Uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben

1.

Wettekst

24.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 219/95

 

AANBEVELING VAN DE RAAD

van 10 juli 2012

inzake de uitvoering van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten die de euro als munt hebben

2012/C 219/28

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 136 in samenhang met artikel 121, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Eurogroep vervult sinds haar oprichting een sleutelrol bij de economische governance van de eurozone. De economische crisis heeft de nauwe onderlinge relaties in de eurozone duidelijk blootgelegd en de noodzaak onderstreept van een coherent, alomvattend beleidsstandpunt ter weerspiegeling van de sterke overloopeffecten tussen landen die de euro als munt hebben, evenals de noodzaak van werkzame regelingen inzake beleidscoördinatie om snel te reageren op veranderingen in de economische omgeving.

 

(2)

De Raad heeft landspecifieke aanbevelingen gericht tot alle lidstaten die de euro als munt hebben („lidstaten van de eurozone”). Deze aanbevelingen betreffen het aanpakken van economische uitdagingen op nationaal niveau en zijn tevens richtinggevend voor de stabiliteit en de groei in de eurozone als geheel. De lidstaten van de eurozone zich bij het Euro Plus-pact tevens verbonden tot het doorvoeren van een aantal ingrijpende aanvullende beleidshervormingen om het concurrentievermogen te verbeteren, de werkgelegenheid te stimuleren, de overheidsfinanciën houdbaarder te maken en de financiële stabiliteit te versterken. Op 2 maart 2012 hebben de lidstaten van de eurozone en acht andere lidstaten („lidstaten buiten de eurozone”) het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie ondertekend waarbij zij ermee instemden alle belangrijke economische beleidshervormingen die zij voornemens zijn door te voeren, vooraf met elkaar te bespreken en, waar zulks passend wordt geacht, onderling af te stemmen. Voorafgaande coördinatie in het kader van de eurozone, zowel via het indienen van ontwerpbegrotingsplannen als het bespreken van belangrijke voorgenomen economische beleidshervormingen, zal helpen rekening te houden met de overloopeffecten van nationale maatregelen op de eurozone als geheel.

 

(3)

De aanwezigheid van goed opgezette begrotingskaders ter versterking van de binnenlandse begrotingsgovernance is cruciaal voor een goed beheer van de overheidsfinanciën en draagt bij tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de eurozone als geheel. De staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone hebben in juli en oktober 2011 toegezegd om nationale begrotingskaders in de zin van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (1) reeds tegen eind 2012 in te voeren, wat vroeger is dan het bij de richtlijn vastgestelde tijdschema, en verder te gaan dan wat in de richtlijn wordt voorgeschreven. Tevens hebben, op 2 maart 2012, de eurolanden plus acht andere lidstaten zich er door het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie te ondertekenen, toe verbonden hun nationale begrotingsgovernance verder te versterken, met name door voor de begrotingspositie van de overheid bindende regels in te voeren om de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling (MTD) te bereiken.

 

(4)

Begrotingsconsolidatie is een kernonderdeel van de strategie om de crisis in de eurozone te boven te komen. Het begrotingskader van de EU staat toe dat het tempo waarin de lidstaten consolideren, wordt gedifferentieerd naargelang de begrotingsruimte die zij hebben en de macro-economische omstandigheden. Het stabiliteits- en groeipact en het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie focussen op de structurele saldi en staan bijgevolg toe de effecten van de conjunctuur en van eenmalige maatregelen op de nominale begrotingssaldo in aanmerking te nemen. De maatregelen die daadwerkelijk zijn genomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Raad inzake het corrigeren van buitensporige tekorten worden op hun structurele merites beoordeeld. Om het vertrouwen in het blijvende karakter van de consolidatie in de eurozone te versterken en de negatieve gevolgen voor de groei op korte termijn te beperken, is een adequate samenstelling van de consolidatie van essentieel belang. Groeivriendelijke uitgaven, in het bijzonder investeringen, moeten voorrang krijgen; in verschillende eurolanden zijn projecten voor productieve investeringen aan te wijzen waarvan de particuliere en maatschappelijke baten groter zijn dan de lasten bij de huidige lage rente. Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren, zijn hervormingen van langdurige uitkeringen, met name in de gezondheidssector en de pensioenen, dringend noodzakelijk. Passende fiscale maatregelen, zoals het verlagen van de belastingdruk op arbeid, het verruimen van de belastinggrondslagen en het doeltreffender bestrijden van belastingontduiking, kunnen bijdragen aan de consolidatie en tezelfdertijd het concurrentievermogen vergroten en betere groeivoorwaarden scheppen.

 

(5)

Stabiliteit en een goed functionerend financieel systeem zijn absolute vereisten om het scenario af te wenden van „een verloren decennium” van zwakke groei in de eurozone en om het vertrouwen van de beleggers te vergroten. Een verdere opschoning van de balansen van banken is nodig en het is zaak te waarborgen dat dit op een ordelijke manier verloopt en zonder dat de kredietverlening aan de reële economie daardoor in het gedrang komt. Om de trend van toenemende financiële fragmentatie te keren, is verdere vooruitgang op het vlak van integratie van de toezichtstructuren en praktijken en grensoverschrijdend crisisbeheer noodzakelijk.

 

(6)

Een ordelijke afbouw van macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone is essentieel voor duurzame groei en stabiliteit in de eurozone. Het proces om de onevenwichtigheden te verminderen is op gang gekomen, maar dient standvastig te worden voortgezet. Maatregelen om de onevenwichtigheden te corrigeren, zijn urgenter in landen met een handelstekort, waar hervormingen noodzakelijk zijn om het concurrentievermogen te vergroten en een herverdeling van middelen naar de verhandelbare sector te bevorderen. Surpluslanden kunnen tezelfdertijd aan het evenwichtsherstel bijdragen door onnodige regelgevende en andere restricties voor de binnenlandse vraag, niet-verhandelbare activiteiten en investeringen op te heffen.

 

(7)

Het erkennen van de onderlinge afhankelijkheid van de economieën van de lidstaten van de eurozone en van de voordelen die stabiliteit binnen de monetaire unie haar deelnemers en de ruimere Unie kan opleveren, is een eerste vereiste voor de verdere ontwikkeling van de economische unie. Met het oog op de toekomst zullen de lidstaten van de eurozone hun integratie moeten verdiepen om tot een volwaardige economische en monetaire unie te komen.

 

(8)

Het Europees Parlement is naar behoren bij het Europees semester betrokken, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad (2), en heeft op 15 februari 2012 een resolutie over werkgelegenheid en sociale aspecten in de jaarlijkse groeianalyse 2012 en een resolutie over de bijdrage aan de jaarlijkse groeianalyse 2012 aangenomen,

BEVEELT AAN dat de lidstaten van de eurozone, in de periode 2012-2013 actie ondernemen, elk afzonderlijk en collectief, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Raad om het economisch beleid van de lidstaten te coördineren, maar in het bijzonder binnen het kader van de economische beleidscoördinatie in de Eurogroep, om:

 

1.

De werkmethoden van de Eurogroep te versterken, opdat de groep zich kan belasten met de verantwoordelijkheid voor het algemene beleidstandpunt van de eurozone, inclusief doeltreffende reacties op veranderingen in de economische omgeving, almede met de leiding van de coördinatie van het economisch beleid in het kader van het versterkt toezichtkader dat van toepassing is op de lidstaten van de eurozone.

 

2.

In de Eurogroep de samenwerking op beleidsgebied te intensiveren door informatie uit te wisselen en begrotingsplannen en belangrijke hervormingsplannen met mogelijke overloopeffecten binnen de eurozone vooraf te bespreken. Erop toe te zien dat de hervormingen worden doorgevoerd die noodzakelijk zijn voor een stabiele en sterke eurozone, onder andere dat gevolg wordt gegeven aan de aanbevelingen die de Raad heeft gericht tot afzonderlijke lidstaten van de euro, en die niet alleen uitdagingen op nationaal niveau betreffen, maar ook in de eurozone als geheel doorwerken.

 

3.

De begrotingsdiscipline te verscherpen en de begrotingsinstellingen te versterken op nationaal en subnationaal niveau, om het vertrouwen van de markten in de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de eurozone op middellange en lange termijn te bevorderen. Zoals door de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone in juli en oktober 2011 en op 2 maart 2012 is overeengekomen, de omzetting van Richtlijn 2011/85/EU te vervroegen naar eind 2012 en de begrotingsgovernance verder te versterken, met name door in de nationale wetgeving van alle eurolanden de regels voor een begroting die structureel in evenwicht is en de automatische correctiemechanismen op te nemen.

 

4.

Op basis van de conclusies van de Europese Raad van 1-2 maart 2012 te zorgen voor een coherent, algemeen begrotingsstandpunt in de eurozone, gericht op begrotingsconsolidatie overeenkomstig de aanbevelingen en besluiten van de Raad en de voorschriften van het stabiliteits- en groeipact, waarbij met de landspecifieke macrofinanciële situaties rekening wordt gehouden. De lidstaten die zich geconfronteerd zien met een aanzienlijke en mogelijkerwijs stijgende risicopremie, dienen afwijkingen van de doelstellingen voor het nominale saldo te beperken, zelfs bij slechter dan verwachte macro-economische omstandigheden. De andere lidstaten dienen de automatische stabilisatoren hun rol te laten spelen en het structurele aanpassingstraject te volgen, en gereed te zijn om het consolidatietempo te herzien mochten de macro-economische omstandigheden verder verslechteren. In de samenstelling van overheidsuitgaven en -ontvangsten moet het effect dat bestedingen en ontvangstenbronnen op de groei hebben, tot uiting komen. In het bijzonder moeten alle beschikbare begrotingsmarges worden benut om overheidsinvesteringen in de eurozone te bevorderen, waarbij onder andere met verschillen in financieringskosten tussen de landen rekening kan worden gehouden.

 

5.

Actie te ondernemen om de werking en de stabiliteit van het financieel systeem in de eurozone te verbeteren. De stappen in de richting van een sterker geïntegreerde financiële architectuur, die het bankentoezicht en de grensoverschrijdende crisisafwikkeling omvat, versneld te zetten.

 

6.

Structurele hervormingen door te voeren die tevens flexibele aanpassingen van de lonen bevorderen, om — in combinatie met de gedifferentieerde begrotingskoers — een ordelijke afbouw van de macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone en aldus groei en banen in de hand te werken. Hiertoe behoren onder andere maatregelen op nationaal niveau die in overeenstemming zijn met de specifieke nationale situatie en met de aanbevelingen die de Raad aan de afzonderlijke eurolanden heeft gegeven.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    SHIARLY
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.