Richtlijn 2015/1787 - Wijziging van de bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water - Hoofdinhoud
7.10.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 260/6 |
RICHTLIJN (EU) 2015/1787 VAN DE COMMISSIE
van 6 oktober 2015
tot wijziging van de bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (1), en met name artikel 11, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG stellen de minimumeisen vast voor de programma's voor controle van al het voor menselijke consumptie bestemde water en de specificaties voor de methode voor analyse van de verschillende parameters. |
(2) |
De specificaties in de bijlagen II en III dienen te worden geactualiseerd in het licht van de wetenschappelijke en technische vooruitgang, en om te zorgen voor samenhang met de wetgeving van de Unie. |
(3) |
Bijlage II bij Richtlijn 98/83/EG laat een zekere mate van flexibiliteit toe bij de uitvoering van audit en bewaking, zodat onder bepaalde omstandigheden minder frequente bemonstering kan worden toegelaten. De specifieke voorwaarden voor de passende controlefrequenties van de parameters en het gamma controletechnieken moeten worden verduidelijkt in het licht van de wetenschappelijke vooruitgang. |
(4) |
Sinds 2004 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de aanpak met waterveiligheidsplannen op basis van risicobeoordeling en risicobeheer ontwikkeld, zoals vastgesteld in de Richtsnoeren voor de drinkwaterkwaliteit (2) van de WHO. Deze richtsnoeren vormen, samen met norm EN 15975-2 inzake het veiligstellen van de drinkwatervoorziening, internationaal erkende beginselen waarop de productie, de distributie, de controle en de analyse van de parameters van het drinkwater zijn gebaseerd. Bijlage II bij Richtlijn 98/83/EG moet daarom worden afgestemd op de recentste versies van deze beginselen. |
(5) |
Om de risico's voor de menselijke gezondheid te beheersen, moeten de controleprogramma's voorzien in maatregelen over de hele watertoeleveringsketen en rekening houden met de informatie over waterlichamen die worden gebruikt voor de onttrekking van drinkwater. De algemene verplichtingen voor controleprogramma's moeten de kloof overbruggen tussen wateronttrekking en -voorziening. Overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) moeten de lidstaten zorgen voor het aanleggen van een of meer registers van beschermde gebieden. Dergelijke beschermde gebieden omvatten alle waterlichamen die worden gebruikt voor de onttrekking van drinkwater of die voor dat gebruik bestemd zijn, op grond van artikel 7, lid 1, van die richtlijn. De controleresultaten van de in artikel 7, lid 1, tweede alinea, en artikel 8 van die richtlijn bedoelde waterlichamen moeten worden gebruikt om het potentiële risico voor drinkwater voor en na de behandeling in het kader van Richtlijn 98/83/EG te bepalen. |
(6) |
De ervaring leert dat voor veel parameters (met name de fysisch-chemische) de aanwezige concentraties zelden leiden tot overschrijding van de grenswaarden. De controle en rapportage van dergelijke parameters zonder praktisch nut brengt aanzienlijke kosten met zich mee, met name wanneer een groot aantal parameters moet worden beoordeeld. De invoering van flexibele controlefrequenties onder die omstandigheden biedt kansen om kosten te besparen zonder dat dit de volksgezondheid of andere belangen zou schaden. Door flexibele controle worden ook minder gegevens verzameld die geen of weinig informatie over de kwaliteit van het drinkwater leveren. |
(7) |
Daarom moet het de lidstaten worden toegestaan af te wijken van de controleprogramma's die zij hebben vastgesteld, mits geloofwaardige risicobeoordelingen worden uitgevoerd, die gebaseerd kunnen zijn op de Richtsnoeren voor de kwaliteit van drinkwater van de WHO en rekening moeten houden met de controle op grond van artikel 8 van Richtlijn 2000/60/EG. |
(8) |
Tabel B2 in bijlage II bij Richtlijn 98/83/EG, die betrekking heeft op water in flessen of verpakkingen bestemd voor verkoop, is overbodig geworden, want die producten vallen onder Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4). Op deze producten is ook het beginsel van risicoanalyse en kritische controlepunten (hazard analysis and critical control points, HACCP), zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5), alsmede de beginselen voor officiële controles, van toepassing, zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (6). Ten gevolge van de vaststelling van die verordeningen is bijlage II bij Richtlijn 98/83/EG feitelijk niet meer van toepassing op water in flessen of verpakkingen bestemd voor verkoop. |
(9) |
Met Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad (7) zijn specifieke regelingen ingevoerd voor controle op radioactieve stoffen. Controleprogramma's voor radioactieve stoffen moeten daarom uitsluitend overeenkomstig deze richtlijn worden vastgesteld. |
(10) |
Laboratoria die de specificaties toepassen voor de analyse van de parameters die zijn vastgesteld in bijlage III bij Richtlijn 98/83/EG, dienen internationaal goedgekeurde procedures of op criteria gebaseerde prestatienormen te volgen en analysemethoden te gebruiken die, voor zover mogelijk, gevalideerd zijn. |
(11) |
In Richtlijn 2009/90/EG van de Commissie (8) is bepaald dat norm EN ISO/IEC 17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen moeten worden gebruikt voor de validatie van de analysemethoden. EN ISO/IEC 17025 is ook een van de normen die op grond van Verordening (EG) nr. 882/2004 worden gebruikt voor de accreditering van laboratoria die door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten worden aangewezen. Daarom moet ervoor worden gezorgd dat die norm, of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen kunnen worden gebruikt voor de validatie van de analysemethoden in het kader van Richtlijn 98/83/EG. Met het oog op de afstemming van bijlage III bij Richtlijn 98/83/EG op Richtlijn 2009/90/EG moeten de bepalingsgrens en de meetonzekerheid worden ingevoerd als prestatiekenmerken. Voor de lidstaten moet het echter mogelijk zijn gedurende een beperkte periode te blijven toestaan dat juistheid, precisie en aantoonbaarheidsgrens worden gebruikt als prestatiekenmerken in het kader van bijlage III bij Richtlijn 98/83/EG gedurende een beperkte periode, zodat de laboratoria voldoende tijd krijgen om zich aan te passen aan deze technische vooruitgang. |
(12) |
Een aantal ISO-normen zijn vastgesteld voor de analyse van microbiologische parameters. Zo voorzien EN ISO 9308-1 en EN ISO 9308-2 (voor de telling van E. coli en colibacteriën) en norm EN ISO 14189 (voor de analyse van Clostridium perfringens) in alle nodige specificaties voor het uitvoeren van de analyse. Deze nieuwe normen en technische ontwikkelingen moeten worden opgenomen in bijlage III bij Richtlijn 98/83/EG. |
(13) |
Voor de beoordeling van de gelijkwaardigheid van alternatieve methoden aan de methode van bijlage III bij Richtlijn 98/83/EG, moet het de lidstaten worden toegestaan om gebruik te maken van norm EN ISO 17994, die al bij Beschikking 2009/64/EG van de Commissie (9) is vastgesteld, als de norm inzake de gelijkwaardigheid van microbiologische methoden in het kader van Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (10). Zij moeten echter ook gebruik kunnen maken van norm EN ISO 16140 of andere, soortgelijke internationaal aanvaarde protocollen, zoals bedoeld in artikel 5, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie (11), om de gelijkwaardigheid vast te stellen van methoden die niet gebaseerd zijn op het kweken en die buiten het toepassingsgebied van EN ISO 17994 vallen. |
(14) |
De bijlagen II en III bij Richtlijn 98/83/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(15) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het ingevolge artikel 12, lid 1, van Richtlijn 98/83/EG opgerichte Comité voor drinkwater, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 98/83/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst van bijlage I bij deze richtlijn. |
2) |
Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn. |
Artikel 2
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 27 oktober 2017 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 6 oktober 2015.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
-
http://www.who.int/water_sanitation_health/publications/2011/dwq_guidelines/en/index.html
-
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
-
Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 12).
-
Richtlijn 2009/90/EG van de Commissie van 31 juli 2009 tot vaststelling van technische specificaties voor de chemische analyse en monitoring van de watertoestand krachtens Richtlijn 2000/60/EG (PB L 201 van 1.8.2009, blz. 36).
-
Beschikking 2009/64/EG van de Commissie van 21 januari 2009 houdende specificatie, overeenkomstig Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad, van ISO 17994:2004(E) als de norm inzake de gelijkwaardigheid van microbiologische methoden (PB L 23 van 27.1.2009, blz. 32).
-
Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit (PB L 64 van 4.3.2006, blz. 37).
-
Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
BIJLAGE I
„BIJLAGE II
CONTROLE
DEEL A
Algemene doelstellingen en controleprogramma's voor het voor menselijke consumptie bestemde water
1. |
Met de programma's voor de controle van voor menselijke consumptie bestemd water:
|
2. |
Overeenkomstig artikel 7, lid 2, stellen de bevoegde autoriteiten controleprogramma's op die voldoen aan de parameters en frequenties vermeld in deel B van deze bijlage en die bestaan uit:
Daarnaast kunnen de controleprogramma's bestaan uit:
|
3. |
Controleprogramma's kunnen worden gebaseerd op een risicobeoordeling zoals vermeld in deel C. |
4. |
De lidstaten zorgen ervoor dat de controleprogramma's voortdurend worden geëvalueerd en ten minste om de vijf jaar worden bijgewerkt of herbevestigd. |
DEEL B
Parameters en frequenties
-
1.Algemeen kader
In een controleprogramma moet rekening worden gehouden met de in artikel 5 bedoelde parameters, met inbegrip van de parameters die belangrijk zijn om de impact van het huishoudelijk leidingnet op de kwaliteit van het water te bepalen op het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, zoals vastgesteld in artikel 6, lid 1. Bij de keuze van geschikte parameters voor controle moeten de lokale omstandigheden voor elk watervoorzieningssysteem in overweging worden genomen.
De lidstaten zorgen ervoor dat de parameters van punt 2 overeenkomstig de desbetreffende bemonstersingsfrequenties van punt 3 worden gecontroleerd.
-
2.Lijst van parameters
Parameters groep A
De volgende parameters (groep A) worden gecontroleerd overeenkomstig de controlefrequenties zoals vastgesteld in tabel 1 van punt 3:
a) |
Escherichia coli (E. coli), colibacteriën, telling kolonies bij 22 °C, kleur, troebelingsgraad, smaak, geur, pH, geleidbaarheid; |
b) |
andere parameters die als relevant zijn aangemerkt in het controleprogramma, in overeenstemming met artikel 5, lid 3, en, in voorkomend geval, door middel van een risicobeoordeling zoals vermeld in deel C. |
Onder specifieke omstandigheden worden de volgende parameters toegevoegd aan de parameters van groep A:
a) |
ammonium en nitriet, bij chloraminering; |
b) |
aluminium en ijzer, indien gebruikt als chemicaliën voor waterbehandeling. |
Parameters groep B
Om te bepalen of aan alle parameterwaarden van deze richtlijn is voldaan, worden alle andere parameters die niet in het kader van groep A zijn geanalyseerd en die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 5, minstens overeenkomstig de frequenties van tabel 1 van punt 3 gecontroleerd.
-
3.Bemonsteringsfrequenties
Tabel 1
Minimumfrequentie voor monsterneming en analyse voor nalevingscontrole
Dagelijks binnen een leveringsgebied gedistribueerde of geproduceerde hoeveelheid water (zie opmerkingen 1 en 2) m3 |
Parameter groep A Aantal monsternemingen per jaar (Zie opmerking 3) |
Parameter groep B Aantal monsternemingen per jaar |
|
≤ 100 |
> 0 (Zie opmerking 4) |
> 0 (Zie opmerking 4) |
|
> 100 |
≤ 1 000 |
4 |
1 |
> 1 000 |
≤ 10 000 |
4
voor elke 1 000 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
1
voor elke 4 500 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
> 10 000 |
≤ 100 000 |
3
voor elke 10 000 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
|
> 100 000 |
12
voor elke 25 000 m3/d en fractie daarvan van de totale hoeveelheid |
Opmerking 1: |
Een leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het voor menselijke consumptie bestemde water afkomstig is uit één of enkele bronnen en waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn. |
Opmerking 2: |
De hoeveelheden zijn gemiddelden berekend over een kalenderjaar. Het vaststellen van de minimumfrequentie mag worden gebaseerd op het aantal inwoners in een leveringsgebied in plaats van op de hoeveelheid water uitgaande van een waterverbruik van 200 l/(dag*hoofd van de bevolking). |
Opmerking 3: |
De vermelde frequentie wordt als volgt berekend: bv. 4 300 m3/d = 16 monsternemingen (vier voor de eerste 1 000 m3/d + 12 voor de bijkomende 3 300 m3/d). |
Opmerking 4: |
Lidstaten die hebben besloten afzonderlijke voorzieningen uit te zonderen overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder b), van deze richtlijn, passen deze frequenties enkel toe voor leveringsgebieden die tussen 10 en 100 m3 per dag distribueren. |
DEEL C
Risicobeoordeling
1. |
De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid af te wijken van de parameters en bemonsteringsfrequenties in deel B, mits een risicobeoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig dit deel. |
2. |
De in punt 1 bedoelde risicobeoordeling gebeurt op basis van de algemene beginselen van risicobeoordeling zoals vastgesteld met betrekking tot internationale normen zoals norm EN 15975-2 inzake het „veiligstellen van de drinkwatervoorziening, richtsnoeren betreffende risico- en crisisbeheer”. |
3. |
In de risicobeoordeling wordt rekening gehouden met de resultaten van de controleprogramma's die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 7, lid 1, tweede alinea, en artikel 8 van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) voor de ingevolge artikel 7, lid 1, aangewezen waterlichamen die overeenkomstig bijlage V bij die richtlijn gemiddeld meer dan 100 m3 per dag leveren. |
4. |
Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling wordt de lijst van parameters in deel B, punt 2, uitgebreid en/of worden de bemonsteringsfrequenties in deel B, punt 3 verhoogd, wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
|
5. |
Op basis van de resultaten van de risicobeoordeling wordt de lijst van parameters in deel B, punt 2, beperkt en worden de bemonsteringsfrequenties van deel B, punt 3, verlaagd, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
6. |
De lidstaten zorgen ervoor dat:
|
DEEL D
Steekproefmethoden en plaatsen van monsterneming
1. |
De plaatsen van monsterneming worden zo bepaald dat wordt voldaan aan de in artikel 6, lid 1, omschreven punten waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan. In geval van een distributienet kunnen de lidstaten voor specifieke parameters echter monsters nemen in het leveringsgebied of in de behandelingsinstallatie indien kan worden aangetoond dat er geen negatieve verandering zou zijn in de gemeten waarde van de betrokken parameters. Voor zover mogelijk wordt het aantal monsters gelijkelijk over tijd en plaats verdeeld. |
2. |
Monsterneming op het punt waar aan de parameterwaarden moet worden voldaan, moet aan de volgende vereisten voldoen:
|
3. |
Monsterneming in het distributienet, met uitzondering van monsterneming aan de kraan van de consument, gebeurt overeenkomstig ISO 5667-5. Monsters voor microbiologische parameters in het distributienet worden genomen en behandeld overeenkomstig EN ISO 19458, steekproefdoel A. |
-
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).”
BIJLAGE II
Bijlage III bij Richtlijn 98/83/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De inleidende alinea wordt vervangen door: „De lidstaten zorgen ervoor dat de analysemethoden die gebruikt worden voor controle en om aan te tonen dat wordt voldaan aan deze richtlijn, worden gevalideerd en gedocumenteerd overeenkomstig EN ISO/IEC 17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen. De lidstaten zorgen ervoor dat laboratoria of door laboratoria gecontracteerde partijen methoden voor kwaliteitszorgsystemen hanteren die in overeenstemming zijn met EN ISO/IEC 17025 of andere gelijkwaardige op internationaal niveau erkende normen. Indien geen analysemethode bestaat die voldoet aan de minimale prestatiekenmerken van deel B, zorgen de lidstaten ervoor dat de controle wordt uitgevoerd met gebruikmaking van de beste beschikbare technieken die geen buitensporige kosten meebrengen.”. |
2) |
Punt 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Punt 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Punt 3 wordt geschrapt. |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.