Uitvoeringsverordening 2013/577 - Modelidentificatiedocumenten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten, de vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden en de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen ten bewijze van de naleving van bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening 576/2013

1.

Wettekst

28.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 178/109

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 577/2013 VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2013

inzake de modelidentificatiedocumenten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten, de vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden en de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen ten bewijze van de naleving van bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 998/2003 (1), en met name artikel 7, lid 3, artikel 11, lid 4, artikel 13, leden 1 en 2, artikel 21, lid 2, en artikel 25, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 576/2013 zijn de veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren naar een EU-lidstaat uit een andere lidstaat of uit een gebied of derde land vastgesteld, evenals de voorschriften voor nalevingscontroles op dergelijk verkeer. Bij die verordening werd Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (2), ingetrokken en vervangen.

 

(2)

Honden, katten en fretten worden in de lijst in deel A van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 576/2013 vermeld als soorten die onder die verordening vallen.

 

(3)

In Verordening (EU) nr. 576/2013 is bepaald dat honden, katten en fretten niet uit een andere lidstaat of uit gebieden of derde landen naar een lidstaat mogen worden verplaatst, tenzij zij een rabiësvaccinatie hebben gekregen die voldoet aan de geldigheidsvoorschriften zoals bepaald in bijlage III bij deze verordening. Het verkeer van jonge honden, katten en fretten die niet gevaccineerd zijn of niet voldoen aan de geldigheidsvoorschriften van bijlage III daarbij, uit lidstaten of gebieden of derde landen kan evenwel worden toegelaten overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) nr. 576/2013, voor zover de eigenaar of de gemachtigde onder meer een schriftelijke verklaring kan overleggen die aangeeft dat de gezelschapsdieren tussen hun geboorte en het moment waarop het niet-commerciële verkeer plaatsvindt, niet in contact zijn gekomen met wilde dieren van soorten die vatbaar zijn voor rabiës. Het is dan ook passend om de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van die verklaring in deze verordening vast te stellen.

 

(4)

Voorts is in Verordening (EU) nr. 576/2013 bepaald dat de Commissie twee lijsten dient goed te keuren van gebieden of derde landen waaruit honden, katten of fretten voor niet-commerciële doeleinden naar een lidstaat mogen worden gebracht zonder dat zij een rabiëstest moeten ondergaan waarbij het aantal antilichamen wordt getitreerd. Een van die lijsten dient die gebieden of derde landen te omvatten die hebben aangetoond dat zij voorschriften toepassen waarvan de inhoud en het effect dezelfde zijn als die van de voorschriften die in de lidstaten worden toegepast, de andere lijst dient die gebieden en derde landen te omvatten die hebben aangetoond dat zij ten minste aan de criteria van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 576/2013 voldoen. Het is daarom passend om die lijsten in een bijlage bij deze verordening te voegen.

 

(5)

Voorts moet in die lijsten rekening worden gehouden met de bepalingen van het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië, die voorschrijven dat Kroatië op 1 juli 2013 lid zal worden van de Europese Unie, en met Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie (3) waarin is bepaald dat Mayotte met ingang van 1 januari 2014 niet langer een land of gebied overzee is waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) van toepassing zijn, maar een ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 VWEU.

 

(6)

Verordening (EU) nr. 576/2013 schrijft tevens voor dat het verkeer van honden, katten en fretten naar een lidstaat uit een gebied of derde land dat niet is opgenomen in de lijsten van de bijlagen bij deze verordening niet is toegestaan, tenzij er een titratie van de rabiësantilichamen is uitgevoerd overeenkomstig de geldigheidsvoorschriften van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 576/2013. Bij doorvoer door een van deze gebieden of derde landen is die test echter niet verplicht wanneer de eigenaar of gemachtigde een schriftelijke verklaring kan overleggen die aangeeft dat de dieren niet in contact zijn gekomen met dieren van soorten die vatbaar zijn voor rabiës en dat zij het vervoermiddel of het terrein van een internationale luchthaven niet verlaten. Het is dan ook passend om de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van die verklaring in deze verordening vast te stellen.

 

(7)

De in bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 576/2013 vastgelegde geldigheidsvoorschriften omvatten onder meer de verplichting om die test in een laboratorium te laten uitvoeren dat is goedgekeurd overeenkomstig Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van rabiësvaccins te controleren (4), waarin is bepaald dat het laboratorium van het „Agence française de sécurité sanitaire des aliments” (AFSSA) in Nancy, Frankrijk (dat sinds 1 juli 2010 deel uitmaakt van het Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l’environnement et du travail, ANSES), de laboratoria van lidstaten en derde landen moet beoordelen met het oog op de erkenning voor het uitvoeren van serologische tests om de doeltreffendheid van rabiësvaccins bij honden, katten en fretten te bewaken.

 

(8)

In Verordening (EU) nr. 576/2013 is eveneens bepaald dat honden, katten en fretten die voor niet-commerciële doeleinden van een lidstaat naar een andere worden gebracht, vergezeld moeten gaan van een identificatiedocument in de vorm van een paspoort dat is opgesteld overeenkomstig een door de Commissie goed te keuren model. Dat model moet tekstvakken bevatten waarin de informatie uit Verordening (EU) nr. 576/2013 kan worden ingevuld. Het model en de aanvullende eisen voor het paspoort dienen te worden vastgelegd in een bijlage bij deze verordening en om de duidelijkheid en de vereenvoudiging van de EU-wetgeving te waarborgen, dient Beschikking 2003/803/EG van de Commissie van 26 november 2003 tot vaststelling van een modelpaspoort voor het intracommunautair verkeer van honden, katten en fretten (5) te worden ingetrokken.

 

(9)

In Verordening (EU) nr. 576/2013 is tevens bepaald dat honden, katten en fretten die voor niet-commerciële doeleinden van een gebied of derde land naar een lidstaat worden gebracht, vergezeld moeten gaan van een identificatiedocument in de vorm van een diergezondheidscertificaat dat wordt opgesteld overeenkomstig een door de Commissie goed te keuren model. Dat model moet tekstvakken bevatten waarin de informatie uit Verordening (EU) nr. 576/2013 kan worden ingevuld. Het is daarom gepast om dat model op te nemen in een bijlage bij deze verordening.

 

(10)

Bij afwijking van de vorm van het diergezondheidscertificaat dat wordt overgelegd bij verkeer naar een lidstaat uit een gebied of derde land, schrijft Verordening (EU) nr. 576/2013 voor dat lidstaten het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten toestaan van een gebied of derde land dat heeft aangetoond dat het voorschriften toepast waarvan de inhoud en de effecten dezelfde zijn als die van de voorschriften die in een lidstaat worden toegepast, voor zover het begeleidende identificatiedocument is afgegeven overeenkomstig de procedure die is vastgesteld voor verkeer naar een lidstaat uit een andere lidstaat. In dergelijke gevallen moeten evenwel een aantal technische aanpassingen worden aangebracht aan het modelpaspoort, met name wat betreft eigenschappen op de omslag die niet volledig kunnen voldoen aan de vereisten die van toepassing zijn op paspoorten die door een lidstaat zijn afgegeven. Om de duidelijkheid te waarborgen, is het daarom verstandig om een model voor dergelijke paspoorten op te nemen in deze verordening.

 

(11)

In Verordening (EU) nr. 576/2013 is bepaald dat wanneer bij één geval van niet-commercieel verkeer meer dan vijf honden, katten of fretten de relevante veterinairrechtelijke voorschriften uit Richtlijn 92/65/EEG (6) van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt, van toepassing zijn op die dieren, behalve onder specifieke voorwaarden en voor bepaalde categorieën dieren.

 

(12)

Voorts werden ook Beschikking 2004/839/EG van de Commissie van 3 december 2004 tot vaststelling van de voorwaarden voor het niet-commerciële vervoer van jonge honden en katten uit derde landen naar de Gemeenschap (7) en Beschikking 2005/91/EG van de Commissie van 2 februari 2005 tot vaststelling van de periode waarna rabiësvaccinatie als geldig wordt beschouwd (8) goedgekeurd om te voorzien in uniforme regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 998/2003. De voorschriften van die handelingen zijn herzien en zijn ondertussen opgenomen in de bepalingen van Verordening (EU) nr. 576/2013. Om de duidelijkheid en de vereenvoudiging van de EU-wetgeving te waarborgen, dienen de Beschikkingen 2004/839/EG en 2005/91/EG daarom te worden ingetrokken.

 

(13)

Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten (9) bevat de voorschriften voor de afgifte van de door de veterinaire wetgeving vereiste certificaten om misleidende of frauduleuze certificering te voorkomen. Er moet voor worden gezorgd dat de officiële dierenartsen van derde landen voorschriften en beginselen toepassen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van die richtlijn.

 

(14)

In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1152/2011 van de Commissie van 14 juli 2011 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake preventieve gezondheidsmaatregelen voor de bestrijding van infecties met Echinococcus multilocularis bij honden (10) is bepaald dat met ingang van 1 januari 2012 honden die de lidstaten of delen van de lidstaten die in bijlage I bij de verordening zijn opgenomen binnenkomen, moeten worden behandeld tegen de parasiet Echinococcus multilocularis overeenkomstig de voorschriften die in die verordening zijn vastgesteld.

 

(15)

Deze verordening geldt onverminderd Beschikking 2006/146/EG van de Commissie van 21 februari 2006 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van bepaalde vliegende honden, honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en Australië (11), waarin de invoer van honden en katten uit Maleisië (schiereiland) en van katten uit Australië wordt verboden, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan ten aanzien van Nipah en Hendra.

 

(16)

Deze verordening dient van toepassing te zijn vanaf de datum van toepassing van Verordening (EU) nr. 576/2013.

 

(17)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen zoals bedoeld in de artikelen 7, 11 en 12 van Verordening (EU) nr. 576/2013

  • 1. 
    De verklaringen zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), en artikel 11, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 576/2013 worden opgesteld overeenkomstig de vorm en de opmaak die zijn vastgelegd in deel 1 van bijlage I bij deze verordening en voldoen aan de taalvoorschriften die zijn beschreven in deel 3 van die bijlage.
  • 2. 
    De verklaringen zoals bedoeld in artikel 12, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 576/2013 worden opgesteld overeenkomstig de vorm en de opmaak die zijn vastgelegd in deel 2 van bijlage I bij deze verordening en voldoen aan de taalvoorschriften die zijn beschreven in deel 3 van die bijlage.

Artikel 2

Lijsten van gebieden en derde landen zoals bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 576/2013

  • 1. 
    De lijsten van gebieden en derde landen zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 576/2013 zijn opgenomen in deel 1 van bijlage II bij deze verordening.
  • 2. 
    De lijst van gebieden en derde landen zoals bedoeld in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 576/2013 is opgenomen in deel 2 van bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Model van het paspoort voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten of fretten

  • 1. 
    Het paspoort zoals bedoeld in artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) nr. 576/2013 wordt opgesteld in overeenstemming met het model dat is vastgesteld in deel 1 van bijlage III bij deze verordening en voldoet aan de aanvullende eisen die zijn beschreven in deel 2 van die bijlage.
  • 2. 
    Bij afwijking van lid 1 worden paspoorten die overeenkomstig artikel 27, onder a), van Verordening (EU) nr. 576/2013 worden afgegeven in een van de gebieden of derde landen die voorkomen op de lijst in deel 1 van bijlage II bij deze verordening, opgesteld overeenkomstig het model dat is vastgesteld in deel 3 van bijlage III bij deze verordening en voldoen zij aan de aanvullende eisen die zijn beschreven in deel 4 van die bijlage.

Artikel 4

Gezondheidscertificaat voor het niet-commerciële verkeer naar de Unie van honden, katten of fretten

Het diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) nr. 576/2013 wordt:

 

a)

opgesteld overeenkomstig het model dat is vastgesteld in deel 1 van bijlage IV bij deze verordening;

 

b)

correct ingevuld en afgegeven overeenkomstig de toelichting in deel 2 van die bijlage;

 

c)

aangevuld met de schriftelijke verklaring zoals bedoeld in artikel 25, lid 3, van Verordening (EU) nr. 576/2013 die wordt opgesteld overeenkomstig het model dat is vastgesteld in afdeling A van deel 3 van die bijlage en die voldoet aan de aanvullende eisen die zijn beschreven in afdeling B van deel 3 van die bijlage.

Artikel 5

Intrekkingen

De Beschikkingen 2003/803/EG, 2004/839/EG en 2005/91/EG worden ingetrokken.

Artikel 6

Inwerkingtreding en toepasselijkheid

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 29 december 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (1) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
 

BIJLAGE I

Voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen

zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), artikel 11, lid 2, onder a), en artikel 12, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 576/2013

DEEL 1

Vorm en opmaak van de verklaring zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), en artikel 11, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 576/2013

DEEL 2

Vorm en opmaak van de verklaring zoals bedoeld in artikel 12, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 576/2013

Image

DEEL 3

Taalvoorschriften voor de verklaringen zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, onder a), artikel 11, lid 2, onder a), en artikel 12, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 576/2013

De verklaringen worden opgesteld in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van bestemming/binnenkomst en in het Engels.

 

BIJLAGE II

Lijst van gebieden en derde landen zoals bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 576/2013

DEEL 1

Lijst van gebieden en derde landen zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 576/2013

 

ISO-code

Gebied of derde land

AD

Andorra

CH

Zwitserland

FO

Faeröer

GI

Gibraltar

GL

Groenland

HR (1)

Kroatië

IS

IJsland

LI

Liechtenstein

MC

Monaco

NO

Noorwegen

SM

San Marino

VA

Staat Vaticaanstad

DEEL 2

Lijst van gebieden en derde landen zoals bedoeld in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 576/2013

 

ISO-code

Gebied of derde land

Opgenomen gebieden

AC

Ascension

 

AE

Verenigde Arabische Emiraten

 

AG

Antigua en Barbuda

 

AR

Argentinië

 

AU

Australië

 

AW

Aruba

 

BA

Bosnië en Herzegovina

 

BB

Barbados

 

BH

Bahrein

 

BM

Bermuda

 

BQ

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (de BES-eilanden)

 

BY

Belarus

 

CA

Canada

 

CL

Chili

 

CW

Curaçao

 

FJ

Fiji

 

FK

Falklandeilanden

 

HK

Hongkong

 

JM

Jamaica

 

JP

Japan

 

KN

Saint Kitts en Nevis

 

KY

Kaaimaneilanden

 

LC

Saint Lucia

 

MS

Montserrat

 

MU

Mauritius

 

MX

Mexico

 

MY

Maleisië

 

NC

Nieuw-Caledonië

 

NZ

Nieuw-Zeeland

 

PF

Frans-Polynesië

 

PM

Saint-Pierre en Miquelon

 

RU

Rusland

 

SG

Singapore

 

SH

Sint-Helena

 

SX

Sint-Maarten

 

TT

Trinidad en Tobago

 

TW

Taiwan

 

US

Verenigde Staten van Amerika

AS – Amerikaans-Samoa

GU – Guam

MP – Noordelijke Marianen

PR – Puerto Rico

VI – Amerikaanse Maagdeneilanden

VC

Saint Vincent en de Grenadines

 

VG

Britse Maagdeneilanden

 

VU

Vanuatu

 

WF

Wallis en Futuna

 

YT (2)

Mayotte

 
 

  • (1) 
    Enkel van toepassing totdat deze toetredende staat lid wordt van de EU.
  • (2) 
    Enkel van toepassing totdat dit gebied een ultraperifeer gebied van de Unie wordt in de zin van artikel 349 VWEU.
 

BIJLAGE III

Modellen van paspoorten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten of fretten

DEEL 1

Model van het paspoort afgegeven in een lidstaat

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

DEEL 2

Aanvullende eisen ten aanzien van het paspoort dat wordt afgegeven in een lidstaat

 

1.

Vorm van het paspoort

De afmetingen van het paspoort bedragen 100 × 152 mm.

 

2.

Omslag van het paspoort

 

a)

Voorzijde omslag:

 

i)

kleur: blauw (Pantone® Reflex Blue) met gele sterren (Pantone® Yellow) in het bovenste kwart volgens de specificaties van het Europese embleem (1);

 

ii)

voor de woorden „Europese Unie” en de naam van de lidstaat van afgifte moet hetzelfde lettertype worden gebruikt;

 

iii)

de ISO-code van de lidstaat van afgifte gevolgd door een unieke alfanumerieke code („nummer” genoemd in het model voor het paspoort dat is vastgesteld in deel 1), moet onderaan worden gedrukt.

 

b)

Binnenkant van het omslag voor- en achterzijde: wit.

 

c)

Achterzijde omslag: kleur blauw (Pantone® Reflex Blue).

 

3.

Volgorde van de rubrieken en bladzijdenummering

 

a)

De volgorde van de rubrieken (voorafgegaan door Romeinse cijfers) dient strikt te worden aangehouden;

 

b)

de bladzijden van het paspoort moeten onder aan elke bladzijde als volgt genummerd worden: „x van n”, waarbij x de huidige bladzijde is en n het totale aantal bladzijden van het paspoort;

 

c)

de ISO-landcode van de lidstaat van afgifte, gevolgd door een unieke alfanumerieke code, wordt op elke bladzijde van het paspoort gedrukt;

 

d)

het aantal bladzijden en de grootte en vorm van de kaders van het modelpaspoort in deel 1 zijn indicatief.

 

4.

Talen

Alle gedrukte tekst wordt in de officiële taal/talen van de lidstaat van afgifte en in het Engels vermeld.

 

5.

Beveiliging

 

a)

Nadat de vereiste informatie is ingevuld in rubriek III van het paspoort, wordt de bladzijde verzegeld met doorzichtige zelfklevende gelamineerde folie.

 

b)

Wanneer de informatie op een van de bladzijden van het paspoort de vorm van een sticker heeft, wordt die sticker met doorzichtige zelfklevende gelamineerde folie afgedekt indien de sticker niet vanzelf stuk gaat wanneer deze wordt verwijderd.

DEEL 3

Model van het paspoort afgegeven in een van de gebieden of derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij deze verordening

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

DEEL 4

Aanvullende eisen ten aanzien van het paspoort dat wordt afgegeven in een van de gebieden of derde landen die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage II bij deze verordening

 

1.

Vorm van het paspoort

De afmetingen van het paspoort bedragen 100 × 152 mm.

 

2.

Omslag van het paspoort

 

a)

Voorzijde omslag:

 

i)

kleur: Pantone® zwart-wit en nationaal embleem in het bovenste kwart;

 

ii)

de ISO-landcode van het gebied of derde land van afgifte, gevolgd door een unieke alfanumerieke code („nummer” genoemd in het model voor het paspoort dat wordt beschreven in deel 3), moet onderaan worden gedrukt.

 

b)

Binnenkant van het omslag voor- en achterzijde: wit.

 

c)

Achterzijde omslag: Pantone® zwart-wit.

 

3.

Volgorde van de rubrieken en bladzijdenummering

 

a)

De volgorde van de rubrieken (voorafgegaan door Romeinse cijfers) dient strikt te worden aangehouden;

 

b)

de bladzijden van het paspoort moeten onder aan elke bladzijde als volgt genummerd worden: „x van n”, waarbij x de huidige bladzijde is en n het totale aantal bladzijden van het paspoort;

 

c)

de ISO-landcode van het gebied of derde land van afgifte, gevolgd door een unieke alfanumerieke code, wordt op elke bladzijde van het paspoort gedrukt;

 

d)

het aantal bladzijden en de grootte en vorm van de kaders van het modelpaspoort in deel 3 zijn indicatief.

 

4.

Talen

Alle gedrukte tekst wordt in de officiële taal/talen van het gebied of derde land van afgifte en in het Engels vermeld.

 

5.

Beveiliging

 

a)

Nadat de vereiste informatie is ingevuld in rubriek III van het paspoort, wordt de bladzijde verzegeld met doorzichtige zelfklevende gelamineerde folie.

 

b)

Wanneer de informatie op een van de bladzijden van het paspoort de vorm van een sticker heeft, wordt die sticker met doorzichtige zelfklevende gelamineerde folie afgedekt indien de sticker niet vanzelf stuk gaat wanneer deze wordt verwijderd.

 

  • (1) 
    Graphics guide to the European Emblem: http://publications.europa.eu/code/en/en-5000100.htm
 

BIJLAGE IV

DEEL 1

Modeldiergezondheidscertificaat voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten of fretten naar een lidstaat uit een gebied of derde land overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 576/2013

Image

Image

Image

Image

Image

DEEL 2

Toelichting voor het invullen van de diergezondheidscertificaten

 

a)

Indien in het certificaat staat dat een verklaring in bepaalde gevallen kan worden doorgehaald, betekent dit dat niet relevante verklaringen mogen worden doorgehaald, met paraaf en stempel van de officiële dierenarts, of helemaal uit het certificaat mogen worden weggelaten.

 

b)

Het origineel van elk certificaat bestaat uit één blad of, indien meer tekst nodig is, moet het certificaat uit meerdere bladen bestaan die alle één ondeelbaar geheel vormen.

 

c)

Het certificaat is opgesteld in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van binnenkomst en in het Engels. Het wordt ingevuld in blokletters in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van binnenkomst of in het Engels.

 

d)

Indien extra bladen of bewijsstukken aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen of bewijsstukken beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat en worden alle bladzijden voorzien van de handtekening en het stempel van de officiële dierenarts.

 

e)

Indien het certificaat, inclusief de onder d) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan genummerd (bladzijdenummer van totaal aantal bladzijden) en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

 

f)

Het origineel van het certificaat wordt afgegeven door een officiële dierenarts van het gebied of derde land van verzending of door een gemachtigde dierenarts, waarna het bekrachtigd wordt door de bevoegde autoriteit van het gebied of derde land van verzending. De bevoegde autoriteit van het gebied of derde land van verzending ziet erop toe dat certificeringsvoorschriften en -beginselen worden toegepast die gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dit geldt ook voor stempels, met uitzondering van reliëfstempels of stempels met een watermerk.

 

g)

Het referentienummer van het certificaat waarnaar wordt verwezen in de kaders I.2 en II.a, wordt afgegeven door de bevoegde autoriteit van het gebied of het derde land van verzending.

DEEL 3

Schriftelijke verklaring zoals bedoeld in artikel 25, lid 3, van Verordening (EU) nr. 576/2013

Afdeling A

Modelverklaring

Image

Afdeling B

Aanvullende eisen voor de verklaring

De verklaring wordt opgesteld in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van binnenkomst en in het Engels en wordt ingevuld in blokletters.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.