Richtlijn 1999/10 - Afwijkingen van artikel 7 van Richtlijn 79/112/EEG inzake de etikettering van levensmiddelen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31999L0010

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31999L0010

Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie van 8 maart 1999 houdende afwijkingen van artikel 7 van Richtlijn 79/112/EEG van de Raad inzake de etikettering van levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 069 van 16/03/1999 blz. 0022 - 0023

RICHTLIJN 1999/10/EG VAN DE COMMISSIE van 8 maart 1999 houdende afwijkingen van artikel 7 van Richtlijn 79/112/EEG van de Raad inzake de etikettering van levensmiddelen (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/4/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), inzonderheid op artikel 7, lid 3, onder d), en lid 4,

Overwegende dat in artikel 7, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 79/112/EEG wordt bepaald dat de hoeveelheid van een ingrediënt op de etikettering van een levensmiddel moet worden vermeld wanneer dit ingrediënt in de verkoopbenaming voorkomt of opvallend op de etikettering wordt aangegeven;

Overwegende dat krachtens Richtlijn 94/54/EG van de Commissie (3), gewijzigd bij Richtlijn 96/21/EG van de Raad (4), de vermelding "met zoetstof(fen)" of "met suiker(s) en zoetstof(fen)" verplicht is op de etikettering van producten die deze ingrediënten bevatten; dat deze vermelding samen met de verkoopbenaming moet worden aangebracht;

Overwegende dat de in de Richtlijn 94/54/EG opgenomen verplichting deze vermelding aan te brengen meebrengt dat de vermelding van de hoeveelheid van dit ingrediënt of deze ingrediënten krachtens artikel 7, lid 2, onder a) en/of b), van Richtlijn 79/112/EEG verplicht is;

Overwegende dat de vermelding van de hoeveelheid zoetstoffen echter geen factor is die bij de aankoop van een levensmiddel bepalend is voor de keuze van de consument;

Overwegende dat voorts vermeldingen inzake de toevoeging van vitaminen en mineralen tot gevolg hebben dat voedingswaarde-etikettering overeenkomstig Richtlijn 90/496/EEG van de Raad (5) verplicht is;

Overwegende dat deze vermeldingen worden beschouwd als een integrerend deel van de handelsbenaming of als een opvallend aangegeven ingrediënt in de zin van artikel 7, lid 2, onder a) en/of b), van Richtlijn 79/112/EEG en derhalve tot gevolg hebben dat de vermelding van de hoeveelheid vitaminen en mineralen verplicht is;

Overwegende dat deze dubbele informatie niet nuttig is voor de consument en deze zelfs in verwarring kan brengen, aangezien de hoeveelheid krachtens artikel 7, lid 4, van Richtlijn 79/112/EEG als percentage moet worden vermeld, terwijl de hoeveelheid voor de voedingswaarde-etikettering in milligram moet worden vermeld;

Overwegende dat gelet op het voorgaande nieuwe uitzonderingen op de voorschriften inzake de kwantitatieve vermelding van ingrediënten dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat overigens in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 79/112/EEG wordt bepaald dat de vermelde hoeveelheid, uitgedrukt als percentage, overeenstemt met de hoeveelheid van het ingrediënt of de ingrediënten op het ogenblik waarop zij werden gebruikt; dat in dit lid echter wordt bepaald dat uitzonderingen op dit principe mogelijk zijn;

Overwegende dat voorts de samenstelling van bepaalde levensmiddelen zich aanzienlijk wijzigt door de bereiding of door andere behandelingen, waarbij vochtverlies van ingrediënten optreedt;

Overwegende dat voor deze producten een uitzondering op de in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 79/112/EEG vermelde wijze van berekening van de hoeveelheden van de ingrediënten nodig blijkt om te zorgen voor een betere benadering van de werkelijke samenstelling van het levensmiddel en zodoende misleiding van de consument te voorkomen;

Overwegende dat in artikel 6, lid 5, onder a), van Richtlijn 79/112/EEG hetzelfde beginsel wordt gehanteerd voor de volgorde van de ingrediënten in de lijst van ingrediënten;

Overwegende dat echter in dit artikel 6 uitzonderingen voor bepaalde levensmiddelen of ingrediënten zijn opgenomen en dat derhalve met het oog op de samenhang identieke uitzonderingen voor de wijze van berekening van de hoeveelheden dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat de doelstellingen van de voorgenomen maatregel, namelijk de waarborging van een effectieve tenuitvoerlegging van het beginsel dat de hoeveelheden van de ingrediënten dienen te worden vermeld, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 3 B van het Verdrag, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, daar de basisvoorschriften in de communautaire wetgeving zijn opgenomen; dat deze richtlijn zich beperkt tot het vereiste minimum om deze doelstellingen te verwezenlijken en niet verder gaat dan hiertoe nodig is;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor levensmiddelen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Artikel 7, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 79/112/EEG is niet van toepassing in de gevallen waarin overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 94/54/EG de vermelding "zoetstof(fen)" of "suiker(s) en zoetstof(fen)" samen met de verkoopbenaming van een levensmiddel wordt aangebracht.
  • 2. 
    Artikel 7, lid 2, onder a) en b), van Richtlijn 79/112/EEG is niet van toepassing op de vermeldingen inzake de toevoeging van vitaminen en mineralen, in de gevallen waarin voor deze stoffen een voedingswaarde-etikettering van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. 
    In afwijking van het in artikel 7, lid 4, van Richtlijn 79/112/EEG neergelegde beginsel geldt voor de vermelding van de hoeveelheid van de ingrediënten het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel.
  • 2. 
    Voor levensmiddelen waarbij door een thermische of andere behandeling vochtverlies is opgetreden, komt de vermelde hoeveelheid overeen met de gebruikte hoeveelheid van het ingrediënt of de ingrediënten, uitgedrukt als gehalte van het eindproduct. Deze hoeveelheid wordt uitgedrukt als percentage.

Wanneer de hoeveelheid van een ingrediënt of de totale hoeveelheid van alle ingrediënten, die op de verpakking is vermeld, echter groter is dan 100 %, wordt de hoeveelheid in plaats daarvan vermeld als het gewicht van de hoeveelheid ingrediënt of ingrediënten die voor de bereiding van 100 gram eindproduct is of zijn gebruikt.

  • 3. 
    De hoeveelheid van vluchtige ingrediënten wordt vermeld als hun gewichtspercentage in het eindproduct.

De hoeveelheid van ingrediënten die in geconcentreerde of gedroogde vorm worden gebruikt en tijdens de fabricage worden gereconstitueerd kan worden vermeld als hun gewichtspercentage voordat zij werden geconcentreerd of gedroogd.

Wanneer het om geconcentreerde of gedroogde levensmiddelen gaat waaraan water moet worden toegevoegd, kan de hoeveelheid van de ingrediënten worden uitgedrukt als gewichtspercentage in het gereconstitueerde product.

Artikel 3

De lidstaten nemen uiterlijk op 31 augustus 1999 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan om ervoor te zorgen dat:

  • de handel in producten die aan deze richtlijn voldoen uiterlijk op 1 september 1999 wordt toegestaan;
  • producten die niet aan deze richtlijn voldoen uiterlijk op 14 februari 2000 worden verboden. De handel in producten die niet aan deze richtlijn voldoen maar vóór deze datum in de handel zijn gebracht of zijn geëtiketteerd, is echter toegestaan zolang de voorraad strekt.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 maart 1999.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1.
  • (2) 
    PB L 43 van 14. 2. 1997, blz. 21.
  • (3) 
    PB L 300 van 23. 11. 1994, blz. 14.
  • (4) 
    PB L 88 van 5. 4. 1996, blz. 5.
  • (5) 
    PB L 276 van 6. 10. 1990, blz. 40.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.