Richtlijn 2014/82 - Wijziging van Richtlijn 2007/59/EG op het gebied van algemene vakkennis, medische eisen en vergunningsvereisten - Hoofdinhoud
25.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 184/11 |
RICHTLIJN 2014/82/EU VAN DE COMMISSIE
van 24 juni 2014
tot wijziging van Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad op het gebied van algemene vakkennis, medische eisen en vergunningsvereisten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (1), en met name artikel 31,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In bijlage II bij Richtlijn 2007/59/EG is bepaald dat een doeltreffend gezichtsvermogen voor beide ogen niet vereist is indien de machinist over een adequate aanpassing en toereikende compenserende ervaring beschikt en alleen indien hij het binoculaire gezichtsvermogen na indiensttreding heeft verloren. Deze bepaling is strijdig met de andere eisen in bijlage II bij Richtlijn 2007/59/EG inzake het gezichtsvermogen en kan het hoge veiligheidsniveau in het spoorverkeer in het gedrang brengen. |
(2) |
Bovendien zijn een aantal eisen in de bijlagen IV en VI bij Richtlijn 2007/59/EG inzake de vergunning en het bevoegdheidsbewijs onduidelijk, waardoor deze in de lidstaten op verschillende manieren worden toegepast en de invoering van een geharmoniseerde machinistenvergunning in de Unie in het gedrang komt. |
(3) |
Op 7 mei 2012 heeft het Europees Spoorwegbureau aan de Europese Commissie advies uitgebracht over de wijzigingen van de bijlagen II, IV en VI bij Richtlijn 2007/59/EG. De in het Europees Comité voor de sociale dialoog vertegenwoordigde instanties zijn geraadpleegd overeenkomstig artikel 31 van die richtlijn. |
(4) |
Er moeten overgangsmaatregelen worden vastgesteld voor machinisten die vóόr de datum van toepassing van deze richtlijn hun vergunning overeenkomstig Richtlijn 2007/59/EG hebben behaald of zullen behalen. |
(5) |
Richtlijn 2007/59/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
De bij deze richtlijn vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat de Commissie bijstand verleent overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Richtlijn 2007/59/EG. |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2007/59/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd: In punt „1.2. Gezichtsvermogen”, wordt het zevende streepje vervangen door:
|
2) |
Bijlage IV wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij de onderhavige richtlijn. |
3) |
Bijlage VI wordt gewijzigd als aangegeven in bijlage II bij de onderhavige richtlijn. |
Artikel 2
Machinisten die vóór de in artikel 3, lid 1, van deze richtlijn bedoelde toepassingsdatum overeenkomstig Richtlijn 2007/59/EG hun vergunning hebben behaald of zullen behalen, worden geacht aan de eisen van die richtlijn te voldoen.
Artikel 3
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 2015 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2016.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de voornaamste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
-
3.De verplichting tot omzetting en uitvoering van deze richtlijn is niet van toepassing op Cyprus en Malta zolang deze landen op hun respectieve grondgebied niet over een spoorwegnet beschikken.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 juni 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
BIJLAGE I
„BIJLAGE IV
ALGEMENE VAKKENNIS EN VERGUNNINGSVEREISTEN
De doelstelling van de „algemene opleiding” is het verwerven van de „algemene” vakkennis over alle relevante aspecten van het beroep van machinist. In de algemene opleiding ligt de nadruk op de basiskennis en de principes die op alle types rollend materieel en alle infrastructuur van toepassing zijn. Deze opleiding kan zonder praktijkoefeningen worden georganiseerd.
Kennis over specifieke types rollend materieel of van de veiligheids- en exploitatievoorschriften en -technieken voor specifieke infrastructuur maken geen deel uit van de „algemene” vakkennis. Opleiding over specifieke types rollend materieel of infrastructuur houdt verband met het bevoegdheidsbewijs van de machinist en is gespecificeerd in de bijlagen V en VI.
De algemene opleiding bestrijkt de hierna in de punten (1) tot en met (7) genoemde onderwerpen. De volgorde daarvan is geen weerspiegeling van een bepaalde prioriteit.
De in de lijst gebruikte werkwoorden verwijzen naar de aard van de door de leerling te verwerven vaardigheden. Hun betekenis wordt omschreven in de volgende tabel:
Aard van de bekwaamheid |
Omschrijving |
kennen, beschrijven |
beschrijft het verwerven van kennis (gegevens, feiten) die nodig is om verbanden te begrijpen |
begrijpen, herkennen |
beschrijft de herkenning en het memoriseren van inhoud, de uitvoering van taken en het oplossen van problemen in een bepaald kader |
(1) |
De taken van een machinist, de werkomgeving, de rol en verantwoordelijkheid binnen de spoorwegexploitatie, de professionele en persoonlijke eisen waaraan machinisten dienen te voldoen:
|
(2) |
Spoorwegtechnologieën, met inbegrip van de veiligheidsbeginselen die aan de exploitatievoorschriften ten grondslag liggen:
|
(3) |
Basisbeginselen van de spoorweginfrastructuur:
|
(4) |
Basisbeginselen van operationele communicatie:
|
(5) |
Treinen, de samenstelling daarvan en de technische eisen voor tractievoertuigen, wagons, rijtuigen en ander rollend materieel:
|
(6) |
Algemene risico's bij de exploitatie van de spoorwegen:
|
(7) |
Basisbeginselen van de fysica:
|
BIJLAGE II
In bijlage VI wordt punt 8 vervangen door:
„8. TAALEXAMEN
Machinisten die contact met de infrastructuurbeheerder moeten onderhouden over kritieke veiligheidskwesties dienen te beschikken over kennis van de taal die door de betrokken infrastructuurbeheerder wordt voorgeschreven. Deze taalkennis moet hen in staat stellen actief en doeltreffend te communiceren onder normale omstandigheden, in moeilijke situaties en in noodsituaties.
Zij moeten de in de TSI „Exploitatie en verkeersleiding” opgenomen berichten en communicatiemethodiek kunnen toepassen. Machinisten moeten in staat zijn de taal te begrijpen (luisteren en lezen) en in die taal te communiceren (spreken en schrijven) op niveau B1 van het door de Raad van Europa vastgestelde gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (CEFR) (1).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.