Uitvoeringsverordening 2014/184 - Vaststelling krachtens Verordening 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, van de voorwaarden voor het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie en tot vaststelling krachtens Verordening 1299/2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” , van de nomenclatuur van de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”

1.

Wettekst

27.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 57/7

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 184/2014 VAN DE COMMISSIE

van 25 februari 2014

tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, van de voorwaarden voor het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling tussen de lidstaten en de Commissie en tot vaststelling krachtens Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”, van de nomenclatuur van de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 74, lid 4,

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (2), en met name artikel 8, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De bepalingen in deze verordening zijn nauw met elkaar verbonden, aangezien zij allemaal betrekking hebben op aspecten die nodig zijn voor de voorbereiding van operationele programma’s in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” en in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”. Teneinde te zorgen voor samenhang tussen deze bepalingen, die tegelijkertijd in werking moeten treden, en een brede visie en compacte toegang daartoe te faciliteren voor alle ingezetenen van de Unie, is het wenselijk in deze uitvoeringshandeling bepalingen op te nemen betreffende de categorieën steunverlening voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”, aangezien de procedure met betrekking tot de raadpleging van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen dat is opgericht bij artikel 150, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 hetzelfde is als voor de andere bepalingen waarop deze uitvoeringshandeling van toepassing is, terwijl de categorieën steunverlening voor de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” onder een andere procedure vallen.

 

(2)

Krachtens artikel 74, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt voor alle officiële uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling gebruikt. Daarom is het nodig de voorwaarden vast te stellen waaraan dat systeem voor elektronische gegevensuitwisseling moet voldoen.

 

(3)

De voorzieningen voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie moeten worden beschouwd als verschillend van de voorzieningen die zijn vastgesteld voor de uitwisseling van informatie tussen de begunstigden en de desbetreffende autoriteiten op grond van artikel 122, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en die onder een andere uitvoeringshandeling vallen. Teneinde te zorgen voor een betere kwaliteit van de informatie over de uitvoering van de operationele programma’s, een betere bruikbaarheid van het systeem en vereenvoudiging, is het nodig basisvoorwaarden te specificeren voor de vorm en het toepassingsgebied van de uit te wisselen informatie.

 

(4)

Het is noodzakelijk de beginselen te specificeren, alsmede de toepasselijke regels voor de werking van het systeem met betrekking tot de identificatie van de partij die verantwoordelijk is voor het uploaden van de documenten en de eventuele aanvullingen daarop.

 

(5)

Teneinde te zorgen voor een vermindering van de administratieve last voor de lidstaten en de Commissie, en tegelijkertijd de efficiënte en effectieve elektronische uitwisseling van informatie te waarborgen, is het nodig de technische kenmerken van het systeem vast te leggen.

 

(6)

De lidstaten en de Commissie moeten ook de mogelijkheid hebben gegevens op twee verschillende, nader te specificeren manieren te coderen en te verzenden. Ook is het noodzakelijk regels vast te stellen om ervoor te zorgen dat zowel de lidstaten als de Commissie over alternatieve manieren beschikken om informatie uit te wisselen als het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling door overmacht niet gebruikt kan worden.

 

(7)

De lidstaten en de Commissie moeten ervoor zorgen dat de overdracht van de gegevens via het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling plaatsvindt op een beveiligde wijze die zorgt voor de beschikbaarheid, integriteit, authenticiteit, vertrouwelijkheid en onweerlegbaarheid van informatie. Daarom moeten er veiligheidsvoorschriften worden vastgesteld.

 

(8)

Deze verordening moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet daarom worden toegepast in overeenstemming met deze rechten en beginselen. Op door de lidstaten verwerkte persoonsgegevens is Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) van toepassing. Op de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Unie en het vrije verkeer van die gegevens is Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4) van toepassing.

 

(9)

Overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013 is het noodzakelijk gemeenschappelijke categorieën te specificeren voor de steunverlening in programma’s in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”, teneinde de lidstaten in staat te stellen de Commissie consistente informatie over het geprogrammeerde gebruik van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) te verstrekken, alsmede informatie over de cumulatieve toewijzing en de uitgaven van het EFRO per categorie en het aantal acties gedurende de looptijd van een programma. Dit is om de Commissie in staat te stellen de andere EU-instellingen en de burgers van de Unie op passende wijze te informeren over het gebruik van het EFRO.

 

(10)

Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met artikel 150, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, aangezien het bij artikel 150, lid 1, van de verordening ingestelde Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen een advies heeft uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot de ESI-fondsen

SYSTEEM VOOR ELEKTRONISCHE GEGEVENSUITWISSELING

(Bevoegdheid overeenkomstig artikel 74, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

Artikel 1

Instelling van een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling

De Commissie stelt een systeem voor elektronische gegevensuitwisseling in voor alle officiële uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie.

Artikel 2

Inhoud van het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling

  • 1. 
    Het systeem voor elektronische gegevensuitwisseling (hierna „het SFC2014”) bevat ten minste de informatie die is omschreven in de modellen, formats en templates die zijn vastgesteld in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1303/2013, Verordening (EU) nr. 1299/2013, Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) en de toekomstige rechtshandeling van de Unie tot vaststelling van de voorwaarden voor financiële steun voor het maritieme en visserijbeleid voor de programmeringsperiode 2014-2020 („de EFMZV-verordening”).
  • 2. 
    De gegevens die worden verstrekt via de in het SFC2014 ingebedde elektronische formulieren (hierna „gestructureerde gegevens” genoemd) mogen niet door niet-gestructureerde gegevens worden vervangen, met inbegrip van het gebruik van hyperlinks of andere niet-gestructureerde gegevens zoals bijvoeging van documenten of afbeeldingen. Wanneer een lidstaat dezelfde informatie in de vorm van gestructureerde gegevens en niet-gestructureerde gegevens verzendt, worden de gestructureerde gegevens gebruikt in het geval van inconsistenties.

Artikel 3

Werking van het SFC2014

  • 1. 
    De Commissie, de door de lidstaat krachtens artikel 59, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6), artikel 123 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 65, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 aangewezen autoriteiten, alsmede de instanties waaraan taken van die autoriteiten zijn gedelegeerd, voeren in het SFC2014 de informatie in waarvoor zij de verantwoordelijkheid voor verzending hebben, alsmede eventuele aanvullingen daarop.
  • 2. 
    Elke informatieoverdracht aan de Commissie wordt geverifieerd en ingediend door een andere persoon dan degene die de gegevens voor die verzending heeft ingevoerd. Deze scheiding van taken wordt ondersteund door het SFC2014 of door de informatiesystemen voor beheer en controle van de lidstaat die automatisch verbinding maken met het SFC2014.
  • 3. 
    De lidstaten wijzen op nationaal of regionaal niveau of op zowel nationaal als regionaal niveau, een persoon of personen aan die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de toegang tot het SFC2014 en die:
 

a)

de gebruikers identificeren die om toegang vragen, waarbij moet worden gecontroleerd of zij inderdaad in dienst zijn van de organisatie;

 

b)

de gebruikers inlichten over hun verplichtingen om de veiligheid van het systeem te waarborgen;

 

c)

verifiëren of de gebruikers aanspraak kunnen maken op het vereiste privilegeniveau in verband met hun taken en hun hiërarchische positie;

 

d)

verzoeken om intrekking van de toegangsrechten, indien die toegangsrechten niet langer benodigd of gerechtvaardigd zijn;

 

e)

verdachte gebeurtenissen die de veiligheid van het systeem in gevaar kunnen brengen, snel melden;

 

f)

zorgen voor de voortdurende juistheid van de identificatiegegevens van de gebruikers door het melden van alle wijzigingen;

 

g)

de nodige voorzorgsmaatregelen nemen met betrekking tot bescherming van gegevens en bedrijfsvertrouwelijkheid in overeenstemming met de nationale en EU-voorschriften;

 

h)

de Commissie in kennis stellen van alle wijzigingen die invloed hebben op de capaciteit van de autoriteiten van de lidstaten of gebruikers van het SFC2014 om de in lid 1 bedoelde verplichtingen of hun persoonlijke capaciteit om de in de punten (a) tot en met (g) bedoelde verantwoordelijkheden uit te voeren.

  • 4. 
    De uitwisselingen van gegevens en verrichtingen dragen een verplichte elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad (7). De lidstaten en de Commissie erkennen de rechtsgeldigheid en toelaatbaarheid van de in het SFC2014 gebruikte elektronische handtekening als bewijs in gerechtelijke procedures.

Voor de via het SFC2014 verwerkte informatie wordt de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens voor personen en van bedrijfsvertrouwelijkheid voor rechtspersonen gewaarborgd in overeenstemming met Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en van de Raad (8), Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en van de Raad (9), Richtlijn 1995/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) en Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 4

Kenmerken van het SFC2014

Teneinde de efficiënte en effectieve elektronische uitwisseling van informatie te waarborgen heeft het SFC2014 de volgende kenmerken:

 

a)

interactieve formulieren of formulieren die reeds door het systeem zijn ingevuld op basis van eerder in het systeem geregistreerde gegevens;

 

b)

automatische berekeningen, wanneer deze de invoerinspanningen van gebruikers beperken.

 

c)

automatische ingebedde controles om de interne samenhang van de verstrekte gegevens en de consistentie van deze gegevens met de toepasselijke voorschriften te verifiëren;

 

d)

door het systeem gegenereerde signalen om de gebruikers van het SFC2014 te waarschuwen dat bepaalde acties al dan niet kunnen worden uitgevoerd;

 

e)

online tracering van de status van de behandeling van de in het systeem ingevoerde informatie;

 

f)

beschikbaarheid van historische gegevens betreffende alle ingevoerde gegevens voor een operationeel programma.

Artikel 5

Verzending van gegevens via het SFC2014

  • 1. 
    Het SFC2014 is voor de lidstaten en de Commissie rechtstreeks toegankelijk via een interactieve gebruikersinterface (d.w.z. een webtoepassing) of via een technische interface met vooraf vastgestelde protocollen (d.w.z. webdiensten) die een automatische synchronisatie en uitwisseling van gegevens tussen informatiesystemen van de lidstaten en het SFC2014 mogelijk maakt.
  • 2. 
    De datum van elektronische toezending van de informatie door de lidstaat aan de Commissie en vice versa wordt beschouwd als de datum van indiening van het desbetreffende document.
  • 3. 
    In geval van overmacht, een storing in het SFC2014 of het ontbreken van een verbinding met het SFC2014 die langer duurt dan één werkdag, in de laatste week vóór een voorgeschreven termijn voor de indiening van informatie of in de periode van 23 tot en met 31 december, of vijf werkdagen in andere omstandigheden, kan de uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en de Commissie in papieren vorm plaatsvinden, met gebruikmaking van de modellen, formats en templates als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening.

Wanneer de storing in het elektronisch uitwisselingssysteem is verholpen, de verbinding met dat systeem is hersteld of er een einde komt aan de oorzaak van overmacht, voert de betrokken partij onverwijld de informatie die reeds in papieren vorm is verzonden, tevens in het SFC2014 in.

  • 4. 
    In de in lid 3 bedoelde gevallen wordt de datum van het poststempel beschouwd als de datum van indiening van het desbetreffende document.

Artikel 6

Veiligheid van via het SFC2014 verzonden gegevens

  • 1. 
    De Commissie stelt een veiligheidsbeleid voor informatietechnologie (hierna „het SFC-IT-veiligheidsbeleid” genoemd) op voor het SFC2014, dat van toepassing is op personeel dat het SFC2014 gebruikt in overeenstemming met de desbetreffende voorschriften van de Unie, met name Besluit C(2006) 3602 van de Commissie (11) en de uitvoeringsbepalingen daarvan. De Commissie wijst een persoon of personen aan die verantwoordelijk is/zijn voor het vaststellen, het handhaven en het waarborgen van de correcte toepassing van het veiligheidsbeleid voor het SFC2014.
  • 2. 
    De lidstaten en Europese instellingen anders dan de Commissie die toegangsrechten tot het SFC2014 hebben gekregen, moeten voldoen aan de voorwaarden voor IT-veiligheid die zijn bekendgemaakt op het SFC2014-portaal en aan de maatregelen die de Commissie in het SFC2014 heeft genomen met het oog op de beveiliging van de verzending van gegevens, met name in verband met het gebruik van de technische interface als bedoeld in artikel 5, lid 1, van deze verordening.
  • 3. 
    De lidstaten en de Commissie voeren ter bescherming van de gegevens die zij hebben opgeslagen en via het SFC2014 hebben verzonden de vastgestelde veiligheidsmaatregelen uit en waarborgen de doeltreffendheid ervan,.
  • 4. 
    De lidstaten stellen een nationaal, regionaal of lokaal informatieveiligheidsbeleid vast dat de toegang tot het SFC2014 en de automatische invoer van gegevens daarin bestrijkt, waarmee een minimale reeks veiligheidseisen wordt gewaarborgd. Dit nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid kan verwijzen naar andere veiligheidsdocumenten. Elke lidstaat zorgt ervoor dat dit IT-veiligheidsbeleid geldt voor alle instanties die van het SFC2014 gebruikmaken.
  • 5. 
    Dit nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid omvat:
 

a)

de IT-veiligheidsaspecten van de werkzaamheden van de persoon of personen die verantwoordelijk is/zijn voor het beheer van de toegangsrechten als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze verordening, in geval van toepassing van rechtstreeks gebruik;

 

b)

de beveiligingsmaatregelen waarmee deze systemen kunnen worden afgestemd op beveiligingsvoorschriften van het SFC2014, als nationale, regionale of lokale computersystemen met het SFC2014 worden verbonden door middel van een technische interface als bedoeld in artikel 5, lid 1, van deze verordening.

Voor de toepassing van de eerste alinea, punt b), worden de volgende aspecten bestreken, indien van toepassing:

 

a)

fysieke beveiliging;

 

b)

controle van toegang en gegevensdragers;

 

c)

controle van opslag;

 

d)

toegangs- en wachtwoordcontrole;

 

e)

monitoring;

 

f)

koppeling met het SFC2014;

 

g)

communicatie-infrastructuur;

 

h)

personeelsbeheer vóór de aanvang van het dienstverband en tijdens en na het dienstverband;

 

i)

incidentbeheersing.

  • 6. 
    Dit nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid is gebaseerd op een risicobeoordeling en de beschreven maatregelen zijn evenredig met de vastgestelde risico’s.
  • 7. 
    De documenten waarin het nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid is uiteengezet worden desgevraagd aan de Commissie ter beschikking gesteld.
  • 8. 
    De lidstaten wijzen op nationaal of regionaal niveau een persoon of personen aan die verantwoordelijk is/zijn voor de handhaving en waarborging van de toepassing van het nationale, regionale of lokale IT-veiligheidsbeleid. Deze persoon of deze personen treedt/treden op als contactpunt voor de persoon of de personen die door de Commissie is/zijn aangewezen en waarnaar in artikel 6, lid 1, van deze verordening wordt verwezen.
  • 9. 
    Zowel het IT-veiligheidsbeleid van het SFC als het desbetreffende nationale, regionale en lokale IT-veiligheidsbeleid wordt bijgesteld in geval van technologische veranderingen, de vaststelling van nieuwe bedreigingen of andere relevante ontwikkelingen. Het wordt in ieder geval jaarlijks herzien om ervoor te zorgen dat het een passende reactie kan blijven bieden.

HOOFDSTUK II

Uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1299/2013

NOMENCLATUUR VAN DE CATEGORIEËN STEUNVERLENING

(Bevoegdheid overeenkomstig artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013)

Artikel 7

Categorieën steunverlening voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking”

De nomenclatuur van de categorieën steunverlening waarnaar in artikel 8, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1299/2013 wordt verwezen, is vastgelegd in de bijlage bij deze verordening.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALING

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (3) 
    Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de bescherming van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487–548).
  • (6) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
  • (7) 
    Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12).
  • (8) 
    Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.07.2002, blz. 37).
  • (9) 
    Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 11).
  • Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
  • Besluit C(2006) 3602 van de Commissie van 16 augustus 2006 betreffende de beveiliging van door de Europese Commissie gebruikte informatiesystemen.
 

BIJLAGE

Nomenclatuur voor de categorieën steunverlening van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking

TABEL 1:   CODES VOOR DE DIMENSIE STEUNVERLENINGSGEBIED

 
  • 1. 
    STEUNVERLENINGSGEBIED
  • I. 
    Productieve investeringen:

001

Algemene productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen („kmo's”)

002

Onderzoeks- en innovatieprocessen in grote bedrijven

003

Productieve investeringen in grote bedrijven die verband houden met de koolstofarme economie

004

Productieve investeringen die verband houden met de samenwerking tussen grote bedrijven en kmo's voor de ontwikkeling van producten en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie („ICT”), e-handel en de bevordering van de vraag naar ICT

II.   Infrastructuur voor de levering van basisdiensten en de daarmee verband houdende investeringen:

 

Energie-infrastructuur

005

Elektriciteit (opslag en transmissie)

006

Elektriciteit (TEN-E, opslag en transmissie)

007

Aardgas

008

Aardgas (TEN-E)

009

Hernieuwbare energie: wind

010

Hernieuwbare energie: zonne-energie

011

Hernieuwbare energie: biomassa

012

Andere vormen van hernieuwbare energie (met inbegrip van waterkracht en geothermische en mariene energie) en integratie van hernieuwbare energie (met inbegrip van opslag, gascentrales en de infrastructuur voor hernieuwbaar waterstof)

013

Renovatie ten behoeve van energie-efficiëntie van openbare infrastructuur, demonstratieprojecten en ondersteunende maatregelen

014

Renovatie ten behoeve van energie-efficiëntie van bestaande woningen, demonstratieprojecten en ondersteunende maatregelen

015

Intelligente energiedistributiesystemen op een laag en gemiddeld spanningsniveau (met inbegrip van intelligente netwerken en ICT-systemen)

016

Hoogefficiënte warmtekrachtkoppeling en stadsverwarming

 

Milieu-infrastructuur

017

Beheer van huishoudelijk afval (met inbegrip van minimalisering, sortering en recyclingmaatregelen)

018

Beheer van huishoudelijk afval (met inbegrip van biomechanische behandeling, thermische behandeling, verbranding en vuilstortmaatregelen)

019

Beheer van commercieel, industrieel of gevaarlijk afval

020

Drinkwatervoorziening (winning, behandeling, opslag en distributie-infrastructuur)

021

Waterbeheer en drinkwaterbehoud (met inbegrip van stroomgebiedbeheer, watervoorziening, specifieke maatregelen voor de aanpassing aan klimaatverandering, districts- en consumentenmeters, heffingssystemen en lekkagevermindering)

022

Behandeling van afvalwater

023

Milieumaatregelen die zijn gericht op het verminderen en/of het vermijden van de uitstoot van broeikasgassen (met inbegrip van de behandeling en de opslag van methaangas en compostering)

 

Vervoersinfrastructuur

024

Spoorwegen (TEN-T-kernnetwerk)

025

Spoorwegen (TEN-T, het uitgebreide netwerk)

026

Overige spoorwegen

027

Rollend spoorwegmaterieel

028

Autosnelwegen en wegen (TEN-T) — kernnetwerk (nieuwbouw)

029

Autosnelwegen en wegen (TEN-T) — uitgebreid netwerk (nieuwbouw)

030

Secundaire wegverbindingen naar het TEN-T-wegennet en knooppunten (nieuwbouw)

031

Overige nationale en regionale wegen (nieuwbouw)

032

Lokale toegangswegen (nieuwbouw)

033

Opnieuw aangelegde of verbeterde wegen (TEN-T)

034

Overige opnieuw aangelegde of verbeterde wegen (autowegen, nationaal, regionaal of lokaal)

035

Multimodaal vervoer (TEN-T)

036

Multimodaal vervoer

037

Luchthavens (TEN-T) (1)

038

Overige luchthavens (1)

039

Zeehavens (TEN-T)

040

Overige zeehavens

041

Binnenlandse waterwegen en havens (TEN-T)

042

Binnenlandse waterwegen en havens (regionaal en lokaal)

 

Duurzaam vervoer

043

Infrastructuur voor en bevordering van schoon stadsvervoer (met inbegrip van apparatuur en rollend materieel)

044

Intelligente vervoerssystemen (met inbegrip van de invoering van vraagbeheer, tolregelingen, IT-toezicht, -controle en -informatiesystemen)

 

Infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie (ICT)

045

ICT: backbone-/backhaul-netwerk

046

ICT: snel breedbandnet (toegang/aansluitnet; >/= 30 Mbps)

047

ICT: zeer snel breedbandnet (toegang/aansluitnet; >/= 100 Mbps)

048

ICT: andere soorten ICT-infrastructuur/grootschalige computervoorzieningen/apparatuur (met inbegrip van e-infrastructuur, datacentra en sensoren; ook wanneer geïntegreerd in andere infrastructuur zoals onderzoeksinstituten, milieu- en sociale infrastructuur)

III.   Sociale, gezondheids- en onderwijsinfrastructuur en de daarmee verband houdende investeringen:

049

Onderwijsinfrastructuur voor tertiair onderwijs

050

Onderwijsinfrastructuur voor beroepsonderwijs, opleidingen en volwassenenonderwijs

051

Onderwijsinfrastructuur voor beroepsonderwijs (lager en algemeen middelbaar onderwijs)

052

Infrastructuur voor onderwijs en opvang van jonge kinderen

053

Gezondheidsinfrastructuur

054

Huisvestingsinfrastructuur

055

Overige sociale infrastructuur die bijdraagt aan regionale en lokale ontwikkeling

IV.   Ontwikkeling van het eigen potentieel:

 

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

056

Investeringen in infrastructuur, capaciteit en uitrusting voor kmo's die rechtstreeks verband houden met onderzoek en innovatie

057

Investeringen in infrastructuur, capaciteit en uitrusting voor grote bedrijven die rechtstreeks verband houden met onderzoek en innovatie

058

Infrastructuur voor onderzoek en innovatie (met overheidssteun)

059

Infrastructuur voor onderzoek en innovatie (particulier, met inbegrip van wetenschapsparken)

060

Onderzoek en innovatie in openbare onderzoekscentra en kenniscentra, met inbegrip van netwerkvorming

061

Onderzoek en innovatie in particuliere onderzoekscentra, met inbegrip van netwerkvorming

062

Technologieoverdracht en samenwerking tussen universiteiten en bedrijven die voornamelijk ten goede komen aan kmo's

063

Clusterondersteuning en bedrijvennetwerken die voornamelijk ten goede komen aan kmo's

064

Onderzoeks- en innovatieprocessen in kmo's (met inbegrip van voucherprogramma's, processen, design, diensten en sociale innovatie)

065

Infrastructuur voor onderzoek en innovatie, overdracht van technologie en samenwerking in ondernemingen die zich toeleggen op de koolstofarme economie en op weerbaarheid tegen de klimaatverandering

 

Ontwikkeling van het bedrijfsleven

066

Geavanceerde ondersteunende diensten voor kmo’s en groepen van kmo’s (met inbegrip van beheer, marketing en design)

067

Zakelijke ontwikkeling van kmo's, ondersteuning van ondernemerschap en incubatie (met inbegrip van ondersteuning van voor spin-offs en spin-outs)

068

Energie-efficiëntie en demonstratieprojecten in kmo's en ondersteunende maatregelen

069

Ondersteuning van milieuvriendelijke productieprocessen en een efficiënt gebruik van hulpbronnen in kmo's

070

Bevordering van energie-efficiëntie in grote bedrijven

071

Ontwikkeling en bevordering van ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het aanbieden van diensten die bijdragen aan de koolstofarme economie en aan de weerbaarheid tegen de klimaatverandering (met inbegrip van steun aan dergelijke diensten)

072

Bedrijfsinfrastructuur voor kmo’s (met inbegrip van industriegebieden en locaties)

073

Ondersteuning van sociale ondernemingen (kmo’s)

074

Ontwikkeling en bevordering van toeristische voorzieningen in kmo's

075

Ontwikkeling en bevordering van toeristische diensten in of voor kmo's

076

Ontwikkeling en bevordering van cultureel en creatief vermogen in kmo's

077

Ontwikkeling en bevordering van culturele en creatieve diensten in of voor kmo's

 

Infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie (ICT) — stimulering van de vraag, toepassingen en diensten

078

Online-overheidsdiensten en -toepassingen (met inbegrip van e-aanbestedingen, ICT-maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van het openbaar bestuur, cyberveiligheid, maatregelen op het gebied van vertrouwen en privacy, e-justitie en e-democratie),

079

Toegang tot overheidsinformatie (met inbegrip van openbare beschikbare e-cultuur, digitale bibliotheken, e-inhoud en e-toerisme)

080

E-inclusie, e-toegankelijkheid, diensten en toepassingen voor e-leren en e-onderwijs, digitale geletterdheid

081

ICT-oplossingen om de uitdaging in verband met actief en gezond ouder worden aan te pakken en diensten en toepassingen op het gebied van e-gezondheidszorg (met inbegrip van e-zorg en „ambient assisted living”)

082

ICT-diensten en -toepassingen voor kmo's (met inbegrip van e-handel, elektronisch zakendoen en genetwerkte bedrijfsprocessen), levende laboratoria, internetondernemers en startende ondernemingen op het gebied van ICT)

 

Milieu

083

Maatregelen op het gebied van luchtkwaliteit

084

Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC)

085

Bescherming en verbetering van de biodiversiteit, natuurbescherming en groene infrastructuur

086

Bescherming, herstel en duurzaam gebruik van Natura 2000-gebieden

087

Maatregelen voor aanpassing aan klimaatverandering en preventie en beheer van aan het klimaat gerelateerde natuurlijke risico’s, bv. erosie, branden, overstromingen, stormen en droogte, met inbegrip van bewustmaking, burgerbescherming en rampenbestrijdingssystemen en -infrastructuren

088

Risicopreventie en -beheer van niet aan het klimaat gerelateerde natuurlijke risico’s (d.w.z. aardbevingen) en de risico’s in verband met menselijke activiteiten (bv. technologische ongevallen), met inbegrip van bewustmaking, burgerbescherming en rampenbestrijdingssystemen en -infrastructuren

089

Sanering van bedrijfsterreinen en verontreinigde grond

090

Fiets- en voetpaden

091

Ontwikkeling en bevordering van het toeristisch potentieel in natuurgebieden

092

Bescherming, ontwikkeling en bevordering van openbare toeristische voorzieningen

093

Ontwikkeling en bevordering van openbare toeristische diensten

094

Bescherming, ontwikkeling en bevordering van het openbare culturele en historische erfgoed

095

Ontwikkeling en bevordering van diensten op het gebied van cultuur en erfgoed

 

Overige

096

De institutionele capaciteit van de overheidsinstanties en de openbare diensten die betrokken zijn bij de uitvoering van het EFRO of maatregelen ter ondersteuning van initiatieven ten behoeve van de institutionele capaciteit van het ESF

097

Vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling in stedelijke en rurale gebieden

098

Ultraperifere gebieden: vergoeding van extra kosten als gevolg van ontsluitingsproblemen en territoriale versnippering

099

Ultraperifere gebieden: specifieke actie ter vergoeding van extra kosten als gevolg van marktfactoren die te maken hebben met de omvang van de gebieden

100

Ultraperifere gebieden: steun ter vergoeding van extra kosten als gevolg van klimaat en reliëf

101

Kruisfinanciering in het kader van het EFRO (ondersteuning van activiteiten van het type ESF die noodzakelijk zijn voor een goede tenuitvoerlegging van het EFRO-deel van de activiteit en er rechtstreeks verband mee houden)

  • V. 
    Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit:

102

Toegang tot werkgelegenheid voor werkzoekenden en niet-actieven, met inbegrip van langdurig werklozen en personen die ver van de arbeidsmarkt af staan, mede door middel van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

103

Duurzame integratie op de arbeidsmarkt van jongeren, met name jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, met inbegrip van jongeren die gevaar lopen sociaal buitengesloten te raken en jongeren uit gemarginaliseerde gemeenschappen, inclusief door de tenuitvoerlegging van de jongerengarantie

104

Werk als zelfstandige, ondernemerschap en oprichting van een eigen bedrijf, met inbegrip van innovatieve micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

105

Gelijkheid van vrouwen en mannen op alle gebieden, waaronder toegang tot arbeid, carrièrekansen, het combineren van werk en privéleven en het bevorderen van gelijke beloning voor gelijk werk

106

Aanpassing van werknemers, ondernemingen en ondernemers aan veranderingen

107

Actief en gezond ouder worden

108

Modernisering van de arbeidsmarktinstellingen zoals openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening en het beter inspelen op de behoeften van de arbeidsmarkt, waaronder door acties ter vergroting van de transnationale arbeidsmobiliteit alsmede door mobiliteitsregelingen en betere samenwerking tussen instellingen en relevante belanghebbenden

VI.   Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie:

109

Actieve inclusie, mede met het oog op bevordering van gelijke kansen en actieve participatie, en het verbeteren van de inzetbaarheid

110

Sociaaleconomische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma

111

Bestrijding van alle vormen van discriminatie en bevordering van gelijke kansen

112

Verbetering van de toegang tot betaalbare, duurzame en hoogwaardige diensten, waaronder gezondheidszorg en sociale diensten van algemeen belang

113

Bevordering van sociaal ondernemerschap en beroepsintegratie in sociale ondernemingen en de sociale en solidaire economie teneinde de toegang tot arbeid te vergemakkelijken

114

Vanuit de gemeenschap geleide strategieën voor lokale ontwikkeling

VII.   Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren:

115

Vermindering en voorkoming van de schooluitval en bevordering van de gelijke toegang tot hoogwaardige vroeg- en voorschools, lager en middelbaar onderwijs waaronder formele, niet-formele en informele leertrajecten om weer aansluiting te vinden bij onderwijs en opleiding

116

Verbetering van de kwaliteit, de doelmatigheid en de toegang tot het hoger en daarmee gelijkwaardig onderwijs met het oog op de verhoging van de participatieniveaus en de leerprestaties, met name voor achterstandsgroepen

117

Verbetering van gelijke toegang tot een leven lang leren voor alle leeftijdscategorieën in formele, niet-formele en informele settings, vergroting van de kennis, vaardigheden en competenties van de beroepsbevolking en bevordering van flexibele leertrajecten, onder meer door loopbaanbegeleiding en erkenning van verworven competenties

118

Verbetering van de arbeidsmarktrelevantie van de onderwijs- en opleidingsstelsels, vergemakkelijking van de aansluiting tussen onderwijs en werk en versterking van beroepsonderwijs- en beroepsopleidingssystemen en de kwaliteit ervan, onder meer door mechanismen voor het anticiperen op vaardigheden, aanpassing van leerplannen en invoering en ontwikkeling van stelsels van leren op de werkplek, waaronder stelsels voor duaal leren en regelingen voor leerlingschap

VIII.   Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en een doelmatig openbaar bestuur:

119

Investering in institutionele capaciteit en in de efficiëntie van de overheidsadministratie en overheidsdiensten op nationaal, regionaal en lokaal niveau met het oog op hervormingen, betere regelgeving en goed bestuur

120

Capaciteitsopbouw voor alle belanghebbenden die het beleid op het gebied van onderwijs, een leven lang leren, opleiding en werkgelegenheid en het sociaal beleid, onder meer via sectorale en territoriale pacten ten uitvoer leggen met het oog op hervormingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau

IX.   Technische ondersteuning:

121

Voorbereiding, uitvoering, toezicht en inspectie

122

Evaluatie en studies

123

Informatie en communicatie

TABEL 2:   CODES VOOR DE DIMENSIE FINANCIERINGSVORM

 
  • 2. 
    FINANCIERINGSVORM

01

Niet-terugvorderbare subsidie

02

Terugvorderbare subsidie

03

Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: risico- en aandelenkapitaal of vergelijkbaar

04

Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: krediet of vergelijkbaar

05

Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: onderpand of vergelijkbaar

06

Ondersteuning op grond van de financiële instrumenten: rentesubsidies, subsidies voor garantievergoedingen, technische ondersteuning of vergelijkbaar

07

Prijzengeld

TABEL 3:   CODES VOOR DE TERRITORIALE DIMENSIE

 
  • 3. 
    SOORT GEBIED

01

Grote stedelijke gebieden (dichtbevolkt > 50 000 inwoners)

02

Kleine stedelijke gebieden (middelhoge bevolkingsdichtheid > 5 000 inwoners)

03

Plattelandsgebieden (dunbevolkt)

04

Macroregionaal samenwerkingsgebied

05

Samenwerking tussen nationale of regionale programmagebieden in een nationale context

06

Transnationale samenwerking in het kader van het ESF

07

Niet van toepassing

TABEL 4:   CODES VOOR DE DIMENSIE TERRITORIALE VERSTREKKINGSMECHANISMEN

 
  • 4. 
    TERRITORIALE VERSTREKKINGSMECHANISMEN

01

Geïntegreerde territoriale investeringen — stedelijk

02

Overige geïntegreerde concepten voor een duurzame stedelijke ontwikkeling

03

Geïntegreerde territoriale investeringen — overige

04

Overige geïntegreerde concepten voor duurzame plattelandsontwikkeling

05

Overige geïntegreerde concepten voor een duurzame stads-/plattelandsontwikkeling

06

Vanuit de gemeenschap geleide initiatieven voor lokale ontwikkeling

07

Niet van toepassing

TABEL 5:   CODES VOOR DE DIMENSIE THEMATISCHE DOELSTELLING

 
  • 5. 
    THEMATISCHE DOELSTELLING (EFRO en het Cohesiefonds)

01

Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie

02

Verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van informatie- en communicatietechnologie

03

Vergroting van de concurrentiekracht van kleine en middelgrote ondernemingen

04

Ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken

05

Bevordering van de aanpassing aan de klimaatverandering, risicopreventie en -beheer

06

Bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen

07

Bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren

08

Bevordering van duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid en ondersteuning van arbeidsmobiliteit

09

Bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie

10

Investering in onderwijs, opleiding en beroepsopleiding voor vaardigheden en een leven lang leren

11

Vergroting van de institutionele capaciteit van overheidsinstanties en belanghebbenden en een doelmatig openbaar bestuur

12

Niet van toepassing (alleen technische ondersteuning)

TABEL 6:   CODES VOOR DE DIMENSIE ECONOMISCHE ACTIVITEIT

 
  • 6. 
    ECONOMISCHE ACTIVITEIT

01

Land- en bosbouw

02

Visserij en aquacultuur

03

Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken

04

Vervaardiging van textiel en textielproducten

05

Vervaardiging van transportmiddelen

06

Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten

07

Overige niet nader genoemde be- en verwerkende industrie

08

Bouw

09

Winning van delfstoffen (met inbegrip van winning van energiehoudende delfstoffen)

10

Elektriciteit, gas, stoom, warm water en airconditioning

11

Distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering

12

Vervoer en opslag

13

Informatie- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van telecommunicatie, dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, computerprogrammering, consultancy en aanverwante activiteiten

14

Groothandel en detailhandel

15

Toerisme, accommodatie en restauratie

16

Financiële activiteiten en verzekeringen

17

Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening

18

Openbaar bestuur

19

Onderwijs

20

Menselijke gezondheidszorg

21

Maatschappelijke dienstverlening en sociaal-culturele en persoonlijke diensten

22

Activiteiten in verband met het milieu en de klimaatverandering

23

Kunst, amusement, creatieve industrieën en recreatie

24

Overige niet nader genoemde diensten

TABEL 7:   CODES VOOR DE DIMENSIE PLAATS VAN UITVOERING

 
  • 7. 
    PLAATS (2)

Code

Plaats

 

Code van de regio of de zone waar de concrete actie is uitgevoerd, zoals vastgelegd in de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (2)

 

  • (1) 
    Beperkt tot investeringen gerelateerd aan milieubescherming of gepaard gaand met investeringen die nodig zijn om de negatieve gevolgen voor het milieu te matigen of te verminderen.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.