Verordening 2014/607 - Verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol bij de visserijovereenkomst met Sao Tomé en Principe tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

1.

Wettekst

7.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/27

 

VERORDENING (EU) Nr. 607/2014 VAN DE RAAD

van 19 mei 2014

betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 23 juli 2007 is de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe en de Europese Gemeenschap (hierna „partnerschapsovereenkomst” genoemd) door de Raad goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 894/2007 (1).

 

(2)

De Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe hebben onderhandeld over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft, en hebben dat protocol op 19 december 2013 geparafeerd.

 

(3)

Op 19 mei 2014 heeft de Raad Besluit 2014/334/EU (2) inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van het nieuwe protocol vastgesteld.

 

(4)

De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld voor de periode van toepassing van het protocol.

 

(5)

Als blijkt dat de visvergunningen of de vangstmogelijkheden die krachtens het nieuwe protocol aan de Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut, stelt de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (3). Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Deze termijn dient te worden vastgesteld.

 

(6)

Om de continuïteit van de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Unie te verzekeren, is in het nieuwe protocol bepaald dat het met ingang van de datum van ondertekening ervan voorlopig kan worden toegepast door elk van de partijen. Onderhavige verordening dient dus van toepassing te zijn met ingang van de datum van ondertekening van het nieuwe protocol,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld krachtens het tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij (hierna „het protocol” genoemd), worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
 

a)

vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

 

Spanje

  • 16. 
    vaartuigen

Frankrijk

  • 12. 
    vaartuigen
 

b)

vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

 

gedurende de eerste twee jaren dat het protocol van kracht is:

 

Spanje

4 vaartuigen

Portugal

2 vaartuigen

 

gedurende de laatste twee jaren dat het protocol van kracht is:

 

Spanje

5 vaartuigen

Portugal

1 vaartuig

  • 2. 
    Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd de partnerschapsovereenkomst.
  • 3. 
    Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.
  • 4. 
    De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten bevestigen dat zij niet volledig gebruikmaken van die toegewezen vangstmogelijkheden, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie hun meldt dat de vangstmogelijkheden niet volledig worden benut.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van ondertekening van het protocol.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 mei 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    TSAFTARIS
 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 894/2007 van de Raad van 23 juli 2007 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Democratische Republiek São Tomé e Príncipe en de Europese Gemeenschap (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 35).
  • (2) 
    Besluit 2014/334/EU van de Raad van 19 mei 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe en de Europese Unie (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.