Gedelegeerde verordening 2014/1198 - Aanvulling van Verordening 1217/2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de EU - Hoofdinhoud
7.11.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 321/2 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1198/2014 VAN DE COMMISSIE
van 1 augustus 2014
tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Unie (1), en met name artikel 5, lid 1, artikel 5 bis, lid 1, artikel 5 ter, leden 2 en 3, en artikel 8, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is Verordening (EG) nr. 1217/2009 gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1318/2013 van het Europees Parlement en Raad (2) en in overeenstemming gebracht met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Om de werking van het nieuwe rechtskader dat uit die aanpassing voortvloeide te waarborgen, moeten bij gedelegeerde en uitvoeringshandelingen bepaalde voorschriften worden vastgesteld. De nieuwe voorschriften moeten in de plaats treden van de bestaande door de Commissie vastgestelde uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG) nr. 1217/2009. Daarom moeten de Verordeningen (EG) nr. 1242/2008 (3) en (EU) nr. 1291/2009 (4) van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 385/2012 (5) van de Commissie worden ingetrokken. |
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 1217/2009 is de Commissie gemachtigd tot het vaststellen van gedelegeerde verordeningen met voorschriften die betrekking hebben op de gegevens voor de constatering van de inkomens en de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven. De gedelegeerde handeling moet met name voorschriften bevatten voor de vaststelling van de drempelwaarden ter afbakening van het waarnemingsgebied, voor de opstelling van het plan voor de keuze van bedrijven, voor de vaststelling van de referentieperiode voor de standaardopbrengsten, voor de bepaling van de algemene en de hoofdproductierichtingen en voor de bepaling van de belangrijkste groepen te verzamelen boekhoudkundige gegevens, alsmede de algemene voorschriften die in dit verband moeten worden gevolgd. |
(3) |
De drempelwaarden ter afbakening van het waarnemingsgebied moeten ertoe leiden dat voor het waarnemingsgebied representatieve resultaten kunnen worden verkregen. De drempelwaarden moeten een optimale kosten-batenverhouding opleveren en moeten zo worden bepaald dat marktgericht geëxploiteerde bedrijven in het waarnemingsgebied worden opgenomen die samen een zo hoog mogelijk percentage van de landbouwopbrengst, het landbouwareaal en de arbeidskrachten dekken. |
(4) |
Het keuzeplan moet een bepaald minimum aan elementen bevatten waaruit blijkt op welke wijze een representatieve steekproef wordt getrokken en aan de doelen van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen wordt voldaan. |
(5) |
De standaardopbrengsten zijn gebaseerd op gemiddelde gegevens in een bepaalde referentieperiode. De waarden ervan moeten in verband met de economische trends regelmatig worden geactualiseerd zodat een zinvolle toepassing van de typologie mogelijk blijft. De actualisatiefrequentie dient samen te hangen met de jaren waarin een uniale landbouwstructuurenquête wordt gehouden. |
(6) |
De algemene en de hoofdproductierichtingen moeten zo worden opgezet dat op verschillende aggregatieniveaus homogene bedrijfsgroepen kunnen worden gevormd en dat vergelijkingen mogelijk zijn wat de situatie van groepen bedrijven betreft. |
(7) |
Op basis van de gegevens van de bedrijfsformulieren moet het mogelijk worden een beeld te krijgen van de productiefactoren, de hoogte van de landbouwinkomens en de technische, economische en sociale situatie van de betrokken bedrijven met boekhouding. Daartoe moeten de belangrijkste groepen te verzamelen boekhoudkundige gegevens en de algemene regels voor het verzamelen van gegevens worden vastgesteld. |
(8) |
Deze verordening moet van toepassing zijn met ingang van het boekjaar 2015 in het geval van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en vanaf de enquête 2016 in het geval van de uniale landbouwstructuurenquêtes, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
Bij deze verordening worden voorschriften ter aanvulling van bepaalde niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 1217/2009 vastgesteld met het oog op de jaarlijkse constatering van de inkomens en de bedrijfseconomische analyse van de landbouwbedrijven middels het uniale informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen. Deze voorschriften hebben betrekking op:
a) |
de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde drempelwaarde; |
b) |
het in artikel 5 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde plan; |
c) |
de in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde referentieperiode; |
d) |
de in artikel 5 ter, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde productierichtingen; |
e) |
de in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde verzameling van boekhoudgegevens. |
Artikel 2
Drempelwaarde
De in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bedoelde drempelwaarde zorgt ervoor dat het waarnemingsgebied een zo hoog mogelijk percentage van de landbouwopbrengst, het landbouwareaal en de arbeidskrachten van de marktgerichte bedrijven dekt.
Artikel 3
Keuzeplan
Het door elke lidstaat op te stellen plan voor de keuze van bedrijven met boekhouding als bedoeld in artikel 5 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 bevat elementen die waarborgen dat een voor het waarnemingsgebied representatieve boekhoudsteekproef wordt verkregen. Het plan moet met name:
a) |
zijn gebaseerd op de meest recente statistische referentiebronnen; |
b) |
een toelichting bevatten op de methode voor de stratificatie van het waarnemingsgebied overeenkomstig de streken in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1217/2009, de productierichtingen en de klassen van economische bedrijfsomvang als bedoeld in artikel 5 ter, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1217/2009; |
c) |
een verdeling bevatten van de bedrijven van het waarnemingsgebied per productierichting en klasse van economische bedrijfsomvang als bedoeld in artikel 5 ter, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1217/2009, die ten minste overeenstemt met de hoofdproductierichtingen; |
d) |
informatie bevatten over de statistische wijze waarop het steekproefpercentage per stratum is bepaald, over de wijze waarop de bedrijven met boekhouding zijn gekozen, en over het in elk stratum te kiezen aantal bedrijven met boekhouding. |
Artikel 4
Referentieperiode voor de standaardopbrengst
Voor de berekening van de standaardopbrengsten in het kader van de uniale landbouwstructuurenquête van het jaar N als bedoeld in artikel 5 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1217/2009, bestaat de referentieperiode uit de vijf opeenvolgende jaren van het jaar N-5 tot en met het jaar N-1.
De standaardopbrengsten worden bepaald aan de hand van gemiddelde basisgegevens die zijn berekend over de in de eerste alinea bedoelde referentieperiode en doorgaans worden aangeduid als „standaardopbrengsten N-3”. Deze standaardopbrengsten N-3 worden ten minste telkens wanneer een uniale landbouwstructuurenquête wordt uitgevoerd, geactualiseerd om rekening te houden met de economische ontwikkelingen.
Artikel 5
Algemene en hoofdproductierichtingen
De algemene en de hoofdproductierichtingen en de overeenstemming ertussen, als bedoeld in artikel 5 ter, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 worden gespecificeerd in bijlage I bij de onderhavige verordening.
Artikel 6
Bedrijfsformulier
De belangrijkste groepen te verzamelen boekhoudkundige gegevens en de algemene regels voor het verzamelen van gegevens als bedoeld in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 worden gespecificeerd in bijlage II bij de onderhavige verordening.
Artikel 7
Intrekking
De Verordeningen (EG) nr. 1242/2008 en (EU) nr. 1291/2009 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 385/2012 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.
In het geval van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen blijven de in de eerste alinea genoemde verordeningen evenwel van toepassing op de aan het boekjaar 2015 voorafgaande boekjaren.
Verordening (EG) nr. 1242/2008 blijft van toepassing op de uniale landbouwstructuurenquêtes tot en met de enquête 2013.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van het boekjaar 2015 in het geval van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en vanaf de enquête 2016 in het geval van de uniale landbouwstructuurenquêtes.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 augustus 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
-
Verordening (EU) nr. 1318/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 340 van 17.12.2013, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1242/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende invoering van een communautaire typologie van de landbouwbedrijven (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 3).
-
Verordening (EU) nr. 1291/2009 van de Commissie van 18 december 2009 betreffende de keuze van de bedrijven met boekhouding voor de constatering van de inkomens van de landbouwbedrijven (PB L 347 van 24.12.2009, blz. 14).
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 385/2012 van de Commissie van 30 april 2012 betreffende het bedrijfsformulier dat moet worden gebruikt met het oog op de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven en de bedrijfseconomische analyse van die bedrijven (PB L 127 van 15.5.2012, blz. 1).
BIJLAGE I
Algemene en hoofdproductierichtingen en de overeenstemming ertussen
Algemene productierichting |
Omschrijving |
Hoofdproductierichting |
Omschrijving |
1. |
Gespecialiseerde akkerbouwbedrijven |
15. |
Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen |
16. |
Andere akkerbouwbedrijven |
||
2. |
Gespecialiseerde tuinbouwbedrijven |
21. |
Gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven |
22. |
Gespecialiseerde opengrondstuinbouwbedrijven |
||
23. |
Andere tuinbouwbedrijven |
||
3. |
Gespecialiseerde bedrijven blijvende teelten |
35. |
Gespecialiseerde bedrijven wijnbouw en druiventeelt |
36. |
Gespecialiseerde fruit- en citrusteeltbedrijven |
||
37. |
Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven |
||
38. |
Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten |
||
4. |
Gespecialiseerde graasdierbedrijven |
45. |
Gespecialiseerde melkveebedrijven |
46. |
In jong- en vleesvee gespecialiseerde rundveebedrijven |
||
47. |
Rundveebedrijven: melk en jong- en mestvee gecombineerd |
||
48. |
Graasdierbedrijven: schapen, geiten en andere graasdieren |
||
5. |
Gespecialiseerde hokdierbedrijven |
51. |
Gespecialiseerde varkensbedrijven |
52. |
Gespecialiseerde pluimveebedrijven |
||
53. |
Andere gespecialiseerde hokdierbedrijven |
||
6. |
Bedrijven met combinaties van gewassen |
61. |
Bedrijven met combinaties van gewassen |
7. |
Bedrijven met combinaties van veeteelt |
73. |
Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren |
74. |
Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op hokdieren |
||
8. |
Bedrijven met combinaties van gewassen en veeteelt |
83. |
Bedrijven met combinaties van akkerbouw en graasdieren |
84. |
Bedrijven met diverse gewassen- en veeteeltcombinaties |
||
9. |
Niet-geclassificeerde bedrijven |
90. |
Niet-geclassificeerde bedrijven |
BIJLAGE II
Bedrijfsformulier — Belangrijkste groepen te verzamelen boekhoudkundige gegevens
— |
Algemene informatie over het bedrijf, zoals gegevens over de ligging, de vorm, het type en de classificatie ervan |
— |
Exploitatievorm: samenvattende gegevens over de vormen van exploitatie van de landbouwgrondarealen die door het bedrijf worden gebruikt |
— |
Arbeidskrachten: gegevens over de arbeidskrachten van het bedrijf, zoals het aantal op het bedrijf werkzame personen, de arbeidstijd en de soort aanstelling |
— |
Activa: gegevens over de in categorieën onderverdeelde activa van het bedrijf die bij de exploitatie ervan in het boekjaar zijn gebruikt |
— |
Quota en andere rechten: gegevens over de quota en andere rechten die verband houden met de exploitatie van het bedrijf in het boekjaar |
— |
Schulden: gegevens over de schulden van het bedrijf in het boekjaar |
— |
Belasting toegevoegde waarde (btw): gegevens over de toepassing van de btw-stelsels op het bedrijf |
— |
Input: gegevens over de input die bij de exploitatie van het bedrijf is gebruikt voor de productie van de output in het boekjaar, zoals specifieke kosten en algemene bedrijfskosten |
— |
Gewassen: gegevens over de productie en het gebruik van gewassen op het bedrijf |
— |
Dieren: gegevens over de productie en het gebruik van dieren op het bedrijf |
— |
Dierlijke producten en diensten: gegevens over de productie en het gebruik van dierlijke producten en diensten op het bedrijf |
— |
Andere rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden: gegevens over alle niet-landbouwwerkzaamheden die rechtstreeks met het bedrijf verband houden en een economische impact op het bedrijf hebben en waarbij hetzij middelen van het bedrijf (grond, gebouwen, machines, landbouwproducten enz.), hetzij producten van het bedrijf zijn gebruikt |
— |
Subsidies: gegevens over subsidies die het bedrijf in het boekjaar heeft ontvangen |
Bedrijfsformulier — Algemene voorschriften voor het verzamelen van gegevens
a) |
Het boekjaar van twaalf opeenvolgende maanden als bedoeld in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1217/2009 eindigt in de periode van 31 december tot en met 30 juni. |
b) |
De gegevens van het bedrijfsformulier worden ontleend aan een boekhouding waarin tijdens het boekjaar systematisch en regelmatig de verschillende boekingen zijn verricht. |
c) |
De gegevens van een bedrijfsformulier worden verstrekt in de vorm van financiële waarden (in euro of in de nationale geldeenheid), fysieke maatstaven voor gewicht, volume, areaal, aantallen, alsmede andere overeenkomstige eenheden of aanduidingen. |
d) |
De in geld uitgedrukte boekhoudkundige gegevens zijn exclusief btw. |
e) |
De in geld uitgedrukte boekhoudkundige gegevens zijn exclusief premies en subsidies, die apart worden geregistreerd. Onder premies en subsidies wordt verstaan elke rechtstreekse steun uit openbare middelen die een specifieke ontvangst vormt. |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.