Besluit 2015/1987 - Sluiting van het protocol bij de visserijovereenkomst met Guinee-Bissau tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

1.

Wettekst

6.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/1

 

BESLUIT (EU) 2015/1987 VAN DE RAAD

van 5 oktober 2015

betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, juncto artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 17 maart 2008 heeft de Raad middels Verordening (EG) nr. 241/2008 (1) de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau („de overeenkomst”) goedgekeurd.

 

(2)

De Unie en de Republiek Guinee-Bissau hebben onderhandeld over een nieuw protocol („het protocol”) waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover de Republiek Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie met betrekking tot visserijaangelegenheden heeft.

 

(3)

Het protocol is op 24 november 2014 overeenkomstig Besluit 2014/782/EU (2) ondertekend en wordt vanaf de datum van ondertekening ervan voorlopig toegepast.

 

(4)

Bij de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die is belast met het toezicht op de toepassing van de overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie in overeenstemming met het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

 

(5)

Het protocol dient te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en Guinee-Bissau, wordt namens de Unie goedgekeurd (3).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 19 van het protocol bedoelde kennisgeving (4).

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage, is de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, wijzigingen van het protocol goed te keuren in de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 5 oktober 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    SCHMIT
 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 241/2008 van de Raad van 17 maart 2008 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (PB L 75 van 18.3.2008, blz. 49).
  • (4) 
    De datum van inwerkingtreding van het protocol zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
 

BIJLAGE

Reikwijdte van de machtiging en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

 
 

1.

De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Guinee-Bissau te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, over te gaan tot de goedkeuring van wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

 

a)

herziening van de vangstmogelijkheden en van de financiële tegenprastatie overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van het protocol;

 

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van steun voor het sectorale visserijbeleid overeenkomstig artikel 3 van het protocol

 

c)

technische specificaties en procedures binnen de bevoegdheden van de gemengde commissie in overeenstemming met de bijlage bij het protocol.

 
 

2.

In de gemengde commissie die bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is opgericht:

 

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

 

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

 
 

3.

Als in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt ervoor gezorgd dat in het namens de Unie in te nemen standpunt rekening wordt gehouden met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 
 

4.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.