Besluit 2013/162 - Jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de periode 2013 tot en met 2020 overeenkomstig Beschikking 406/2009/EG - Hoofdinhoud
28.3.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 90/106 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 26 maart 2013
tot vaststelling van de jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de periode 2013 tot en met 2020 overeenkomstig Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 1708)
(2013/162/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (1), en met name artikel 3, lid 2, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De op basis van het EU-register, besluiten van de Commissie, nationale toewijzingsplannen en de officiële briefwisseling tussen de Commissie en de verschillende lidstaten gekwantificeerde broeikasgasemissies van installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (2) vallen, zijn geverifieerde emissiegegevens als bedoeld in artikel 3, lid 2, vierde alinea, van Beschikking nr. 406/2009/EG. |
(2) |
De in 2012 op grond van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (3) gerapporteerde gegevens over de totale broeikasgasemissies uit gassen en activiteiten als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Beschikking nr. 406/2009/EG, als gekwantificeerd na de eerste evaluatie van de Commissie in 2012 op basis van de „Technical Review of Greenhouse Gas Emission Inventories” (4) zijn herziene emissiegegevens voor de jaren 2005, 2008, 2009 en 2010 als bedoeld in artikel 3, lid 2, vierde alinea, van Beschikking nr. 406/2009/EG. |
(3) |
Om de samenhang te verzekeren tussen de bepaling van de jaarlijkse emissieruimte en de voor elk jaar gerapporteerde broeikasgasemissies, moet de jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten eveneens worden berekend aan de hand van de GWP-waarden (Global Warming Potential, aardopwarmingsvermogen) van het bij Besluit 15/CP.17 aangenomen vierde evaluatierapport van de IPCC. De op die manier berekende jaarlijkse emissieruimte dient van toepassing te zijn vanaf het eerste jaar waarvoor de lidstaten op grond van artikel 3 van Beschikking nr. 208/2004/EG verplicht zijn een op basis van deze nieuwe GWP-waarden opgestelde nationale broeikasgasinventaris in te dienen. |
(4) |
De gegevens die momenteel in de nationale broeikasgasinventarissen en de nationale en Europese registers worden gerapporteerd, volstaan niet om op lidstaatniveau te bepalen hoeveel CO2 wordt uitgestoten door de burgerluchtvaart die niet onder Richtlijn 2003/87/EG valt. De CO2-emissies van vluchten die niet onder Richtlijn 2003/87/EG vallen, vertegenwoordigen slechts een fractie van de totale uitstoot van broeikasgassen en het verzamelen van extra informatie over deze emissies zou onevenredige administratieve lasten veroorzaken. Derhalve dient de hoeveelheid CO2-emissies van inventariscategorie „I.A.3.A burgerluchtvaart” voor de bepaling van de jaarlijkse emissieruimte als nihil te worden beschouwd. |
(5) |
De jaarlijkse emissieruimte voor een lidstaat voor het jaar 2020 moet worden berekend door de hoeveelheid geverifieerde broeikasgasemissies van de installaties die in 2005 bestonden in mindering te brengen van de herziene broeikasgasemissies voor het jaar 2005 en op het resultaat daarvan het in bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG vastgestelde percentage toe te passen. |
(6) |
De hoeveelheid geverifieerde broeikasgassen van installaties moet als volgt worden bepaald:
|
(7) |
Voor lidstaten waarvan de emissiegrenswaarde op grond van bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG positief is, moet de gemiddelde hoeveelheid broeikasgasemissies voor het jaar 2009 worden berekend door de gemiddelde hoeveelheid geverifieerde broeikasgasemissies van installaties die in de jaren 2008, 2009 en 2010 in de betrokken lidstaten onder Richtlijn 2003/87/EG vielen in mindering te brengen van hun gemiddelde van de totale herziene hoeveelheid broeikasgasemissies voor de jaren 2008, 2009 en 2010. |
(8) |
Voor lidstaten waarvan de emissiegrenswaarde voor de jaren 2013 tot en met 2019 op grond van bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG positief is, moet de jaarlijkse emissieruimte worden bepaald door een lineair traject beginnend met de gemiddelde jaarlijkse broeikasgasemissie van die lidstaat in het jaar 2009 en eindigend met zijn jaarlijkse emissieruimte voor het jaar 2020. |
(9) |
Voor lidstaten waarvan de emissiegrenswaarde voor het jaar 2013 op grond van bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG negatief is, moet de jaarlijkse emissieruimte worden berekend door de gemiddelde hoeveelheid geverifieerde broeikasgasemissies van de installaties die in de jaren 2008, 2009 en 2010 in de betrokken lidstaten onder Richtlijn 2003/87/EG vielen in mindering te brengen van zijn gemiddelde van de totale herziene hoeveelheid broeikasgasemissies voor de jaren 2008, 2009 en 2010. |
(10) |
Voor lidstaten waarvan de emissiegrenswaarde voor de jaren 2014 tot en met 2019 op grond van bijlage II van Beschikking nr. 406/2009/EG negatief is, moet de jaarlijkse emissieruimte worden bepaald door een lineair traject beginnend met de jaarlijkse emissieruimte van die lidstaat voor het jaar 2013 en eindigend met zijn jaarlijkse emissieruimte voor het jaar 2020. |
(11) |
De geverifieerde broeikasgasemissies van installaties die tijdens de periode 2008 tot en met 2012 overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG unilateraal in de regeling voor de emissiehandel zijn opgenomen, mogen niet worden meegenomen bij de berekening van de gemiddelde geverifieerde broeikasgasemissies van installaties die voor de jaren 2008, 2009 en 2010 onder Richtlijn 2003/87/EG vallen aangezien de broeikasgasemissies hierdoor bij toekomstige aanpassingen van de jaarlijkse emissieruimte overeenkomstig artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG dubbel zouden worden geteld. |
(12) |
Met het oog op de toetreding van Kroatië tot de Unie moet de jaarlijkse emissieruimte voor dat land voor elk jaar van de periode van 2013 tot en met 2020 aan de hand van dezelfde methode als voor de andere lidstaten worden bepaald. Deze waarden worden van toepassing vanaf de datum waarop Kroatië toetreedt. |
(13) |
Gelet op de vaststelling door de Europese Raad van Besluit 2012/419/EU van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie (5) vanaf 2014, wordt bij de berekening van de jaarlijkse emissieruimte voor Frankrijk vanaf 2014 rekening gehouden met de desbetreffende herziene broeikasgasemissies. |
(14) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De jaarlijkse emissieruimte voor elke lidstaat en voor elk jaar van de periode 2013 tot en met 2020 is vastgesteld in bijlage I en is van toepassing onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 10 van Beschikking nr. 406/2009/EG gepubliceerde aanpassingen.
Artikel 2
Wanneer in een krachtens artikel 3 van Beschikking nr. 280/2004/EG vastgesteld besluit is bepaald dat de lidstaten inventarissen van broeikasgasemissies dienen over te leggen op basis van de GWP-waarden van het bij Besluit 15/CP.17 aangenomen vierde IPCC-evaluatierapport van de Conferentie van de partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering is, onverminderd artikel 1, de in bijlage II vastgestelde jaarlijkse emissieruimte van toepassing vanaf het eerste jaar waarvoor een inventaris van broeikasgasemissies moet worden ingediend.
Artikel 3
De in bijlage I vastgestelde jaarlijkse emissieruimte voor Kroatië geldt vanaf de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië.
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 26 maart 2013.
Voor de Commissie
Connie HEDEGAARD
Lid van de Commissie
-
SWD(2012) 107 van 26.4.2012.
BIJLAGE I
Jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de jaren 2013 tot en met 2020, berekend aan de hand van de GWP-waarden (aardopwarmingsvermogen) als vermeld in het tweede IPCC-evaluatieverslag
Land |
Jaarlijkse emissieruimte (ton kooldioxide-equivalent) |
|||||||
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
België |
81 206 753 |
79 635 010 |
78 063 267 |
76 491 523 |
74 919 780 |
73 348 037 |
71 776 293 |
70 204 550 |
Bulgarije |
27 308 615 |
27 514 835 |
27 721 056 |
27 927 276 |
28 133 496 |
28 339 716 |
28 545 936 |
28 752 156 |
Tsjechië |
63 569 006 |
64 248 654 |
64 928 302 |
65 607 950 |
66 287 597 |
66 967 245 |
67 646 893 |
68 326 541 |
Denemarken |
35 873 692 |
34 996 609 |
34 119 525 |
33 242 442 |
32 365 359 |
31 488 276 |
30 611 193 |
29 734 110 |
Duitsland |
487 095 510 |
480 020 642 |
472 945 774 |
465 870 905 |
458 796 037 |
451 721 169 |
444 646 301 |
437 571 432 |
Estland |
6 111 145 |
6 133 644 |
6 156 143 |
6 178 641 |
6 201 140 |
6 223 639 |
6 246 137 |
6 268 636 |
Ierland |
45 163 667 |
44 066 074 |
42 968 480 |
41 870 887 |
40 773 293 |
39 675 700 |
38 578 106 |
37 480 513 |
Griekenland |
58 909 882 |
59 158 791 |
59 407 700 |
59 656 609 |
59 905 518 |
60 154 427 |
60 403 336 |
60 652 245 |
Spanje |
228 883 459 |
226 977 713 |
225 071 967 |
223 166 221 |
221 260 475 |
219 354 728 |
217 448 982 |
215 543 236 |
Frankrijk |
397 926 454 |
393 291 390 |
388 254 953 |
383 218 516 |
378 182 079 |
373 145 642 |
368 109 206 |
363 072 769 |
Kroatië |
20 596 027 |
20 761 917 |
20 927 807 |
21 093 696 |
21 259 586 |
21 425 476 |
21 591 366 |
21 757 255 |
Italië |
310 124 250 |
308 146 930 |
306 169 610 |
304 192 289 |
302 214 969 |
300 237 649 |
298 260 329 |
296 283 008 |
Cyprus |
5 552 863 |
5 547 275 |
5 541 687 |
5 536 100 |
5 530 512 |
5 524 924 |
5 519 336 |
5 513 749 |
Letland |
9 005 483 |
9 092 810 |
9 180 137 |
9 267 464 |
9 354 791 |
9 442 119 |
9 529 446 |
9 616 773 |
Litouwen |
16 661 613 |
16 941 467 |
17 221 321 |
17 501 174 |
17 781 028 |
18 060 882 |
18 340 736 |
18 620 590 |
Luxemburg |
9 737 871 |
9 535 962 |
9 334 053 |
9 132 144 |
8 930 235 |
8 728 326 |
8 526 417 |
8 324 508 |
Hongarije |
49 291 591 |
50 388 303 |
51 485 014 |
52 581 726 |
53 678 437 |
54 775 149 |
55 871 861 |
56 968 572 |
Malta |
1 113 574 |
1 112 781 |
1 111 988 |
1 111 195 |
1 110 402 |
1 109 609 |
1 108 816 |
1 108 023 |
Nederland |
121 835 387 |
119 628 131 |
117 420 874 |
115 213 617 |
113 006 361 |
110 799 104 |
108 591 847 |
106 384 590 |
Oostenrijk |
53 598 131 |
53 032 042 |
52 465 953 |
51 899 864 |
51 333 775 |
50 767 686 |
50 201 597 |
49 635 508 |
Polen |
197 978 330 |
198 929 081 |
199 879 833 |
200 830 584 |
201 781 336 |
202 732 087 |
203 682 838 |
204 633 590 |
Portugal |
47 653 190 |
47 920 641 |
48 188 091 |
48 455 541 |
48 722 992 |
48 990 442 |
49 257 893 |
49 525 343 |
Roemenië |
79 108 341 |
80 681 687 |
82 255 034 |
83 828 380 |
85 401 727 |
86 975 074 |
88 548 420 |
90 121 767 |
Slovenië |
11 890 136 |
11 916 713 |
11 943 289 |
11 969 866 |
11 996 442 |
12 023 018 |
12 049 595 |
12 076 171 |
Slowakije |
25 095 979 |
25 413 609 |
25 731 240 |
26 048 870 |
26 366 500 |
26 684 130 |
27 001 761 |
27 319 391 |
Finland |
32 732 387 |
32 232 553 |
31 732 719 |
31 232 885 |
30 733 051 |
30 233 217 |
29 733 383 |
29 233 549 |
Zweden |
42 526 869 |
41 863 309 |
41 199 748 |
40 536 188 |
39 872 627 |
39 209 066 |
38 545 506 |
37 881 945 |
Verenigd Koninkrijk |
350 411 692 |
346 031 648 |
341 651 604 |
337 271 559 |
332 891 515 |
328 511 471 |
324 131 426 |
319 751 382 |
BIJLAGE II
Jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de jaren 2013 tot en met 2020, berekend aan de hand van de GWP-waarden (aardopwarmingsvermogen) als vermeld in het vierde IPCC-evaluatieverslag
Land |
Jaarlijkse emissieruimte (ton kooldioxide-equivalent) |
|||||||
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
België |
82 376 327 |
80 774 027 |
79 171 726 |
77 569 425 |
75 967 124 |
74 364 823 |
72 762 523 |
71 160 222 |
Bulgarije |
28 661 817 |
28 897 235 |
29 132 652 |
29 368 070 |
29 603 488 |
29 838 906 |
30 074 324 |
30 309 742 |
Tsjechië |
65 452 506 |
66 137 845 |
66 823 185 |
67 508 524 |
68 193 864 |
68 879 203 |
69 564 542 |
70 249 882 |
Denemarken |
36 829 163 |
35 925 171 |
35 021 179 |
34 117 187 |
33 213 195 |
32 309 203 |
31 405 210 |
30 501 218 |
Duitsland |
495 725 112 |
488 602 056 |
481 479 000 |
474 355 944 |
467 232 888 |
460 109 832 |
452 986 776 |
445 863 720 |
Estland |
6 296 988 |
6 321 312 |
6 345 636 |
6 369 960 |
6 394 284 |
6 418 608 |
6 442 932 |
6 467 256 |
Ierland |
47 226 256 |
46 089 109 |
44 951 963 |
43 814 816 |
42 677 670 |
41 540 523 |
40 403 377 |
39 266 230 |
Griekenland |
61 003 810 |
61 293 018 |
61 582 226 |
61 871 434 |
62 160 642 |
62 449 850 |
62 739 057 |
63 028 265 |
Spanje |
235 551 490 |
233 489 390 |
231 427 291 |
229 365 191 |
227 303 091 |
225 240 991 |
223 178 891 |
221 116 791 |
Frankrijk |
408 762 813 |
403 877 606 |
398 580 044 |
393 282 481 |
387 984 919 |
382 687 356 |
377 389 794 |
372 092 231 |
Kroatië |
21 196 005 |
21 358 410 |
21 520 815 |
21 683 221 |
21 845 626 |
22 008 031 |
22 170 436 |
22 332 841 |
Italië |
317 768 849 |
315 628 134 |
313 487 419 |
311 346 703 |
309 205 988 |
307 065 273 |
304 924 558 |
302 783 843 |
Cyprus |
5 919 071 |
5 922 555 |
5 926 039 |
5 929 524 |
5 933 008 |
5 936 493 |
5 939 977 |
5 943 461 |
Letland |
9 279 248 |
9 370 072 |
9 460 897 |
9 551 721 |
9 642 546 |
9 733 370 |
9 824 194 |
9 915 019 |
Litouwen |
17 153 997 |
17 437 556 |
17 721 116 |
18 004 675 |
18 288 235 |
18 571 794 |
18 855 354 |
19 138 913 |
Luxemburg |
9 814 716 |
9 610 393 |
9 406 070 |
9 201 747 |
8 997 423 |
8 793 100 |
8 588 777 |
8 384 454 |
Hongarije |
50 796 264 |
51 906 630 |
53 016 996 |
54 127 362 |
55 237 728 |
56 348 094 |
57 458 460 |
58 568 826 |
Malta |
1 168 514 |
1 166 788 |
1 165 061 |
1 163 334 |
1 161 608 |
1 159 881 |
1 158 155 |
1 156 428 |
Nederland |
125 086 859 |
122 775 394 |
120 463 928 |
118 152 462 |
115 840 997 |
113 529 531 |
111 218 065 |
108 906 600 |
Oostenrijk |
54 643 228 |
54 060 177 |
53 477 125 |
52 894 074 |
52 311 023 |
51 727 971 |
51 144 920 |
50 561 869 |
Polen |
204 579 390 |
205 621 337 |
206 663 283 |
207 705 229 |
208 747 175 |
209 789 121 |
210 831 068 |
211 873 014 |
Portugal |
49 874 317 |
50 139 847 |
50 405 377 |
50 670 907 |
50 936 437 |
51 201 967 |
51 467 497 |
51 733 027 |
Roemenië |
83 080 513 |
84 765 858 |
86 451 202 |
88 136 547 |
89 821 891 |
91 507 236 |
93 192 581 |
94 877 925 |
Slovenië |
12 278 677 |
12 309 309 |
12 339 941 |
12 370 573 |
12 401 204 |
12 431 836 |
12 462 468 |
12 493 100 |
Slowakije |
25 877 815 |
26 203 808 |
26 529 801 |
26 855 793 |
27 181 786 |
27 507 779 |
27 833 772 |
28 159 765 |
Finland |
33 497 046 |
32 977 333 |
32 457 619 |
31 937 905 |
31 418 191 |
30 898 477 |
30 378 764 |
29 859 050 |
Zweden |
43 386 459 |
42 715 001 |
42 043 544 |
41 372 087 |
40 700 630 |
40 029 172 |
39 357 715 |
38 686 258 |
Verenigd Koninkrijk |
358 980 526 |
354 455 751 |
349 930 975 |
345 406 200 |
340 881 425 |
336 356 649 |
331 831 874 |
327 307 099 |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.