Uitvoeringsbesluit 2015/993 - 19 juni 2015 Machtiging van Denemarken een verlaagd belastingtarief toe te passen op elektriciteit die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven, overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG

1.

Wettekst

25.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/68

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/993 VAN DE RAAD

van 19 juni 2015

waarbij Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op elektriciteit die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven, overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name artikel 19,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief van 2 juli 2014 heeft Denemarken overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2003/96/EG verzocht te worden gemachtigd om een verlaagd tarief van elektriciteitsbelasting te mogen toepassen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven (walstroom). Op verzoek van de Commissie heeft Denemarken aanvullende informatie verstrekt op 13 november 2014 en 23 februari 2015.

 

(2)

Met de voorgenomen belastingverlaging wil Denemarken het gebruik van walstroom stimuleren. Dergelijke stroom wordt beschouwd als een minder milieubelastende manier om schepen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven, van stroom te voorzien in vergelijking met de verbranding van bunkerbrandstoffen door deze schepen.

 

(3)

In de mate dat het gebruik van walstroom de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen voorkomt die gepaard gaat met de verbranding van bunkerbrandstoffen door afgemeerde schepen, draagt de maatregel bij aan de verbetering van de lokale luchtkwaliteit in havensteden. Onder de specifieke structurele omstandigheden van de elektriciteitsproductie in de betrokken regio, dat wil zeggen de noordse elektriciteitsmarkt die Denemarken, Finland, Zweden en Noorwegen omvat, zal het gebruik van stroom van het walnet in plaats van stroom die wordt opgewekt door de verbranding van bunkerbrandstoffen aan boord, naar verwachting ook de CO2-emissies verminderen. Er wordt bijgevolg verwacht dat de maatregel zal bijdragen aan de doelstellingen van het milieu-, gezondheids- en klimaatbeleid van de Unie.

 

(4)

Denemarken heeft uitdrukkelijk verzocht dat de belastingverlaging geen toepassing vindt op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan particuliere pleziervaartuigen die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven.

 

(5)

De machtiging van Denemarken om een verlaagd tarief van elektriciteitsbelasting toe te passen op walstroom, gaat niet verder dan wat nodig is om het gebruik van walstroom te bevorderen, aangezien stroomopwekking aan boord vanuit het oogpunt van concurrentie in de meeste gevallen nog altijd het interessantste alternatief zal zijn. Om dezelfde reden, en ook omdat de technologie momenteel nog niet beschikbaar is in Denemarken, valt niet te verwachten dat de maatregel gedurende zijn looptijd tot grote concurrentieverstoringen zal leiden en de goede werking van de interne markt zal belemmeren.

 

(6)

In overeenstemming met artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG dient iedere uit hoofde van dat artikel verleende machtiging in de tijd strikt beperkt te zijn. Om ervoor te zorgen dat de machtiging lang genoeg geldt om de havenexploitanten er niet van te weerhouden de noodzakelijke investeringen te doen, is het passend de gevraagde machtiging te verlenen voor een termijn van zes jaar.Om echter toekomstige algemene ontwikkelingen van het bestaande rechtskader niet te ondergraven, moet worden bepaald dat dit besluit, mocht de Raad op grond van artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) een gewijzigde algemene regeling voor de belasting van energieproducten invoeren waarmee de in dit besluit verleende machtiging niet verenigbaar is, vervalt op de dag waarop de voorschriften van die gewijzigde regeling van toepassing worden.

 

(7)

Dit besluit laat de toepassing van de Unieregels betreffende staatssteun onverlet,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Denemarken wordt gemachtigd een verlaagd tarief van elektriciteitsbelasting toe te passen op stroom die rechtstreeks wordt geleverd aan schepen, met uitzondering van particuliere pleziervaartuigen, die zijn afgemeerd op een ligplaats in een haven mits de in artikel 10 van Richtlijn 2003/96/EG bedoelde minimumbelastingniveaus in acht worden genomen.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving ervan.

Het verstrijkt na zes jaar. Indien evenwel de Raad, handelend op basis van artikel 113 WVEU een gewijzigde algemene regeling voor de belasting van energieproducten invoert, dan vervalt dit besluit op de dag waarop de voorschriften van die gewijzigde regeling van toepassing worden.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.

Gedaan te Luxemburg, 19 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    REIRS
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.