Gedelegeerde verordening 2012/919 - Aanvulling van Verordening 236/2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de berekeningsmethode voor de waardedaling van liquide aandelen en andere financiële instrumenten

1.

Wettekst

9.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 274/16

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 919/2012 VAN DE COMMISSIE

van 5 juli 2012

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van technische reguleringsnormen voor de berekeningsmethode voor de waardedaling van liquide aandelen en andere financiële instrumenten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (1), en met name artikel 23, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De berekeningsmethode voor de aanmerkelijke waardedaling van de financiële instrumenten die vervat zijn in deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (2), moet aangepast zijn aan de verschillende wijzen waarop deze waardedaling wordt weergegeven naargelang van het betrokken soort financiële instrument. Deze methode kan de vorm aannemen van een daadwerkelijke daling in waarde van het financiële instrument, een stijging in het rendement van een door een particuliere emittent uitgegeven schuldinstrument of een stijging in de rendementscurve voor door overheidsemittenten uitgegeven schuldinstrumenten.

 

(2)

Deze verordening moet samen worden gelezen met Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie (3), die drempels bepaalt voor de aanmerkelijke waardedaling van niet-liquide aandelen, door overheids- en particuliere emittenten uitgegeven schuldinstrumenten, indexfondsen (ETF's), geldmarktinstrumenten en derivaten waarvan het enige onderliggende instrument op een handelsplatform wordt verhandeld. Deze verordening moet zich derhalve beperken tot de omschrijving van de berekeningsmethode voor de aanmerkelijke waardedaling van deze instrumenten.

 

(3)

Om de consistentie en de rechtszekerheid voor marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten te waarborgen dient de toepassingsdatum van deze verordening dezelfde te zijn als voor Verordening (EU) nr. 236/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012.

 

(4)

Aangezien in Verordening (EU) nr. 236/2012 is erkend dat verbindende technische normen moeten worden vastgesteld voordat de genoemde verordening daadwerkelijk kan worden toegepast en het van essentieel belang is om vóór 1 november 2012 de vereiste niet-essentiële elementen te specificeren die de naleving van deze verordening door marktdeelnemers en de handhaving ervan door bevoegde autoriteiten moeten vergemakkelijken, moet de onderhavige verordening in werking treden de dag nadat zij is bekendgemaakt.

 

(5)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) aan de Commissie heeft voorgelegd.

 

(6)

De ESMA heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft een advies gevraagd aan de Stakeholdergroep effecten en markten, die opgericht is bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (4),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

  • 1. 
    Deze verordening omschrijft de berekeningsmethode voor de waardedaling met 10 %, als bedoeld in artikel 23, lid 5, van Verordening (EU) nr. 236/2012, voor liquide aandelen die op een handelsplatform worden verhandeld.
  • 2. 
    Deze verordening omschrijft eveneens de berekeningsmethode voor de waardedaling, als bedoeld in de overeenkomstig artikel 23, lid 7, van Verordening (EU) nr. 236/2012 vastgestelde Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012, voor de volgende financiële instrumenten die op een handelsplatform worden verhandeld:
 

a)

niet-liquide aandelen;

 

b)

de volgende niet-afgeleide financiële instrumenten:

 

i)

door overheids- en particuliere emittenten uitgegeven schuldinstrumenten;

 

ii)

indexfondsen (ETF's);

 

iii)

geldmarktinstrumenten;

 

c)

derivaten waarvan het enige onderliggende instrument op een handelsplatform wordt verhandeld.

Artikel 2

Berekeningsmethode voor een aanmerkelijke waardedaling van liquide en niet-liquide aandelen

  • 1. 
    Voor een op een handelsplatform verhandeld aandeel wordt de waardedaling berekend op basis van de officiële slotkoers van de vorige dag van verhandeling op het handelsplatform gedefinieerd volgens de toepasselijke regels van dat handelsplatform.
  • 2. 
    Deze berekeningsmethode houdt geen rekening met neerwaartse bewegingen van een koers welke uitsluitend het gevolg zijn van een splitsing of een corporate action of soortgelijke maatregelen die door de emittent op zijn uitgegeven aandelenkapitaal zijn toegepast, wanneer deze kunnen leiden tot een aanpassing van de koers door het desbetreffende handelsplatform.

Artikel 3

Berekeningmethode voor een aanmerkelijke waardedaling van andere niet-afgeleide financiële instrumenten

  • 1. 
    De aanmerkelijke waardedaling voor andere financiële instrumenten dan aandelen die niet onder de in de punten 4 tot en met 10 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG genoemde derivatencategorieën vallen, wordt berekend volgens de methode omschreven in de leden 2, 3 en 4.
  • 2. 
    Voor een financieel instrument waarvan de in artikel 23, lid 7, van Verordening (EU) nr. 236/2012 bedoelde aanmerkelijke waardedaling wordt gemeten op basis van een koers op het desbetreffende handelsplatform, wordt deze daling berekend aan de hand van de officiële slotkoers op het desbetreffende handelsplatform gedefinieerd volgens de toepasselijke regels van dit handelsplatform.
  • 3. 
    Voor een door een overheidsemittent uitgegeven financieel instrument waarvan de in artikel 23, lid 7, van Verordening (EU) nr. 236/2012 bedoelde aanmerkelijke waardedaling wordt gemeten op basis van een rendementscurve, wordt deze daling berekend als een stijging in de rendementscurve in vergelijking met de rendementscurve van de overheidsemittent op de sluiting van de vorige dag van verhandeling, als berekend op basis van gegevens over de emittent die op dat handelsplatform beschikbaar zijn.
  • 4. 
    Voor een financieel instrument waarvan de in artikel 23, lid 7, van Verordening (EU) nr. 236/2012 bedoelde aanmerkelijke waardedaling wordt gemeten op basis van een schommeling in het rendement, wordt deze daling berekend als een stijging van het lopende rendement vergeleken met het rendement van dat instrument op de sluiting van de vorige dag van verhandeling, als berekend op basis van gegevens over dat instrument die op dat handelsplatform beschikbaar zijn.

Artikel 4

Berekeningsmethode voor een aanmerkelijke waardedaling van derivaten

De aanmerkelijke waardedaling voor financiële instrumenten die onder de in de punten 4 tot en met 10 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG opgesomde derivatencategorieën vallen en die één enkel op een handelsplatform verhandeld onderliggend financieel instrument hebben waarvoor overeenkomstig artikel 2 of artikel 3 een aanmerkelijke waardedaling is vastgesteld, wordt berekend op basis van de aanmerkelijke waardedaling van het onderliggende financiële instrument.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 juli 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (3) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.