Besluit 1999/168 - Specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" (1998-2002)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31999D0168

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31999D0168

1999/168/EG: Beschikking van de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" (1998-2002)

Publicatieblad Nr. L 064 van 12/03/1999 blz. 0020 - 0039

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" (1998-2002) (1999/168/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 130 I, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

  • (1) 
    Overwegende dat het Europees Parlement en de Raad bij Besluit nr. 182/1999/EG (4) het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (hierna "vijfde kaderprogramma" genoemd) voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (hierna "OTO" genoemd) hebben vastgesteld voor de periode 1998-2002, waarin de grote lijnen en de wetenschappelijke en technologische doelstellingen worden uiteengezet van de activiteiten die op het gebied van "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" moeten worden uitgevoerd;
  • (2) 
    Overwegende dat in artikel 130 I, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat het kaderprogramma wordt uitgevoerd door middel van specifieke programma's die worden ontwikkeld binnen elke activiteit waaruit het is samengesteld; dat in elk specifiek programma de nadere bepalingen voor de uitvoering ervan, de looptijd en de noodzakelijk geachte middelen worden vastgesteld;
  • (3) 
    Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (5) en artikel 4, lid 2, van de beschikkingen van de Raad betreffende de specifieke programma's waarmee het vierde kaderprogramma wordt uitgevoerd, een externe evaluatie heeft laten uitvoeren die zij samen met haar conclusies en opmerkingen heeft doen toekomen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's;
  • (4) 
    Overwegende dat, overeenkomstig artikel 130 J van het Verdrag, Besluit 1999/65/EG van de Raad van 22 december 1998 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoeks centra en universiteiten, en inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002) (6) (hierna "regels voor deelneming en verspreiding" genoemd) op dit specifieke programma van toepassing is; dat deze regels de deelneming van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan de onder dit programma vallende werkzaamheden onder contract mogelijk maken;
  • (5) 
    Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma, naast de samenwerking in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van een associatieovereenkomst, activiteiten op het gebied van internationale samenwerking met derde landen of internationale organisaties, inzonderheid op basis van artikel 130 M van het Verdrag, wenselijk kunnen zijn;
  • (6) 
    Overwegende dat de uitvoering van dit programma tevens activiteiten en mechanismen behelst ter stimulering, verspreiding en exploitatie van de resultaten van OTO, in het bijzonder ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's), alsmede stimuleringsactiviteiten met betrekking tot de mobiliteit en de opleiding van onderzoekers;
  • (7) 
    Overwegende dat het van belang is dat de wetenschap, het bedrijfsleven en de gebruikers intensief worden betrokken bij de vaststelling van de te verrichten activiteiten en, in voorkomend geval, bij de uitvoering van het programma;
  • (8) 
    Overwegende dat de onderzoekactiviteiten uit hoofde van het vijfde kaderprogramma ook op innovatie moeten worden gericht, zodat onder meer wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het eerste actieplan voor innovatie;
  • (9) 
    Overwegende dat speciaal de nadruk moet worden gelegd op het stimuleren van de deelneming van KMO's;
  • (10) 
    Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma rekening moet worden gehouden met het gelijkekansenbeleid van de Gemeenschap;
  • (11) 
    Overwegende dat een efficiënt en doorzichtig beheer bijdraagt tot een effectiever en gebruikersvriendelijker programma;
  • (12) 
    Overwegende dat administratieve uitgaven op doorzichtige wijze moeten worden opgenomen in de begroting van de Gemeenschap;
  • (13) 
    Overwegende dat de uitvoering van dit programma moet worden getoetst, zodat het in voorkomend geval kan worden aangepast aan de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen; dat onafhankelijke deskundigen de in het kader van het programma geboekte vooruitgang te gelegener tijd dienen te evalueren;
  • (14) 
    Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek is geraadpleegd over de wetenschappelijke en technologische inhoud van de specifieke programma's,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van het vijfde kaderprogramma wordt hierbij het specifieke programma op het gebied van "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" (hierna "specifiek programma" genoemd) vastgesteld voor de periode van 25 januari 1999 tot en met 31 december 2002.

Artikel 2

  • 1. 
    Overeenkomstig bijlage III bij het vijfde kaderprogramma beloopt het bedrag dat voor de uitvoering van het specifieke programma 3 600 miljoen euro, waarvan ten hoogste 7,5 % voor de administratieve uitgaven van de Commissie.

Een indicatieve verdeling van dit bedrag is opgenomen in bijlage I.

  • 2. 
    Van het in lid 1 genoemde bedrag is
  • 857 miljoen euro bestemd voor de periode 1998-1999,
  • 2 743 miljoen euro bestemd voor de periode 2000-2002.

In het in artikel 2, lid 1, onder c), van het vijfde kaderprogramma bedoelde geval past de Raad het laatste cijfer aan, overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), tweede streepje, van het vijfde kaderprogramma. Zolang de Raad geen besluit heeft genomen, mag bij de uitvoering van dit specifieke programma het in het eerste streepje genoemde bedrag niet worden overschreden.

  • 3. 
    De begrotingsautoriteit stelt, met inachtneming van de in deze beschikking vastgelegde wetenschappelijke en technologische doelstellingen en prioriteiten, voor elk begrotingsjaar de kredieten vast en houdt daarbij rekening met de in het kader van de meerjarige financiële vooruitzichten beschikbare middelen.

Artikel 3

  • 1. 
    De grote lijnen, de wetenschappelijke en technologische doelstellingen en de prioriteiten van het specifieke programma zijn opgenomen in bijlage II. Zij sluiten aan bij de beginselen en de drie categorieën selectiecriteria van bijlage I bij het vijfde kaderprogramma.
  • 2. 
    Overeenkomstig deze beginselen en criteria worden de selectiecriteria, als uiteengezet in artikel 10 van de regels voor deelneming en verspreiding, toegepast bij de selectie van de te verrichten OTO-activiteiten.

Voorts moet elke deelneming van industriële entiteiten aan op de industrie georiënteerde werkzaamheden voor gezamenlijke rekening in de regel aangepast zijn aan de aard en het doel van de activiteiten.

Bij de uitvoering van het programma worden, ook in het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1, al deze criteria in acht genomen, al kunnen deze verschillend worden gewogen.

  • 3. 
    De regels voor deelneming en verspreiding zijn van toepassing op het specifieke programma.
  • 4. 
    De nadere bepalingen voor de financiële deelneming van de Gemeenschap aan het specifieke programma zijn die bedoeld in artikel 4 van het vijfde kaderprogramma.

De OTO-werkzaamheden onder contract van het specifieke programma zijn omschreven in de bijlagen II en IV van het vijfde kaderprogramma.

De nadere bepalingen voor de uitvoering van het programma staan in bijlage III bij de onderhavige beschikking.

Artikel 4

Aan de hand van de in artikel 3 bedoelde criteria en de wetenschappelijke en technologische doelstellingen en prioriteiten van bijlage II:

  • a) 
    toetst de Commissie, bijgestaan door onafhankelijke externe deskundigen, de uitvoering van het specifieke programma en dient zij in voorkomend geval bij de Raad voorstellen in tot aanpassing ervan overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het vijfde kaderprogramma;
  • b) 
    laat de Commissie de in artikel 5, lid 2, van het vijfde kaderprogramma bedoelde externe evaluatie verrichten van de activiteiten op de onder het specifieke programma vallende gebieden.

Artikel 5

  • 1. 
    De Commissie stelt een werkprogramma op, dat het volgende behelst:
  • a) 
    een meer gedetailleerde omschrijving van de doelstellingen en OTO-prioriteiten van bijlage II;
  • b) 
    het indicatieve tijdschema voor de uitvoering van het specifieke programma;
  • c) 
    de coördinatieregelingen van bijlage III, alsmede de regelingen ter verwezenlijking van de doelstellingen, met betrekking tot innovatie en de deelneming van het MKB, van de derde activiteit van het vijfde kaderprogramma;
  • d) 
    indien nodig, de selectiecriteria en de regelingen voor de toepassing daarvan voor alle OTO-werkzaamheden onder contract.
  • 2. 
    In het werkprogramma wordt rekening gehouden met de belangen van de betrokkenen, met name van wetenschap, bedrijfsleven en gebruikers. Het programma dient als basis voor de uitvoering van OTO-werkzaamheden onder contract volgens de procedures die zijn opgenomen in de regels voor deelneming en verspreiding.
  • 3. 
    In voorkomend geval wordt het werkprogramma bijgewerkt en door de Commissie in een gebruikersvriendelijke, onder meer elektronische, vorm ter beschikking van alle belanghebbende partijen gesteld.

Artikel 6

  • 1. 
    De Commissie is belast met de uitvoering van dit specifieke programma.
  • 2. 
    Voor de aanneming van de volgende maatregelen geldt de procedure van artikel 7:
  • de opstelling en bijwerking van het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1, met inbegrip van de inhoud van de uitnodigingen voor het indienen van voorstellen;
  • de goedkeuring van de voor financiering voorgestelde OTO-werkzaamheden, met inbegrip van de deelneming door entiteiten uit derde landen, indien het geraamde bedrag van de bijdrage van de Gemeenschap uit hoofde van dit programma ten minste gelijk is aan 1,5 miljoen euro;
  • de opstelling van het mandaat voor de externe evaluatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, van het vijfde kaderprogramma;
  • iedere aanpassing van de in bijlage I genoemde indicatieve verdeling van het bedrag.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een programmacomité (hierna "het comité" genoemd) bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.
  • 2. 
    In de in artikel 6, lid 2, genoemde gevallen legt de vertegenwoordiger van de Commissie het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
  • 3. 
    a) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.
  • b) 
    Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Indien de Raad na verloop van negen weken na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

  • 4. 
    De Commissie licht het comité op gezette tijden in over het verloop van de uitvoering van het specifieke programma en met name over de voortgang van de in het kader van dit programma gefinancierde OTO-acties.

Artikel 8

Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het vijfde kaderprogramma licht de Commissie de Raad en het Europees Parlement regelmatig in over alle vorderingen bij de uitvoering van het programma, met inbegrip van de deelneming van het MKB en de vereenvoudiging van administratieve procedures.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 januari 1999.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    FISCHER
  • (1) 
    PB C 260 van 18.8.1998, blz. 16.
  • (2) 
    Advies van 15 december 1998 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    PB C 407 van 28.12.1998, blz. 123.
  • (4) 
    PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1.
  • (5) 
    PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 2535/97/EG (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).
  • (6) 
    PB L 26 van 1.2.1999, blz. 46.

BIJLAGE I

INDICATIEVE VERDELING VAN HET NOODZAKELIJK GEACHTE BEDRAG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

ALGEMENE STRUCTUUR, WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE DOELSTELLINGEN EN DE PRIORITEITEN

INLEIDING

Wij maken een fundamentele omschakeling mee: van een industriële maatschappij naar een informatiemaatschappij. De technologie van de informatiemaatschappij gaat een steeds belangrijke rol spelen in alle industriële en maatschappelijke activiteiten en zorgt voor een versnelde mondialisering van zowel de economie, waarbij met name het MKB een nieuwe toegang krijgt tot de wereldmarkt, als de samenleving.

Europa moet een voortrekkersrol vervullen als het gaat om de ontwikkeling en introductie van de technologie van de informatiemaatschappij, wil het het concurrentievermogen van de industrie, de werkgelegenheid, de kwaliteit van het bestaan en de duurzaamheid van de groei kunnen garanderen. Voorts draagt de technologie van de informatiemaatschappij bij tot de samenhang van de Europese Unie, door gemeenschappen in afgelegen en plattelandsgebieden de kans te geven uit hun isolement te treden en deel te nemen aan de wereldeconomie.

Tegelijkertijd ontwikkelen de technologieën die de totstandbrenging van de informatiemaatschappij ondersteunen zich in hoog tempo. Er worden tal van nieuwe mogelijkheden geopend dankzij de vorderingen op het gebied van gegevensverwerking en communicatie. Er vindt een verschuiving plaats van zelfstandige systemen naar netwerkinformatie en -processen. De digitalisering leidt tot de convergentie van gegevensverwerking, communicatie en media. Inhoud wordt steeds belangrijker. De toenemende diversiteit en complexiteit van systemen zorgt echter ook voor nieuwe uitdagingen inzake de ontwikkeling en het gebruik ervan.

Met alleen de huidige technologieën, systemen en toepassingen kan het potentieel van de informatiemaatschappij in Europa nooit ten volle worden benut. Aan fundamentele eisen zoals bruikbaarheid, betrouwbaarheid, interoperabiliteit en met name betaalbaarheid wordt bij lange na niet in toereikende mate voldaan om op alle gebieden de technologie van de informatiemaatschappij (d.w.z. informatie- en communicatietechnologie, -systemen, -toepassingen en -diensten) op grote schaal te kunnen toepassen. Voortdurende inspanningen zijn nodig op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling, demonstratie en introductie van technologie. Deze inspanningen moeten bij alle activiteiten gericht zijn op algemene onderwerpen, zoals toegang, gebruiksgemak, kosten-batenverhouding en interoperabiliteit en normalisatie. Zij dienen ook gericht te zijn op de sociaal-economische effecten van de activiteiten, met name de maatschappelijke veranderingen door de invoering van en de toegenomen omgang met informatie- en telecommunicatietechnologieën, met inbegrip van de uitwerking daarvan op verschillende bevolkingsgroepen, waarbij de aandacht vooral moet uitgaan naar de uitwerking op vrouwen en jongeren. In dit verband is de verbetering van de toegankelijkheid en de gebruikersvriendelijkheid een belangrijke prioriteit.

Strategische doelstellingen van het programma

Het strategisch doel van het programma "Een gebruikersvriendelijke informatiemaatschappij" bestaat erin de voordelen van de informatiemaatschappij in Europa te verwezenlijken door de opkomst ervan te bespoedigen en ervoor te zorgen dat in de behoeften van individuen en bedrijven wordt voorzien.

Het programma heeft vier onderling samenhangende specifieke doelstellingen, die zowel de technologische ontwikkelingen sturen als de nauwe aansluiting tussen onderzoek en beleid mogelijk maken die nodig is voor een coherente en open informatiemaatschappij. Wat het individu betreft, is het de doelstelling te voldoen aan de behoeften en verwachtingen van Europese burgers ten aanzien van hoogwaardige, betaalbare diensten van algemeen belang. Wat de behoeften en aandachtspunten van Europese bedrijven, werknemers en consumenten betreft, is het de doelstelling zowel personen als organisaties de gelegenheid te geven te innoveren en doeltreffender en efficiënter te zijn in hun werk en bedrijvigheid. Multimedia-inhoud is van essentieel belang voor de informatiemaatschappij; op dit punt is het de doelstelling de leidende rol van Europa te bevestigen en Europa in staat te stellen het potentieel van zijn creativiteit en cultuur te benutten. Wat de essentiële technologieën en infrastructuren betreft die de bouwstenen van de informatiemaatschappij vormen, is het de doelstelling de ontwikkeling ervan te sturen, de toepasbaarheid ervan te vergroten en de invoering ervan in Europa te bespoedigen.

Nieuwe aanpak. Het door de Gemeenschap gefinancierde onderzoek naar informatie- en communicatietechnologie vormt een wezenlijk onderdeel van de totaalstrategie van de Europese Unie voor de informatiemaatschappij, die werd omschreven in het actieplan "Europa op weg naar de informatiemaatschappij" en werd herzien in het actieplan dat in november 1996 werd aangenomen. Het programma "Technologie van de informatiemaatschappij" introduceert een nieuwe aanpak van het thema "informatiemaatschappij" uit het vijfde kaderprogramma.

Integratie. De context, motivering en doelstellingen van dit programma maken één geïntegreerd programma noodzakelijk dat uitdrukking geeft aan de convergentie van technologieën en media en van bedrijfstakken en markten, samen met het groeiende belang van de inhoud, en dat inspeelt op de noodzaak om onderzoek-, ontwikkelings- en introductieactiviteiten te integreren. Hiertoe bestaat dit programma uit een reeks van vier, op de vier specifieke doelstellingen toegespitste kernactiviteiten en één specifieke activiteit met betrekking tot onderzoek op langere termijn of met grotere risico's in verband met opkomende technologieën. Deze activiteiten vullen elkaar aan en zijn verkregen door de technologieën, systemen, toepassingen en diensten, en de onderzoek-, ontwikkelings- en introductieactiviteiten met de grootste verwantschap of onderlinge verwevenheid samen te brengen. Iedere activiteit heeft haar eigen specifieke aandachtspunten en prioriteiten; de kernpunten bruikbaarheid, interoperabiliteit, betrouwbaarheid en betaalbaarheid lopen daarentegen als een rode draad door het programma. Daarbij zal er in iedere kernactiviteit een geschikt evenwicht bestaan tussen de gehele scala van OTO-activiteiten, van fundamenteel onderzoek tot demonstratie en introductieactiviteiten.

Programmawijde thema's. Dankzij de coördinatie en integratie van de activiteiten door middel van één werkprogramma kan een "thema" dat het gehele programma bestrijkt (bijvoorbeeld interfaces, mobiliteit of satellietactiviteiten) op coherende wijze in meer dan één activiteit aan de orde komen, waarbij iedere activiteit zich op haar eigen perspectief concentreert en van daaruit een bijdrage levert. Clustering en coördinatie worden gebruikt om activiteiten te bundelen, te coördineren en te integreren. Werkzaamheden die het gehele programma bestrijken, zullen worden uitgevoerd binnen geïntegreerde applicatieplatforms om voor een naadloze interactie te zorgen tussen burgers, bedrijven en overheden door de vorming van coherente groepen van openbare en particuliere diensten die op de behoeften van de gebruikers afgestemd zijn. Demonstratieprojecten en de evaluatie daarvan vinden plaats op "digitale locaties" van steden of regio's die de weg moeten plaveien voor "digitale gemeenschappen" in stedelijke en plattelandsgebieden en afgelegen en ultraperifere gebieden, en worden terdege gecoördineerd met andere kernactiviteiten, bijvoorbeeld "De stad van morgen en het culturele erfgoed" in het kader van de structuurfondsen. Hierbij wordt voorgebouwd op activiteiten uit alle onderdelen van dit programma.

Flexibiliteit. Het technologische bereik van de activiteiten verschaft de flexibiliteit om via het ene lopende werkprogramma (dat in overleg met de belangrijkste deelnemers is gedefinieerd) de aandacht na verloop van tijd te verleggen, teneinde te kunnen inspelen op veranderingen in de industriële en maatschappelijke behoeften en de technologische context.

Sociaal-economische behoeften. Een uitgebreid gamma goederen, diensten en procédés ondergaan veranderingen door de integratie en het gebruik van technologie van de informatiemaatschappij. De werkzaamheden moeten gericht worden op de kwantitatieve en kwalitatieve voordelen die door de technologie van de informatiemaatschappij worden geboden bij alle industriële en maatschappelijke activiteiten, van meer concurrerende werkmethoden en zakendoen tot betere en goedkopere diensten van algemeen belang of nieuwe vormen van vrijetijdsbesteding en amusement. Daarbij moet rekening worden gehouden met de ethische implicaties van het gebruik van deze technologie, met de noodzaak om een einde te maken aan discriminatie, bijvoorbeeld op grond van geslacht, zodat voor toegangs- en gebruiksgemak kan worden gezorgd, en met de vergrijzing van de bevolking, alsmede de behoefte om efficiënt gebruik te maken van de hulpbronnen en het milieu te beschermen. Sociaal-economisch onderzoek moet, samen met de resultaten van andere initiatieven van de Gemeenschap waarvoor technologieën van de informatiemaatschappij nodig zijn zoals de regionale programma's, in heel het programma worden geïntegreerd ter ondersteuning van de invoering van technologieën van de informatiemaatschappij, alsmede in het beheer ervan. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden op het gebied van statistieken, die van essentieel belang zijn voor de informatiemaatschappij en waarvoor technologieën van de informatiemaatschappij nieuwe manieren bieden om de hoogste kwaliteitsnormen en de snelste en best toegankelijke verspreiding te verwezenlijken. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de "innovatiedimensie" en naar de deelneming van het MKB, zodat de onderzoekresultaten sneller kunnen worden omgezet in economische en sociale voordelen.

Toegevoegde waarde voor Europa. Om alle mogelijkheden van de informatiemaatschappij te realiseren is er behoefte aan technologie, infrastructuur, toepassingen en diensten die toegankelijk en bruikbaar zijn voor iedereen, waar en wanneer dan ook, voor zakelijk zowel als voor particulier gebruik. Onderzoek in samenwerkingsverband en technologische ontwikkeling zijn nodig om de kritieke inspanningen te leveren en te zorgen voor de nodige interoperabiliteit om dit in Europa tot stand te brengen. Ook pan-Europees onderzoek is nodig om te maken dat de inhoud, samen met de totstandbrenging en het gebruik ervan, voldoende uitdrukking geeft aan de culturele verscheidenheid en grote taalrijkdom van de Europese Unie.

Europees concurrentievermogen. De technologie van de informatiemaatschappij is geïntegreerd in of ondersteunt producten en procédés in alle sectoren van de economie. Om op de wereldmarkt te kunnen concurreren moet Europa zowel het aanbod als het gebruik van technologieën van de informatiemaatschappij beheersen. Om de realisatie van kennis als innovatie te bespoedigen worden in dit programma activiteiten om de invoering van technologieën van de informatiemaatschappij te stimuleren met onderzoek en technologische ontwikkeling geïntegreerd teneinde ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden en eisen voor het gebruik ervan kan worden voldaan. Naast demonstratieprojecten en experimenten gaat het onder meer om activiteiten om de ontwikkeling en verspreiding van de nodige vaardigheden te stimuleren met het oog op de benutting van de resultaten van onderzoek en ontwikkeling (zoals valideringsprojecten, evaluaties, voorlichting, activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en initiatieven gericht op optimale werkwijzen), en om consensusvorming en normalisatieactiviteiten.

AANSLUITING BIJ EN AANVULLING OP DE ANDERE PROGRAMMA'S

De aansluiting met de andere thematische programma's is gebaseerd op het feit dat de activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling, demonstratie en invoering van technologieën van de informatiemaatschappij in dit programma worden geconcentreerd en dat de praktische uitvoering daarvan (toepassingspecifiek integratieonderzoek alsmede het gebruik ervan) wordt geconcentreerd op specifieke terreinen van de andere thematische programma's. De aard van de technologieën van de informatiemaatschappij vergt een nauwe coördinatie met andere programma's en relevante beleidsinitiatieven op gebieden waar de invoering ervan een kritieke rol speelt. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de programma's die betrekking hebben op fabricage, vervoer, milieu en gezondheidszorg. Verder worden de op satellieten betrekking hebbende activiteiten in dit programma gecoördineerd met daaraan gerelateerde activiteiten in andere programma's en initiatieven die vallen onder de coördinatiegroep Ruimtevaart van de Commissie. Bij alle activiteiten in het kader van het specifieke programma wordt op grond van artikel 6 van het besluit van het Europees Parlement en de Raad over het vijfde kaderprogramma het uiterste respect voor de mensenrechten en fundamentele ethische beginselen getoond.

De internationale samenwerking weerspiegelt het mondiale karakter van de informatiemaatschappij en speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en invoering van de technologie van de informatiemaatschappij. Dit moet tot uitdrukking komen in de deelneming aan en de uitvoering van dit programma, waaronder de steun voor internationale initiatieven zoals IMS (Intelligent Manufacturing Systems), en in de koppelingen daarvan met het horizontale programma "Bevestiging van de internationale rol van het communautaire onderzoek", dat zich bezighoudt met steun voor organisaties uit derde landen.

Specifieke activiteiten om de deelneming van organisaties uit derde landen te vergemakkelijken en om banden te onderhouden met in Europa opgeleide specialisten uit derde landen, worden ook gebruikt om de internationale dimensie van het programma gestalte te geven. Waar nodig kunnen de werkzaamheden een aanvulling vormen op en gecoördineerd worden met die van het COST-programma. In het gehele programma geïntegreerde innovatieactiviteiten moeten de nadruk leggen op de bevordering van de verspreiding en toepassing van de resultaten van dit programma en zorgen voor complementariteit en koppeling met de innovatieactiviteiten in het kader van het programma "Bevorderen van innovatie en stimuleren van deelneming van het MKB". Bovendien worden op programmaniveau koppelingen met Eureka, trans-Europese netwerkactiviteiten en andere Gemeenschapsinstrumenten gebruikt ter bevordering van geschikte wegen en mechanismen voor de verdere invoering en exploitatie van resultaten. Koppelingen met het programma "Bevorderen van innovatie en stimuleren van deelneming van het MKB" vormen een aanvulling op de in dit programma opgenomen maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke deelneming van het MKB (zoals premies voor verkennende werkzaamheden).

Verbetering van de knowhow, de vaardigheden en de opleiding van Europese onderzoekers en van het inzicht in de sociaal-economische gevolgen van onderzoek op de onder dit programma vallende gebieden is van essentieel belang om te zorgen voor voldoende beschikbaarheid van de passende expertise en voor tastbare en duurzame gevolgen. Opleiding en sociaal-economisch onderzoek vormen daarom een integrerend deel van dit programma, aangevuld met passende aansluiting op het horizontale programma "Versterking van het menselijk onderzoekpotentieel en verdieping van de fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied" en op initiatieven van het Europees Sociaal Fonds. De opleidingsactiviteiten zullen steun voor beurzen omvatten, in de vorm van Marie Curiebeurzen overeenkomstig de in het horizontale programma gegeven definities en regels. De werkzaamheden van dit programma met betrekking tot "Onderzoeknetwerken" worden gekoppeld aan de steun van het horizontale programma voor toegang tot grote computerfaciliteiten en aan de activiteiten van de andere thematische programma's met betrekking tot de "Steun voor onderzoekinfrastructuur".

De mogelijkheden van COST en Eureka worden zoveel mogelijk benut evenals de samenwerking met internationale organisaties om voor zoveel mogelijk synergie te zorgen tussen activiteiten en projecten in het kader van dit programma en de op nationaal niveau gefinancierde activiteiten. Wat de coördinatie met Eureka betreft, kunnen in het kader van de kernactiviteiten volgens de selectiecriteria en de procedures van het kaderprogramma projecten worden opgezet die corresponderen met thema's van gemeenschappelijk belang in het kaderprogramma.

  • a) 
    KERNACTIVITEITEN
  • i) 
    Systemen en diensten voor de burger

Doelstellingen en OTO-prioriteiten

Deze werkzaamheden helpen bij de totstandkoming van de volgende generatie gebruikersvriendelijke, betrouwbare, kostenefficiënte en interoperabele diensten van algemeen belang, die voorzien in de behoefte van gebruikers aan een flexibele toegang voor iedereen, waar en wanneer dan ook. De werkzaamheden, die zich ook uitstrekken tot onderwijs en opleiding, omvatten zowel OTO dat alle kernactiviteiten bestrijkt als specifiek OTO op de volgende gebieden: gezondheidszorg, bijzondere behoeften, onder andere van bejaarden en gehandicapten, overheidsdiensten, milieu, vervoer en toerisme. Aan sommige van de vraagstukken die als een rode draad door het programma lopen, moet nadere aandacht worden geschonken om voldoende rekening te houden met de behoeften en verwachtingen van de karakteristieke gebruikers binnen deze kernactiviteit, met name bruikbaarheid en acceptatie van nieuwe diensten, met inbegrip van veiligheid, privacy van gegevens en de sociaal-economische en ethische aspecten.

  • Gezondheid

De werkzaamheden worden toegespitst op een nieuwe generatie computerondersteunde klinische systemen, geavanceerde telegeneeskundige diensten en gezondheidsnetwerktoepassingen om gezondheidswerkers en de continuïteit en het beheer van de gezondheidszorg te ondersteunen, alsmede op intelligente systemen waardoor voor burgers een grotere participatie en verantwoordelijkheid mogelijk is wat betreft hun eigen gezondheid.

OTO-prioriteiten: professionele gezondheidszorg: systemen die gezondheidswerkers meer mogelijkheden bieden voor preventie, diagnose, zorg en rehabilitatie, onder andere intelligente systemen voor de niet-invasieve diagnose en therapie, intelligente medische assistentie en geavanceerde medische afbeeldingstechniek; geavanceerde telegeneeskundige toepassingen; virtuele zorgfaciliteiten met één centrale opnamedienst; snelle beveiligde netwerken en toepassingen voor de onderlinge koppeling van noodhulpdiensten, ziekenhuizen, laboratoria, apotheken, eerstelijnszorg en sociale centra en het huis voor de continuïteit van de gezondheidszorg; beheer en reorganisatie van werkzaamheden binnen de gezondheidszorg; een nieuwe generatie elektronische dossiers en kaarten voor geavanceerde verwerking van gezondheidsgegevens; persoonlijke gezondheidssystemen: betaalbare, gebruikersvriendelijke systemen voor persoonlijke gezondheidsbewaking en vaste of mobiele preventiesystemen, waaronder betaalbare, geavanceerde sensoren, meetwaardeomzetters en microsystemen; persoonlijke medische adviseurs voor toezicht of preventie en behandeling; telesystemen en -toepassingen voor zorgondersteuning in alle situaties; gebruikersvriendelijke en gecertificeerde informatiesystemen voor ondersteuning van educatie en voorlichting van burgers op het gebied van gezondheid; de werkzaamheden worden gecompleteerd met introductieactiviteiten in de vorm van validerings- en evaluatieprojecten, alsmede activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en initiatieven gericht op optimale werkwijzen.

  • Mensen met speciale behoeften, met inbegrip van gehandicapten en bejaarden

De werkzaamheden hebben betrekking op personen/systeem-interfaces en aanpassings- en hulpsystemen om problemen op te lossen die worden veroorzaakt door omgevingsbarrières en lichamelijke of verstandelijke belemmeringen, alsmede op intelligente systemen en diensten om burgers te helpen zelfstandig te leven, sociaal te integreren en deel te nemen aan de informatiemaatschappij.

OTO-prioriteiten: "design-for-all"-producten, -systemen en -diensten, waaronder verbeterde participatieve ontwerpmethoden, multimodale terminals en universele interfaces; adaptieve systemen: communicatiemiddelen voor personen met bijzondere behoeften, mobiliteitsondersteuningsapparatuur, zowel voor thuis als voor de bredere leefomgeving, controlesystemen op basis van robotica; multimediatoepassingen ter ondersteuning van het dagelijkse leven en de sociale integratie in huis, op het werk, bij educatie, vervoer, recreatie enz., netwerken voor sociale ondersteuning en interventie, nieuwe methoden van dienstverlening; introductie: valideringsprojecten en beoordelingen spelen een cruciale rol.

  • Overheidsdiensten

De werkzaamheden worden toegespitst op multimediasystemen en -diensten die afgestemd zijn op de specifieke behoeften van allerlei overheidsdiensten (bijvoorbeeld communautaire instellingen en nationale overheden), met name om de verbreding en verdieping van de Europese Unie te ondersteunen, en die interactieve diensten aanbieden aan burgers en/of deze beschikbaar stellen op natuurlijke ontmoetingsplaatsen voor mensen, met name in afgelegen en landelijke gebieden. De nodige aandacht wordt besteed aan verbetering van de doeltreffendheid en de interne efficiëntie.

OTO-prioriteiten: technologieën en systemen voor on-lineondersteuning van de democratische processen en voor een betere afstand- en taalonafhankelijke, gebruikersvriendelijke, betaalbare toegang tot informatie en diensten ter ondersteuning van één gecentraliseerde toegang tot diensten en transactieverwerking voor burgers en bedrijven; meertalige op de persoonlijke behoeften afgestemde diensten en intelligente multifunctionele systemen om de interactie tussen de burgers en de communautaire en nationale overheidsdiensten te vergemakkelijken, waaronder de ontwikkeling van virtuele fora (openbare hoorzittingen, opiniepeilingen enz.); systemen en hulpmiddelen waarmee door middel van statistieken de doorzichtigheid en toegankelijkheid van overheidsdiensten kan worden vergroot en waardoor de uitwisseling van multimediagegevens tussen overheidsdiensten kan worden bevorderd; innovatieve toepassingen ter ondersteuning van de aanpassing van overheidsdiensten aan de voor het communautaire beleid vereiste informatie en verwerkingssystemen; introductie: optimale werkwijzen en ander introductiemaatregelen krijgen prioriteit.

  • Milieu

De werkzaamheden worden geconcentreerd op een nieuwe generatie systemen en diensten op het gebied van toezicht, prognose en besluitvorming voor overheidsdiensten, bedrijven en het publiek waarbij zowel naar het buiten- als naar het binnenmilieu wordt gekeken, alsmede op geavanceerde systemen en diensten voor het vaststellen, beoordelen, bewaken en voorkomen van risico's en voor het beheersen en bestrijden van noodgevallen, zowel met een natuurlijke oorzaak als door menselijk handelen (met inbegrip van anti-personeelsmijnen).

OTO-prioriteiten: toezicht, prognoses en ondersteuning van de besluitvorming: intelligente informatiesystemen voor de lucht-, water- en bodemkwaliteit en voor het toezicht op en het beheer van natuurlijke hulpbronnen; geavanceerde toezicht-, preventie- en alarmeringssystemen betreffende water-, lucht-, zee-, bodem- en afvalverontreiniging; tegen geringe kosten verspreide bewakingssystemen; krachtige systemen en geavanceerde hulpmiddelen voor gegevenskoppeling en -verzameling en modellering op milieugebied, inclusief wat betreft gegevens met een geografisch referentiekader; geïntegreerde informatiehulpmiddelen en ondersteuningssystemen voor duurzame ontwikkeling en efficiëntere omgang met het milieu en hulpbronnen; risico's en noodgevallen: geavanceerde beheersystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van satellietbeelden, teledetectie, sensorsystemen, real-timesystemen en communicatienetwerken; introductie: validerings- en demonstratieprojecten spelen een cruciale rol.

  • Vervoer en toerisme

De werkzaamheden hebben betrekking op de ontwikkeling, validering en demonstratie van technologieën van de informatiemaatschappij ten behoeve van intelligente systemen voor het beheer van alle vervoerswijzen, waaronder intermodale operaties en "mobiliteitsketens" voor goederen en personen, voor veiligheid en operationele efficiëntie bij alle vervoerswijzen, waarbij onder andere activiteiten in het kader van het programma "Bevorderen van een concurrerende en duurzame groei" worden ondersteund, alsook voor informatie-, mobiliteits- en toerismesystemen en -diensten.

OTO-prioriteiten: toezichts-, positiebepalings- en geleidingssystemen en de noodzakelijke verbetering van de communicatie- en positiebepalingsinfrastructuur in de ruimte en op de grond, vaste en mobiele interactieve multimedia-apparatuur, ook in de vorm van boordsystemen, alsook telebetalingssystemen - met name voor verkeers- en vraagbeheer, collectief en individueel vervoer, vloot- en vrachtoperaties, waarbij ondersteuning wordt geboden voor de hele logistieke keten en gebruikersinformatie; nieuwe verkeersleidingsystemen met geavanceerde interfaces, simulatie- en prognose-instrumenten, waaronder systemen voor het beheer van grootschalige evenementen en crises; op de mens gerichte boordsystemen inclusief koppelingen met aanvullende telematicasystemen, ter bevordering van de veiligheid en doeltreffendheid, waaronder verbetering van het zicht, bewaking van de conditie van de bestuurder, opsporing van obstakels en alarmering in een vroeg stadium, het vermijden van botsingen en systemen die de naleving van de voorschriften (bijvoorbeeld snelheidslimieten) controleren; telematicasystemen voor het gebruik van intelligente voertuigen bij alle vervoerswijzen; "infomobiliteitsdiensten", inclusief infotainment in de vorm van boordsystemen; gepersonaliseerde multimedia-informatiesystemen voor het vervoer en het toerisme, onder andere teleboeking en -betaling en systemen en diensten op het gebied van weer, vrije tijd en toerisme; beslissingondersteunende systemen voor een betere efficiëntie en planning in de sector toerisme; virtuele mobiliteitsdiensten; introductie: evaluatie van economische en technische levensvatbaarheid, kwalificatieprojecten en activiteiten gericht op optimale werkwijzen.

  • ii) 
    Nieuwe werkmethoden en elektronische handel

Doelstellingen en OTO-prioriteiten

Het doel van deze werkzaamheden bestaat erin de technologie van de informatiemaatschappij te ontwikkelen die de Europese werknemers en ondernemingen, met name het MKB, moet helpen hun concurrentiepositie op de wereldmarkt te versterken en tevens de werksituatie van de individuele werknemers te verbeteren, zodat zij zich kunnen bevrijden van de vele bestaande beperkingen op het gebied van werkmethoden en organisatie, alsook afstand en tijd. Er zal speciaal worden gekeken naar de maatschappelijke gevolgen van de nieuwe werkmethoden, met name de invloed ervan op de gelijkheid van kansen en de levenskwaliteit. Deze werkzaamheden hebben betrekking op de ontwikkeling van en de handel in goederen en diensten, met name op de elektronische markt, en daarbij moet rekening worden gehouden met de verschillende behoeften en bekwaamheden van de individuele werknemer, de consument, bedrijven en organisaties, onder meer ten aanzien van de noodzakelijke opleiding. De mondiale context, in het bijzonder de snelle marktontwikkelingen, en sociaal-economische factoren dienen als leidraad voor deze activiteit, en er moet naar worden gestreefd de beste manieren van werken en zaken doen ter wereld te ontwikkelen en te demonstreren met gebruikmaking van Europese specialismen zoals elektronisch betalen, chipkaarten, mobiele systemen, programmatuur voor de modellering van zakelijke processen, alsook bedrijfsbeheer en consumentenbescherming.

  • Methoden en instrumenten voor flexibel, mobiel en op afstand werken

De werkzaamheden worden toegespitst op het scheppen van de voorwaarden voor en het ontwikkelen en demonstreren van concurrerende, flexibele en mensgerichte werkmethoden en bedrijfsorganisatiesystemen, ook voor overheidsdiensten en non-profitorganisaties, door middel van een geïntegreerde benadering van de combinatie van bedrijfsproces- en werkorganisatie, beheer van personele middelen en technologieën van de informatiemaatschappij, in het licht van analyses van sociaal-economische en wettelijke eisen en van overwegingen met betrekking tot de mondiale context en de zakelijke praktijk. De behoeften van werknemers, bedrijven en consumenten krijgen daarbij in dezelfde mate aandacht. Belangrijke onderdelen van de werkzaamheden zijn proefprojecten inzake optimale werkwijzen en voor opschaling geschikte demonstratieprojecten, tezamen met activiteiten voor kennisoverdracht ter stimulering van breed georiënteerde experimenten en introductieactiviteiten.

OTO-prioriteiten: werkmethoden: telewerken en samenwerken in netwerkverband; simulatie- en virtual-realitymethoden, zowel voor individuele werkzaamheden als voor werkzaamheden in teamverband; ondernemerschap en werken op basis van portefeuilles; organisatie: integratie van nieuwe of aangepaste werkmethoden en structuren in alle sectoren, inclusief overheidsdiensten, rekening houdend met de bestaande praktijk; slagvaardige, uitgebreide en virtuele bedrijven en netwerken van individuen; beheer en integratie van het werkproces; organisatorische methodieken, inclusief de bijbehorende informatievergaring, benchmarking en scenarioplanning; transformatiemethoden en veranderings- en risicobeheer; sociaal-economische vraagstukken (inclusief de nodige statistische methoden en hulpmiddelen): veranderingsanalyse; personele middelen en opleiding; menselijke factoren, bruikbaarheid, gevolgen voor de gezondheid en ergonomie en veiligheid op het werk; implicaties voor en samenhang met het wettelijke en regelgevingskader; de werkzaamheden worden gecompleteerd met introductieactiviteiten, waaronder validerings- en evaluatieprojecten, samen met activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en initiatieven gericht op optimale werkwijzen.

  • Beheersystemen voor leveranciers en consumenten

De werkzaamheden worden toegespitst op consequente eind-tot-eind-steun voor elektronische handel en gedistribueerde virtuele ondernemingen en markten, zowel wat betreft materiële als immateriële goederen. Daaronder vallen toepassingen of systemen voor interacties tussen en onder consumenten, individuele ondernemers, bedrijven en overheidsdiensten. Aandacht wordt besteed aan bedrijfs- en werkprocessen waarmee de gehele waardeketen wordt bestreken en waarbij alle ter ondersteuning daarvan benodigde technologieën van de informatiemaatschappij worden ingeschakeld.

OTO-prioriteiten: op technologieën van de informatiemaatschappij gebaseerde systemen voor processen op het gebied van de ontwikkeling, onder andere levenscyclusondersteuning, ontwerp, constructietechniek, fabricage en onderhoud, logistiek en distributiebeheer, kwaliteitscontrole, productiviteitsmeting; systemen voor processen op het gebied van marketing en afzet, onder andere interactie met de consument, onderhandelen en sluiten van contracten, aanpassing aan persoonlijke wensen bij masssaproductie, verpakking en verkoop; systemen voor processen op het gebied van financieel beheer, met steun voor de euro, onder andere bestelling, facturering en betaling, boekhouding en belastingheffing; particuliere en overheidsopdrachten; systemen voor processen op het gebied van management, onder andere ondersteuning van besluitvorming en planning; virtuele en reële marktbeheersystemen; systemen voor het on-linezoeken en beheren van bedrijfsinformatie, bijvoorbeeld gidsen en catalogi; systemen voor consumentenprocessen, onder meer product- en dienstenkeuze en -aankoop; systemen voor de bescherming van de rechten van de consument; introductie: optimale werkwijzen en andere introductiemaatregelen; de werkzaamheden zullen worden gecompleteerd met validerings- en evaluatieprojecten, alsmede met coördinatieactiviteiten die tot de normalisering moeten bijdragen.

  • Informatie- en netwerkbeveiliging, en andere technologieën die het vertrouwen versterken

De werkzaamheden worden geconcentreerd op technologieën ter versterking van het vertrouwen in de informatie-infrastructuur en de daarmee samenhangende diensten en informatiebronnen als betrouwbare, efficiënte en gebruikersvriendelijke hulpmiddelen voor de toepassing van nieuwe werkmethoden en nieuwe manieren van zaken doen. Daaronder vallen de bescherming van de integriteit van informatie, het beheer van intellectuele-eigendomsrechten, een betere bescherming van de privacy en bestrijding van computercriminaliteit, in aanvulling op de werkzaamheden in de kernactiviteit "Essentiële technologieën en infrastructuren".

OTO-prioriteiten: digitale handtekening, certificatie- en authenticatietechnieken; representatie van productgegevens; preventie van fraude en misleiding met goederen; technologieën voor elektronisch beheer van intellectuele-eigendomsrechten; privacybeschermingstechnologieën, waaronder technologieën waarmee onrechtmatige inzameling, vastlegging en onthulling van persoonsgegevens en bedrijfsgegevens voorkomen wordt; veilige elektronische transacties en betalingen, ook anonieme en met de nieuwe generatie chipkaarten; beheer van kritische systemen en betrouwbare elektronische handelsinfrastructuren van de volgende generatie; ondersteuning van de ontwikkeling en inachtneming van het wettelijke en regelgevingskader; technologieën voor het opbouwen van vertrouwen en het op zinvolle wijze beheren van zeer grote gegevensbestanden door bedrijven en consumenten, inclusief aanpassing aan specifieke wensen van de gebruiker; introductie: technologisch aspectenonderzoek, experimenten, demonstratieprojecten om vertrouwen te kweken en coördinatie met het oog op interoperabiliteit en voor het leveren van een bijdrage aan internationaal erkende normen.

  • iii) 
    Multimedia-inhoud en -instrumenten

Doelstellingen en OTO-prioriteiten

Doel van de werkzaamheden is de functionaliteit, bruikbaarheid en acceptatie van toekomstige informatieproducten en -diensten te verbeteren teneinde linguïstische en culturele diversificatie mogelijk te maken en bij te dragen tot de benutting en exploitatie van Europa's culturele erfgoed, de creativiteit te stimuleren en onderwijs- en opleidingssystemen voor permanente scholing te verbeteren. De werkzaamheden hebben betrekking op nieuwe modellen, methoden, technologieën en systemen voor productie, bewerking, beheer, netwerkgebruik en exploitatie van, alsook toegang tot digitale inhoud, met inbegrip van audiovisuele inhoud. Een essentiële onderzoekdimensie is nieuwe sociaal-economische en technologische modellen voor de representatie van informatie, kennis en knowhow. De werkzaamheden betreffen zowel toepassinggericht onderzoek op het gebied van uitgeven, audiovisuele media, cultuur en onderwijs als aspecifiek onderzoek op het gebied van taal- en inhoudtechnologieën voor alle toepassingsgebieden. Zij omvatten de validering, introductie, coördinatie en ontwikkeling van normen.

  • Interactief elektronisch uitgeven, digitaal erfgoed en culturele inhoud

Wat interactief elektronisch uitgeven betreft, worden de werkzaamheden toegespitst op nieuwe paradigma's voor uitgeversactiviteiten en media voor zowel commercieel als particulier gebruik (met inbegrip van de ontwikkeling van het World Wide Web). Daarbij wordt aandacht besteed aan toekomstige uitgeefsystemen die met nieuwe inhoudcombinaties moeten kunnen omgaan, de gebruikers nieuwe interactie- en controlemogelijkheden bieden en nieuwe vormen van inhoud, zoals virtuele objecten, kunnen verwerken, in een meergebruikersomgeving, dan wel animatie-inhoud waarbij de gebruiker "lijfelijk" betrokken wordt. Drie snel ontwikkelende toepassingsgebieden komen daarbij aan de orde: het uitgeven van kennisdragers, met name met wetenschappelijke en zakelijke inhoud; publicaties op het gebied van levensstijl, met name nieuws, amusement en informatie voor de burger, en geografische en statistische informatie, inclusief daarmee samenhangende sociaal-economische informatie, met name waar voor complexe informatie nieuwe presentatievormen moeten worden gevonden voor de niet-gespecialiseerde gebruiker. De werkzaamheden inzake digitaal erfgoed en culturele inhoud beogen de toegankelijkheid van het cultuurbezit te verbeteren, de benutting ervan te bevorderen en de culturele ontwikkeling te stimuleren door de bijdrage van bibliotheken, musea en archieven aan de "cultuureconomie" in opkomst te vergroten, ook op het gebied van economische, wetenschappelijke en technologische ontwikkeling. De werkzaamheden zijn met name gericht op nieuwe digitale processen en op bedrijfs- en economische modellen, met name die welke nieuwe partnerschappen stimuleren via het gebruik van netwerken en het aanbieden van nieuwe diensten aan de burgers.

OTO-prioriteiten:

  • Wat interactief elektronisch uitgeven betreft: genereren van creatieve inhoud via geavanceerde, op telesamenwerking gebaseerde real-timeauteur- en ontwerpsystemen, alsook ontwikkeling van vaardigheden (bijvoorbeeld voor driedimensionaal of in virtual reality ontwerpen en conceptuele modellering); systemen voor het genereren en hergebruiken van inhoud uit verschillende media; creatieve expressie en uitgeven in samenwerkingsverband; beheer van digitale inhoud door ondersteuning van gedistribueerde en netwerkinhoud; verwerking van grote gegevensreeksen op innovatieve manieren (bijvoorbeeld visualisatie, scenario-ontwikkeling of ruimtelijke analyse); ontwerpen van nieuwe meetmethoden voor de beoordeling van positieve informatiekwaliteiten; persoongerichte aflevering van inhoud (via "push"- of "pull"-technologieën) door kosteneffectieve inhoudpackaging, -reclame en -transacties, klantenprofilering en op het individu afgestemde ontwerpen en presentatie (op een wijze waarbij de privacy van de gebruiker wordt gerespecteerd); verkenning van de grenzen tussen domeinspecifieke en domeinonafhankelijke inhoud; de werkzaamheden worden gecomplementeerd met introductieactiviteiten zoals validerings- en evaluatieprojecten, samen met activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en andere initiatieven op het gebied van optimale werkwijzen.
  • Wat digitaal erfgoed en culturele inhoud betreft: geïntegreerde en verbeterde toegang tot heterogene verspreide en in netwerken verenigde collecties en informatiebronnen en de daarin opgeslagen informatie (bijvoorbeeld bibliotheekcollecties, tentoonstellingsmateriaal van musea, de inhoud van openbare archieven, multimediakunst of geluidsarchieven, digitale filmcollecties en digitale distributienetwerken voor films); verbetering van de functionaliteit van grootschalige inhoudarchieven door het aanbieden van veelzijdige en krachtige interactieve mogelijkheden en geavanceerd management- en auteursrechtenbeheer; behoud van en toegang tot waardevolle multimedia-inhoud uit diverse bronnen, waaronder materiaal in elektronische vorm en elektronische vervangers voor kwetsbare materiële objecten; introductie: validerings- en demonstratieprojecten zullen een cruciale rol spelen.

Onderwijs en opleiding

De werkzaamheden moeten de Europese Unie een blauwdruk bezorgen voor een naadloze en kosteneffectieve invoering van geavanceerde technologie voor het verbeteren van onderwijs- en opleidingssystemen. Deze werkzaamheden worden toegespitst op de gemeenschappelijke behoeften van verschillende onderwijs- en leerprocessen, nieuwe benaderingen van levenslange scholing en nieuwe manieren om pedagogisch multimediamateriaal te integreren.

OTO-prioriteiten: verbetering van het leerproces door meer zelfstandig en meer op het individu afgestemd leren: tot de werkzaamheden behoren onder meer lokale ondersteuning van lerenden, leren van medeleerlingen, begeleiding op afstand, systemen voor het ontwerpen van leerprogramma's/cursussen en accrediteringssystemen; ontwikkeling van hoogwaardiger lesmateriaal door verbetering van de kwaliteit van de inhoud zelf, de ingebedde pedagogische of didactische methoden en de aanpasbaarheid aan de behoeften van de lerenden te verbeteren: de werkzaamheden moeten betrekking hebben op nieuwe ontwerphulpmiddelen voor lesgeven, modelleringstechnieken voor lerenden, modelleringsmethoden voor kennisoverdracht, inclusief bijbehorende informatievergaring en ergonomie van het leren, en bestrijken een inhoud van eenvoudige hypermedia tot geavanceerde simulaties; ruimere toegang tot leermiddelen en diensten voor allen: de werkzaamheden moeten betrekking hebben op gemeenschappelijke platforms die volwaardige toegang bieden tot diensten in heterogene netwerken, onder meer geharmoniseerde identificatie en opzoeken van kennisbronnen, en introductieactiviteiten.

Technologieën op het gebied van menselijke taal

De werkzaamheden worden toegespitst op geavanceerde taaltechnologie waarmee kostenefficiënte uitwisselingen over taal- en cultuurgrenzen heen en natuurlijke interfaces voor digitale diensten en een meer intuïtieve assimilatie en gebruik van multimedia-inhoud mogelijk worden. De werkzaamheden hebben betrekking op technologie van geschreven en gesproken taal en het gebruik daarvan in belangrijke sectoren zoals bedrijfs- en commercieel uitgeven, onderwijs en opleiding, cultuurbezit, wereldwijd zakendoen en elektronische handel, overheidsdiensten en nutsbedrijven en groepen met bijzondere behoeften. Ook worden elektronische taalhulpmiddelen ontwikkeld in standaard- en herbruikbare formaten.

OTO-prioriteiten: toevoeging van meertaligheid aan systemen in alle stadia van de informatiecyclus, waaronder het creëren en onderhouden van inhoud in vele talen, aanpassing van software en inhoud aan de lokale situatie, automatisch vertalen en tolken en computerondersteunde taalopleiding; vergroting van de natuurlijke interactiviteit en bruikbaarheid van systemen waarbij toepassingen sterk kunnen worden verbeterd door multimodale dialogen, begrip van boodschappen en communicatieve handelingen, input en output zonder taalbeperkingen en werking zonder toetsenbord; mogelijk maken van actieve assimilatie en gebruik van digitale inhoud waarbij taalverwerkingsmodellen, -hulpmiddelen en -technieken worden gebruikt voor diepgaande informatieanalyse en het creëren van metadata, kennisextractie, classificatie en samenvatting van de in de inhoud vervatte betekenis, waaronder intelligente, op taal gebaseerde bijstand; de werkzaamheden worden gecompleteerd met introductieactiviteiten in de vorm van validerings- en evaluatieprojecten, alsmede activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en initiatieven gericht op optimale werkwijzen.

Toegang tot, filteren, analyse en manipuleren van informatie

De werkzaamheden worden toegespitst op geavanceerde technologie voor het beheer van informatie-inhoud om de gebruiker in staat te stellen alleen de benodigde informatie te selecteren, te ontvangen en te manipuleren (zodanig dat het recht van de gebruiker op vertrouwelijkheid wordt geëerbiedigd), wanneer hij geconfronteerd wordt met een alsmaar groeiend scala van heterogene bronnen. Verbetering van de essentiële functies van grootschalige multimediasystemen voor middelenbeheer (waaronder de ontwikkeling van het World Wide Web) kan een ondersteuning vormen voor het kosteneffectieve aanbod van informatiediensten en het gebruik ervan.

OTO-prioriteiten: beheersing van de informatiestroom: rijke beschrijvende modellen van digitale informatie-inhoud die alle soorten media bestrijken en alle menselijke zintuigen ondersteunen, naast ruimte- en tijdaspecten; daarmee samenhangende hulpmiddelen om gebruikers in staat te stellen informatieprofielen te ontwikkelen, eventueel gebaseerd op vage concepten en geactiveerd door gepersonaliseerde middelen; radicaal nieuwe cognitieve relaties tussen systeem en gebruikers via geïndividualiseerde metaforen of visualisatietechnieken; informatiebeheersystemen: nieuwe organisatie- en beheersmethoden voor multimedia-informatiebronnen - er moeten geavanceerde technieken worden verkend voor het opslaan van gegevens met integratie van mechanismen voor toegangscontrole, kwaliteitsborging, integriteitscontrole en technische bescherming van multimedia-"fragmenten"; classificatie, etikettering en filtering van informatie waardoor selectief opzoeken en filteren van informatie mogelijk wordt (inclusief controle op illegale en schadelijke inhoud); introductie: activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en andere introductiemaatregelen; de werkzaamheden worden gecompleteerd met validerings- en evaluatieprojecten, alsmede met coördinatieactiviteiten die tot de normalisering bijdragen.

  • iv) 
    Essentiële technologieën en infrastructuren

Doelstellingen en OTO-prioriteiten

Doel van deze werkzaamheden is een toonaangevende positie op het gebied van voor de informatiemaatschappij cruciale technologieën te bevorderen, de introductie ervan te versnellen en de toepassingsmogelijkheden ervan te verruimen. De werkzaamheden hebben betrekking op de convergentie van informatieverwerking, communicatie- en netwerktechnologieën en infrastructuren. Het accent komt te liggen op technologie en infrastructuur die voor verschillende toepassingen kunnen worden gebruikt; technologie en infrastructuur die specifiek zijn voor één bepaalde toepassing komen slechts in het kader van de betrokken toepassing in andere delen van het kaderprogramma aan de orde.

  • Technologieën voor en beheer van informatieverwerking, communicatie en netwerken, waaronder breedbandnetwerken, alsook de invoering, interoperabiliteit en toepassing daarvan.

De werkzaamheden worden toegespitst op de ontwikkeling en convergentie van informatieverwerking-, telecommunicatie- en omroepnetwerk- en -systeemtechnologie.

OTO-prioriteiten: technologie en hulpmiddelen voor parallelle systemen voor het delen en interactief gebruik van hulpbronnen op afstand en gelijktijdige activiteiten op geografisch verspreide locaties, in de context van heterogene apparatuur- en programmatuurarchitectuur en -systemen; real-timesystemen die grote gegevensvolumes aankunnen; elementaire technologie en hulpmiddelen ter ondersteuning van real-time ingebedde systeemtoepassingen - aanverwante werkzaamheden moeten actief bijdragen tot normen of daaraan voldoen; breedband-telecommunicatienetwerken: betrouwbare optische terabittransmissie; er moet een grote inspanning worden geleverd op het gebied van fotonische technologie voor eind-tot-eind optische transparantie in kern- en toegangsnetwerken; technologieën en architecturen, waaronder uitdrukkelijk geheel optische netwerken: topologie en functies, schakeling en routering, werking en beheer; technologie voor netwerkintegratie (met name voor de convergentie van vaste en mobiele netwerken, inclusief satellietnetwerken) en nieuwe dienst-onafhankelijke architecturen en systemen, om te maken dat alle gebruikers een betaalbare toegang krijgen tot mobiele breedband-multimediadiensten; interoperabiliteit en interworking, met name op het niveau van netwerkbeheer en diensten, om capaciteit, flexibiliteit en functionaliteit te verhogen en de invoering van concurrentie en nieuwe intelligente netwerkdiensten te bevorderen (onder meer de ontwikkeling van het Internet); aspecifieke dienstenmethodieken en hulpmiddelen die de toegenomen netwerkcomplexiteit aankunnen, nieuwe architecturen en eisen voor eind-tot-eind-"dienstkwaliteit"-netwerkbetrouwbaarheid en -veiligheid zijn nodig; introductiemaatregelen om optimale werkwijzen te bevorderen en over te dragen, voor coördinatie die bijdraagt tot normalisering en om technologie en diensten te valideren in veldproeven.

  • Technologie en engineering voor software, systemen en diensten, ook op het gebied van hoogwaardige statistiek

De werkzaamheden worden toegespitst op de ontwikkeling, vorming, werking en evolutie van software-intensieve systemen voor goederen en diensten en in productie- en ondernemingsprocessen, onder meer technologieën en hulpmiddelen voor het testen en valideren in alle stadia.

OTO-prioriteiten: software- en systeemtechniek: de werkzaamheden worden toegespitst op betrouwbare, duurzame en opschaalbare systemen die betrekking hebben op verkorting van de ontwikkelingscyclus en verlaging van de kosten daarvan; het gebruik en de verdere ontwikkeling van betrouwbare methoden en hulpmiddelen is een belangrijk thema, en ook softwarenmodulariteit, met name de integratie van klantspecifieke en standaardcomponenten in systemen, is een belangrijk aspect; servicetechniek heeft betrekking op de integratie van heterogene platforms en netwerken en de toenemende complexiteit en verfijning van nieuwe diensten en de totstandbrenging en aanbieding daarvan - doel is technologie en hulpmiddelen te ontwerpen voor snelle, klantspecifieke en kosteneffectieve ontwikkeling, ontplooiing, aanbieding en beheer van diensten die kunnen zorgen voor een open infrastructuur voor informatie- en communicatiediensten met de vereiste betrouwbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de diensten; softwaretechnologie moet kennisgebaseerde methoden en hulpmiddelen helpen ontwikkelen die zowel de bruikbaarheid als de capaciteit van systemen en de intelligentie in netwerken verhogen; dit houdt ook in de tijdige vergaring, productie, verspreiding en communicatie van hoogwaardige informatie (onder meer statistische en beheersinformatie); introductie: optimale werkwijzen en andere introductiemaatregelen krijgen prioriteit; de werkzaamheden worden aangevuld met de validering en beoordeling van technologie, systemen en diensten in veldproeven en met coördinatiemaatregelen die bijdragen tot de normalisatie.

  • Real-time- en grootschalige simulatie- en visualiseringstechnologieën

De werkzaamheden hebben betrekking op de ontwikkeling en integratie van geavanceerde simulatie- en visualiseringstechnologieën en -omgevingen voor alle toepassingen, zoals gedistribueerde simulaties en gedeelde virtuele omgevingen.

OTO-prioriteiten: simulatie en visualisering: werkzaamheden aan simulatieomgevingen hebben onder meer betrekking op voorbewerking, geavanceerde nabewerking (waaronder visualisering en virtuele realiteit) en hulpmiddelen voor de validering van simulatie met experimentele en archiefgegevens; hulpmiddelen ter ondersteuning van de integratie en simulatie in industriële en bedrijfsprocessen krijgen prioriteit; technologieën en hulpmiddelen voor gedistribueerde simulaties met het accent op de ondersteuning van de interoperabiliteit van heterogene software- en hardwaresystemen; gedeelde virtuele omgevingen die opschaalbaar zijn via grote netwerken; bezetting met autonome agenten en visualisering, onder meer met behulp van "avatars"; de werkzaamheden worden gecompleteerd met introductiemaatregelen zoals validerings- en evaluatieprojecten, samen met activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers en andere initiatieven voor optimale werkwijzen.

  • Mobiele en persoonlijke communicatie en systemen, waaronder satellietgebaseerde systemen en diensten

Doel van de werkzaamheden is de overgang te maken naar een geïntegreerd, naadloos netwerk dat voor wereldwijde persoonlijke verbindingen zorgt en toegang tot draadloze multimediacommunicatie en -diensten mogelijk maakt voor iedereen, waar en wanneer dan ook, met mogelijkheden, kwaliteit en prestaties die vergelijkbaar zijn met die van vaste netwerkdiensten.

OTO-prioriteiten: de werkzaamheden worden toegespitst op de ontwikkeling en uitbouw van nieuwe generaties betaalbare terrestrische en satellietgebaseerde draadloze breedbandarchitecturen, -systemen en -technologieën, voor zowel particuliere als openbare omgevingen, waarbij van nieuwe spectrumgrenzen wordt geprofiteerd, die geavanceerde diensten ondersteunen en spectrumefficiëntie en netwerkprestaties optimaliseren; volledige dekking wordt mogelijk door middel van een groot aantal radiosystemen die worden opgezet in een meerlagige, multidimensionele cellenarchitectuur; dienstenmobiliteit en roaming van eindapparatuur door raad- en draadloze netwerken moet een prioriteit zijn; netwerken, systemen en terminals die vanuit de software opnieuw geconfigureerd kunnen worden om een betere netwerkplanning, interoperabiliteit en interworking mogelijk te maken; geminiaturiseerde, goedkope, mobiele en draagbare communicatie-eindapparatuur met laag stroomverbruik (zowel hardware- als softwareaspecten); technologieën, diensten en toepassingen die interactieve mobiele en persoonlijke multimediadiensten ondersteunen, met regionale of mondiale dekking en waar nodig geïntegreerd met terrestrische en satellietnavigatiediensten; introductie: een belangrijk aspect zijn validerings- en demonstratieprojecten voor interactieve mobiele breedbandmultimediatechnologie en -diensten; een belangrijke inspanning wordt gewijd aan technologisch aspectenonderzoek en coördinatiemaatregelen die bijdragen tot de normalisatie.

  • Interfaces die gebruik maken van de verschillende zintuigen

De werkzaamheden hebben betrekking op de ontwikkeling van intuïtieve manieren om gegevens te vergaren, te verstrekken en met systemen te communiceren. De werkzaamheden gelden onder meer voor de ontwikkeling en integratie van geavanceerde sensor-, actuator- en displaytechnologieën.

OTO-prioriteiten: multimodale, multisensorische interfaces en nieuwsoortige hulpmiddelen en apparatuur, validering en beoordeling zijn van centraal belang voor deze werkzaamheden; technologie zoals beeld- en geluidsverwerking, -begrip en -synthese moeten worden ontwikkeld en geïntegreerd met het oog op nieuwe oplossingen voor werk- en vrijetijds/amusementsomgevingen; door de werkzaamheden moet de invoering van technologieën zoals verhoogde en virtuele realiteit worden vergemakkelijkt; de ontwikkeling en integratie van een reeks geavanceerde displaytechnologieën voor professionele en consumententoepassingen kunnen worden onderzocht; het accent wordt gelegd op de ontwikkeling van goedkope interfaces met een laag stroomverbruik en de toepassing van nieuwe flexibele materialen voor draagbare en mobiele subsystemen alsook op kwesties zoals aanpasbaarheid aan de gebruiker, kennis over de gevolgen voor de gezondheid, modellering van interactie met de gebruiker en gebruikersprofielen; de introductie zal vooral worden gestimuleerd met activiteiten ten behoeve van beginnende gebruikers.

  • Randapparatuur, subsystemen en microsystemen

De werkzaamheden hebben betrekking op geavanceerde intelligente randapparatuur (voor computer- en communicatienetwerken) die meervoudige functionaliteit kan hebben maar toch gebruikersvriendelijk blijft. De werkzaamheden inzake subsystemen worden gericht op de bouwstenen voor informatieverwerkings- en communicatiesystemen en -netwerken. De werkzaamheden met betrekking tot intelligente microsystemen zijn in dit verband gericht op geminiaturiseerde systemen met sensor- en/of actuatorfuncties en verwerkingsfuncties, die normaal twee of meer elektrische, mechanische, optische, chemische, organische, biologische, magnetische of andere eigenschappen combineren, geïntegreerd op één chip of een meerchipshybride.

OTO-prioriteiten: integratie, gering stroomverbruik en miniaturisatie moeten de drijvende krachten zijn achter de ontwikkeling van technologie voor rand- en eindapparatuur, met geavanceerde weergavetechnieken, alsmede software- en hardwaremodules voor het vergaren, opslaan en manipuleren van inhoud; de ontwikkeling van geavanceerde methoden voor massaopslag is een eerste vereiste; subsystemen: behalve op elementaire bouwstenen ligt de klemtoon vooral op huissystemen; microsystemen: de werkzaamheden worden geconcentreerd op een ruimere toepassing van intelligente microsystemen, voornamelijk voor medische, biochemische, milieu-, auto- en luchtvaarttoepassingen, alsmede het gebruik ervan in meet- en regelsystemen of -subsystemen; het is vooral de bedoeling te zorgen voor de overdracht van deskundigheid van wetenschappelijk naar industrieel gebruik en de toegang te vergemakkelijken tot bestaande technologie voor het vervaardigen van prototypen en kleine hoeveelheden; integratie van optische koppelingen in micro-elektronische subsystemen en microsystemen voor krachtige toepassingen (bijvoorbeeld elektro-optische schakelkaarten); de werkzaamheden worden ondersteund met maatregelen ter aanvulling van die inzake de fabriceerbaarheid van intelligente microsystemen en de daaraan gekoppelde assemblage-, koppelings-, behuizings-, materiaal- en uitrustingstechnologie in het kader van het programma "Bevorderen van concurrerende en duurzame ontwikkeling", samen met ondersteuning van de passende ontwerp-, en simulatieactiviteiten; introductie: de werkzaamheden worden aangevuld met coördinatie die bijdraagt tot normalisatie, met name voor microsystemen via activiteiten ten hoeve van beginnende gebruikers.

  • Micro-elektronica

De werkzaamheden hebben betrekking op materialen, apparatuur, ontwerp- en testmethoden en -hulpmiddelen voor de ontwikkeling van elektronische componenten en de behuizing, koppeling en toepassing ervan. De benadering is systeemgericht en toepassinggestuurd en bedoeld om pluspunten te versterken en technologische kansen te benutten, uitgaande van adequate oplossingen uit de micro-elektronische technologie die het beste voldoen aan de eisen van aspecifieke toepassingen.

OTO-prioriteiten: medeontwerpen van hardware/software en toepassingen; aan de belangrijkste technologische eisen worden voldaan door middel van steun voor de ontwikkeling en beoordeling van halfgeleidermaterialen en -apparatuur, alsmede behuizings- en koppelingstechnologie, met name voor de meest geavanceerde generaties; het accent ligt op het verruimen van de toepasbaarheid door de ontwikkeling van kosteneffectieve actieve en passieve silicium-, siliciumgebaseerde of samengestelde halfgeleidercomponenten en -subsystemen voor toepassingen met een algemeen karakter, vooral in de mobiele sfeer (hoogfrequente draadloze communicatie met laag stroomverbruik), systemen met hoge complexiteit en prestaties, systemen die bestand zijn tegen vijandige omgevingen wat betreft betrouwbaarheid en duurzaamheid, meten en regelen; ontwikkeling, integratie en klantspecifiek maken van geavanceerde signaal- en gegevensverwerkingsfuncties in subsystemen, samen met de bijbehorende geheugen- en in/uitvoerfuncties, krijgen prioriteit, samen met macrocellen en ondersteuningshulpmiddelen voor categorieën van toepassingen; optische technologieën: nieuwe optische bronnen, opto-elektronische geïntegreerde schakelingen, actieve en passieve optische componenten en bouwstenen die op nieuwe golflengten werken, onder meer opto-elektronische apparaten op basis van organische verbindingen; introductie: toepassing- en ontwerpcapaciteiten worden bevorderd in thematische clusters; een grote inspanning wordt gewijd aan technologisch aspectenonderzoek, maatregelen ten behoeve van beginnende gebruikers en andere optimale werkwijzen.

  • b) 
    ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGSACTIVITEITEN VAN GENERIEKE AARD

TOEKOMSTIGE EN OPKOMENDE TECHNOLOGIEËN

Deze specifieke activiteit inzake toekomstige en opkomende technologieën van de toekomst of in opkomst heeft betrekking op onderzoek dat op langere termijn wordt verricht of bijzonder grote risico's met zich brengt, hetgeen gecompenseerd wordt door het vooruitzicht op belangrijke doorbraken en mogelijke industriële en maatschappelijke effecten. Dergelijke werkzaamheden worden dan ook voornamelijk transdisciplinair uitgevoerd of binnen een opkomende discipline. Zij versterken de koppeling en de stroom van ideeën, initiatieven en mensen tussen de academische wereld en het bedrijfsleven in de Europese Unie. Deze activiteit is een aanvulling op de gebiedspecifieke werkzaamheden die in ieder van de kernactiviteiten zijn geïntegreerd.

Om het continuüm van de technologie van de informatiemaatschappij volledig te bestrijken moet de deur worden opengehouden voor elk nieuw idee dat, van onderaf, mogelijk industriële of maatschappelijke effecten heeft. Deze openheid moet worden versterkt op specifieke gebieden waar sterk toegespitste, goed gecoördineerde proactieve initiatieven van strategische aard worden ontplooid. Flexibiliteit is van wezenlijk belang, evenals een juiste balans tussen proactieve initiatieven waarvoor enerzijds zorgvuldige, maar snelle planning nodig is en anderzijds openheid voor zeer beloftevolle nieuwe ideeën.

Het open domein

Welke onderwerpen worden behandeld, kan per definitie niet worden voorgeschreven. Projectvoorstellen kunnen de volgende zaken omvatten, zonder dat het hier een dwingend voorschrift betreft; kennistechnologie (d.w.z. technologie voor het weergeven, creëren en gebruiken van kennis), technologie voor computer- of breedbandtoepassingen, bouwstenen en schakelingen van de toekomst (gebaseerd op nano-, kwantum-, fotonische of bio-elektronische effecten en technologie voor integratie op zeer grote schaal) en ultracomplexe systemen (zoals ultrasnelle computers en superintelligente netwerken).

Proactieve initiatieven

Ter invulling van het open domein wordt tijdens de uitvoering van het programma een aantal proactieve initiatieven gedefinieerd; het gaat hier om initiatieven met een strategisch perspectief die betrekking hebben op gebieden welke in de toekomst door een sterke groei zullen worden gekenmerkt en waarvoor nauwe coördinatie tussen verschillende projecten noodzakelijk is. De onderwerpen worden gedefinieerd op basis van mogelijke industriële en maatschappelijke effecten ervan op langere termijn (waaronder het scheppen van werkgelegenheid via beginnende bedrijven), de mogelijkheden die door wetenschappelijke vooruitgang worden geboden of een combinatie van beide. De planning van de proactieve initiatieven moet zodanig zijn dat snel kan worden gereageerd indien zich dankzij wetenschappelijke vorderingen onverwachts mogelijkheden aandienen.

De initiatieven bestaan uit een reeks autonome, maar nauw gecoördineerde en adequaat in netwerken georganiseerde projecten. Het netwerksaspect van het initiatief kan met enkele centrale onderzoekfaciliteiten worden versterkt, wanneer deze schaalvoordelen bieden aan de deelnemers aan meervoudige projecten, bijvoorbeeld gezamenlijke experimentele nanofabricagefaciliteiten, modelruimten of gemeenschappen voor proeven op het gebied van interfaces of virtuele realiteit.

De daadwerkelijke keuzen worden te gepasten tijde gemaakt via overleg met de onderzoekgemeenschap, nadat een agenda is vastgesteld waarbij wordt geput uit een zeer breed arsenaal van wetenschappelijke en technologische standpunten. In dit kader wordt gestreefd naar voorkennis via een reeks strategische workshops, gericht op het aangeven van tendensen en het vaststellen van onderzoekdoelen, in combinatie met een technologiebewakingsactiviteit, die moet worden verricht in nauwe samenwerking met andere actoren op dit gebied, waaronder het Instituut voor technologische prognose van het GCO en de eenheid Beoordeling van het wetenschappelijk en technologisch beleid van het Europees Parlement, voorzover van toepassing.

  • c) 
    STEUN VOOR ONDERZOEKINFRASTRUCTUUR

ONDERZOEKNETWERKEN

Breedbandverbinding tussen nationale onderzoek- en onderwijsnetwerken

Doel is het leggen van trans-Europese breedbandverbindingen tussen nationale onderzoek-, onderwijs- en opleidingsnetwerken te vergemakkelijken; deze netwerken moeten over een zodanige capaciteit en kwaliteit beschikken zijn dat wordt voorzien in de gezamenlijke behoeften van de Europese academische en industriële onderzoekers. Ook moet ervoor worden gezorgd dat het resulterende netwerk technologisch gezien zijn voorhoedefunctie behoudt. Dit impliceert een vergroting van de bestaande capaciteit van 34 Mbits/s via 622 Mbits/s naar verscheidene gigabits per seconde, alsmede steun voor verschillende niveaus van "dienstverleningskwaliteit" en de noodzakelijke verbindingsmogelijkheden met derde landen, in het kader van de wereldwijde ontwikkeling van het Internet. Het netwerk wordt opgewaardeerd wanneer de vraag blijkt toe te nemen. Zo moeten doeltreffende Europese onderzoek- en onderwijsactiviteiten in samenwerkingsverband (waaronder het creëren van "virtuele laboratoria" en "virtuele instituten") bevorderd worden; dergelijke activiteiten kunnen plaatsvinden dankzij het gebruik van geavanceerde, op Internet gebaseerde toepassingen binnen de academische en industriële onderzoekgemeenschappen. Deze werkzaamheden ondersteunen het onderzoek op alle gebieden en derhalve het gehele kaderprogramma.

Geavanceerde Europese experimentele proefbanken

Doel is de integratie van gezamenlijke onderzoek- en ontwikkelings-, demonstratie- en introductieactiviteiten (die tot de kernactiviteiten van dit programma behoren), die een technologische voortrekkersrol vervullen en die betrekking hebben op toekomstige generaties communicatietechnologieën, protocollen, diensten en verspreide toepassingen. Deze experimentele verbinding van proefbanken van individuele exploitanten, bedrijven, universiteiten en onderzoekfaciliteiten in Europa (alsmede de noodzakelijke verbindingen met derde landen) verschaft een praktische basis voor gezamenlijke onderzoekinspanningen (bijvoorbeeld op het gebied van fotonische netwerken, configuratieprotocollen voor diensten of mobiele breedbanddiensten). Dit leidt er tevens toe dat de meest geavanceerde infrastructuur vroegtijdig beschikbaar wordt, hetgeen op zijn beurt vroegtijdige proeven met geavanceerde toepassingen mogelijk maakt (bijvoorbeeld visualisatie op afstand van grote hoeveelheden gegevens, metaverwerking of immersieve virtuele netwerkrealiteit) waarvoor een zeer grote bandbreedte of nieuwe diensten nodig zijn. Hierdoor kan Europa ok een leidende rol spelen in het definiëren, normaliseren en valideren van de volgende generatie netwerkprotocollen (waaronder Internetprotocollen) en andere breedbanddiensten in opkomst. Ook levert het een bijdrage aan de interoperabiliteit en consistentie op lange termijn van geavanceerde netwerkinfrastructuren, -diensten en -toepassingen.

BIJLAGE III

NADERE BEPALINGEN VOOR DE UITVOERING VAN HET SPECIFIEKE PROGRAMMA

Het specifieke programma wordt uitgevoerd door middel van de OTO-werkzaamheden onder contract volgens de bijlagen II en IV van het vijfde kaderprogramma. Daarnaast gelden de volgende bepalingen, specifiek voor dit programma:

  • 1. 
    Begeleidende maatregelen

De begeleidende maatregelen omvatten met name:

  • introductiemaatregelen, waaronder proeven, activiteiten ten gunste van beste praktijken, activiteiten ten behoeve van eerste gebruikers, evaluaties en kwalificaties en andere activiteiten gericht op het stimuleren van invoering op ruime schaal, met name in het MKB, en het aanmoedigen van innovatie;
  • maatregelen ter ondersteuning van normalisatie en andere maatregelen gericht op bruikbaarheid, interoperabiliteit en betrouwbaarheid van informatie- en communicatietechnologie, systeemapplicaties en diensten;
  • maatregelen ter ondersteuning van de onderlinge koppeling van onderzoekinfrastructuur en andere voor OTO benodigde installaties;
  • studies ten behoeve van het specifieke programma, waaronder de voorbereiding van toekomstige activiteiten;
  • informatie-uitwisseling, conferenties, studiebijeenkomsten, themadagen of andere wetenschappelijke en technische bijeenkomsten en het beheer van gegroepeerde OTO-activiteiten;
  • inschakeling van externe expertise, waaronder toegang tot wetenschappelijke gegevensbanken, met name voor het volgen van het specifieke programma overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het vijfde kaderprogramma, de externe evaluatie volgens artikel 5, lid 2, van het vijfde kaderprogramma en de evaluatie van OTO-activiteiten onder contract en het volgen van de uitvoering daarvan;
  • analyses van de sociaal-economische gevolgen van de ontwikkelingen op het gebied van de technologie van de informatiemaatschappij;
  • activiteiten voor verspreiding, voorlichting en communicatie, waaronder wetenschappelijke publicaties, activiteiten voor het gebruik van de resultaten en de overdracht van technologieën, aanmoediging van innovatiefinanciering en hulp voor de bescherming van intellectuele eigendom;
  • opleidingsregelingen in verband met OTO-activiteiten die onder het specifieke programma vallen, behoudens de Marie Curiebeurzen;
  • ondersteuning van regelingen voor het verschaffen van informatie en bijstand voor degenen die op onderzoekgebied actief zijn, waaronder het MKB;
  • inschakeling van externe expertise voor het tot stand brengen en toegankelijk maken van informatie, bijstand en onderzoek- en innovatiebevorderende diensten en netwerken.

Overeenkomstig bijlage IV van het vijfde kaderprogramma kan de bijdrage van de Gemeenschap voor de maatregelen onder het eerste streepje, waarvoor geen aanbesteding is uitgeschreven, tot 100 % van de in aanmerking komende kosten bedragen. Op basis van het beginsel van goed financieel beheer kan de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor bepaalde activiteiten of maatregelen echter worden beperkt tot 100 % of minder van de kostencategorieën die noodzakelijk of nuttig worden geacht om de specifieke doelstellingen van de activiteit te verwezenlijken.

  • 2. 
    Bepalingen inzake coördinatie

Binnen het programma ziet de Commissie toe op de complementariteit tussen de OTO-werkzaamheden onder contract, met name door deze te groeperen rond een gemeenschappelijke doelstelling; voorts zorgt zij ervoor dat doublures worden vermeden, met inachtneming van de rechtmatige belangen van de indieners van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract.

Tevens wordt zoveel mogelijk gezorgd voor coördinatie tussen de activiteiten van het specifieke programma en activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van:

  • andere specifieke programma's waarmee uitvoering wordt gegeven aan het vijfde kaderprogramma;
  • de programma's voor onderzoek en onderwijs waarmee uitvoering wordt gegeven aan Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs (1998-2002) (1);
  • andere Europese samenwerkingsverbanden op onderzoekgebied, o.a. Eureka en COST;
  • andere met onderzoek verband houdende instrumenten van de Gemeenschap.

De coördinatie bestaat in:

  • i) 
    het aangeven van gemeenschappelijke thema's of prioriteiten, met name gericht op:
  • de uitwisseling van informatie,
  • de uitvoering van gezamenlijk vastgestelde werkzaamheden, waarbij met name een van de in artikel 9 bedoelde procedures van de regels voor deelneming en verspreiding gezamenlijk wordt ingeleid;
  • ii) 
    het herschikken van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract tussen specifieke programma's of tussen het specifieke programma en een programma voor onderzoek en onderwijs.
  • (1) 
    PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34 . blz. 34.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.