Uitvoeringsbesluit 2013/678 - 15 november 2013 Machtiging van Italië een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

27.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 316/35

 

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

van 15 november 2013

waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

(2013/678/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief, geregistreerd door het secretariaat-generaal van de Commissie op 8 april 2013, heeft Italië verzocht om machtiging voor een maatregel die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet die een bepaald plafond niet overstijgt, van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) te mogen blijven vrijstellen en dit plafond te verhogen van 30 000 EUR tot 65 000 EUR. Hierdoor zullen deze belastingplichtigen van sommige of alle in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van titel XI van Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde btw-verplichtingen ontheven blijven.

 

(2)

Bij brief van 10 juni 2013 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Italië in kennis gesteld. Bij brief van 14 juni 2013 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(3)

Krachtens titel XII van Richtlijn 2006/112/EG mogen de lidstaten al een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen. De verlengde maatregel wijkt slechts af van artikel 285 van die richtlijn, wat de toepassing ervan op Italië betreft, in zoverre dat het plafond voor de jaaromzet van de bijzondere regeling hoger is dan het drempelbedrag van 5 000 EUR.

 

(4)

Bij Beschikking 2008/737/EG van de Raad (2) werd Italië gemachtigd om — bij wijze van uitzondering — belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 EUR tot 31 december 2010 van de btw vrij te stellen. Bij Uitvoeringsbesluit 2010/688/EU (3) van de Raad is deze derogatie vervolgens verlengd tot 31 december 2013. Aangezien dit plafond de btw-verplichtingen voor kleinere bedrijven heeft verlicht, dient Italië te worden gemachtigd deze maatregel gedurende een nieuwe beperkte periode toe te passen en het plafond te verhogen tot 65 000 EUR. Het moet voor belastingplichtigen mogelijk blijven voor het normale btw-stelsel te kiezen.

 

(5)

Teneinde meer kleine en middelgrote ondernemingen in staat te stellen de maatregel toe te passen — in overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling van de Commissie met de titel: „Denk eerst klein” — een „Small Business Act” voor Europa”, dient Italië te worden gemachtigd het plafond van de jaaromzet waaronder bepaalde belastingplichtigen van de btw kunnen worden vrijgesteld, te verhogen van 30 000 EUR tot 65 000 EUR.

 

(6)

Op 29 oktober 2004 heeft de Commissie met het oog op de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen een voorstel aangenomen voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG (4), waarin bepalingen zijn opgenomen die de lidstaten de mogelijkheid moesten bieden om het plafond voor de jaaromzet waaronder btw-vrijstelling kan worden verleend, vast te stellen op een jaarlijks herzienbaar bedrag van maximaal 100 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid. Het door Italië ingediende verzoek om verlenging is verenigbaar met dat voorstel, waarover de Raad tot dusver nog geen overeenstemming heeft kunnen bereiken.

 

(7)

Uit door Italië verstrekte gegevens blijkt dat de derogatiemaatregel geen noemenswaardige invloed heeftop de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik, en ook geen gevolgen zal hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Italië gemachtigd belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 65 000 EUR van de btw vrij te stellen.

Italië mag dit plafond verhogen om de reële waarde van de vrijstelling te handhaven.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan.

Dit besluit is van toepassing vanaf 1 januari 2014 tot en met de datum van inwerkingtreding van een richtlijn houdende wijziging van de plafonds voor de jaaromzet waaronder belastingplichtigen in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van de btw, of tot en met 31 december 2016, indien deze datum eerder valt.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 15 november 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • R. 
    ŠADŽIUS
 

  • (2) 
    Beschikking 2008/737/EG van de Raad van 15 september 2008 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 249 van 18.9.2008, blz. 13).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit 2010/688/EU van de Raad van 15 oktober 2010 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 294 van 12.11.2010, blz. 12).
  • (4) 
    Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.