Besluit 2014/393 - Intrekking van Besluit 2010/283/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in België - Hoofdinhoud
26.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 186/72 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 20 juni 2014
tot intrekking van Besluit 2010/283/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in België
(2014/393/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 12,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 2 december 2009 heeft de Raad, bij Besluit 2010/283/EU (1), op grond van een aanbeveling van de Commissie, besloten dat er in België een buitensporig tekort bestond. De Raad merkte op dat voor 2009 met een overheidstekort van 5,9 % van het bbp werd gerekend, waarmee de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp werd overschreden, terwijl de bruto overheidsschuld zou uitkomen op 97,6 % van het bbp in 2009, dus boven de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp. Het overheidstekort en de overheidsschuld voor 2009 werden vervolgens herzien tot, respectievelijk, 5,6 % en 95,7 % van het bbp. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (2) heeft de Raad op 2 december 2009 op aanbeveling van de Commissie een aanbeveling tot België gericht waarin het land werd verzocht om uiterlijk eind 2012 aan de buitensporigtekortsituatie een einde te maken. Die aanbeveling van de Raad is openbaar gemaakt. |
(3) |
Op 21 juni 2013 heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie overeenkomstig artikel 126, lid 8, van het Verdrag besloten dat België geen doeltreffend gevolg had gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 2 december 2009 om zijn overheidstekort uiterlijk in 2012 te corrigeren, en op grond van artikel 126, lid 9, van het Verdrag België aangemaand uiterlijk in 2013 een einde aan de buitensporigtekortsituatie te maken. Overeenkomstig artikel 5, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 kreeg België tot uiterlijk 15 september de tijd om verslag uit te brengen over de getroffen maatregelen om zich naar dit besluit te voegen. Op 15 november 2013 heeft de Commissie geconcludeerd dat België doeltreffende actie had ondernomen en dat op dat moment geen verdere stappen in de buitensporigtekortprocedure noodzakelijk waren. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 4 van het aan de Verdragen gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten verstrekt de Commissie de voor de toepassing van de procedure benodigde gegevens. In het kader van de toepassing van dit protocol dienen de lidstaten ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (3) tweemaal per jaar, namelijk vóór 1 april en vóór 1 oktober, gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld te verstrekken, alsook over andere, daarmee samenhangende variabelen. |
(5) |
Wanneer de Raad beziet of een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort moet worden ingetrokken, moet hij een besluit nemen op basis van ter kennis gebrachte gegevens. Bovendien mag een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort alleen worden ingetrokken als uit de prognoses van de Commissie blijkt dat het tekort gedurende de prognoseperiode de in het Verdrag vastgelegde drempel van 3 % van het bbp niet zal overschrijden (4). |
(6) |
Uit de gegevens die de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2009 na de vóór 1 april 2014 door België gedane kennisgeving heeft verstrekt, uit het stabiliteitsprogramma 2014 en uit de voorjaarsprognoses 2014 van de diensten van de Commissie blijkt dat de volgende conclusies gerechtvaardigd zijn:
|
(7) |
België valt met ingang van 2014, het jaar na de correctie van zijn buitensporig tekort, onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en moet in een passend tempo vooruitgang boeken in de richting van zijn MTD, daaronder begrepen de naleving van de uitgavenbenchmark, en voldoende vooruitgang boeken in de richting van de vervulling van het schuldcriterium, overeenkomstig artikel 2, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 126, lid 12, van het Verdrag moet een besluit van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort worden ingetrokken wanneer de Raad van oordeel is dat het buitensporige tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd. |
(9) |
Volgens de Raad is het buitensporige tekort in België gecorrigeerd en dient Besluit 2010/283/EU derhalve te worden ingetrokken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uit een algehele evaluatie volgt dat het buitensporige tekort in België is gecorrigeerd.
Artikel 2
Besluit 2010/283/EU wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België.
Gedaan te Luxemburg, 20 juni 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.A. HARDOUVELIS
-
Besluit 2010/283/EU van de Raad van 2 december 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in België (PB L 125 van 21.5.2010, blz. 34).
-
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).
-
Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1).
-
Overeenkomstig de „Specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's” van 3 september 2012. Zie: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/pdf/coc/code_of_conduct_en.pdf
-
Besluit 2013/370/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot aanmaning van België om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen (PB L 190 van 11.7.2013, blz. 87).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.