Verordening 2013/1389 - Wijziging van Verordening 1258/2012 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het protocol bij de visserijovereenkomst met Madagaskar tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

1.

Wettekst

21.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/24

 

VERORDENING (EU) Nr. 1389/2013 VAN DE RAAD

van 16 december 2013

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1258/2012 van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 15 november 2007 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 31/2008 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar (1) vastgesteld (hierna „de partnerschapsovereenkomst” genoemd).

 

(2)

Een nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie voorzien bij de partnerschapsovereenkomst (hierna „het nieuwe protocol” genoemd) is sinds 1 januari 2013 voorlopig van toepassing. Krachtens het nieuwe protocol worden aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden toegewezen in de wateren waarover de Republiek Madagaskar de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft. De verdeling van de vangstmogelijkheden die aan de Unie krachtens het nieuwe protocol zijn toegewezen, is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1258/2012 van de Raad (2).

 

(3)

Op 26 september 2012, heeft de gemengde commissie als bedoeld in de partnerschapsovereenkomst het probleem van de haaien onderzocht die worden gevangen bij het vissen op soorten die onder het beheer van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen; deze haaien vormen het onderwerp van Resolutie 05/05 van de IOTC en de vangst ervan is in het kader van de partnerschapsovereenkomst toegestaan. De gemengde commissie heeft besloten dat het uitgaande van de door de betrokken wetenschappelijke instituten gevalideerde vangstcijfers voor de periode 2007-2011 van de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug die in het kader van het vorige protocol bij de partnerschapsovereenkomst mochten vissen, dienstig is de haaienvangst van die vaartuigen te beperken tot ten hoogste 200 ton per jaar gedurende een periode die ingaat op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2014, en zo de visserijdruk op de haaienbestanden te bevriezen in overeenstemming met de aanbeveling van het wetenschappelijk comité van de IOTC.

 

(4)

In het licht van de besprekingen binnen de gemengde commissie, is het van belang de haaienvangsten te beperken en die vangsten te verdelen over de lidstaten voor de periode waarin het nieuwe protocol van toepassing is. Verordening (EU) nr. 1258/2012 dient derhalve te worden gewijzigd.

 

(5)

Krachtens artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad (3) kunnen de lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van Verordening (EU) nr. 1258/2012 mogen vissen, de vangstmogelijkheden die hen voor deze haaien zijn toegewezen, volledig of gedeeltelijk onder elkaar uit te wisselen.

 

(6)

De onderhavige verordening dient met ingang van 1 januari 2014 te worden toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1258/2012 wordt het volgende lid toegevoegd:

„1 bis.   De vangstmogelijkheden voor haaien die door vaartijgen voor de visserij met de drijvende beug worden gevangen bij het vissen op soorten die onder het beheer van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan vallen worden vastgesteld op 200 ton per jaar. Deze hoeveelheid wordt als volgt over de lidstaten verdeeld:

 

Lidstaat

Ton

Spanje

166

Portugal

27

Frankrijk

7

Verenigd Koninkrijk

0

Totaal

200”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    JUKNA
 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 1258/2012 van de Raad van 28 november 2012 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen (PB L 361 van 31.12.2012, blz. 85).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.