Verordening 2014/37 - Wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek voor wat de procedures tot het nemen van bepaalde maatregelen betreft - Hoofdinhoud
21.1.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 18/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 37/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 15 januari 2014
tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek voor wat de procedures tot het nemen van bepaalde maatregelen betreft
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Een aantal basisverordeningen betreffende de gemeenschappelijke handelspolitiek bepaalt dat handelingen ter uitvoering van de gemeenschappelijke handelspolitiek moeten worden vastgesteld hetzij door de Raad overeenkomstig procedures die in de verschillende betrokken instrumenten zijn vervat, hetzij door de Commissie volgens specifieke procedures en onder controle van de Raad. Op deze procedures is Besluit 1999/468/EG van de Raad niet van toepassing (2). |
(2) |
Deze basisverordeningen dienen te worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat zij consistent zijn met de bepalingen die bij het Verdrag van Lissabon zijn ingevoerd. Dit moet waar passend geschieden door toekenning van gedelegeerde bevoegdheden aan de Commissie en door toepassing van bepaalde procedures die worden vermeld in Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(3) |
De volgende verordeningen moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd:
|
(4) |
Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen, moet deze verordening de procedures voor de vaststelling van maatregelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening ingeleid maar niet afgerond zijn, onverlet laten, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde verordeningen worden overeenkomstig de bijlage gewijzigd.
Artikel 2
De verwijzingen naar bepalingen van de in de bijlage bij deze verordening genoemde verordeningen moeten worden gelezen als verwijzingen naar die bepalingen zoals gewijzigd bij deze verordening.
Verwijzingen naar de voormalige namen van de comités moeten worden gelezen als verwijzingen naar de nieuwe namen van de comités zoals bepaald in deze verordening.
In alle in de bijlage vermelde verordeningen dient:
a) |
elke verwijzing naar de termen "Europese Gemeenschap", "Gemeenschap", "Europese Gemeenschappen" of "Gemeenschappen" te worden begrepen als een verwijzing naar de "Europese Unie" of "Unie"; |
b) |
elke verwijzing naar de woorden "gemeenschappelijke markt" te worden begrepen als verwijzing naar de "interne markt"; |
c) |
elke verwijzing naar de woorden "comité dat is ingesteld bij artikel 113", "comité dat is ingesteld bij artikel 133", "in artikel 113 bedoeld comité" of "in artikel 133 bedoeld comité" te worden beschouwd als een verwijzing naar "comité dat is ingesteld bij artikel 207"; |
d) |
elke verwijzing naar de woorden "artikel 113 van het Verdrag" of "artikel 133 van het Verdrag" te worden beschouwd als een verwijzing naar "artikel 207 van het Verdrag". |
Artikel 3
Deze verordening heeft geen gevolgen voor procedures die zijn ingeleid voor de vaststelling van maatregelen als voorzien in de verordeningen die in de bijlage bij deze verordening zijn vermeld wanneer, bij of vóór de inwerkingtreding van deze verordening:
a) |
de Commissie een handeling heeft vastgesteld; |
b) |
krachtens een van de in de bijlage vermelde verordeningen raadpleging is vereist en dergelijke raadplegingen zijn begonnen; of |
c) |
krachtens een van de in de bijlage vermelde verordeningen een voorstel is vereist en de Commissie een dergelijk voorstel heeft aangenomen. |
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 15 januari 2014.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
M.SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
-
D.KOURKOULAS
-
Standpunt van het Europees Parlement van 14 maart 2012 (PB C 251 E van 31.8.2013, blz. 126) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 15 november 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 12 december 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de voorschriften en algemene beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad van 19 december 1972 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 300 van 31.12.1972, blz. 284).
-
Verordening (EEG) nr. 2843/72 van de Raad van 19 december 1972 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland (PB L 301 van 31.12.1972, blz. 162).
-
Verordening (EEG) nr. 1692/73 van de Raad van 25 juni 1973 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (PB L 171 van 27.6.1973, blz. 103).
-
Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (PB L 349 van 31.12.1994, blz. 71).
-
Verordening (EG) nr. 385/96 van de Raad van 29 januari 1996 inzake bescherming tegen schade veroorzakende prijzen van vaartuigen (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 21).
-
Verordening (EG) nr. 2271/96 van de Raad van 22 november 1996 tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (PB L 309 van 29.11.1996, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1515/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 10).
-
Verordening (EG) nr. 153/2002 van de Raad van 21 januari 2002 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, en de interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (PB L 25 van 29.1.2002, blz. 16).
-
Verordening (EG) nr. 427/2003 van de Raad van 3 maart 2003 over een productspecifiek vrijwaringsmechanisme in de overgangsperiode voor producten uit de Volksrepubliek China en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 519/94 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 65 van 8.3.2003, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 452/2003 van de Raad van 6 maart 2003 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen ten aanzien van het gecombineerde effect van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen (PB L 69 van 13.3.2003, blz. 8).
-
Verordening (EG) nr. 673/2005 van de Raad van 25 april 2005 tot vaststelling van aanvullende douanerechten op de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 110 van 30.4.2005, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1616/2006 van de Raad van 23 oktober 2006 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, en de Interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië (PB L 300 van 31.10.2006, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (PB L 348 van 31.12.2007, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 140/2008 van de Raad van 19 november 2007 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, en de Interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (PB L 43 van 19.2.2008, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad van 21 januari 2008 tot invoering van autonome handelspreferenties voor de Republiek Moldavië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG van de Commissie (PB L 20 van 24.1.2008, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 594/2008 van de Raad van 16 juni 2008 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, en de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (PB L 169 van 30.6.2008, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 625/2009 van de Raad van 7 juli 2009 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 185 van 17.7.2009, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1061/2009 van de Raad van 19 oktober 2009 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (PB L 291 van 7.11.2009, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
BIJLAGE
LIJST VAN VERORDENINGEN DIE ONDER HET GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSBELEID VALLEN EN WORDEN GEWIJZIGD ALS AANPASSING AAN ARTIKEL 290 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE OF AAN DE TOEPASSELIJKE BEPALINGEN VAN VERORDENING (EU) nr. 182/2011
-
1.Verordening (EEG) nr. 2841/72
Wat Verordening (EEG) nr. 2841/72 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de Overeenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in de naar behoren gemotiveerde gevallen bedoeld in de artikelen 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst of in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EEG) nr. 2841/72 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: "Artikel 1 De Commissie kan besluiten zich tot het Gemengd Comité, dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat - hierna "de Overeenkomst" genoemd - te wenden inzake de maatregelen bedoeld in de artikelen 22, 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst. In voorkomend geval stelt de Commissie die maatregelen vast volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit een zaak aan het Gemengd Comité voor te leggen.". |
2) |
In artikel 2, lid 1, wordt de tweede zin vervangen door: "In voorkomend geval stelt de Commissie vrijwaringsmaatregelen vast volgens de onderzoeksprocedure van artikel 7, lid 2, van deze verordening.". |
3) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4
|
4) |
Artikel 5 wordt geschrapt. |
5) |
De volgende artikelen worden toegevoegd: "Artikel 7
Artikel 8 De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (3), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
2.Verordening (EEG) nr. 2843/72
Wat Verordening (EEG) nr. 2843/72 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de Overeenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in de naar behoren gemotiveerde gevallen bedoeld in de artikelen 25, 25 bis en 27 van de Overeenkomst of in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EEG) nr. 2843/72 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: "Artikel 1 De Commissie kan besluiten zich tot het Gemengd Comité, dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland - hierna te noemen de Overeenkomst - te wenden inzake de maatregelen bedoeld in de artikelen 23, 25, 25 bis en 27 van de Overeenkomst. In voorkomend geval stelt de Commissie die maatregelen vast volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit een zaak aan het Gemengd Comité voor te leggen.". |
2) |
In artikel 2, lid 1, wordt de tweede zin vervangen door: "In voorkomend geval stelt de Commissie vrijwaringsmaatregelen vast volgens de in artikel 7, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4
|
4) |
Artikel 5 wordt geschrapt. |
5) |
De volgende artikelen worden toegevoegd: "Artikel 7
Artikel 8 De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (6), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
3.Verordening (EEG) nr. 1692/73
Wat Verordening (EEG) nr. 1692/73 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de Overeenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit in de naar behoren gemotiveerde gevallen bedoeld in de artikelen 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst of in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EEG) nr. 1692/73 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: "Artikel 1 De Commissie kan besluiten zich tot het Gemengd Comité, dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen - hierna te noemen de Overeenkomst - te wenden inzake de maatregelen bedoeld in de artikelen 22, 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst. In voorkomend geval stelt de Commissie die maatregelen vast volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit een zaak aan het Gemengd Comité voor te leggen.". |
2) |
In artikel 2, lid 1, wordt de tweede zin vervangen door: "In voorkomend geval stelt de Commissie vrijwaringsmaatregelen vast volgens de in artikel 7, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4
|
4) |
Artikel 5 wordt geschrapt. |
5) |
De volgende artikelen worden toegevoegd: "Artikel 7
Artikel 8 De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (9), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
4.Verordening (EG) nr. 3286/94
Wat Verordening (EG) nr. 3286/94 betreft, vereist de uitvoering van de onderzoeksprocedures waarin die verordening voorziet, eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van besluiten over het verloop van die onderzoeksprocedures en de daaruit voortvloeiende maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure moet worden toegepast voor het schorsen van lopende onderzoeken, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van maatregelen.
Het Europees Parlement en de Raad moeten op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen met betrekking tot deze verordening, zodat zij de verder strekkende politieke consequenties daarvan kunnen beoordelen.
Bovendien moeten, wanneer een overeenkomst met een derde land het meest geschikte middel lijkt om een uit een belemmering voor het handelsverkeer voortvloeiend geschil op te lossen, de desbetreffende onderhandelingen worden gevoerd overeenkomstig de procedures die in artikel 207 van het Verdrag zijn vastgesteld.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 3286/94 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5, lid 3, wordt vervangen door: "3. Wanneer blijkt dat de klacht niet voldoende bewijsmateriaal bevat om het openen van een onderzoek te rechtvaardigen, wordt de klager hiervan in kennis gesteld. De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit dat de klacht niet voldoende bewijsmateriaal bevat om het openen van een onderzoek te rechtvaardigen.". |
2) |
Artikel 6, lid 4, wordt vervangen door: "4. Wanneer blijkt dat het verzoek niet voldoende bewijsmateriaal bevat om het openen van een onderzoek te rechtvaardigen, wordt de betrokken lidstaat daarvan in kennis gesteld. De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit dat de klacht niet voldoende bewijsmateriaal bevat om het openen van een onderzoek te rechtvaardigen.". |
3) |
Artikel 7 wordt vervangen door: "Artikel 7 Comitéprocedure
|
4) |
Artikel 8, lid 1, wordt vervangen door: "1. Wanneer de Commissie van oordeel is dat er voldoende bewijsmateriaal voorhanden is om de inleiding van een onderzoeksprocedure te rechtvaardigen en dat zulks in het belang van de Unie is, handelt zij als volgt:
De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit dat de klacht voldoende bewijsmateriaal bevat om de inleiding van een onderzoek te rechtvaardigen.". |
5) |
Artikel 9, lid 2, onder a), wordt vervangen door:
|
6) |
Artikel 11 wordt vervangen door: "Artikel 11 Beëindiging en opschorting van de procedure
|
7) |
Artikel 13 wordt vervangen door: "Artikel 13 Besluitvormingsprocedures
De Commissie stelt de lidstaten ervan in kennis indien zij besluit formele internationale procedures inzake overleg of geschillenbeslechting in te leiden, te voeren of te beëindigen.
|
8) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 13 bis Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (11), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
9) |
Artikel 14 wordt geschrapt. |
-
5.Verordening (EG) nr. 385/96
Wat Verordening (EG) nr. 385/96 betreft, vereist de uitvoering van de procedures waarin die verordening voorziet eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van maatregelen voor de uitvoering ervan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 385/96 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5, lid 11, wordt vervangen door: "11. Wanneer, onverminderd het bepaalde in artikel 15, lid 2, de Commissie van oordeel is dat er voldoende bewijsmateriaal is om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen, gaat zij daartoe over binnen 45 dagen na de datum van indiening van de klacht of, ingeval de procedure overeenkomstig het bepaalde in lid 8 wordt ingeleid, binnen zes maanden na de datum waarop de verkoop van het vaartuig bekend was of had moeten zijn, en maakt zij dit in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend. Wanneer onvoldoende bewijsmateriaal is ingediend, wordt de klager daarvan in kennis gesteld binnen 45 dagen na de datum waarop de klacht bij de Commissie was ingediend. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten dat het nodig is deze procedure in te leiden.". |
2) |
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 8 wordt de eerste alinea vervangen door: "Het onderzoek kan zonder de instelling van een prijsschadeheffing worden beëindigd indien de scheepsbouwer de verkoop van het vaartuig tegen een schade veroorzakende prijs definitief en onvoorwaardelijk ongedaan maakt of een alternatieve door de Commissie goedgekeurde gelijkwaardige maatregel aanvaardt.". |
4) |
Artikel 9, lid 1, wordt vervangen door: "1. Indien de betrokken scheepsbouwer de overeenkomstig artikel 7 opgelegde prijsschadeheffing niet betaalt, neemt de Commissie tegenmaatregelen in de vorm van de ontzegging van ladings- en lossingsrechten ten aanzien van de door de betrokken scheepsbouwer gebouwde vaartuigen. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra er redenen zijn voor de in de eerste alinea bedoelde tegenmaatregelen.". |
5) |
Artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10 Comitéprocedure
|
6) |
Artikel 13, lid 5, wordt vervangen door: "5. De Commissie en de lidstaten, inclusief de functionarissen van beide, maken zonder de uitdrukkelijke toestemming van de persoon die ze heeft verstrekt geen gegevens bekend die zij ingevolge deze verordening hebben verkregen en waarvoor die persoon om een vertrouwelijke behandeling heeft verzocht. Informatie die tussen de Commissie en de lidstaten wordt uitgewisseld of interne documenten die door de autoriteiten van de Unie of van de lidstaten zijn opgesteld, worden, behalve wanneer in deze verordening uitdrukkelijk anders wordt bepaald, niet bekendgemaakt.". |
7) |
Artikel 14, lid 3, wordt vervangen door: "3. De mededeling wordt schriftelijk gedaan. Zij geschiedt, met inachtneming van de verplichting tot bescherming van vertrouwelijke gegevens, zo spoedig mogelijk en normaal uiterlijk één maand voordat de Commissie een definitief besluit neemt. Kan de Commissie bepaalde feiten of overwegingen op dat tijdstip niet mededelen, dan deelt zij die mede zodra dit mogelijk is. De mededeling doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie daarna neemt, maar indien deze besluiten op andere feiten en overwegingen zijn gebaseerd, worden die zo spoedig mogelijk medegedeeld.". |
8) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 14 bis Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009, informatie op over de uitvoering van deze verordening.". |
-
6.Verordening (EG) nr. 2271/96
Wat Verordening (EG) nr. 2271/96 betreft, moet de Commissie de bevoegdheid worden toegekend gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), teneinde de bijlage bij die verordening te kunnen wijzigen.
Teneinde de bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor de toepassing van deze verordening, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen met betrekking tot het toevoegen of schrappen van wettelijke voorschriften van de bijlage bij deze verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.
De uitvoering van de Verordening (EG) nr. 2271/196 vereist éénvormige voorwaarden voor de vaststelling van criteria op grond waarvan het personen is toegestaan verplichtingen of verboden volledig of ten dele na te komen of na te leven, met inbegrip van verzoeken van buitenlandse gerechten, voor zover hun belangen of die van de Unie ernstig geschaad zouden worden door niet-nakoming of niet-naleving. Die maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 2271/96 als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 1 wordt de tweede alinea vervangen door: "De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 11 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlage bij deze verordening aan te vullen met wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of andere wetgevingsinstrumenten van derde landen die een extraterritoriale toepassing hebben en schadelijk zijn voor de belangen van de Unie en de belangen van natuurlijke en rechtspersonen die rechten uitoefenen uit hoofde van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, alsmede om wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of andere wetgevingsinstrumenten te schrappen wanneer die gevolgen niet langer aanwezig zijn.". |
2) |
Artikel 7, onder c), wordt geschrapt. |
3) |
Artikel 8 wordt vervangen door: "Artikel 8
|
4) |
De volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 11 bis
|
-
7.Verordening (EG) nr. 1515/2001
Wat Verordening (EG) nr. 1515/2001 betreft, vereist de uitvoering ervan eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van maatregelen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure moet worden toegepast om maatregelen gedurende een bepaalde periode te schorsen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1515/2001 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: "Artikel 1
|
2) |
Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2
|
3) |
Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd: "Artikel 3 bis
|
4) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 3 ter Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009, informatie op over de uitvoering van deze verordening.". |
-
8.Verordening (EG) nr. 153/2002
Wat Verordening (EG) nr. 153/2002 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de interimovereenkomst en van de stabilisatie- en associatieovereenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwarings- en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 24, lid 4, onder b), en artikel 25, lid 4, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 37, lid 4, onder b), en artikel 38, lid 4, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 153/2002 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 Concessies inzake baby beef De bepalingen inzake de toepassing van artikel 14, lid 2, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 27, lid 2, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst betreffende de tariefcontingenten voor producten van de categorie "baby beef" worden vastgesteld door de Commissie volgens de in artikel 7 septies bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
2) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
3) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4 Verdere concessies Indien overeenkomstig artikel 29 van de stabilisatie- en associatieovereenkomst en artikel 16 van de interimovereenkomst aanvullende concessies voor visserijproducten worden verleend binnen tariefcontingenten, worden de uitvoeringsbepalingen voor die tariefcontingenten door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 7 septies bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
4) |
Artikel 5 wordt geschrapt. |
5) |
Artikel 7 wordt vervangen door: "Artikel 7 Technische aanpassingen Wijzigingen en technische aanpassingen van uitvoeringsbepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden, wanneer zulks noodzakelijk is in verband met wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of in verband met nieuwe overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere rechtsinstrumenten die door de Unie en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden gesloten, vastgesteld volgens de in artikel 7 septies bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
6) |
Artikel 7 bis wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Artikel 7 ter wordt vervangen door: "Artikel 7 ter Uitzonderlijke en kritieke omstandigheden In uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 25, lid 4, onder b), en artikel 26, lid 4, van de interimovereenkomst of later artikel 38, lid 4, onder b), en artikel 39, lid 4, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, kan de Commissie volgens de in artikel 7 septies bis, lid 4 bis, of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 7 septies bis, lid 5, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure onmiddellijk de maatregelen treffen waarin is voorzien in de artikelen 25 en 26 van de interimovereenkomst respectievelijk de artikelen 38 en 39 van de stabilisatie- en associatieovereenkomst. Indien een lidstaat een verzoek voorlegt aan de Commissie, beslist deze hierover binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek.". |
8) |
In artikel 7 sexies wordt lid 1 vervangen door: "1. Praktijken die het nemen van maatregelen op grond van artikel 33 van de interimovereenkomst of later artikel 69 van de stabilisatie- en associatieovereenkomst kunnen rechtvaardigen, worden door de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat onderzocht, waarna de Commissie besluit of die praktijken in overeenstemming zijn met de overeenkomst. In voorkomend geval neemt zij vrijwaringsmaatregelen volgens de in artikel 7 septies bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure, behalve in geval van steun waarop Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (18) van toepassing is; in dat geval worden maatregelen genomen in overeenstemming met de in die verordening omschreven procedures. Maatregelen mogen uitsluitend worden genomen met inachtneming van de in artikel 33, lid 5, van de interimovereenkomst of later artikel 69, lid 5, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst bepaalde voorwaarden. |
9) |
Artikel 7 septies wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 7 septies bis Comitéprocedure
|
-
9.Verordening (EG) nr. 427/2003
Wat Verordening (EG) nr. 427/2003 betreft, moet de Commissie de bevoegdheid worden toegekend gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), teneinde bijlage I bij die verordening te kunnen wijzigen.
Teneinde de bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 427/2003, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van wijzigingen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 625/2009, om landen te schrappen in de lijst van de in die bijlage genoemde derde landen wanneer die landen lid worden van de WTO. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
Daarnaast moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de maatregelen vast te stellen die nodig zijn voor de uitvoering van die verordening overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure dient te worden toegepast voor de vaststelling van toezicht- en voorlopige maatregelen de raadplegingsprocedure wordt gevolgd, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen vaststellen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 427/2003 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door: "4. Wanneer het duidelijk is dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden en eventueel overleg op grond van lid 3 niet tot een voor beide partijen bevredigende oplossing heeft geleid, maakt de Commissie dit bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten dat het nodig is deze procedure in te leiden.". |
2) |
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 8 wordt vervangen door: "Artikel 8 Beëindiging zonder maatregelen Indien bilaterale vrijwaringsmaatregelen onnodig worden geacht, wordt het onderzoek of de onderzoeksprocedure beëindigd volgens de in artikel 15, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
4) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
In artikel 12 worden de leden 3 en 4 vervangen door: "3. Gedurende de tijd dat een vrijwaringsmaatregel van kracht is, kan de Commissie hetzij op verzoek van een lidstaat of op initiatief van de Commissie, de gevolgen van de maatregel onderzoeken en nagaan of deze nog moet worden toegepast. Indien de Commissie van oordeel is dat de maatregel nog moet worden toegepast, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis.
|
6) |
Artikel 14, lid 4, wordt vervangen door: "4. Als het in het belang van de Unie is, mogen maatregelen die op grond van deze verordening zijn vastgesteld, bij volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure genomen besluit van de Commissie, voor een periode van negen maanden worden geschorst. De Commissie kan volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure, besluiten de schorsing met ten hoogste één jaar te verlengen.". |
7) |
De volgende artikelen worden ingevoegd: "Artikel 14 bis Toekenning van bevoegdheden De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 14 ter van deze verordening ten aanzien van wijzigingen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 625/2009 van de Raad (23), om landen te schrappen in de lijst van de in die bijlage genoemde derde landen wanneer die landen lid worden van de WTO. Artikel 14 ter Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
|
8) |
Artikel 15 wordt vervangen door: "Artikel 15 Comitéprocedure
|
9) |
Artikel 17, lid 5, wordt vervangen door: "5. De Commissie en de lidstaten, inclusief de functionarissen van beide, maken zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die ze heeft verstrekt, geen gegevens bekend die zij ingevolge deze verordening hebben verkregen en waarvoor die persoon om een vertrouwelijke behandeling heeft verzocht. Informatie die tussen de Commissie en de lidstaten wordt uitgewisseld of die verband houdt met het overleg op grond van artikel 12 of met het overleg zoals bedoeld in artikel 5, lid 3, en artikel 9, lid 1, of interne documenten die door de autoriteiten van de Unie of van de lidstaten zijn opgesteld, worden, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald, niet bekendgemaakt.". |
10) |
In artikel 18, lid 4, wordt de laatste zin vervangen door: "Deze mededeling doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie daarna neemt, maar indien een dergelijk besluit op andere feiten en overwegingen zijn gebaseerd, worden die zo spoedig mogelijk medegedeeld.". |
11) |
In artikel 19 worden de leden 5 en 6 vervangen door: "5. De Commissie onderzoekt de informatie die op passende wijze is verstrekt, en gaat na of deze representatief is. Het resultaat van dit onderzoek, tezamen met een oordeel over de waarde van de informatie, wordt aan het comité voorgelegd als onderdeel van de overeenkomstig artikel 9 van deze verordening ingediende ontwerpmaatregel. De in het comité tot uiting gebrachte standpunten worden door de Commissie in aanmerking genomen onder de in Verordening (EU) nr. 182/2011 genoemde voorwaarden.
|
12) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 19 bis Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (26), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
13) |
In artikel 22 wordt lid 3 geschrapt. |
-
10.Verordening (EG) nr. 452/2003
Wat Verordening (EG) nr. 452/2003 betreft, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging ervan te waarborgen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 452/2003 als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 1, lid 1, wordt de inleidende zin vervangen door: "1. Wanneer de Commissie van oordeel is dat een combinatie van antidumping- of antisubsidiemaatregelen en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van dezelfde ingevoerde producten een groter effect zou kunnen sorteren dan voor de doeleinden van de handelsbescherming van de Unie wenselijk is, dan kan zij volgens de in artikel 2 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, een of meer van de volgende maatregelen nemen die zij dienstig acht.". |
2) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 2 bis
|
-
11.Verordening (EG) nr. 673/2005
Wat Verordening (EG) nr. 673/2005 betreft, is de bevoegdheid tot intrekking van die verordening aan de Raad toegekend. Die bevoegdheid moet worden verwijderd, en op de intrekking van Verordening (EG) nr. 673/2005 moet artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn.
Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 673/2005 wordt derhalve geschrapt.
-
12.Verordening (EG) nr. 1236/2005
Wat Verordening (EG) nr. 1236/2005 betreft, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden toegekend gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), teneinde de bijlagen bij die verordening te wijzigen.
Teneinde de bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1236/2005, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van bijlagen I, II, III, IV en V bij deze verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgendat de desbetreffende documenten tijdig en op gepast wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1236/2005 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 12 wordt vervangen door: "Artikel 12 De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de bijlagen I, II, III, IV en V te wijzigen. De gegevens in bijlage I betreffende de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden gewijzigd op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.". |
2) |
Artikel 15 wordt geschrapt. |
3) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 15 bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
|
4) |
Artikel 16 wordt geschrapt. |
-
13.Verordening (EG) nr. 1616/2006
Wat Verordening (EG) nr. 1616/2006 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de interimovereenkomst en van de stabilisatie- en associatieovereenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwarings- en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 26, lid 4, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39, lid 4, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1616/2006 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 Concessies voor vis en visserijproducten De bepalingen inzake de toepassing van artikel 15, lid 1, van de Interimovereenkomst en in een later stadium artikel 28, lid 1, van de SAO, betreffende tariefcontingenten voor vis en visserijproducten, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
2) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4 Technische aanpassingen Wijzigingen en technische aanpassingen van bepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden wanneer die noodzakelijk zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of vanwege de sluiting van nieuwe preferentiële overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere rechtsinstrumenten die door de Unie en de Republiek Albanië worden gesloten, vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
Artikel 5 wordt vervangen door: "Artikel 5 Algemene vrijwaringsclausule Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 25 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 38 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij anders bepaald in artikel 25 van de Interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 38 van de SAO.". |
4) |
Artikel 6 wordt vervangen door: "Artikel 6 Tekortclausule Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 26 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 39 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
5) |
In artikel 7 worden de derde tot en met de vijfde alinea vervangen door: "De Commissie neemt deze maatregelen volgens de in artikel 8 bis, lid 3, of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 8 bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
6) |
Artikel 8, lid 2, wordt vervangen door: "2. De Commissie neemt deze maatregelen volgens de in artikel 8 bis, lid 3, of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 8 bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
7) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 8 bis Comitéprocedure
|
8) |
In artikel 11 wordt de derde alinea vervangen door: "De Commissie kan, volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, de preferentiële behandeling van producten bedoeld in artikel 30, lid 4, van de Interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 43, lid 4, van de SAO, tijdelijk schorsen.". |
9) |
Artikel 12 wordt geschrapt. |
-
14.Verordening (EG) nr. 1528/2007
Wat Verordening (EG) nr. 1528/2007 betreft, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden toegekend om de maatregelen vast te stellen die nodig zijn voor de uitvoering ervan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure moet worden toegepepast om de behandeling te schorsen, gelet op de aard van deze schorsingen. De raadplegingsprocedure moet ook worden gevolgd voor de vaststelling van toezicht- en voorlopige maatregelen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen vaststellen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1528/2007 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 6, lid 3, wordt vervangen door: "3. De nadere voorschriften voor de toepassing van de in lid 2 van dit artikel bedoelde tariefcontingenten worden vastgesteld volgens de in artikel 21, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
Artikel 7, lid 4, wordt vervangen door: "4. De nadere voorschriften voor de toepassing van de in dit artikel bedoelde tariefcontingenten en voor de verdeling ervan tussen de regio's worden vastgesteld volgens de in artikel 21, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
4) |
Artikel 9, lid 5, wordt vervangen door: "5. De Commissie stelt nadere voorschriften voor de onderverdeling van de in lid 1 bedoelde hoeveelheden en voor het beheer van het in de leden 1, 3 en 4 van dit artikel bedoelde systeem, en schorsingsbesluiten vast volgens de in artikel 21, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
5) |
Artikel 10, lid 4, wordt vervangen door: "4. De Commissie stelt nadere voorschriften voor het beheer van dit systeem, en schorsingsbesluiten vast volgens de in artikel 21, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
6) |
In artikel 14 worden de leden 3 en 4 vervangen door: "3. Wanneer duidelijk is dat er voldoende bewijsmateriaal is om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen, maakt de Commissie daartoe een bericht bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. De procedure wordt ingeleid binnen een maand na de datum van ontvangst van de kennisgeving door een lidstaat. De Commissie verstrekt de lidstaten informatie betreffende haar onderzoek normaliter binnen 21 dagen nadat de informatie aan de Commissie was verstrekt.
|
7) |
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 17 wordt vervangen door: "Artikel 17 Beëindiging van het onderzoek en de procedure zonder maatregelen Wanneer het onnodig wordt geacht bilaterale vrijwaringsmaatregelen te nemen, worden het onderzoek en de onderzoeksprocedure beëindigd volgens de in artikel 21, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
9) |
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
Artikel 20, lid 2, wordt vervangen door: "2. Het besluit om de invoer van een product onder toezicht te plaatsen, wordt door de Commissie genomen volgens de in artikel 21, lid 4, bedoelde raadplegingsprocedure.". |
11) |
Artikel 21 wordt vervangen door: "Artikel 21 Comitéprocedure
|
12) |
Artikel 24 wordt geschrapt. |
13) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 24 ter Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (36), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
15.Verordening (EG) nr. 140/2008
Wat Verordening (EG) nr. 140/2008 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de interimovereenkomst en van de stabilisatie- en associatieovereenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwarings- en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 26, lid 5, onder b), en artikel 27, lid 4, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 41, lid 5, onder b), en artikel 42, lid 4, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 140/2008 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 Concessies voor vis en visserijproducten De bepalingen inzake de toepassing van artikel 14 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 29 van de SAO, betreffende tariefcontingenten voor vis en visserijproducten, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
2) |
De artikelen 4, 5 en 6 worden vervangen door: "Artikel 4 Technische aanpassingen Wijzigingen en technische aanpassingen van bepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden wanneer die noodzakelijk zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of vanwege de sluiting van nieuwe preferentiële overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere rechtsinstrumenten die door de Unie en Montenegro worden gesloten, vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Artikel 5 Algemene vrijwaringsclausule Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 26 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 41 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij anders bepaald in artikel 26 van de Interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 41 van de SAO. Artikel 6 Tekortclausule Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 27 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 42 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
In artikel 7 worden de derde tot en met de vijfde alinea vervangen door: "De Commissie neemt deze maatregelen volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. In dringende gevallen is artikel 8 bis, lid 4, van toepassing.". |
4) |
Artikel 8, lid 2, wordt vervangen door: "2. De Commissie neemt deze maatregelen volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. In dringende gevallen is artikel 8 bis, lid 4, van toepassing.". |
5) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 8 bis Comitéprocedure
|
6) |
In artikel 11 wordt de derde alinea vervangen door: "De Commissie kan, volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, de preferentiële behandeling van producten bedoeld in artikel 31, lid 4, van de Interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 46, lid 4, van de SAO, tijdelijk schorsen.". |
7) |
Artikel 12 wordt geschrapt. |
-
16.Verordening (EG) nr. 55/2008
Wat Verordening (EG) nr. 55/2008 betreft, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging ervan te waarborgen. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure moet worden gevolgd voor de vaststelling van toezicht- en voorlopige maatregelen en de tijdelijke schorsing van de preferentiële behandeling, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen vaststellen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 55/2008 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3, lid 3, wordt vervangen door: "3. Onverminderd de overige bepalingen van deze verordening, en met name artikel 10, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen passende maatregelen nemen indien de invoer van landbouwproducten een ernstige verstoring van de markten van de Unie en de regulerende mechanismen daarvan veroorzaakt. Dergelijke uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11 bis, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
2) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4 Toepassing van de tariefcontingenten voor zuivelproducten Nadere regels voor de toepassing van de tariefcontingenten voor de posten 0401 tot en met 0406 worden door de Commissie vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. Dergelijkeuitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 11 bis, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
Artikel 8 wordt geschrapt. |
4) |
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 11 bis Comitéprocedure
|
7) |
In artikel 12 wordt de tweede alinea vervangen door: "2. Indien Moldavië zich niet houdt aan de oorsprongsregels of de in artikel 2 voorgeschreven administratieve samenwerking voor voornoemde hoofdstukken 17, 18, 19 en 21 niet verleent, of indien de invoer van producten uit deze hoofdstukken met toepassing van de preferentiële regelingen krachtens deze verordening de gebruikelijke uitvoerniveaus door Moldavië aanzienlijk overschrijdt, worden er volgens de in artikel 11 bis, lid 5, bedoelde onderzoeksprocedure passende maatregelen getroffen.". |
-
17.Verordening (EG) nr. 594/2008
Wat Verordening (EG) nr. 594/2008 betreft, vereist de uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de interimovereenkomst en van de stabilisatie- en associatieovereenkomst eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwarings- en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 24, lid 5, onder b), en artikel 25, lid 4, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39, lid 5, onder b), en artikel 40, lid 4, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst, om dwingende redenen van urgentie vereist is.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 594/2008 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 Concessies voor vis en visserijproducten De bepalingen inzake de toepassing van artikel 13 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 28 van de SAO, betreffende tariefcontingenten voor vis en visserijproducten, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.". |
2) |
De artikelen 4, 5 en 6 worden vervangen door: "Artikel 4 Technische aanpassingen Wijzigingen en technische aanpassingen van bepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden wanneer die noodzakelijk zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of vanwege de sluiting van nieuwe preferentiële overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere rechtsinstrumenten die door de Unie en Bosnië en Herzegovina worden gesloten, vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure. Artikel 5 Algemene vrijwaringsclausule Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 24 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 39 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij anders bepaald in artikel 24 van de Interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 39 van de SAO. Artikel 6 Tekortclausule Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 25 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 40 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 8 bis, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
3) |
In artikel 7 worden de leden 3, 4 en 5 vervangen door: "De Commissie stelt deze maatregelen vast volgens de in artikel 8 bis, lid 3, of, in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 8 bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
4) |
Artikel 8, lid 2, wordt vervangen door: "2. De Commissie stelt deze maatregelen vast volgens de in artikel 8 bis, lid 3, of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 8 bis, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
5) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 8 bis Comitéprocedure
|
6) |
In artikel 11 wordt de derde alinea vervangen door: "De Commissie kan, volgens de in artikel 8 bis, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, de preferentiële behandeling van producten bedoeld in artikel 29, lid 4, van de Interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 44, lid 4, van de SAO, tijdelijk schorsen.". |
7) |
Artikel 12 wordt geschrapt. |
-
18.Verordening (EG) nr. 597/2009
Wat Verordening (EG) nr. 597/2009 betreft, vereist de uitvoering ervan eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van voorlopige en definitieve heffingen, en voor het beëindigen van een onderzoek zonder maatregelen. De Commissie moet deze maatregelen vaststellen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van voorlopige maatregelen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve maatregelen. De raadplegingsprocedure moet ook worden gevolgd voor de aanvaarding van verbintenissen, het al dan niet openen van nieuwe onderzoeken in verband met het vervallen van de maatregelen, de schorsing van maatregelen, de verlenging van de schorsing van maatregelen en de wederinvoering van dergelijke maatregelen, gelet op de effecten van de genoemde maatregelen in vergelijking met de definitieve maatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen vaststellen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 597/2009 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 10, lid 8, wordt vervangen door: "8. Indien de Commissie, in bijzondere omstandigheden, besluit een onderzoek te openen zonder dat zij een schriftelijke klacht van of namens de bedrijfstak van de Unie om tot opening van een onderzoek over te gaan, heeft ontvangen, geschiedt zulks aan de hand van voldoende bewijsmateriaal betreffende het bestaan van tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies, van schade en van oorzakelijk verband als bedoeld in lid 2, om de opening van een dergelijk onderzoek te rechtvaardigen. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten dat het nodig is dit onderzoek te openen.". |
2) |
Artikel 10, lid 11, wordt vervangen door: "11. Wanneer duidelijk is dat er voldoende bewijsmateriaal is om inleiding van een procedure te rechtvaardigen, gaat de Commissie binnen 45 dagen na de datum van indiening van de de klacht, daartoe over en maakt zij dit bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Wanneer onvoldoende bewijsmateriaal is ingediend, wordt de klager daarvan in kennis gesteld binnen 45 dagen na de datum waarop de klacht bij de Commissie is ingediend. De Commissie verstrekt de lidstaten informatie betreffende haar onderzoek van de klacht normaliter binnen 21 dagen nadat de klacht bij de Commissie is ingediend.". |
3) |
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Artikel 14, lid 2, wordt vervangen door: "2. Wanneer blijkt dat beschermende maatregelen onnodig zijn wordt het onderzoek of de procedure beëindigd. De Commissie beëindigt het onderzoek volgens de in artikel 25, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
6) |
Artikel 15, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
In artikel 16, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door: "2. Wanneer een voorlopig recht is toegepast en uit de definitief vastgestelde feiten het bestaan blijkt van subsidies die tot compenserende maatregelen aanleiding kunnen geven en van schade, besluit de Commissie, ongeacht of al dan niet een definitief compenserend recht dient te worden ingesteld, welk deel van het voorlopige recht definitief dient te worden ingevorderd.". |
8) |
In artikel 20 wordt de tweede alinea vervangen door: "Alvorens een dergelijk nieuw onderzoek wordt geopend, worden de producenten in de Unie in de gelegenheid gesteld commentaar te leveren.". |
9) |
In artikel 21, lid 4, wordt de eerste alinea vervangen door: "4. De Commissie besluit of en in hoeverre het verzoek wordt ingewilligd en kan te allen tijde besluiten een tussentijds nieuw onderzoek te openen; op basis van de informatie die bij dit nieuwe onderzoek, dat wordt uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen die op dergelijke onderzoeken van toepassing zijn, wordt verkregen en de conclusies die eruit worden getrokken, wordt bepaald of en in hoeverre terugbetaling gerechtvaardigd is.". |
10) |
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
|
11) |
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) |
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
|
13) |
Artikel 25 wordt vervangen door: "Artikel 25 Comitéprocedure
|
14) |
Artikel 29, lid 5, wordt vervangen door: "5. De Commissie en de lidstaten, inclusief de functionarissen van beide, maken zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die ze heeft verstrekt, geen gegevens bekend die zij ingevolge deze verordening hebben verkregen en waarvoor die persoon om een vertrouwelijke behandeling heeft verzocht. Informatie die tussen de Commissie en de lidstaten wordt uitgewisseld of interne documenten die door de autoriteiten van de Unie of van de lidstaten zijn opgesteld, worden, behalve wanneer in deze verordening anders is bepaald, niet bekendgemaakt.". |
15) |
In artikel 30 worden de leden 4 en 5 vervangen door: "4. Definitieve mededeling geschiedt schriftelijk. Dit gebeurt met inachtneming van de verplichting tot bescherming van vertrouwelijke informatie zo spoedig mogelijk en normaal niet later dan één maand voordat de in de artikelen 14 of 15 bedoelde procedures worden ingeleid. Kan de Commissie bepaalde feiten of overwegingen op dat tijdstip niet mededelen, dan deelt zij die mede zodra dit mogelijk is. Deze mededeling doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie nadien mocht nemen, maar indien dergelijke besluiten op andere feiten en overwegingen zijn gebaseerd, worden die zo spoedig mogelijk medegedeeld.
|
16) |
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
|
17) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 33 bis Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009, informatie op over de uitvoering van deze verordening.". |
-
19.Verordening (EG) nr. 260/2009
Wat Verordening (EG) nr. 260/2009 betreft, vereist de uitvoering ervan eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van voorlopige en definitieve vrijwaringsmaatregelen, en voor het opleggen van maatregelen inzake voorafgaand toezicht. Deze maatregelen moeten door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.
De raadplegingsproceudre moet worden toegepast voor de vaststelling van toezicht- en voorlopige maatregelen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen vaststellen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 260/2009 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
2) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4
|
3) |
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 7, lid 2, wordt vervangen door: "2. Indien de Commissie binnen negen maanden na opening van het onderzoek tot de conclusie komt dat het niet nodig is dat de Unie toezicht- of vrijwaringsmaatregelen neemt, wordt het onderzoek binnen een maand afgesloten. De Commissie beëindigt het onderzoek volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.". |
5) |
Artikel 9, lid 2, wordt vervangen door: "2. De Commissie noch de lidstaten, inclusief de functionarissen van beide, mogen de gegevens van vertrouwelijke aard die zij op grond van deze verordening hebben ontvangen, of inlichtingen die op vertrouwelijke basis zijn verstrekt, bekendmaken zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die ze heeft verstrekt.". |
6) |
Artikel 11, lid 2, wordt vervangen door: "2. Het besluit toezicht in te stellen wordt door de Commissie genomen door middel van uitvoeringshandelingen, volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.". |
7) |
Artikel 13 wordt vervangen door: "Artikel 13 Wanneer de invoer van een product niet onder voorafgaand toezicht van de Unie is geplaatst, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 18, een toezicht instellen dat tot een of meer regio's van de Unie is beperkt. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten toezicht in te stellen.". |
8) |
In artikel 16 worden de leden 6 en 7 vervangen door: "6. Wanneer een lidstaat de Commissie verzoekt in te grijpen, neemt de Commissie binnen een termijn van vijf werkdagen na de datum van ontvangst van het verzoek een besluit overeenkomstig de in artikel 4, lid 3, of in spoedeisende gevallen, artikel 4, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
9) |
Artikel 17 wordt vervangen door: "Artikel 17 Wanneer de belangen van de Unie dit vereisen, kan de Commissie volgens de in artikel 4, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, en in overeenstemming met de in hoofdstuk III omschreven voorwaarden, maatregelen vaststellen om te voorkomen dat een product in dermate gestegen hoeveelheden en/of op zodanige voorwaarden in de Unie wordt ingevoerd dat de producenten in de Unie van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten hierdoor ernstige schade lijden of dreigen te lijden. Artikel 16, leden 2 tot en met 5, zijn van toepassing.". |
10) |
Artikel 21 wordt vervangen door: "Artikel 21
Indien de Commissie van oordeel is dat de maatregel nog moet worden toegepast, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis.
Wanneer dit besluit betrekking heeft op regionale toezichtmaatregelen, is het van toepassing met ingang van de zesde dag volgende op die van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.". |
11) |
Artikel 23 wordt vervangen door: "Artikel 23 Indien de belangen van de Unie dit vereisen, kan de Commissie volgens de in artikel 4, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, passende maatregelen ter uitvoering van wetgevingshandelingen vaststellen, om ervoor te zorgen dat de Unie of al haar lidstaten op internationaal niveau hun rechten kunnen uitoefenen of hun verplichtingen kunnen nakomen, met name op het gebied van de handel in basisproducten.". |
12) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 23 bis Verslag De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (50), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
20.Verordening (EG) nr. 625/2009
Wat Verordening (EG) nr. 625/2009 betreft, vereist de uitvoering ervan eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van voorlopige en definitieve vrijwaringsmaatregelen, en voor het opleggen van maatregelen inzake voorafgaand toezicht. Deze maatregelen moeten door de Commissie worden vastegesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
De raadplegingsprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van toezicht- en voorlopige maatregelen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen vaststellen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 625/2009 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
2) |
Artikel 4 komt wordt vervangen door: "Artikel 4
|
3) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
In artikel 6, lid 2, wordt de eerste zin vervangen door: "2. Indien de Commissie binnen negen maanden na opening van het onderzoek tot de conclusie komt dat het niet nodig is dat de Unie toezicht- of vrijwaringsmaatregelen neemt, wordt het onderzoek binnen een maand afgesloten. De Commissie beëindigt het onderzoek volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.". |
5) |
Artikel 7, lid 2, wordt vervangen door: "2. De Commissie noch de lidstaten, inclusief de functionarissen van beide, mogen inlichtingen met een vertrouwelijk karakter die zij op grond van deze verordening hebben ontvangen, of inlichtingen die op vertrouwelijke basis zijn verstrekt, bekendmaken zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die ze heeft verstrekt.". |
6) |
In artikel 9 wordt het volgende lid ingevoegd: "1 bis. De beslissingen uit hoofde van lid 1 worden genomen door de Commissie volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.". |
7) |
In artikel 11 wordt het tweede streepje vervangen door:
|
8) |
Artikel 12 wordt vervangen door: "Artikel 12 Wanneer de invoer van een product niet onder voorafgaand toezicht van de Unie is geplaatst, kan de Commissie, door middel van uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure en overeenkomstig artikel 17, een toezicht instellen dat beperkt is tot één of meer regio's van de Unie.". |
9) |
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
Artikel 16, lid 1, wordt vervangen door: "1. De Commissie kan met name in de situatie bedoeld in artikel 15, lid 1, passende vrijwaringsmaatregelen nemen volgens de in artikel 4, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.". |
11) |
Artikel 18 wordt vervangen door: "Artikel 18
Indien de Commissie van oordeel is dat de maatregel nog moet worden toegepast, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis.
|
12) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 19 bis De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (53), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
21.Verordening (EG) nr. 1061/2009
Wat Verordening (EG) nr. 1061/2009 betreft, vereist de uitvoering ervan eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van voorlopige en definitieve vrijwaringsmaatregelen, en voor het opleggen van maatregelen inzake voorafgaand toezicht. Deze maatregelen moeten door de Commissie worden vastgesteldovereenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.
Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen nemen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1061/2009 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
2) |
Artikel 4 wordt vervangen door: "Artikel 4
|
3) |
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
In artikel 7, lid 1, wordt de inleidende zin vervangen door: "1. Wanneer de belangen van de Unie zulks vereisen, kan de Commissie volgens de onderzoeksprocedure van artikel 4, lid 2, de nodige maatregelen treffen:". |
5) |
Artikel 8 wordt vervangen door: "Artikel 8
Indien de Commissie van oordeel is dat de maatregel nog moet worden toegepast, stelt zij de lidstaten daarvan in kennis.
|
6) |
In artikel 9 wordt het eerste lid vervangen door: "Voor de producten van bijlage I zijn, tot het Europees Parlement en de Raad passende maatregelen vaststellen die voortvloeien uit de door de Unie of door alle lidstaten aangegane internationale verbintenissen, de lidstaten gerechtigd om, onverminderd de ter zake door de Unie vastgestelde voorschriften, de crisismechanismen in werking te stellen waardoor ten aanzien van derde landen verbintenissen in verband met de toewijzing van producten ten uitvoer worden gelegd welke zijn vastgesteld bij internationale overeenkomsten die zij vóór de inwerkingtreding van deze verordening hebben gesloten.". |
7) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 9 bis De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (56), informatie op over de uitvoering van deze verordening. |
-
22.Verordening (EG) nr. 1225/2009
Wat Verordening (EG) nr. 1225/2009 betreft, vereist de uitvoering ervan eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van voorlopige en definitieve heffingen, en voor het beëindigen van een onderzoek zonder maatregelen. Deze maatregelen moeten door de Commissie worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.
De raadplegingsprocedure moet worden toegepast voor de vaststelling van voorlopige maatregelen de raadplegingsprocedure wordt gevolgd, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve maatregelen. De raadplegingsprocedure moet ook worden toegepast voor de aanvaarding van verbintenissen, het al dan niet openen van nieuwe onderzoeken in verband met het vervallen van de maatregelen, de schorsing van maatregelen, de verlenging van de schorsing van maatregelen en de wederinvoering van maatregelen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen in vergelijking met de definitieve maatregelen. Als vertraging bij de oplegging van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen zou zijn, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke voorlopige maatregelen kunnen nemen.
Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1225/2009 als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2, lid 7, onder c), wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Artikel 10, lid 2, eerste zin, wordt vervangen door: "2. Wanneer een voorlopig recht is toegepast en uit de definitief vastgestelde feiten blijkt dat er sprake is van dumping en schade, beslist de Commissie, ongeacht of een definitief antidumpingrecht dient te worden ingesteld, welk deel van het voorlopige recht definitief dient te worden geïnd.". |
7) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
|
9) |
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
|
11) |
Artikel 15 wordt vervangen door: "Artikel 15 Comitéprocedure
|
12) |
Artikel 19, lid 5, wordt als volgt gewijzigd: "5. De Commissie en de lidstaten, inclusief de functionarissen van beide, maken zonder de uitdrukkelijke toestemming van de persoon die ze heeft verstrekt geen gegevens bekend die zij ingevolge deze verordening hebben verkregen en waarvoor die persoon om een vertrouwelijke behandeling heeft verzocht. Informatie die tussen de Commissie en de lidstaten wordt uitgewisseld of interne documenten die door de autoriteiten van de Unie of van de lidstaten zijn opgesteld, worden, behalve wanneer in deze verordening anders is bepaald, niet bekendgemaakt.". |
13) |
In artikel 20 worden de leden 4 en 5 vervangen door: "4. Definitieve mededeling geschiedt schriftelijk. Zij geschiedt, met inachtneming van de verplichting tot bescherming van vertrouwelijke gegevens, zo spoedig mogelijk en normaal uiterlijk één maand vóór de inleiding van de in artikel 9 bedoelde procedures. Kan de Commissie bepaalde feiten of overwegingen op dat tijdstip niet mededelen, dan deelt zij die mede zodra dit mogelijk is. Deze mededeling doet geen afbreuk aan besluiten die de Commissie nadien mocht nemen, maar indien dergelijke besluiten op andere feiten en overwegingen zijn gebaseerd, worden die zo spoedig mogelijk medegedeeld.
|
14) |
In artikel 21 worden de leden 4, 5 en 6 vervangen door: "4. Partijen die overeenkomstig lid 2 hebben gehandeld, kunnen over de toepassing van ingestelde voorlopige rechten opmerkingen maken. Om in aanmerking te worden genomen, moeten deze opmerkingen uiterlijk 25 dagen na de datum van toepassing van deze maatregelen zijn ontvangen. Deze opmerkingen, of passende samenvattingen daarvan, worden aan de andere partijen ter beschikking gesteld, die het recht hebben daarover opmerkingen te maken.
|
15) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 22 bis Verslag
|
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
-
Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).".
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).".
-
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 625/2009 van de Raad van 7 juli 2009 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 185 van 17.7.2009, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van 31.3.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
-
Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".
Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende artikel 15, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en artikel 25, lid 6, van Verordening (EG) nr. 597/2009
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn van oordeel dat de opneming van artikel 15, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en artikel 25, lid 6, van Verordening (EG) nr. 597/2009, uitsluitend gerechtvaardigd is op basis van de specifieke kenmerken van deze verordeningen voordat zij bij deze verordening zijn gewijzigd. Derhalve is het opnemen van een bepaling zoals die van beide artikelen, een uitzondering die beperkt blijft tot de twee genoemde verordeningen, en vormt dit geen precedent bij het opstellen van wetgeving in de toekomst.
Ter wille van de duidelijkheid worden er volgens het Europees Parlement, de Raad en de Commissie met artikel 15, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 en artikel 25, lid 6 van Verordening (EG) nr. 597/2009, geen besluitvormingsprocedures ingevoerd die verschillen van of een aanvulling vormen op die van Verordening (EU) nr. 182/2011.
Verklaring van de Raad over de toepassing van artikel 3, lid 4, en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 182/2011 in verband met de procedures betreffende antidumping en compenserende rechten overeenkomstig Verordeningen (EG) nr. 1225/2009 en (EG) nr. 597/2009
Wanneer een lidstaat overeenkomstig artikel 3, lid 4, en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 182/2011 een wijziging voorstelt met betrekking tot ontwerpmaatregelen inzake antidumping of compenserende rechten als voorzien in Verordeningen (EG) nr. 1225/2009 en (EG) nr. 597/2009 (de basisverordeningen),
a) |
zorgt hij ervoor dat de wijziging tijdig wordt ingediend, met inachtneming van de termijnen van de basisverordening, zodat de Commissie voldoende tijd wordt gegund om de nodige mededelingsprocedures te volgen en het voorstel op passende wijze grondig te onderzoeken, en het comité elk wijzigingsvoorstel voor een maatregel kan bespreken; |
b) |
zorgt hij ervoor dat het wijzigingsvoorstel spoort met de basisverordening zoals die is uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, en in overeenstemming met internationale verplichtingen is; |
c) |
legt hij een schriftelijke motivering voor die minstens aangeeft hoe het wijzigings-voorstel zich verhoudt ten aanzien van de basisverordening en ten aanzien van de feiten die in het onderzoek zijn vastgesteld; deze motivering kan vergezeld gaan van andere ondersteunende argumenten die de indienende lidstaat zinvol acht. |
Verklaring van de Commissie in verband met de procedures betreffende antidumping en compenserende rechten overeenkomstig Verordeningen (EG) nr. 1225/2009 en (EG) nr. 597/2009
De Commissie onderkent dat het van belang is dat lidstaten de in Verordeningen (EG) nr. 1225/2009 en (EG) nr. 597/2009 bedoelde informatie ontvangen, zodat zij kunnen bijdragen aan volledig doordachte besluiten, en zal om die doelstelling te verwezenlijken dienovereenkomstig handelen.
* * *
Om misverstanden te vermijden, verstaat de Commissie onder de raadplegingen van artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) nr. 182/2011, dat zij, behoudens in zeer spoedeisende gevallen, het standpunt van de lidstaten moet vragen voordat zij voorlopige maatregelen inzake antidumping of compenserende rechten vaststelt.
* * *
De Commissie zal ervoor zorgen dat zij daadwerkelijk alle aspecten van de procedures inzake antidumping en compenserende rechten van de Verordeningen (EG) 1225/2009 en (EG) nr. 597/2009 beheert, ook de mogelijkheid van lidstaten om wijzigingen voor te stellen, zodat de termijnen van de basisverordeningen en de daarin gecreëerde verplichtingen ten aanzien van geïnteresseerden geëerbiedigd worden, en de definitief voorgestelde maatregelen sporen met de door het onderzoek vastgestelde feiten en met de basisverordening zoals die door het Hof van Justitie van de Europese Unie is uitgelegd, en in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van de Unie.
Verklaring van de Commissie over codificatie
De vaststelling van Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek voor wat de procedures tot het nemen van bepaalde maatregelen betreft en Verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen zullen leiden tot een aanzienlijk aantal wijzigingen in de betrokken handelingen. Ter verbetering van de leesbaarheid van de betrokken handelingen zal de Commissie zo spoedig mogelijk na de vaststelling van beide handelingen en ten laatste voor 1 juni 2014, een codificatie ervan voorstellen.
Verklaring van de Commissie over gedelegeerde handelingen
In het kader van Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek voor wat de procedures tot het nemen van bepaalde maatregelen betreft en Verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen herinnert de Commissie aan haar toezegging in punt 15 van de kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie, namelijk dat zij in het kader van de voorbereiding van gedelegeerde handelingen het Parlement alle informatie en documentatie over haar bijeenkomsten met nationale deskundigen zal verstrekken.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.