Verordening 2015/2423 - Wijziging van Verordening 1215/2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de EU en tot opschorting van de toepassing ervan wat betreft Bosnië en Herzegovina

1.

Wettekst

24.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 341/18

 

VERORDENING (EU) 2015/2423 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 december 2015

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie en tot opschorting van de toepassing ervan wat betreft Bosnië en Herzegovina

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad (2) voorziet in asymmetrische handelsliberalisering tussen de Unie en de betrokken landen en gebieden van de Westelijke Balkan, die daarmee tot en met 31 december 2015 kunnen profiteren van uitzonderlijke en onbeperkte rechtenvrije toegang tot de markt van de Unie voor bijna al hun producten.

 

(2)

Verordening (EG) nr. 1215/2009 biedt geen enkele mogelijkheid om het toekennen van uitzonderlijke handelsmaatregelen tijdelijk op te schorten in geval van ernstige en systematische schendingen van de mensenrechten, waaronder fundamentele arbeidsrechten, van de grondbeginselen van de democratie en van de rechtsstaat door de begunstigden ervan. Het is wenselijk een dergelijke mogelijkheid in die verordening op te nemen om ervoor te zorgen dat snel kan worden ingegrepen in geval van ernstige en systematische schendingen van de mensenrechten, waaronder fundamentele arbeidsrechten, van de grondbeginselen van de democratie en van de rechtstaat in een van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

 

(3)

Gezien de verschillen in het toepassingsgebied van de tariefliberalisering in de contractuele regelingen die tussen de Unie en alle deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn ontwikkeld, en de in het kader van Verordening (EG) nr. 1215/2009 toegekende preferenties, is het passend om de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 1215/2009 tot en met 31 december 2020 te verlengen teneinde de begunstigden van de uitzonderlijke handelsmaatregelen en de Unie voldoende tijd te geven om de in het kader van Verordening (EG) nr. 1215/2009 toegekende preferenties waar nodig af te stemmen op de preferenties die zijn vastgelegd in de stabilisatie- en associatieovereenkomsten.

 

(4)

In Verordening (EG) nr. 1215/2009 is een algemeen tariefcontingent opgenomen voor de invoer in de Unie van wijn die valt onder de codes 2204 21 93 tot 2204 21 98 en 2204 29 93 tot 2204 29 98 van de gecombineerde nomenclatuur (GN). Dat contingent is toegankelijk voor alle landen en gebieden van de Westelijke Balkan als hun afzonderlijke tariefcontingenten voor wijn zijn opgebruikt, zoals vastgelegd in de bilaterale stabilisatie- en associatieovereenkomsten met die landen of gebieden, behalve voor Montenegro. Het met Montenegro overeengekomen wijnprotocol bevat een tariefcontingent dat uitsluitend geldt voor wijn die valt onder de GN-codes ex 2204 10 en ex 2204 21, en dat dat land niet heeft kunnen opgebruiken. Hierdoor heeft Montenegro effectief geen toegang tot een rechtenvrij tariefcontingent voor wijn voor producten die niet onder de stabilisatie- en associatieovereenkomst met dat land vallen. Om ervoor te zorgen dat alle betrokken landen en gebieden van de Westelijke Balkan op gelijke voet worden behandeld, moet Montenegro ook toegang worden verleend tot het algemene tariefcontingent voor wijn voor producten die onder GN-code 2204 29 vallen zonder dat het zijn afzonderlijke tariefcontingenten moet opgebruiken.

 

(5)

Sinds de start van het stabilisatie- en associatieproces zijn stabilisatie- en associatieovereenkomsten gesloten met alle betrokken landen en gebieden van de Westelijke Balkan, met uitzondering van Kosovo (3). In mei 2014 zijn de onderhandelingen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo afgerond en in oktober 2015 is de overeenkomst ondertekend.

 

(6)

Bosnië en Herzegovina is in 2003 erkend als potentiële kandidaat-lidstaat voor toetreding tot de Unie en heeft op 16 juni 2008 een stabilisatie- en associatieovereenkomst („de stabilisatie- en associatieovereenkomst”) ondertekend, waarmee het akkoord ging met de voorwaarden voor lidmaatschap van de Unie. Tot en met 31 mei 2015 was een interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken met Bosnië en Herzegovina (4) („de interimovereenkomst”) van toepassing en met ingang van 1 juni 2015 is de stabilisatie- en associatieovereenkomst van toepassing.

 

(7)

Bosnië en Herzegovina heeft echter nog niet aanvaard de in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst toegekende handelsconcessies aan te passen teneinde het preferentiële traditionele handelsverkeer tussen Kroatië en Bosnië en Herzegovina in het kader van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst in aanmerking te nemen. Mocht ten tijde van de vaststelling van deze verordening geen overeenkomst over de aanpassing van de in de stabilisatie- en associatieovereenkomst opgenomen handelsconcessies zijn ondertekend en voorlopig worden toegepast door de Unie en Bosnië en Herzegovina, dan moeten de aan Bosnië en Herzegovina toegekende preferenties met ingang van 1 januari 2016 worden opgeschort. Zodra de Unie en Bosnië en Herzegovina een overeenkomst over de aanpassing van de handelsconcessies in de stabilisatie- en associatieovereenkomst hebben ondertekend en voorlopig hebben toegepast, moeten de preferenties opnieuw worden ingesteld,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1215/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 2, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

 

„d)

de in artikel 1 genoemde landen en gebieden maken zich niet schuldig aan ernstige en systematische schendingen van de mensenrechten, waaronder fundamentele arbeidsrechten, van de grondbeginselen van de democratie en van de rechtsstaat.”.

 

2)

Artikel 2, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Bij niet-naleving door een land of gebied van lid 1, onder a), b) of c), dan wel van lid 2, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen het recht van de betrokken landen en gebieden op de voordelen van deze verordening volledig of gedeeltelijk opschorten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 8, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

 

3)

In artikel 7 wordt het volgende punt toegevoegd:

 

„c)

gedeeltelijke of volledige opschorting van het recht van een betrokken land of gebied op voordelen in het kader van deze verordening, indien het land of gebied in kwestie niet voldoet aan de voorwaarden als omschreven in artikel 2, lid 1, onder d).”.

 

4)

In artikel 10, lid 1, wordt het inleidende zinsdeel vervangen door:

„1.   Wanneer de Commissie oordeelt dat er voldoende bewijs is van fraude, of dat de in artikel 1 genoemde landen en gebieden niet de vereiste administratieve medewerking verlenen voor de verificatie van het bewijs van oorsprong, dat hun uitvoer naar de Unie een scherpe stijging vertoont die hun normale productieniveau en uitvoercapaciteit overstijgt, of dat zij artikel 2, lid 1, onder a), b) of c), overtreden, kan zij maatregelen nemen om de bij deze verordening vastgestelde regelingen voor een periode van drie maanden geheel of ten dele op te schorten, mits zij vooraf:”.

 

5)

In artikel 12 worden de tweede en derde alinea vervangen door:

„Zij is van toepassing tot en met 31 december 2020.”.

 

6)

In bijlage I wordt voetnoot 5 vervangen door:

 

„(5)

Voor wijn van oorsprong uit Montenegro geldt de toegang tot dit algemene tariefcontingent, voor zover het producten betreft die onder GN-code 2204 21 vallen, pas nadat de afzonderlijke tariefcontingenten vastgesteld in het wijnprotocol met Montenegro zijn opgebruikt. Dat afzonderlijke tariefcontingent is geopend onder volgnummer 09.1514.”.

Artikel 2

De toepassing van Verordening (EG) nr. 1215/2009 met betrekking tot Bosnië en Herzegovina wordt met ingang van 1 januari 2016 opgeschort.

Artikel 3

  • 1. 
    Niettegenstaande artikel 2 wordt de toepassing van Verordening (EG) nr. 1215/2009 met betrekking tot Bosnië en Herzegovina niet opgeschort, indien de Unie en Bosnië en Herzegovina vóór 1 januari 2016 een overeenkomst over een aanpassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst en de interimovereenkomst ondertekenen en deze voorlopig toepassen teneinde de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie in aanmerking te nemen.
  • 2. 
    Mocht de in lid 1 genoemde overeenkomst over een aanpassing alleen op of na 1 januari 2016 zijn ondertekend en voorlopig toegepast, is Verordening (EG) nr. 1215/2009 opnieuw van toepassing met betrekking tot Bosnië en Herzegovina met ingang van de datum waarop een dergelijke overeenkomst wordt ondertekend en voorlopig wordt toegepast.
  • 3. 
    Zodra de in lid 1 genoemde overeenkomst over een aanpassing is ondertekend, maakt de Commissie dit door middel van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 16 december 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    SCHMIT
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 15 december 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 16 december 2015.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1215/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van de landen en gebieden die deelnemen aan of verbonden zijn met het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 1).
  • (3) 
    Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • (4) 
    Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (PB L 233 van 30.8.2008, blz. 6).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.