Besluit 2016/134 - Standpunt in de Stabilisatie- en Associatieraad EU-Bosnië en Herzegovina over de vervanging van Protocol 2 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen

1.

Wettekst

2.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 25/60

 

BESLUIT (EU) 2016/134 VAN DE RAAD

van 16 november 2015

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en Associatieraad, ingesteld bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, over de vervanging van Protocol 2 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Protocol 2 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (1) („de overeenkomst”) heeft betrekking op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking.

 

(2)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld. Bosnië en Herzegovina en andere deelnemers uit de Westelijke Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces zijn in de door de Europese Raad van juni 2003 vastgestelde „agenda van Thessaloniki” uitgenodigd toe te treden tot het pan-Europese systeem van diagonale cumulatie van oorsprong. Zij zijn bij een besluit van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie van oktober 2007 uitgenodigd partij te worden bij de conventie.

 

(3)

De Unie en Bosnië en Herzegovina hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 24 september 2013 ondertekend.

 

(4)

De Unie en Bosnië en Herzegovina hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 26 september 2014 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie, de conventie voor de Unie en Bosnië en Herzegovina op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 november 2014 in werking getreden.

 

(5)

In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe moet de bij de overeenkomst ingestelde Stabilisatie- en Associatieraad een besluit nemen om Protocol 2 bij de overeenkomst te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen.

 

(6)

Het standpunt van de Unie in de Stabilisatie- en Associatieraad moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Stabilisatie- en Associatieraad, ingesteld bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, over de vervanging van Protocol 2 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Stabilisatie- en Associatieraad.

Technische wijzigingen van het ontwerpbesluit van de Stabilisatie- en Associatieraad kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de Stabilisatie- en Associatieraad.

Artikel 2

Het besluit van de Stabilisatie- en Associatieraad wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 16 november 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    MOGHERINI
 

 

ONTWERP

BESLUIT Nr. … VAN DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-BOSNIË EN HERZEGOVINA

van …

tot vervanging van protocol 2 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-BOSNIË EN HERZEGOVINA,

Gezien de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (1), en met name artikel 42,

Gezien protocol 2 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 42 van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, („de overeenkomst”) wordt verwezen naar protocol 2 bij de overeenkomst („protocol 2”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Bosnië en Herzegovina, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie.

 

(2)

Krachtens artikel 39 van protocol 2 kan de bij artikel 115 van de overeenkomst ingestelde Stabilisatie- en Associatieraad besluiten bepalingen van het protocol te wijzigen.

 

(3)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen. Bosnië en Herzegovina en andere deelnemers uit de westelijke Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces zijn in de door de Europese Raad van juni 2003 vastgestelde „agenda van Thessaloniki” uitgenodigd toe te treden tot het pan-Europese systeem van diagonale cumulatie van oorsprong. Zij zijn bij een besluit van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie van oktober 2007 uitgenodigd partij te worden bij de conventie.

 

(4)

De Europese Unie en Bosnië en Herzegovina hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 24 september 2013 ondertekend.

 

(5)

De Europese Unie en Bosnië en Herzegovina hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 26 september 2014 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie, de conventie voor de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 november 2014 in werking getreden.

 

(6)

Protocol 2 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Protocol 2 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van …

Gedaan te …,

Voor de Stabilisatie- en Associatieraad

De voorzitter

 

 

BIJLAGE

Protocol 2

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

Artikel 1

Toepasselijke regels van oorsprong

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de conventie”) van toepassing.
  • 2. 
    Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

Artikel 2

Geschillenregeling

  • 1. 
    Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I bij de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan de Stabilisatie- en Associatieraad voorgelegd.
  • 2. 
    In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 3

Wijzigingen van het protocol

De Stabilisatie- en Associatieraad kan besluiten de bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 4

Opzegging van de conventie

  • 1. 
    Indien ofwel de Europese Unie ofwel Bosnië en Herzegovina de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.
  • 2. 
    Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II bij de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina toestaan.

Artikel 5

Overgangsbepalingen — cumulatie

Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I bij de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.