Besluit 2015/1893 - Sluiting van het Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie, voorzien bij de visserijovereenkomst tussen Madagaskar en de EG

1.

Wettekst

22.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 277/1

 

BESLUIT (EU) 2015/1893 VAN DE RAAD

van 5 oktober 2015

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Republiek Madagaskar en de Europese Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 15 november 2007 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 31/2008 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar (1) (hierna „de overeenkomst” genoemd), vastgesteld. Het huidige protocol is op 31 december 2014 verstreken.

 

(2)

De Europese Unie heeft met de Republiek Madagaskar onderhandeld over een nieuw protocol bij de overeenkomst (hierna „protocol” genoemd) waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden verleend in de visserijzone waarover de Republiek Madagaskar de jurisdictie heeft.

 

(3)

Dit protocol is overeenkomstig Besluit 2014/929/EU van de Raad (2) ondertekend en wordt sinds 1 januari 2015 voorlopig toegepast.

 

(4)

Bij artikel 9 van de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die is belast met het toezicht op de toepassing van deze overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie in overeenstemmong met het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

 

(5)

Het protocol dient te worden gesloten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Republiek Madagaskar en de Europese Gemeenschap wordt namens de Europese Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verrricht namens de Unie de in artikel 16 van het protocol bedoelde kennisgeving.

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en voorwaarden van de bijlage wordt de Commissie ertoe gemachtigd namens de Unie de wijzigingen goed te keuren die in het protocol zijn aangebracht door de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 5 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    SCHMIT
 

 

BIJLAGE

Reikwijdte van de bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het standpunt van de Unie in de gemengde commissie

 

1)

De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Madagaskar te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, de wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten goed te keuren:

 

a)

herziening van de vangstmogelijkheden en herziening van de financiële tegenprestatie en wijzigingen van het huidig protocol en de daarmee verband houdende bijlage ervan overeenkomstig artikel 8, leden 1 en 2, van het protocol;

 

b)

vaststelling van de vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 9, lid 6, van het protocol;

 

c)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun overeenkomstig artikel 6 van het protocol;

 

d)

vaststelling van de maatregelen die het duurzame beheer van de visbestanden die onder het protocol vallen tot doel hebben en die van belang zijn voor de activiteiten van de vaartuigen van de Unie overeenkomstig artikel 7, lid 4, van het protocol;

 

e)

aanpassing van de bepalingen inzake de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de toepassingsbepalingen van het protocol en de bijlagen overeenkomstig artikel 8, lid 3, van het protocol.

 

2)

In de gemengde commissie:

 

a)

handelt de Unie overeenkomstig de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

 

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

 

3)

Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a) en b), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, dat een blokkerende minderheid vormt, daartegen bezwaar maakt tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen 20 dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien er tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 

4)

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.