Besluit 2015/765 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Denemarken/Faeröer over de vervanging van Protocol nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen

1.

Wettekst

13.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 120/46

 

BESLUIT (EU) 2015/765 VAN DE RAAD

van 7 mei 2015

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van Protocol nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds (1) („de overeenkomst”), heeft betrekking op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking („Protocol nr. 3”).

 

(2)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld.

 

(3)

De Unie en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer hebben de conventie op 15 juni 2011 ondertekend.

 

(4)

De Unie en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 9 september 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Unie en de Faeröer op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 november 2013 in werking getreden.

 

(5)

In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient het bij de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité een besluit te nemen om Protocol nr. 3 te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen.

 

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds, over de vervanging van Protocol nr. 3 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen, dient te worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.

Technische wijzigingen van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité.

Artikel 2

Het besluit van het Gemengd Comité wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • E. 
    RINKĒVIČS
 

 

ONTWERP

BESLUIT Nr. … VAN HET GEMENGD COMITÉ EU/DENEMARKEN-FAERÖER

van …

tot vervanging van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

HET GEMENGD COMITÉ EU/DENEMARKEN-FAERÖER,

Gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds (1), en met name artikel 11,

Gezien Protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 11 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds („de overeenkomst”), wordt verwezen naar Protocol nr. 3 bij de overeenkomst („Protocol nr. 3”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, de Faeröer en andere partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”).

 

(2)

Krachtens artikel 39 van Protocol nr. 3 kan het bij artikel 31 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité besluiten de bepalingen van het protocol te wijzigen.

 

(3)

De conventie strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen.

 

(4)

De Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer hebben de conventie op 15 juni 2011 ondertekend.

 

(5)

De Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 9 september 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Europese Unie en de Faeröer op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 november 2013 in werking getreden.

 

(6)

Protocol nr. 3 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de landsregering van de Faeröer, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van …

Gedaan te …,

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

 

BIJLAGE

Protocol nr. 3

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de conventie”), van toepassing.
  • 2. 
    Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

  • 1. 
    Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Gemengd Comité voorgelegd.
  • 2. 
    In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

Het Gemengd Comité kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

  • 1. 
    Indien ofwel de Europese Unie ofwel het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en het Koninkrijk Denemarken namens de Faeröer onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.
  • 2. 
    Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en de Faeröer toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-staten, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.