Besluit 2013/790 - Aanvaarding van de wijziging van de artikelen 25 en 26 van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren

1.

Wettekst

21.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/98

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 december 2013

tot aanvaarding namens de Europese Unie van de wijziging van de artikelen 25 en 26 van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren

(2013/790/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Sedert de goedkeuring in 1995 is de Europese Unie partij bij het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren (1) („het Verdrag”).

 

(2)

Hoofddoel van dit verdrag is de vaststelling van een kader voor bilaterale en multilaterale samenwerking om de vervuiling van grensoverschrijdende waterlopen te voorkomen en te beheersen en om een rationeel gebruik van de watervoorraden van de lidstaten van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) te verzekeren.

 

(3)

Tijdens hun vergadering van 2003 hebben deze partijen de wens uitgesproken toe te staan dat landen buiten de VN/ECE-regio partij bij het Verdrag kunnen worden teneinde de samenwerking in stroomgebieden in de hele wereld te bevorderen.

 

(4)

Andere VN/ECE-milieuverdragen (d.w.z. het Verdrag betreffende toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden en het Verdrag inzake milieu-effectrapportage in grensoverschrijdend verband) staan open voor staten buiten de VN/ECE-regio.

 

(5)

De Europese Gemeenschap heeft aan de vergadering van de partijen van 2003 deelgenomen waar de wijziging is aangenomen om aan elke staat die lid is van de Verenigde Naties, na goedkeuring door de vergadering van de partijen toetreding tot het Verdrag toe te staan.

 

(6)

De wijziging zal in werking treden na aanvaarding door alle staten en organisaties die op 28 november 2003 partij bij het Verdrag waren.

 

(7)

De wijziging moet namens de Unie worden aanvaard,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De wijziging van de artikelen 25 en 26 van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren, die tijdens de derde vergadering van de partijen is aangenomen, om toetreding tot het Verdrag aan alle lidstaten van de Verenigde Naties toe te staan („de wijziging”) wordt hierbij namens de Unie aanvaard.

De tekst van de wijziging wordt bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan die gemachtigd wordt om namens de Unie de akte van aanvaarding neer te leggen als bedoeld in artikel 21, lid 4, van het Verdrag, om kenbaar te maken dat de Unie ermee instemt door deze wijziging gebonden te zijn.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    MAZURONIS
 

 

WIJZIGING VAN HET WATERVERDRAG

 

a)

In artikel 25 van het Verdrag wordt na lid 2 het volgende nieuwe lid ingevoegd:

„3.   Elke andere, niet in het voorgaande lid 2 bedoelde Staat die lid is van de Verenigde Naties kan tot het Verdrag toetreden na goedkeuring door de Vergadering van de Partijen. In zijn akte van toetreding verklaart een dergelijke Staat dat zijn toetreding tot het Verdrag is goedgekeurd door de Vergadering van de Partijen en vermeldt hij de datum waarop de goedkeuring is verkregen. Elk dergelijk verzoek tot toetreding door leden van de Verenigde Naties wordt pas ter goedkeuring aan de Vergadering van de Partijen voorgelegd nadat dit lid in werking is getreden voor alle Staten en organisaties die op 28 november 2003 Partij waren bij het Verdrag.”

en de overige leden worden dienovereenkomstig hernummerd.

 

b)

In artikel 26, lid 3, wordt na „in artikel 23‘„of in artikel 25, lid 3,” ingevoegd.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.