Besluit 2013/208 - Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

1.

Wettekst

30.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 118/21

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 22 april 2013

betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten

(2013/208/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 148, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 145 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat de lidstaten en de Unie moeten streven naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en arbeidsmarkten die reageren op economische veranderingen teneinde de doelstellingen van artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie te bereiken.

 

(2)

De door de Commissie voorgestelde Europa 2020-strategie stelt de Unie in staat haar economie te richten op een slimme, duurzame en inclusieve groei, die gepaard gaat met een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale samenhang. Op 13 juli 2010 heeft de Raad zijn Aanbeveling betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Unie (3) vastgesteld. Bovendien heeft de Raad op 21 oktober 2010 Besluit 2010/707/EU betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (4) („richtsnoeren werkgelegenheid”) vastgesteld. Deze richtsnoeren vormen samen de geïntegreerde richtsnoeren voor de uitvoering van de Europa 2020-strategie. Vijf kerndoelen, die onder de relevante geïntegreerde richtsnoeren worden vermeld, vormen gedeelde doelstellingen die de actie van de lidstaten sturen en rekening houden met hun uiteenlopende uitgangsposities en nationale omstandigheden, alsook met de posities en de omstandigheden van de Unie. De Europese werkgelegenheidsstrategie speelt de hoofdrol bij de tenuitvoerlegging van de werkgelegenheids- en arbeidsmarktdoelstellingen van de Europa 2020-strategie.

 

(3)

De geïntegreerde richtsnoeren zijn in lijn met de conclusies van de Europese Raad van 17 juni 2010. Zij geven nauwkeurig aan hoe de lidstaten hun nationale hervormingsprogramma’s moeten opstellen en hervormingen moeten doorvoeren. De werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten de basis vormen voor eventuele landenspecifieke aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 148, lid 4, VWEU tot de lidstaten kan richten, in combinatie met de krachtens artikel 121, lid 2, VWEU tot de lidstaten gerichte landenspecifieke aanbevelingen. De werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten ook worden gebruikt als basis voor het opstellen van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid dat de Raad en de Commissie jaarlijks toezenden aan de Europese Raad.

 

(4)

Uit het onderzoek van het ontwerp van de nationale hervormingsprogramma’s van de lidstaten, dat is opgenomen in het ontwerp van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid dat is vastgesteld door de Raad op 28 februari 2013, blijkt dat de lidstaten alle mogelijke inspanningen moeten blijven richten op de volgende prioritaire gebieden: vergroting van de arbeidsmarktparticipatie en verlaging van de structurele werkloosheid, ontwikkeling van geschoolde arbeidskrachten die aan de behoeften van de arbeidsmarkt voldoen en bevordering van de arbeidskwaliteit en een leven lang leren, verbetering van de prestaties van de onderwijs- en opleidingsstelsels op alle niveaus en vergroting van de participatie in het tertiaire onderwijs, bevordering van de sociale inclusie en bestrijding van de armoede.

 

(5)

De in 2010 goedgekeurde werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten tot en met 2014 stabiel blijven, zodat alle aandacht kan uitgaan naar de uitvoering ervan. Tot einde 2014 moet de bijwerking van de werkgelegenheidsrichtsnoeren strikt beperkt blijven. In 2011 en 2012 zijn de werkgelegenheidsrichtsnoeren gehandhaafd. Ook voor 2013 moeten zij worden gehandhaafd.

 

(6)

De lidstaten dienen bij de tenuitvoerlegging van de werkgelegenheidsrichtsnoeren na te gaan in hoeverre van het Europees Sociaal Fonds gebruik kan worden gemaakt,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten, als vastgesteld in de bijlage bij Besluit 2010/707/EU, worden gehandhaafd voor 2013 en de lidstaten houden er rekening mee in hun werkgelegenheidsbeleid.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 22 april 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    COVENEY
 

  • (1) 
    Advies van 6 februari 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Advies van 13 februari 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.