Besluit 2014/232 - Sluiting van het protocol met Gabon tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie, voorzien bij de visserijovereenkomst

1.

Wettekst

26.4.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 125/48

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 april 2014

betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en de Republiek Gabon overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij

(2014/232/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, juncto artikel 218, lid 6, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 16 april 2007 is de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Gabon en de Europese Gemeenschap (hierna „partnerschapsovereenkomst” genoemd) door de Raad goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 450/2007 (1).

 

(2)

De Unie heeft met de Republiek Gabon onderhandeld over een nieuw protocol waarbij aan EU-vaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Gabon de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden uitoefent.

 

(3)

Dit nieuwe protocol is ondertekend op grond van Besluit 2013/462/EU van de Raad (2) en wordt vanaf 24 juli 2013 (3) voorlopig toegepast.

 

(4)

Het nieuwe protocol dient te worden goedgekeurd.

 

(5)

Bij de partnerschapsovereenkomst is een gemengde commissie opgericht die is belast met het toezicht op de toepassing van deze overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te faciliteren, dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Gabon (hierna het „protocol” genoemd), wordt namens de Unie goedgekeurd (4).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 15 van het protocol bepaalde kennisgeving.

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage, is de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, wijzigingen van het protocol goed te keuren in de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 14 april 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    TSAFTARIS
 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 450/2007 van de Raad van 16 april 2007 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Gabon en de Europese Gemeenschap (PB L 109 van 26.4.2007, blz. 1).
  • (2) 
    Besluit 2013/462/EU van de Raad van 22 juli 2013 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het tussen de Europese Unie en de Republiek Gabon overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij (PB L 250 van 20.9.2013, blz. 1).
  • (3) 
    Informatie betreffende de datum van ondertekening van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Gabon (PB L 229 van 28.8.2013, blz. 1).
 

BIJLAGE

Reikwijdte van de machtiging en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

 

1.

De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Gabon te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, overeenstemming te bereiken over wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

 

a)

herziening van de vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 5 en artikel 6 van het protocol;

 

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van steun voor het sectorale visserijbeleid overeenkomstig artikel 3 van het protocol;

 

c)

technische specificaties en nadere bijzonderheden die overeenkomstig de bijlage bij het protocol onder de bevoegdheden van de gemengde commissie vallen.

 

2.

In de gemengde commissie die bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij is opgericht:

 

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid door de Unie worden nagestreefd;

 

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

 

3.

Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe wordt op basis van die informatie, en tijdig vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde Uniestandpunt toegezonden aan de Commissiediensten, aan de Raad of aan zijn voorbereidende instanties, met het oog op bespreking en goedkeuring.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen 20 dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naar gelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien er tijdens verdere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.