Verordening 2015/1146 - Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1306/2013 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingscoëfficiënt voor het kalenderjaar 2015

1.

Wettekst

17.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/6

 

VERORDENING (EU) 2015/1146 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 8 juli 2015

tot vaststelling van de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1306/2013 op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingscoëfficiënt voor het kalenderjaar 2015

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) dient een reserve met als doel het beschikbaar stellen van aanvullende steun voor de landbouwsector in geval van ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, te worden aangelegd door aan het begin van elk jaar een vermindering op de rechtstreekse betalingen toe te passen door middel van het in artikel 26 van die verordening bedoelde mechanisme voor financiële discipline.

 

(2)

Om zeker te stellen dat de in Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (4) vermelde jaarlijkse maxima ter financiering van de marktgerelateerde uitgaven en de rechtstreekse betalingen worden gerespecteerd, moet krachtens artikel 26, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 een aanpassingscoëfficiënt voor de rechtstreekse betalingen worden vastgesteld wanneer de ramingen voor de financiering van de maatregelen die in het kader van dit submaximum voor een bepaald begrotingsjaar worden gefinancierd, erop wijzen dat de toepasselijke jaarlijkse maxima zullen worden overschreden.

 

(3)

Het bedrag van de reserve voor crisissituaties in de landbouwsector, dat zal worden opgenomen in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2016, bedraagt in totaal 441,6 miljoen EUR (lopende prijzen). Om dit bedrag te financieren, moet het mechanisme voor financiële discipline van toepassing zijn op de rechtstreekse betalingen die voor het kalenderjaar 2015 worden gedaan in het kader van de steunregelingen in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5).

 

(4)

Uit de voorlopige ramingen voor de rechtstreekse betalingen en marktgerelateerde uitgaven die in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2016 moeten worden bepaald, blijkt dat geen extra financiële discipline vereist is.

 

(5)

Krachtens artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel betreffende de aanpassingscoëfficiënt indienen uiterlijk op 31 maart van het kalenderjaar waarop die aanpassing van toepassing is.

 

(6)

Landbouwers die een steunaanvraag voor rechtstreekse betalingen voor een bepaald kalenderjaar (N) indienen, ontvangen de betaling doorgaans binnen een vastgestelde betalingstermijn die in het begrotingsjaar N + 1 valt. De lidstaten mogen echter, binnen bepaalde termijnen, betalingen aan landbouwers doen nadat deze betalingstermijn is verstreken. Dergelijke betalingen kunnen in een later begrotingsjaar worden gedaan. Bij de toepassing van de financiële discipline voor een bepaald kalenderjaar mag de aanpassingscoëfficiënt niet worden toegepast op betalingen waarvoor steunaanvragen zijn ingediend in andere kalenderjaren dan die waarvoor de financiële discipline geldt. Daarom moet met het oog op een gelijke behandeling van de landbouwers worden bepaald dat de aanpassingscoëfficiënt alleen wordt toegepast op betalingen waarvoor steunaanvragen zijn ingediend in het kalenderjaar waarvoor de financiële discipline geldt, ongeacht het moment waarop de betaling aan de landbouwers wordt gedaan.

 

(7)

In artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 is bepaald dat de overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bepaalde aanpassingscoëfficiënt voor rechtstreekse betalingen alleen van toepassing is op rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR die in het desbetreffende kalenderjaar aan een landbouwer worden toegekend. Voorts is in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bepaald dat ingevolge de geleidelijke invoering van rechtstreekse betalingen de aanpassingscoëfficiënt pas vanaf 1 januari 2016 van toepassing is op Bulgarije en Roemenië en pas vanaf 1 januari 2022 op Kroatië. Het bij deze verordening bepaalde aanpassingscoëfficiënt mag dus niet van toepassing zijn op betalingen aan landbouwers in deze lidstaten.

 

(8)

Op grond van artikel 26, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 kan de Commissie tot 1 december 2015 de bij deze verordening bepaalde aanpassingscoëfficiënt aanpassen op basis van nieuwe informatie waarover zij beschikt,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Met het oog op de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt in overeenstemming met de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, en overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, worden de rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR die aan landbouwers worden toegekend voor een voor het kalenderjaar 2015 ingediende steunaanvraag in het kader van in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde steunregelingen, verminderd met een aanpassingscoëfficiënt van 1,393041 %.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde vermindering geldt niet voor Bulgarije, Kroatië en Roemenië.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 8 juli 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    SCHMIT
 

  • (1) 
    Advies van 22 april 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 9 juni 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 juni 2015.
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
  • (4) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.