Gedelegeerde verordening 2014/1048 - Op het publiek gerichte voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen en op begunstigden gerichte voorlichtingsmaatregelen krachtens Verordening 514/2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing

1.

Wettekst

7.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 291/6

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1048/2014 VAN DE COMMISSIE

van 30 juli 2014

tot vaststelling van op het publiek gerichte voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen en op begunstigden gerichte voorlichtingsmaatregelen krachtens Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (1), en met name artikel 53, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) nr. 514/2014 strekt tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing.

 

(2)

De ervaring heeft uitgewezen dat de burgers van de Europese Unie onvoldoende op de hoogte zijn van de rol die de Unie bij financieringsprogramma's speelt. Daarom is het aangewezen de voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen die nodig zijn om deze communicatie- en informatiekloof te overbruggen, uitvoerig te omschrijven.

 

(3)

Er moet worden vastgesteld welke maatregelen ten minste moeten worden genomen om potentiële begunstigden te wijzen op de financieringsmogelijkheden die de Unie en de lidstaten samen bieden in het kader van het nationale programma. Het gaat erom alle belangstellende partijen over de financieringsmogelijkheden te informeren en transparantie te bevorderen. Voor meer transparantie rond het gebruik van de middelen moeten de lijst van eindbegunstigden, de namen van de projecten en het daarvoor uitgetrokken bedrag aan overheidsgelden worden gepubliceerd.

 

(4)

Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening opgenomen maatregelen meteen kunnen worden toegepast en de goedkeuring en uitvoering van de nationale programma's niet te vertragen, dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

(5)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn door Verordening (EU) nr. 514/2014 gebonden en derhalve ook door deze verordening.

 

(6)

Denemarken is noch door Verordening (EU) nr. 514/2014 noch door deze verordening gebonden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verantwoordelijkheden van de lidstaten in verband met op het publiek gerichte voorlichting en publiciteit

  • 1. 
    De lidstaat zorgt ervoor dat de voorlichting en publiciteit bedoeld in artikel 53, lid 1, van Verordening (EU) nr. 514/2014 op grote schaal worden verspreid door gebruikmaking van diverse communicatievormen en -methoden.

De lidstaat ziet erop toe dat de belangrijkste informatie betreffende het nationale programma op grote schaal wordt verspreid, met vermelding van bijzonderheden over de betrokken financiële bijdragen, en dat deze ter beschikking worden gesteld van alle belanghebbende partijen.

De lidstaat kan echter beslissen om de in het nationale programma vastgestelde gedetailleerde beheersregels en andere informatie betreffende de uitvoering vertrouwelijk te houden om de in artikel 53, lid 3, van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde redenen.

  • 2. 
    De lidstaat organiseert voorlichtingsactiviteiten bij de start van het nationale programma en over de resultaten daarvan, alsook over de resultaten van de specifieke verordeningen bedoeld in artikel 2, onder a), van Verordeningen (EU) nr. 514/2014.

De lijst van de acties bedoeld in artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 514/2014 wordt ten minste eenmaal per jaar bijgewerkt.

Elke lidstaat deelt het adres van de in artikel 53, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde website aan de Commissie mee.

Artikel 2

Verantwoordelijkheden van begunstigden in verband met op het publiek gerichte voorlichting en publiciteit

  • 1. 
    De lidstaten zien erop toe dat de begunstigden ook het publiek voorlichten over de in het kader van een nationaal programma verkregen financiële bijstand, overeenkomstig dit artikel.
  • 2. 
    De lidstaten zien erop toe dat de eindbegunstigde op zichtbare wijze een permanente plaquette van voldoende afmetingen aanbrengt, en wel uiterlijk drie maanden na voltooiing van een project dat aan de volgende voorwaarden voldoet:
 

a)

de totale bijdrage van de Unie aan het project is meer dan 100 000 EUR, en

 

b)

het project bestaat in de aankoop van een materieel object of de financiering van infrastructuur of van bouwprojecten.

Op de plaquette worden het type en de naam van het project vermeld. De informatie bedoeld in artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1049/2014 van de Commissie (2) maakt ten minste 25 % van de plaquette uit.

  • 3. 
    Wanneer een project financiering uit een nationaal programma ontvangt, ziet de lidstaat erop toe dat de begunstigde ervoor zorgt dat de personen die aan het project deelnemen, over deze financiering worden geïnformeerd.
  • 4. 
    In alle documenten in verband met projecten en nationale programma's, met inbegrip van dossierverklaringen, wordt een verklaring opgenomen waaruit blijkt dat het project wordt gecofinancierd uit het nationale programma.

Artikel 3

Verantwoordelijkheid van de lidstaat om potentiële begunstigden te informeren

  • 1. 
    Rekening houdend met de toegankelijkheid van elektronische of andere communicatiemiddelen, zorgt de lidstaat ervoor dat potentiële begunstigden toegang hebben tot relevante actuele informatie, over ten minste:
 

a)

de financieringsmogelijkheden en oproepen tot indiening van voorstellen;

 

b)

de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiering uit een nationaal programma;

 

c)

de procedures en termijnen voor het onderzoek van de financieringsaanvragen;

 

d)

de criteria voor de selectie en financiering van projecten;

 

e)

de aanspreekpunten die informatie over het nationale programma kunnen verstrekken.

  • 2. 
    De lidstaat informeert potentiële begunstigden over de publicaties die beschikbaar zijn overeenkomstig artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 514/2014.

Artikel 4

Verantwoordelijkheid van de lidstaat om begunstigden te informeren

De lidstaat deelt de begunstigden mee dat aanvaarding van de financiering impliceert dat zij ermee akkoord gaan dat zij worden opgenomen in de overeenkomstig artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 514/2014 gepubliceerde lijst van acties.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 30 juli 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (2) 
    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1049/2014 van de Commissie van 30 juli 2014 betreffende de technische kenmerken van voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen ingevolge Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (zie bladzijde 9 van dit Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.