Besluit 2015/1211 - Standpunt EU in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van Kazachstan tot de Wereldhandelsorganisatie - Hoofdinhoud
24.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 196/16 |
BESLUIT (EU) 2015/1211 VAN DE RAAD
van 20 juli 2015
tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van de Republiek Kazachstan tot de Wereldhandelsorganisatie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, artikel 100, lid 2, en artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 29 januari 1996 heeft de regering van de Republiek Kazachstan een verzoek tot toetreding tot de Overeenkomst van Marrakech tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie („de Overeenkomst van Marrakech”) ingediend overeenkomstig artikel XII van die overeenkomst. |
(2) |
Op 6 februari 1996 werd een werkgroep betreffende de toetreding van de Republiek Kazachstan opgericht om overeenstemming te bereiken over voor de Republiek Kazachstan en alle leden van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization — „WTO”) aanvaardbare voorwaarden voor toetreding. |
(3) |
De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld over een uitgebreide reeks door de Republiek Kazachstan aan te gane marktopeningsverbintenissen die aan de verzoeken van de Unie inzake tarieven, uitvoerrechten en de handel in diensten voldoen. |
(4) |
Die verbintenissen zijn opgenomen in het Protocol van toetreding van de Republiek Kazachstan tot de WTO („het toetredingsprotocol”). |
(5) |
De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren aan het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in de Republiek Kazachstan. |
(6) |
Het protocol van toetreding dient daarom te worden goedgekeurd. |
(7) |
Artikel XII van de Overeenkomst van Marrakech bepaalt dat tussen de toetredende staat en de WTO overeenstemming moet worden bereikt over de toetredingsvoorwaarden en dat aan WTO-zijde de toetredingsvoorwaarden moeten worden goedgekeurd door de ministeriële conferentie van de WTO. Artikel IV.2 van die Overeenkomst bepaalt dat in de perioden tussen de bijeenkomsten van de ministeriële conferentie haar taken worden verricht door de Algemene Raad van de WTO. |
(8) |
Het is passend het standpunt vast te stellen dat de Unie in de Algemene Raad van de WTO moet innemen over de toetreding van de Republiek Kazachstan tot de WTO, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over de toetreding van de Republiek Kazachstan tot de Wereldhandelsorganisatie is de toetreding goed te keuren.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 20 juli 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
-
F.MOGHERINI
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.