Besluit 2013/304 - Machtiging aan de Europese Commissie om namens de EU deel te nemen aan onderhandelingen over een internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen, met uitzondering van aangelegenheden die verband houden met de samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking

1.

Wettekst

22.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 170/62

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 juni 2013

tot verlening van machtiging aan de Europese Commissie om namens de EU deel te nemen aan onderhandelingen over een internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen, met uitzondering van aangelegenheden die verband houden met de samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking

(2013/304/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 50, 56 en 165 en artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Er dienen onderhandelingen te worden geopend over het opstellen van een internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen.

 

(2)

Het onderhandelingsproces is gebaseerd op Besluit CM/Del/Dec/1145/8.1 van het Comité van ministers van de Raad van Europa van 13 juni 2012 naar aanleiding van Resolutie nr. 1, aangenomen door de 12e conferentie van ministers voor sportzaken van de Raad van Europa, waarin staat dat de reikwijdte van het ontwerpinstrument en de bepalingen ervan gebaseerd moeten zijn op Aanbeveling CM/Rec(2011)10 en op haalbaarheidsstudie MSL12 (2012) 4 rev3.

 

(3)

Doel van het onderhandelingsproces is het Comité van ministers van de Raad van Europa een ontwerpverdrag voor te leggen dat, afhankelijk van het besluit van het Comité van ministers, zal worden afgerond als een verdrag en voor advies zal worden voorgelegd aan de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, of zal worden doorverwezen naar EPAS (Enlarged Partial Agreement on Sport) om te worden afgerond als een niet-bindend juridisch instrument.

 

(4)

Sommige bepalingen van het ontwerp van internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen betreffen de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking, en vallen derhalve onder titel V van het derde deel van het VWEU. Over deze bepalingen zal, naast dit besluit, een afzonderlijk besluit worden vastgesteld.

 

(5)

De onderhandelingen zullen gaan over aangelegenheden die gedeeltelijk tot de bevoegdheid van de Unie en gedeeltelijk tot de bevoegdheid van de lidstaten behoren, en daarom moet de Unie samen met de lidstaten aan deze onderhandelingen deelnemen. Daarom mogen de lidstaten de onderhandelingen bijwonen en onderhandelen over aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren.

 

(6)

Als de EU besluit tot het toekomstige verdrag toe te treden, zal aan het eind van de onderhandelingen afzonderlijk worden besloten over de juridische aard van het verdrag en over de verdeling van de bevoegdheden over de lidstaten en de Unie, en wel op basis van een analyse van de exacte reikwijdte van de afzonderlijke bepalingen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hierbij wordt de Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over tot de bevoegdheid van de Unie behorende aangelegenheden van een internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen, met uitzondering van aangelegenheden die verband houden met de samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking, overeenkomstig de onderhandelingsrichtsnoeren in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De onderhandelingsrichtsnoeren staan in de bijlage.

Artikel 3

De onderhandelingen worden overeenkomstig artikel 1 gevoerd in overleg met de Groep sport van de Raad, in voorkomend geval versterkt met deskundigen van andere Raadsgroepen.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Luxemburg, 10 juni 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • L. 
    VARADKAR
 

BIJLAGE

Richtsnoeren voor de onderhandelingen over een internationaal verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen, met uitzondering van aangelegenheden die verband houden met de samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking

Het toekomstige verdrag is bedoeld om een internationaal wettelijk kader te creëren voor de preventie en bestrijding van de manipulatie van sportuitslagen, in het bijzonder wedstrijdvervalsing; doel van het verdrag is de internationale samenwerking in dit opzicht te verbeteren en een toezichtsmechanisme in het leven te roepen waarmee ervoor kan worden gezorgd dat de in het verdrag opgenomen bepalingen op doelmatige wijze worden opgevolgd.

De bepalingen van het toekomstige verdrag kunnen betrekking hebben op onderstaande bevoegdheidsgebieden van de Unie:

 

1.

bevordering van de eerlijkheid en de openheid in sportcompetities, en van de samenwerking tussen instanties die verantwoordelijk zijn voor sport, en bescherming van de fysieke en morele integriteit van sporters;

 

2.

vrijheden van de interne markt (de vrijheid van dienstverlening en de vrijheid van vestiging) voor zover zij betrekking hebben op de ter zake doende bepalingen over wedstrijdvervalsing en sportweddenschappen in het ontwerpverdrag;

 

3.

gegevensbescherming met betrekking tot bovengenoemde gebieden.

Wat deze gebieden betreft zal de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, aan de onderhandelingen deelnemen met de volgende doelstellingen, rekening houdend met de meest recente ontwikkelingen van het acquis en met inachtneming van de verdeling van bevoegdheden:

 

1.

rekening houden met het EU-beleid inzake het bevorderen van de eerlijkheid en de openheid in sportcompetities, en van de samenwerking tussen instanties die verantwoordelijk zijn voor sport, en de bescherming van de fysieke en morele integriteit van sport of sporters door middel van de bescherming van de integriteit van sport tegen manipulatie van sportuitslagen, in het bijzonder:

 

a)

de resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan van de Europese Unie voor sport voor 2011-2014 (1);

 

b)

de conclusies van de Raad over het tegengaan van wedstrijdvervalsing (2).

De EU-bevoegdheid op sportgebied is een ondersteunende bevoegdheid die, overeenkomstig het eerste streepje van artikel 165, lid 4, VWEU, harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten uitsluit;

 

2.

ervoor zorgen dat de bepalingen van het toekomstige verdrag:

 

niet onverenigbaar zijn met de EU-regels inzake het recht van vestiging en het vrije verkeer van diensten, als een gebied van gedeelde bevoegdheid, met betrekking tot gokken en wedden, onder verwijzing naar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en in het bijzonder de artikelen 49 en 56, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, en ervoor zorgen dat de bepalingen ter zake van het toekomstige verdrag de uitoefening van deze vrijheden niet belemmeren;

 

sportweddenschappen alleen aanpakken als er een rechtstreeks verband is met de manipulatie van sportuitslagen;

 

niet gericht zijn op noch in de praktijk neerkomen op de harmonisatie van de regulering van diensten voor het afsluiten van weddenschappen zonder dat die regels eerst door de Unie zijn aangenomen.

Het EU-beleid als omschreven in de conclusies van de Raad over het kader voor kansspelen en weddenschappen in de lidstaten van de Europese Unie van 10 december 2010 moet in de onderhandelingen worden meegenomen;

 

3.

ervoor zorgen dat de bepalingen van het toekomstige verdrag niet onverenigbaar zijn met de door de Unie vastgestelde regels op het gebied van gegevensbescherming, als een gebied van gedeelde bevoegdheid, te weten in het bijzonder:

 

a)

Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3);

 

b)

Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (4).

De Commissie pleegt voorafgaand aan iedere onderhandelings- en/of tekstopstellingssessie bij de Raad van Europa overleg met de in artikel 3 bedoelde Raadsgroep en brengt na afloop van die sessies bij diezelfde Raadsgroep verslag uit.

Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar in het kader van de onderhandelingen over dit verdrag.

De Commissie zorgt ervoor dat in het toekomstige verdrag de mogelijkheid wordt geboden om de hogere normen van de EU-instrumenten ten aanzien van de betrekkingen tussen de EU-lidstaten te hanteren.

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.