Gedelegeerde verordening 2013/155 - Instelling van regels voor de procedure voor toekenning van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur in het kader van Verordening 978/2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties

1.

Wettekst

21.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 48/5

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 155/2013 VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2012

tot instelling van regels voor de procedure voor toekenning van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur in het kader van Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (1), en met name artikel 10, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 legt de voorwaarden vast voor de toekenning van tariefpreferenties in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Met het oog op de transparantie en voorspelbaarheid van die toekenning hebben het Europees Parlement en de Raad de Commissie de bevoegdheid verleend een gedelegeerde handeling vast te stellen om regels in te stellen voor de procedure voor toekenning van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur, met name voor de termijnen en de indiening en verwerking van verzoeken.

 

(2)

Overeenkomstig paragraaf 4 van de consensus inzake gedelegeerde handelingen tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie zijn over de in deze verordening vastgestelde procedureregels passende en transparante raadplegingen, ook op deskundigenniveau, gehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Indiening van het verzoek

  • 1. 
    Het verzoekende land dient zijn verzoek schriftelijk in. Het vermeldt uitdrukkelijk dat het zijn verzoek indient in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (SAP+-regeling) op grond van artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 (de SAP-verordening).
  • 2. 
    De volgende documenten moeten bij het verzoek worden gevoegd:
 

a)

uitgebreide informatie over de ratificatie van de in bijlage VIII bij de SAP-verordening opgenomen verdragen („de desbetreffende verdragen”), waaronder een afschrift van de bij de betrokken internationale organisatie neergelegde akte van bekrachtiging, de door het verzoekende land geformuleerde voorbehouden en de door andere partijen bij het verdrag tegen deze voorbehouden aangevoerde bezwaren;

 

b)

een bindende verbintenis, door middel van ondertekening door de bevoegde autoriteit van het verzoekende land van het formulier in de bijlage bij deze verordening, waarbij het verzoekende land:

 

i)

zich ertoe verbindt de ratificatie van de desbetreffende verdragen niet ongedaan te maken en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging ervan te waarborgen;

 

ii)

zonder voorbehoud de door elk desbetreffend verdrag opgelegde rapportageverplichtingen aanvaardt en regelmatig toezicht op en evaluatie van zijn staat van dienst inzake de tenuitvoerlegging toestaat overeenkomstig de bepalingen van de desbetreffende verdragen;

 

iii)

zich ertoe verbindt aan de in artikel 13 van de SAP-verordening bedoelde toezichtprocedure deel te nemen en mee te werken.

  • 3. 
    Om het onderzoek van de verzoeken te vergemakkelijken, dienen alle verzoeken en bijbehorende documenten in het Engels te worden ingediend. De afschriften van de in lid 2, onder a), bedoelde documenten moeten vergezeld gaan van een Engelse vertaling, indien de documenten in een andere taal dan het Engels zijn gesteld.
  • 4. 
    Het verzoek en de bijbehorende documenten moeten worden ingediend bij de postkamer van de Commissie:
 

Centrale postkamer (Courrier central)

Gebouw DAV1

Bourgetlaan 1

1140 Brussel

BELGIË

  • 5. 
    Naast de formele indiening op papier moeten het verzoek en de bijbehorende documenten ook in elektronische vorm worden ingediend. Een uitsluitend in elektronische vorm ingediend verzoek wordt als ongeldig beschouwd voor de toepassing van deze verordening.
  • 6. 
    Om de uitwisseling en de verificatie van informatie te vergemakkelijken, deelt het verzoekende land in zijn verzoek de Commissie de gegevens mee van de contactpersoon die bevoegd is voor de behandeling van het verzoek.
  • 7. 
    Het verzoek wordt geacht te zijn ingediend op de eerste werkdag volgende op de dag van bezorging bij de Commissie als aangetekend poststuk of op de dag van afgifte van een bewijs van ontvangst door de Commissie.

Artikel 2

Onderzoek van het verzoek

  • 1. 
    De Commissie onderzoekt of is voldaan aan de voorwaarden van artikel 9, lid 1, van de SAP-verordening. Bij het onderzoek van het verzoek beoordeelt de Commissie de recentst beschikbare conclusies van de toezichthoudende instanties van de desbetreffende verdragen. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere ter zake kundige bronnen verifiëren.
  • 2. 
    Wanneer de in artikel 10, lid 2, van de SAP-verordening voorgeschreven of door de Commissie verlangde noodzakelijke informatie niet wordt verstrekt, kan het onderzoek worden beëindigd en het verzoek worden afgewezen.
  • 3. 
    Binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van het bewijs van ontvangst van het verzoek rondt de Commissie het onderzoek van het verzoek af en neemt zij een besluit over de toekenning van de SAP+-regeling aan het verzoekende land.

Artikel 3

Aanleg van een dossier

  • 1. 
    De Commissie legt een dossier aan. Het dossier bevat de door het verzoekende land ingediende documenten en de door de Commissie verkregen relevante informatie.
  • 2. 
    Met betrekking tot de inhoud van het dossier gelden de bepalingen inzake vertrouwelijkheid van artikel 38 van de SAP-verordening.
  • 3. 
    Het verzoekende land heeft recht op inzage in het dossier. Op schriftelijk verzoek kan het inzage verkrijgen in alle gegevens in het dossier, met uitzondering van de interne documenten van de Commissie.

Artikel 4

Bekendmaking

  • 1. 
    De Commissie verstrekt de bijzonderheden betreffende de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan zij haar besluiten neemt.
  • 2. 
    De gegevens worden schriftelijk bekendgemaakt. Zij behelzen de bevindingen van de Commissie en verduidelijken haar voorlopige voornemen om het verzoekende land al dan geen SAP+-regeling toe te kennen.
  • 3. 
    De gegevens worden, met inachtneming van de verplichting tot bescherming van vertrouwelijke informatie, zo spoedig mogelijk en gewoonlijk niet later dan 45 dagen voordat de Commissie een definitief besluit neemt over een voorstel voor definitieve maatregelen, bekendgemaakt. Indien de Commissie bepaalde feiten of overwegingen op dat tijdstip niet bekend kan maken, maakt zij deze bekend zodra dit mogelijk is.
  • 4. 
    De bekendmaking loopt niet vooruit op eventuele latere besluiten, maar indien deze besluiten op andere feiten en overwegingen zijn gebaseerd, worden deze feiten en overwegingen zo spoedig mogelijk bekendgemaakt.
  • 5. 
    Opmerkingen die na de bekendmaking worden ingediend, worden uitsluitend in aanmerking genomen indien zij zijn ontvangen binnen een door de Commissie in elk afzonderlijk geval vast te stellen termijn die ten minste 20 dagen bedraagt, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de spoedeisendheid van de kwestie.

Artikel 5

Algemene hoorzitting

  • 1. 
    Een verzoekend land heeft het recht om door de Commissie te worden gehoord.
  • 2. 
    Het verzoekende land dient daartoe een schriftelijk verzoek in met opgave van de redenen om te worden gehoord. De Commissie moet dit verzoek uiterlijk één maand na de datum van het bewijs van ontvangst van het verzoek hebben ontvangen.

Artikel 6

Inschakeling van de raadadviseur-auditeur

  • 1. 
    Op procedurele gronden kan een verzoekend land ook vragen dat de raadadviseur-auditeur van het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur behandelt verzoeken om inzage in het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van een verzoekend land om te worden gehoord.
  • 2. 
    Indien het verzoekende land door de raadadviseur-auditeur wordt gehoord, neemt de betrokken dienst van de Commissie aan de hoorzitting deel.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 

BIJLAGE

Bindende verbintenis

Wij, de regering van …, vertegenwoordigd door …, in onze hoedanigheid van …, verbinden ons ertoe de ratificatie van de in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 978/2012 opgenomen verdragen niet ongedaan te maken en de daadwerkelijke tenuitvoerlegging ervan te waarborgen.

Wij aanvaarden zonder voorbehoud de door elk verdrag opgelegde rapportageverplichtingen en staan regelmatig toezicht op en evaluatie van de staat van dienst inzake de tenuitvoerlegging toe overeenkomstig de bepalingen van de in bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 978/2012 opgenomen verdragen.

Wij verbinden ons ertoe aan de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 978/2012 bedoelde toezichtprocedure deel te nemen en mee te werken.

Wij gaan ermee akkoord dat de intrekking van een van deze verbintenissen op grond van artikel 10, lid 5, van Verordening (EU) nr. 978/2012 de intrekking van de SAP+-regeling tot gevolg kan hebben.

Plaats en datum

Handtekening(en)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.