Besluit 1999/172 - Specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van "Bevordering van innovatie en stimulering van deelneming van het MKB" (1998-2002)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31999D0172

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31999D0172

1999/172/EG: Beschikking van de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van "Bevordering van innovatie en stimulering van deelneming van het MKB" (1998-2002)

Publicatieblad Nr. L 064 van 12/03/1999 blz. 0091 - 0104

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 25 januari 1999 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het gebied van "Bevordering van innovatie en stimulering van deelneming van het MKB" (1998-2002) (1999/172/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 130 I, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

  • (1) 
    Overwegende dat het Europees Parlement en de Raad bij Besluit nr. 182/1999/EG (4) het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (hierna "vijfde kaderprogramma" genoemd) voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (hierna "OTO" genoemd) hebben vastgesteld voor de periode 1998-2002, waarin de grote lijnen en de wetenschappelijke en technologische doelstellingen worden uiteengezet van de activiteiten die op het gebied van "Bevordering van innovatie en stimulering van deelneming van het MKB" moeten worden uitgevoerd;
  • (2) 
    Overwegende dat in artikel 130 I, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat het kaderprogramma wordt uitgevoerd door middel van specifieke programma's die worden ontwikkeld binnen elke activiteit waarin het kaderprogramma voorziet; dat in elk specifiek programma de nadere bepalingen voor de uitvoering ervan, de looptijd en de noodzakelijk geachte middelen worden vastgesteld;
  • (3) 
    Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffend het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (5) en artikel 4, lid 2, van de beschikkingen van de Raad betreffende de specifieke programma's waarmee het vierde kaderprogramma wordt uitgevoerd, een externe evaluatie heeft laten uitvoeren die zij samen met haar conclusies en opmerkingen heeft doen toekomen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's;
  • (4) 
    Overwegende dat, overeenkomstig artikel 130 J van het Verdrag, Besluit 1999/65/EG van de Raad van 22 december 1998 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten, en inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002) (6) (hierna "regels voor deelneming en verspreiding" genoemd) op dit specifieke programma van toepassing is; dat deze regels de deelneming van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan de onder dit programma vallende werkzaamheden onder contract mogelijk maken;
  • (5) 
    Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma, naast de samenwerking in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van een associatieovereenkomst, activiteiten op het gebied van internationale samenwerking met derde landen of internationale organisaties, inzonderheid op basis van artikel 130 M van het Verdrag, wenselijk kunnen zijn;
  • (6) 
    Overwegende dat het van belang is dat de wetenschap, het bedrijfsleven en de gebruikers intensief worden betrokken bij de vaststelling van de te verrichten activiteiten en, in voorkomend geval, bij de uitvoering van het programma;
  • (7) 
    Overwegende dat de activiteiten uit hoofde van dit programma op innovatie moeten worden gericht, zodat onder meer wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het eerste actieplan voor innovatie;
  • (8) 
    Overwegende dat in het bijzonder de nadruk moet worden gelegd op het stimuleren van de deelneming van KMO's;
  • (9) 
    Overwegende dat bij de uitvoering van dit programma het gelijkekansenbeleid van de Gemeenschap in aanmerking moet worden genomen;
  • (10) 
    Overwegende dat een efficiënt en doorzichtig beheer bijdraagt tot een effectiever en gebruikersvriendelijker programma;
  • (11) 
    Overwegende dat administratieve uitgaven op doorzichtige wijze moeten worden opgenomen in de begroting van de Gemeenschap;
  • (12) 
    Overwegende dat de uitvoering van dit programma moet worden getoetst, zodat het in voorkomend geval kan worden aangepast aan de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen; dat onafhankelijke deskundigen de in het kader van het programma geboekte vooruitgang te gelegener tijd dienen te evalueren;
  • (13) 
    Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek is geraadpleegd over de wetenschappelijke en technologische inhoud van de specifieke programma's,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van het vijfde kaderprogramma wordt hierbij het specifieke programma op het gebied van "Bevordering van innovatie en stimulering van deelneming van het MKB" (hierna "specifiek programma" genoemd) vastgesteld voor de periode van 25 januari 1999 tot en met 31 december 2002.

Artikel 2

  • 1. 
    Overeenkomstig bijlage III bij het vijfde kaderprogramma beloopt het bedrag dat voor de uitvoering van het specifieke programma noodzakelijk wordt geacht, 363 miljoen euro, waarvan ten hoogste 7,35 % voor de administratieve uitgaven van de Commissie.

Een indicatieve verdeling van dit bedrag is opgenomen in bijlage I.

  • 2. 
    Van het in lid 1 genoemde bedrag is
  • 78 miljoen euro bestemd voor de periode 1998-1999,
  • 285 miljoen euro bestemd voor de periode 2000-2002.

In het in artikel 2, lid 1, onder c), van het vijfde kaderprogramma bedoelde geval past de Raad het laatste cijfer aan, overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), tweede streepje, van het vijfde kaderprogramma. Zolang de Raad geen besluit heeft genomen, mag bij de uitvoering van dit specifieke programma het in het eerste streepje genoemde bedrag niet worden overschreden.

  • 3. 
    De begrotingsautoriteit stelt, met inachtneming van de in deze beschikking vastgelegde wetenschappelijke en technologische doelstellingen en prioriteiten, voor elk begrotingsjaar de kredieten vast en houdt daarbij rekening met de in het kader van de meerjarige financiële vooruitzichten beschikbare middelen.

Artikel 3

  • 1. 
    De grote lijnen, de wetenschappelijke en technologische doelstellingen en de prioriteiten van het specifieke programma zijn opgenomen in bijlage II. Zij sluiten aan bij de beginselen en de drie categorieën selectiecriteria van bijlage I bij het vijfde kaderprogramma.
  • 2. 
    Overeenkomstig deze beginselen en criteria worden de selectiecriteria, als uiteengezet in artikel 10 van de regels voor deelneming en verspreiding, toegepast bij de selectie van de te verrichten OTO-activiteiten.

Voorts moet elke deelneming van industriële entiteiten aan op de industrie georiënteerde werkzaamheden voor gezamenlijke rekening in de regel aangepast zijn aan de aard en het doel van de activiteiten.

Bij de uitvoering van het programma worden, ook in het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1, al deze criteria in acht genomen, al kunnen deze verschillend worden gewogen.

  • 3. 
    De regels voor deelneming en verspreiding zijn van toepassing op het specifieke programma.
  • 4. 
    De nadere bepalingen voor de financiële deelneming van de Gemeenschap aan het specifieke programma zijn die bedoeld in artikel 4 van het vijfde kaderprogramma.

De OTO-werkzaamheden onder contract van het specifieke programma zijn omschreven in de bijlagen II en IV van het vijfde kaderprogramma.

De nadere bepalingen voor de uitvoering van het programma staan in bijlage III bij de onderhavige beschikking.

Artikel 4

Aan de hand van de in artikel 3 bedoelde criteria en de wetenschappelijke en technologische doelstellingen en prioriteiten van bijlage II:

  • a) 
    toetst de Commissie, bijgestaan door onafhankelijke externe deskundigen, de uitvoering van het specifieke programma en dient zij in voorkomend geval bij de Raad voorstellen in tot aanpassing ervan overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het vijfde kaderprogramma;
  • b) 
    laat de Commissie de in artikel 5, lid 2, van het vijfde kaderprogramma bedoelde externe evaluatie verrichten van de activiteiten op de onder het specifieke programma vallende gebieden.

Artikel 5

  • 1. 
    De Commissie stelt een werkprogramma op, dat het volgende behelst:
  • a) 
    de nader uitgewerkte doelstellingen en OTO-prioriteiten van bijlage II;
  • b) 
    het indicatieve tijdschema voor de uitvoering van het specifieke programma;
  • c) 
    de coördinatieregelingen van bijlage III;
  • d) 
    indien nodig, de selectiecriteria en de regelingen voor de toepassing daarvan voor alle OTO-werkzaamheden onder contract.
  • 2. 
    In het werkprogramma wordt rekening gehouden met de belangen van de betrokkenen, met name van wetenschap, bedrijfsleven en gebruikers. Het programma dient als basis voor de uitvoering van OTO-werkzaamheden onder contract volgens de procedures die zijn opgenomen in de regels voor deelneming en verspreiding.
  • 3. 
    In voorkomend geval wordt het werkprogramma bijgewerkt en door de Commissie in een gebruikersvriendelijke, onder meer elektronische, vorm ter beschikking van alle belanghebbende partijen gesteld.

Artikel 6

  • 1. 
    De Commissie is belast met de uitvoering van dit specifieke programma.
  • 2. 
    Voor de aanneming van de volgende maatregelen geldt de procedure van artikel 7:
  • de opstelling en bijwerking van het werkprogramma als bedoeld in artikel 5, lid 1, met inbegrip van de inhoud van de uitnodigingen voor het indienen van voorstellen;
  • de goedkeuring van de voor financiering voorgestelde OTO-werkzaamheden, met inbegrip van de deelneming door entiteiten uit derde landen, indien het geraamde bedrag van de bijdrage van de Gemeenschap uit hoofde van dit programma ten minste gelijk is aan 0,3 miljoen euro;
  • de opstelling van het mandaat voor de externe evaluatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, van het vijfde kaderprogramma;
  • iedere aanpassing van de in bijlage I genoemde indicatieve verdeling van het bedrag.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een programmacomité (hierna "het comité" genoemd) bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.
  • 2. 
    In de in artikel 6, lid 2, genoemde gevallen legt de vertegenwoordiger van de Commissie het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lidstaten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
  • 3. 
    a) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.
  • b) 
    Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Indien de Raad na verloop van negen weken na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.

  • 4. 
    De Commissie licht het comité op gezette tijden in over het verloop van de uitvoering van het specifieke programma en met name over de voortgang van de in het kader van dit programma gefinancierde OTO-acties.

Artikel 8

Overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het vijfde kaderprogramma licht de Commissie de Raad en het Europees Parlement regelmatig in over alle vorderingen bij de uitvoering van het programma, met inbegrip van de deelneming van het MKB en de vereenvoudiging van administratieve procedures.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 25 januari 1999.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    FISCHER
  • (1) 
    PB C 260 van 18.8.1998, blz. 75.
  • (2) 
    Advies van 15 december 1998 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    PB C 407 van 28.12.1998, blz. 123.
  • (4) 
    PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1.
  • (5) 
    PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 2535/97/EG (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).
  • (6) 
    PB L 26 van 1.2.1999, blz. 46.

BIJLAGE I

INDICATIEVE VERDELING VAN HET NOODZAKELIJK GEACHTE BEDRAG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

GROTE LIJNEN, WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE DOELSTELLINGEN EN PRIORITEITEN

INLEIDING

Innovatie is een sleutelfactor voor het concurrentievermogen van de industrie, voor een duurzame sociale en economische ontwikkeling en voor het scheppen van werkgelegenheid. Het betreft hier een complex verschijnsel waarbij tal van belanghebbenden (ondernemingen, universiteiten, onderzoekcentra, financieringsinstellingen enz.) zijn betrokken en dat een belangrijk element is van de ontwikkelingen in het gedragspatroon en de dynamiek van de samenleving als geheel. Op hun innovatiecapaciteit berust in grote mate het concurrentievermogen van het bedrijfsleven: door nieuwe producten te vervaardigen, kunnen nieuwe markten worden veroverd; door nieuwe procédés te ontwikkelen, kunnen de kosten worden beheerst en kan de concurrentie het hoofd worden geboden. Zo leveren in de informaticasector producten die pas twee jaar of minder op de markt zijn, 78 % van de inkomsten op. Het is dus van essentieel belang dat activiteiten worden bevorderd, onder meer ook de oprichting van innoverende ondernemingen, en dat de verspreiding en de exploitatie van de onderzoekresultaten alsmede de overdracht van technologie worden gestimuleerd. Europa moet inderdaad zijn onderzoekactiviteiten en zijn grote capaciteit op het gebied van de totstandbrenging van kennis en knowhow beter gaan exploiteren om de economie en de samenleving daar ten volle van te laten profiteren. Het is van vitaal belang dat de onderzoekinspanning in alle sectoren vergezeld gaat van en gestuurd wordt door een ambitieus innovatiebeleid op communautair, nationaal en regionaal niveau.

Het MKB (midden- en kleinbedrijf) heeft een belangrijke functie op het gebied van innovatie en de overdracht van innovatie. Het speelt een essentiële rol in de Europese economie en de ontwikkeling ervan levert een essentiële bijdrage tot het ontstaan van nieuwe economische activiteiten, het concurrentievermogen van de Europese industrie, economische groei en werkgelegenheid. Het bezit ook bijzondere eigenschappen, waarvoor passende maatregelen op het gebied van stimulering en toezicht moeten worden genomen. Waar nodig zouden initiatieven in de lidstaten moeten worden aangevuld met maatregelen op Europees niveau om het MKB te helpen bij het verkrijgen van toegang tot nieuwe technologieën op een zo breed mogelijke transnationale basis, ongeacht of het daarbij gaat om kleine en middelgrote hightech-ondernemingen of om ondernemingen die over weinig of geen onderzoekcapaciteiten beschikken maar zich verplicht zien nieuwe technologieën in te voeren die door derden zijn ontwikkeld.

Innovatie bevorderen en deelneming van het MKB stimuleren zijn dus nauw met elkaar verbonden activiteiten, die evenwel niet volledig samenvallen. Dit programma draagt er dus toe bij de inspanningen met betrekking tot deze twee thema's te optimaliseren.

Strategisch doel van het programma

In het kader van de in bijlage II (derde activiteit) van het vijfde kaderprogramma genoemde algemene doelstellingen, is het doel van dit programma innoverende activiteiten te stimuleren waarmee wordt bijgedragen tot de uitvoering van het "Eerste actieplan voor innovatie", een meer actieve rol voor het MKB te bevorderen en deelname ervan aan het vijfde kaderprogramma te vergemakkelijken en aan te moedigen.

Aansluiting met de andere communautaire programma's en activiteiten

De activiteiten die in het kader van dit programma worden verricht mogen geen doublure vormen met die van de lidstaten. Zij zijn bedoeld om de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de andere specifieke programma's of eventueel in het kader van andere communautaire activiteiten, te ondersteunen, aan te vullen en te coördineren. De andere programma's dragen actief bij tot de verwezenlijking van de strategische doelstellingen. Dit programma vervult met name een stimulerende en coördinerende rol ten aanzien van de activiteiten die op het gebied van innovatie en van het MKB worden verricht, in het bijzonder in samenhang met het MKB-beleid.

De werking ervan, steunend op de in het kader van de specifieke activiteiten ontwikkelde maatregelen, instrumenten en bevoegdheden, heeft met name betrekking op het ontwerp van mechanismen die de exploitatie en de overdracht van resultaten of de deelneming van het MKB, de evaluatie van de resultaten en de controle a posteriori van de valorisatie ervan met het oog op de beoordeling van het economisch en sociaal effect ervan vergemakkelijken. Deze werking steunt met name op de activiteiten van de innovatiecellen in de thematische programma's, die zij zal coördineren teneinde de innovatiedimensie te integreren in de tenuitvoerlegging van de programma's.

COÖRDINATIEACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN INNOVATIE EN DEELNEMING VAN HET MKB

Doelstellingen

De doelstellingen zijn het coördineren en begeleiden van de inspanningen die in het kader van de thematische programma's worden geleverd om de dimensie "innovatie" en "MKB" te bevorderen en te integreren in de vaststelling van de prioriteiten en de werkprogramma's en de tenuitvoerlegging van de activiteiten, zorgen voor samenhang tussen alle activiteiten ten behoeve van innovatie en MKB en voor de harmonisatie van deze activiteiten binnen de thematische programma's, en ertoe bijdragen dat de op horizontaal niveau of in het kader van andere programma's bestaande vaardigheden, ervaring en infrastructuren (met inbegrip van relaiscentra voor innovatie (IRC) en de Craft-contactpunten) op optimale wijze worden benut.

Activiteiten op innovatiegebied

Om het strategische doel van het programma te verwezenlijken, worden de inspanningen hoofdzakelijk binnen de thematische programma's geleverd onder impuls van de "innovatiecellen", waarbij rekening wordt gehouden met de eigen aard van de onderzoekonderwerpen en wordt gezorgd voor een optimaal evenwicht tussen de exploitatie van de resultaten en de toepassingscontext ervan.

Op de eerste plaats zorgt het programma voor synergie tussen de innovatiecellen, en interactie met de thematische programma's voor wat de omschrijving en tenuitvoerlegging van de specifieke taken van deze cellen betreft. Tot deze taken behoren:

  • steun aan activiteiten op innovatiegebied zoals het opvolgen van projecten inzake technologieoverdracht en het opstarten van projecten met een demonstratie-effect;
  • exploitatie van thematische netwerken, activiteiten en mechanismen die het gebruik en de overdracht van resultaten bevorderen of de oprichting van innoverende ondernemingen stimuleren, in het bijzonder door de toegang tot particuliere financiering te vergemakkelijken;
  • verrichten van studies om de projecten en de resultaten ervan te evalueren, waarbij met name wordt beoogd de exploitatie van deze resultaten te stimuleren, in het bijzonder door middel van het technologische uitvoeringsplan;
  • verstrekken van monitoring- en evaluatiegegevens inzake technologieoverdracht en andere innoverende activiteiten in de thematische programma's.

Op de tweede plaats helpt dit programma, samen met de thematische programma's, methoden en mechanismen te omschrijven die ertoe kunnen bijdragen dat de resultaten van de onderzoekprojecten van deze programma's beter worden geëxploiteerd en kunnen zorgen voor de samenhang en de doeltreffendheid van de informatieverspreiding over de onderzoekprojecten en -resultaten via de horizontale infrastructuur van netwerken en diensten (Cordis, IRC).

Activiteiten om de deelneming van het MKB te bevorderen

Om het strategische doel van het programma te bereiken, moet worden gezorgd voor coördinatie van de activiteiten ter ondersteuning van de deelneming van het MKB aan de OTO-activiteiten en de demonstratieactiviteiten die in het kader van de thematische programma's worden verricht:

  • activiteiten op het gebied van "onderzoek in samenwerkingsverband" waarbij ten minste drie onderling onafhankelijke MKB's uit ten minste twee verschillende lidstaten de mogelijkheid krijgen gemeenschappelijke technologische problemen intern op te lossen of toe te vertrouwen aan derde - o.m. ook industriële - juridische entiteiten met passende capaciteiten voor onderzoek of technologische validering;
  • activiteiten ter ondersteuning en stimulering van de deelname van het MKB aan projecten voor gezamenlijk onderzoek in samenwerkingsverband (bijvoorbeeld via de zogenaamde "exploratory awards" - premies voor de verkennende fase), met inachtneming van de behoefte van het MKB aan een flexibel en gemakkelijk toegankelijk ondersteuningsstelsel;
  • verstrekken van monitoring- en evaluatiegegevens inzake de werking van MKB-maatregelen in de thematische programma's.

Deze activiteiten ter bevordering en vergemakkelijking van de deelneming van het MKB aan OTO-werkzaamheden hebben betrekking op alle doelstellingen en prioriteiten van de specifieke programma's.

Voorts wordt via het programma steun verleend voor de organisatie en verbetering van de verspreiding en exploitatie van de resultaten in het kader van de thematische programma's, onder meer om de deelneming van het MKB aan de validerings- en demonstratieprojecten van de kernactiviteiten te vergemakkelijken.

ACTIVITEITEN DIE SPECIFIEK ZIJN VOOR HET HORIZONTALE PROGRAMMA

Bevordering van innovatie

De specifieke activiteiten vormen een aanvulling op de activiteiten in het kader van de thematische programma's en dragen bij tot de bevordering van een gunstig innovatieklimaat in Europa en de totstandbrenging van een kader dat een groot deel van de economische subjecten in staat stelt de vruchten te plukken van innovaties. Waar nodig zal worden gezorgd voor de transnationale verspreiding en het transnationale gebruik van resultaten en technologieën die niet voortkomen uit de thematische programma's.

  • i) 
    Beter gebruik van de resultaten van het communautaire onderzoek

Doel

Het doel is het gebruik van de onderzoekresultaten te vergroten en zo bij te dragen tot de algemene doelstelling: verbetering van het economische en sociale effect van de activiteiten van het kaderprogramma.

Activiteiten

  • Omschrijving en ontwerp van mechanismen waarmee, tijdens de levenscyclus van projecten, bescherming van verworven kennis, exploitatie of overdracht van technologie en verkregen resultaten, alsmede toegang tot particuliere financiering die ervoor kan zorgen dat de resultaten worden benut, kunnen worden vergemakkelijkt. Ook organisatorische veranderingen die innovatie-inspanningen kunnen versterken, worden gestimuleerd.
  • Organisatie van de uitwisseling van informatie en goede praktijken tussen de programma's.
  • Stimulering van de tenuitvoerlegging van deze mechanismen door de andere programma's, met name met medewerking van de innovatiecellen.
  • ii) 
    Nieuwe benaderingen van technologieoverdracht

Doel

De tegenvallende prestaties van de Unie op innovatiegebied zijn grotendeels toe te schrijven aan het feit dat de "innovatiecultuur" in Europa minder sterk ontwikkeld is. Een dergelijke cultuur kan worden ontwikkeld door projecten op het gebied van technologieoverdracht te steunen en door experimentele activiteiten op het gebied van technologieoverdracht op internationale schaal aan te moedigen.

Het is de bedoeling om, in samenhang met de in het kader van de thematische programma's verrichte activiteiten, methoden te ontwikkelen, te valideren en toe te passen in het kader van activiteiten op het gebied van technologieoverdracht in de vorm van proef- of demonstratieprojecten, met inachtneming van de eigenschappen van de desbetreffende activiteitensector.

Activiteiten

  • Bevordering van de integratie van nieuwe technologie en analyse van de technologische, economische, organisatorische en sociale aspecten van dit proces.
  • Bijdragen tot de transnationale verspreiding en valorisatie van resultaten die niet afkomstig zijn van de thematische programma's, via projecten op het gebied van technologieoverdracht en validatie.

Deze activiteiten kunnen een internationale dimensie hebben (experimenten met technologieoverdracht op internationale schaal in samenwerking met andere communautaire initiatieven) en gericht zijn op het verkennen van nieuwe vormen van technologieoverdracht.

  • iii) 
    Studies en goede praktijken

Doelstellingen

Wil de Gemeenschap haar innovatieachterstand inlopen, dan moet zij de toepassing van goede praktijken inzake innovatie identificeren, analyseren en stimuleren.

Doelstellingen zijn het analyseren en "benchmarken" van prestaties en beleidsmaatregelen op innovatiegebied met behulp van een gemeenschappelijk referentiekader en het bevorderen van de onderlinge afstemming, uitwisseling, verspreiding en toepassing van goede praktijken.

Activiteiten

  • Verzamelen en regelmatig bijwerken van informatie over beleidsmaatregelen, praktijken en prestaties op innovatiegebied (met name inzake financiering, oprichting en ontwikkeling van innoverende ondernemingen, bescherming en overdracht van technologie). Op basis hiervan en overeenkomstig het actieplan voor innovatie in Europa, een innovatieoverzicht en daarmee verband houdende publicaties opstellen.
  • Bevordering van goede praktijken op innovatiegebied (met name inzake financiering, oprichting en ontwikkeling van innoverende ondernemingen, bescherming en overdracht van technologie en de regionale dimensie), met inbegrip van het uitwerken van opleidingsprogramma's.

Stimulering van deelneming van het MKB

  • i) 
    Een complementair centraal aanspreekpunt

Doel

Doel is de deelneming van het MKB aan communautaire programma's te vergemakkelijken door kleine en middelgrote ondernemingen een extra toegangsmogelijkheid tot alle programma's te bieden, waarbij ten volle gebruik wordt gemaakt van de bestaande ondersteuningsnetwerken in de lidstaten, zoals de relaiscentra voor innovatie en de nationale Craft-contactpunten.

Activiteiten

Opzetten van een structuur waardoor het MKB gemakkelijker aan de communautaire programma's kan deelnemen door ervoor te zorgen dat het MKB

  • bewust kan worden gemaakt van het belang en het effect van de communautaire OTO-activiteiten en zijn behoeften kenbaar kan maken;
  • geïnformeerd kan worden over de programma's en hulp kan krijgen bij de voorbereiding van voorstellen (onder meer hulp bij de vorming van consortia en bij het toezenden van zijn voorstellen aan het meest geschikte programma);
  • te allen tijde in het kader van een permanente open uitnodiging voorstellen kan indienen om gebruik te maken van de maatregelen die specifiek ten behoeve van het MKB zijn ingesteld, zoals premies voor de verkennende fase of activiteiten van het type "onderzoek in samenwerkingsverband" (Craft);
  • een gestructureerde en snelle respons kan krijgen op zijn aanvragen.
  • ii) 
    Gemeenschappelijke beheers- en bijstandsinstrumenten

Doel

Doel is de voorwaarden waaronder het MKB kan deelnemen, te vereenvoudigen en te harmoniseren om het effect van het complementaire centrale aanspreekpunt te completeren en te versterken, bij voorkeur door een zo ruim mogelijk beroep te doen op de meest geschikte elektronische middelen: elektronische informatiepakketten en elektronische indiening van voorstellen, "help line", gespecialiseerde Intranetnetwerken enz.

Activiteiten

  • Ontwerpen van gemeenschappelijke hulpmiddelen voor contract- en informatiebeheer.
  • Verlenen van bijstand aan het MKB in aanvulling op de hulp die op lokaal en regionaal vlak en door middel van de thematische programma's wordt verstrekt, zoals de organisatie van "opleidingsworkshops", voor projectcoördinatoren en intermediairs, inzake het beheer van onderzoekcontracten, de coördinatie en follow-up van projecten of andere thema's van algemeen belang voor het MKB.
  • iii) 
    Economische en technologische informatievergaring

Doel

Doel is het MKB te helpen zijn behoeften te identificeren, technologische tendensen te voorzien en informatie en analyse te verstrekken om in die behoeften te helpen voorzien en het MKB te attenderen op met name communautaire instrumenten die het kunnen helpen daarin te slagen.

Activiteiten

  • Identificatie van relevante informatie, met gebruikmaking van bestaande bronnen, over markttendensen en de stand van wetenschap en techniek (bijvoorbeeld via workshops met leveranciers, gebruikers, het MKB en grote bedrijven).
  • Terbeschikkingstelling van deze informatie aan het MKB, met gebruikmaking van bestaande informatienetwerken en -diensten, met inbegrip van Internetdiensten.

Gemeenschappelijke activiteiten innovatie/MKB

  • i) 
    Europees netwerk ter ondersteuning van onderzoek, technologieoverdracht en innovatie

Doelstellingen

Doel is de informatie- en bijstandsnetwerken met betrekking tot de activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek en innovatie te rationaliseren en te coördineren zodat een efficiënt, specifiek op het MKB afgestemd algemeen kader voorhanden is voor informatie, bijstand, samenwerking en innovatiebevordering, waarbij zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van bestaande netwerken als de relaiscentra voor innovatie en de Craft-contactpunten.

Doelstellingen zijn het verder verhogen van de ontvankelijkheid van ondernemingen voor technologieën die hen kunnen helpen hun innovatievermogen te verbeteren, het stimuleren van transnationale overdrachten van technologieën van om het even welke oorsprong, het bevorderen van de verspreiding en exploitatie van de resultaten van communautair onderzoek en het informeren en bijstaan van potentiële deelnemers aan deze onderzoekactiviteiten.

Activiteiten

  • Stimuleren van technologieoverdracht waarmee wordt voorzien in de behoeften van het lokale sociale, industriële en economische bestel.
  • Ten uitvoer leggen van instrumenten voor transnationale samenwerking en partnerschappen tussen ondernemingen.
  • Ondersteunen van de verspreiding en exploitatie van resultaten van communautaire onderzoekactiviteiten door bijvoorbeeld de organisatie van "technologiebeurzen".
  • Bevorderen van innovatie via experimentele netwerken en diensten.
  • Verlenen van bijstand aan ondernemingen om deze te begeleiden bij hun deelneming aan programma's en te helpen bij de voorbereiding van transnationale voorstellen.
  • ii) 
    Elektronische informatiediensten en andere distributiekanalen

Doelstellingen

Doel is het groeperen en bevorderen van de verspreiding, via een gemeenschappelijke informatiedienst, van alle gegevens die nodig zijn om meer bekendheid te geven aan onderzoek- en innovatieactiviteiten en aan de betrokken procedures en resultaten, zodat die activiteiten beter kunnen worden benut; het voorlichten van het publiek, met inbegrip van de sociale partners, over de sociaal-economische effecten van het innovatiebeleid en het stimuleren van de discussie over het belang van dit beleid in het licht van de behoeften van de burgers.

Activiteiten

  • Consolideren van de communautaire informatiedienst Cordis door de mechanismen voor het vergaren en verspreiden van informatie, met inbegrip van een gemeenschappelijk model voor het verzamelen van gegevens over projecten en resultaten, ingrijpend aan te passen, de toegang tot deze dienst meer gebruikersvriendelijk te maken (meertaligheid, gebruikersinterface en het identificeren van resultaten die in een ander verband kunnen worden gebruikt), de inhoud ervan aan de behoeften van het MKB en de MKB-netwerken aan te passen en hulpmiddelen op maat te ontwikkelen.
  • Mogelijke uitbreiding van het proefproject ERGO (European research gateway on line) door een verbinding tot stand te brengen tussen Cordis en nationale bronnen van wetenschappelijke en technische informatie.
  • iii) 
    Intellectuele eigendom

Doelstellingen

Doelstellingen zijn, in de eerste plaats, door middel van voorlichting en eventueel van proefactiviteiten het bevorderen van een betere benutting van de stelsels voor de bescherming van kennis - met het oog op een effectieve bescherming of met het oog op het vergaren van informatie (onderzoekresultaten, markttendensen, zoeken naar industriële partners enz.), alsmede het vergemakkelijken van de toegang tot de diverse bronnen van informatie over intellectuele en industriële eigendom. Voorts ook het beschermen van de kennis waarover de Gemeenschap beschikt (GCO) en het verlenen van bijstand aan de deelnemers aan het kaderprogramma.

Activiteiten

  • Bijdragen tot de ontwikkeling van een informatiesysteem dat toegang biedt tot de diverse bronnen van informatie over octrooien, de overige intellectuele-eigendomsrechten, de vigerende wetgeving en de interpretatie daarvan.
  • Oprichten van een "helpdesk" voor deelnemers aan communautaire programma's.
  • Activiteiten met het oog op de bescherming en de exploitatie van de onderzoekresultaten die eigendom zijn van de Gemeenschap, in samenwerking met het GCO.
  • Uitvoering van proefactiviteiten om deelnemers of mogelijke deelnemers aan te moedigen om gebruik te maken van het octrooistelsel, in samenwerking met het Europees Octrooibureau en de nationale octrooibureaus.
  • iv) 
    Toegang tot particuliere financiering van innovatie

Doelstellingen

Doelstellingen zijn het voorlichten en adviseren van het MKB, en met name kleine en middelgrote ondernemingen die aan communautaire onderzoekactiviteiten of aan de exploitatie van de resultaten ervan meewerken, over de mogelijkheden om een beroep te doen op particuliere financieringsinstrumenten voor innovatie (financiële markten, risicokapitaal) en het bevorderen van samenwerking tussen financiers, onderzoekers en de industrie.

Activiteiten

  • Ontwikkelen van een informatie- en bijstandsdienst om particuliere financieringsbronnen gemakkelijker toegankelijk te maken.
  • Opzetten, in het kader van de thematische programma's of met de hulp van innovatieondersteunende netwerken, van specifieke bewustmakings-, stimulerings- en opleidingsactiviteiten, met name betreffende risicomanagement; organiseren van transnationale investeringsforums waaraan ondernemers, onderzoekers en financiers deelnemen, met inbegrip van de LIFT-activiteiten (Links to innovation financing for technology).
  • Uitwisselen van ervaringen met betrokkenen uit de lidstaten, het Europees Investeringsfonds en andere vertegenwoordigers van het financiële leven, opzetten van transnationale netwerken waarbij financiers uit de particuliere en de overheidssector aan concrete projecten meewerken; uitvoeren van proefactiviteiten om nieuwe benaderingen uit te testen (bijvoorbeeld technologie-evaluatie, mobilisering van plaatselijk kapitaal, toetsing van prestaties); uit hoofde van deze proefactiviteiten zullen geen financiële subsidies worden verleend of concurrerende financieringsinstrumenten worden ingesteld.
  • Vergemakkelijken van het opstellen van contacten met financiers met het oog op de exploitatie van de resultaten van communautair onderzoek.
  • v) 
    Mechanismen die de oprichting en ontwikkeling van innoverende ondernemingen vergemakkelijken

Doelstellingen

Doelstellingen zijn, overeenkomstig de richtlijnen van de Europese Raad van Amsterdam, in het kader van proefactiviteiten, nieuwe benaderingen inzake steun voor de oprichting en de ontwikkeling van vernieuwende ondernemingen te analyseren, te identificeren en te valideren en particuliere investeringen (met name risicokapitaal (1)) in deze ondernemingen te stimuleren. Uit hoofde van deze proefactiviteiten zullen geen financiële subsidies worden verleend of concurrerende financieringsinstrumenten worden ingesteld.

Activiteiten

  • Studie en analyse van de belemmeringen voor particuliere financiering van innovatie en maatregelen die een gunstig klimaat tot stand kunnen brengen voor de oprichting en ontwikkeling van innoverende ondernemingen.
  • Oriëntering van particuliere financiering op de eerste fasen van hoogtechnologische innoverende projecten en op ondernemingen met een sterk groeipotentieel, met name via initiatieven die gebaseerd zijn op de ervaring met het proefproject I-TEC (Innovation and Equity Capital) in samenwerking met het Europees Investeringsfonds (EIF), de Europese Investeringsbank (BEI) en andere financiële belanghebbenden.
  • Hulp aan fondsbeheerders (met name van risicokapitaalfondsen) voor de verwerving van een duurzame evaluatie- en beheerscapaciteit voor dit soort projecten.
  • (1) 
    Mededeling van de Commissie "Risicokapitaal: sleutel voor de schepping van werkgelegenheid in de Europese Unie"; SEC(98) 552 def.

BIJLAGE III

NADERE BEPALINGEN VOOR DE UITVOERING VAN HET SPECIFIEKE PROGRAMMA

Het specifieke programma wordt ten uitvoer gelegd door middel van OTO-werkzaamheden onder contract als bepaald in de bijlagen II en IV van het vijfde kaderprogramma. Daarnaast zijn de volgende bepalingen, eigen aan het specifiek programma, van toepassing:

  • 1. 
    Begeleidende maatregelen

Begeleidende maatregelen bestaan met name in:

  • studies ter ondersteuning van dit programma, onder meer als voorbereiding op toekomstige activiteiten en het actieplan voor innovatie;
  • uitwisseling van informatie, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops of andere bijeenkomsten over thema's in verband met de activiteiten van de programma's;
  • mechanismen die de bescherming van kennis alsmede de toegang tot particuliere financieringsmethoden vergemakkelijken;
  • gebruik van externe deskundigheid, inclusief toegang tot wetenschappelijke gegevensbanken, vooral met het oog op de in artikel 5, lid 1, van het vijfde kaderprogramma bedoelde toetsing van het specifieke programma, de in artikel 5, lid 2, van het vijfde kaderprogramma bedoelde externe evaluatie, de evaluatie van de OTO-werkzaamheden onder contract of het toezicht op de uitvoering ervan;
  • activiteiten op het gebied van verspreiding, informatie en bekendmaking, waaronder wetenschappelijke publicaties, en activiteiten met betrekking tot exploitatie van resultaten en overdracht van technologie;
  • opleidingsactiviteiten in verband met onder dit programma vallende werkzaamheden, behalve de Marie Curiebeurzen;
  • steun voor activiteiten op het gebied van voorlichting en hulp aan bij onderzoek betrokken partijen, waaronder het MKB;
  • gebruik van externe capaciteiten voor de totstandbrenging en het verlenen van toegang tot diensten en netwerken op het gebied van informatie, hulp of bevordering van onderzoek en innovatie.
  • 2. 
    Proefactiviteiten

Er worden proefactiviteiten verricht op de gebieden als omschreven in bijlage II. Zij hebben ten doel nieuwe maatregelen te beproeven die, wegens de aard en de context ervan en de categorieën belanghebbenden die erbij zijn betrokken, specifieke uitvoeringsbepalingen vereisen. Deze bepalingen kunnen, overeenkomstig artikel 9, lid 3, van de regels voor deelneming en verspreiding, afwijken van de procedures die algemeen van toepassing zijn op OTO-werkzaamheden onder contract, voorzover zij voorzien in evaluatie- en selectieprocedures waarbij de beginselen van billijkheid en transparantie worden geëerbiedigd.

  • 3. 
    Bepalingen inzake coördinatie

De Commissie ziet toe op de complementariteit tussen de OTO-werkzaamheden onder contract uit hoofde van het programma, met name door deze te groeperen rond een gemeenschappelijke doelstelling; voorts zorgt zij ervoor dat doublures worden vermeden, met inachtneming van de rechtmatige belangen van de indieners van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract.

Tevens wordt voorzover mogelijk gezorgd voor coördinatie tussen de activiteiten van het specifieke programma en activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van:

  • andere specifieke programma's waarmee het vijfde kaderprogramma ten uitvoer wordt gelegd;
  • de programma's voor onderzoek en onderwijs waarmee Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs (1998-2002) (1) ten uitvoer wordt gelegd;
  • andere Europese samenwerkingsverbanden op onderzoekgebied met inbegrip van Eureka en COST;
  • andere communautaire instrumenten die van belang zijn voor onderzoek.

Deze coördinatie bestaat in:

  • i) 
    het aangeven van gemeenschappelijke thema's of prioriteiten, met name gericht op:
  • de uitwisseling van informatie;
  • de uitvoering van gezamenlijk vastgestelde werkzaamheden, waarbij met name een van de procedures als bedoeld in artikel 9 van de regels voor deelneming en verspreiding gezamenlijk ten uitvoer wordt gelegd;
  • het onderzoek van de lessen die kunnen worden getrokken uit de uitvoering van deze werkzaamheden en de beoordeling van het economisch en sociaal effect ervan;
  • ii) 
    het herschikken van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract tussen specifieke programma's of tussen het specifieke programma en een programma voor onderzoek en onderwijs.
  • (1) 
    PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.