;

Overwegende dat in genoemd artikel 13 is bepaald dat het Fonds kan deelnemen in de financiering van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling, die met name verband houden met het beleid van de Gemeenschap en met de door haar vastgestelde maatregelen ten einde beter rekening te kunnen houden met hun regionale dimensie of de regionale gevolgen ervan te kunnen verlichten;

Overwegende dat de Raad uit hoofde van genoemd artikel op 7 oktober 1980 een eerste reeks verordeningen heeft vastgesteld tot instelling van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling, met name Verordening (EEG) nr. 2617/80 (7), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 217/84 (8), waarbij een actie werd ingesteld, hierna »specifieke actie" genoemd;

Overwegende dat uit hoofde van deze verordening, inzonderheid van artikel 3 daarvan, speciale programma's voor bepaalde zones, waaronder één in de Bondsrepubliek Duitsland, door de Commissie zijn goedgekeurd die tegelijkertijd heeft besloten kredieten voor deze programma's te bestemmen;

Overwegende dat als gevolg van de verergering van de problemen in de scheepsbouw de specifieke actie dient te worden uitgebreid tot bepaalde zones in Frankrijk en Italië en tevens tot andere zones in de Bondsrepubliek Duitsland die sterk afhankelijk zijn van de scheepsbouw en waar in die bedrijfstak in de afgelopen jaren veel werkgelegenheid verloren is gegaan; dat het gevaar bestaat dat een reeds moeilijke sociaal-economische situatie in die zones nog zal verslechteren;

Overwegende dat de betrokken Lid-Staten de gegevens betreffende de regionale problemen die het voorwerp van een specifieke actie kunnen uitmaken, ter kennis van de Commissie hebben gebracht;

Overwegende dat tenuitvoerlegging van de aldus uitgebreide specifieke actie aanvullende financiële middelen vergt;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de Bondsrepubliek Duitsland de Commissie een aangepast speciaal programma voorlegt en dat de Franse Republiek en de Italiaanse Republiek overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2617/80 de Commissie een speciaal programma voorleggen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2617/80 wordt vervangen door:

»Artikel 2

  • 1. 
    De specifieke actie is van toepassing in de zones die in beginsel aan de volgende criteria voldoen:
  • a) 
    minimumaantal arbeidsplaatsen in de scheepsbouw;
  • b) 
    sterk aandeel van de scheepsbouw in de werkgelegenheid in de industrie;
  • c) 
    aanzienlijk verlies aan werkgelegenheid in de scheepsbouw gedurende de afgelopen jaren;
  • d) 
    sociaal-economische toestand van de regio waarvan de betrokken zone deel uitmaakt. Deze toestand wordt beoordeeld aan de hand van het bruto binnenlands produkt per hoofd van de bevolking en de structurele werkloosheid;
  • e) 
    ontvankelijkheid van steunaanvragen uit de betrokken zone in het kader van een nationale steunregeling met regionale strekking.
  • 2. 
    De zones die aan de in lid 1 bedoelde criteria voldoen, zijn:
  • a) 
    in het Verenigd Koninkrijk: de »Strathclyde region", de »counties" Cleveland, Tyne and Wear en Merseyside en de »Belfast urban area";
  • b) 
    in de Bondsrepubliek Duitsland: de »Arbeitsmarktregionen" Luebeck-Ostholstein en Bremen-Bremerhaven;
  • c) 
    in Frankrijk: de zones die vallen onder een nationale steunregeling met regionale strekking in de departementen Loire Atlantique en Var, met inbegrip van het kanton La Ciotat in het departement Bouches-du-Rhône;
  • d) 
    in Italië: de provincies Gorizia, Trieste en Palermo, evenals de provincie Genua, met uitzondering van de aan de provincie Piacenza grenzende zone die niet in aanmerking komt voor steunverlening.".

Artikel 2

Aan artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2617/80 wordt het volgende lid 9 toegevoegd:

»9. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen ten einde de potentiële begunstigden en het bedrijfsleven attent te maken op de mogelijkheden die het speciale programma biedt en het publiek met de daartoe meest geëigende middelen over de rol van de Gemeenschap in te lichten.".

Artikel 3

  • 1. 
    De Bondsrepubliek Duitsland zorgt voor aanpassing van het in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2617/80 bedoelde speciale programma, in overeenstemming met de bij artikel 1 van de onderhavige verordening vastgestelde wijzigingen.
  • 2. 
    Het aangepaste speciale programma wordt door de Commissie goedgekeurd overeenkomstig artikel 3, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2617/80.
  • 3. 
    Onverminderd artikel 5, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2617/80 mag de steun van het Fonds voor het aangepaste speciale programma niet hoger zijn dan het bedrag dat door de Commissie bij de goedkeuring van het programma is aanvaard.

Artikel 4

De looptijd van de door de Franse Republiek en de Italiaanse Republiek voor te leggen speciale programma's bedraagt vijf jaar, te rekenen vanaf de zestigste dag na de dag van inwerkingtreding van deze verordening. Het in artikel 3 bedoelde aangepaste speciale programma wordt met dezelfde termijn verlengd.

Artikel 5

In aanmerking komen de uitgaven die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden verricht en voortvloeien uit het aldus aangepaste speciale programma en de door de Franse Republiek en de Italiaanse Republiek voor te leggen speciale programma's.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 17 december 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    F. POOS
  • (1) 
    Zie bladzijde 6 van dit Publikatieblad.
  • (2) 
    PB nr. C 70 van 18. 3. 1985, blz. 1 en

PB nr. C 258 van 10. 10. 1985, blz. 7.

  • (3) 
    PB nr. C 229 van 9. 9. 1985, blz. 135.
  • (4) 
    Advies uitgebracht op 25/26 september 1985 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (5) 
    PB nr. L 169 van 28. 6. 1984, blz. 1.
  • (6) 
    PB nr. L 73 van 21. 3. 1975, blz. 1.
  • (7) 
    PB nr. L 271 van 15. 10. 1980, blz. 16.
  • (8) 
    PB nr. L 27 van 31. 1. 1984, blz. 15.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.