Besluit 2015/1942 - Standpunt EU in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de VS om een WTO-ontheffing met het oog op de verruiming van het AGOA-programma

1.

Wettekst

29.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/9

 

BESLUIT (EU) 2015/1942 VAN DE RAAD

van 26 oktober 2015

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing met het oog op de verruiming van het AGOA-programma

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel IX, leden 3 en 4, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie („de WTO-overeenkomst”) worden de procedures vastgesteld voor het verlenen van ontheffingen betreffende de multilaterale handelsovereenkomsten in de bijlagen 1A, 1B of 1C bij de WTO-overeenkomst en de bijlagen daarbij.

 

(2)

Op 27 mei 2009 werd aan de Verenigde Staten een ontheffing van de verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 („de GATT 1994”) verleend voor de periode tot en met 30 september 2015.

 

(3)

De Verenigde Staten hebben overeenkomstig artikel IX, lid 3, van de WTO-overeenkomst een verzoek ingediend om tot en met 30 september 2025 te worden ontheven van hun verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de GATT 1994 voor zover zulks nodig is om in rechtenvrije behandeling te kunnen blijven voorzien voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit begunstigde Sub-Saharalanden in Afrika, aangewezen overeenkomstig de African Growth and Opportunity Act (AGOA).

 

(4)

Het inwilligen van het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zou geen negatieve invloed hebben op de economie van de Europese Unie, noch op de handelsbetrekkingen met de begunstigden van de ontheffing. De Europese Unie steunt bovendien in het algemeen acties ter bestrijding van armoede en ter bevordering van stabiliteit en duurzame economische ontwikkeling in de begunstigde landen.

 

(5)

Daarom moet het standpunt worden vastgesteld dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de WTO ter ondersteuning van het ontheffingsverzoek van de Verenigde Staten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Europese Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen, is dat zij het door de Verenigde Staten ingediende verzoek om een ontheffing van hun verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 tot en met 30 september 2025, in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek, steunt.

Dit standpunt wordt door de Commissie tot uitdrukking gebracht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 26 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    DIESCHBOURG
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.