Uitvoeringsverordening 2016/759 - Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften

1.

Wettekst

14.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 126/13

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/759 VAN DE COMMISSIE

van 28 april 2016

tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name artikel 8, lid 1, en artikel 9, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (2), en met name artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 854/2004 vereist dat producten van dierlijke oorsprong alleen mogen worden ingevoerd uit een derde land of een deel van een derde land dat voorkomt op een overeenkomstig die verordening opgestelde lijst.

 

(2)

Beschikking 2003/812/EG van de Commissie (3) bevat lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad (4) moeten toestaan. Een van die lijsten heeft betrekking op de derde landen of delen van derde landen waaruit de invoer van voor menselijke consumptie bestemde gelatine wordt toegestaan. Er is echter geen lijst van voor menselijke consumptie bestemd collageen of van grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen. Het is wenselijk dergelijke lijsten op te stellen.

 

(3)

In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven die producten van dierlijke oorsprong invoeren, ervoor zorgen dat de documenten die de zending vergezellen, voldoen aan de voorschriften van artikel 14 van Verordening (EG) nr. 854/2004. Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie (6) stelt modelcertificaten vast voor de invoer van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong. Die modelcertificaten bevatten achterhaalde verwijzingen naar eerdere wetgeving die moeten worden bijgewerkt.

 

(4)

Derde landen, delen van derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie (7), in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie (8), in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie (9) of in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (10) voldoen aan de eisen van de Unie met betrekking tot de invoer van vers vlees en bepaalde visserijproducten. Deze lijsten kunnen ook worden gebruikt voor de invoer van grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen. Er moeten echter minder strenge eisen gelden als die grondstoffen bepaalde behandelingen hebben ondergaan zoals bepaald in de secties XIV en XV van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

 

(5)

Het risico voor de volksgezondheid van al dan niet behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen die in de Unie worden binnengebracht met het oog op doorvoer naar een derde land, is te verwaarlozen. Wel moeten dergelijke grondstoffen, zelfs als zij behandeld zijn, aan de toepasselijke veterinairrechtelijke voorschriften voldoen. Daarom moeten een lijst van derde landen, delen van derde landen en gebieden alsmede modelcertificaten voor de doorvoer en daaraan voorafgaande opslag van grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen worden vastgesteld.

 

(6)

In verband met de geografische ligging van Kaliningrad moeten specifieke veterinairrechtelijke voorwaarden worden vastgesteld voor de doorvoer via de Unie van zendingen van grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine of collageen van en naar Rusland, die uitsluitend gelden voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen.

 

(7)

Omwille van de duidelijkheid en de vereenvoudiging van de wetgeving van de Unie en onverminderd Beschikking 2003/863/EG van de Commissie (11) moeten de lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen van kikkerbilletjes, slakken, gelatine, collageen, grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt bestemd voor menselijke consumptie moeten toestaan, alsmede de modelcertificaten voor die producten, worden opgenomen in een bijlage bij deze verordening. De desbetreffende bestaande certificaten moeten derhalve worden geschrapt uit bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 2074/2005.

 

(8)

Om de veiligheid van bepaalde zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong te garanderen, zijn specifieke voorschriften opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Daarom is het wenselijk een lijst op te stellen van landen waaruit die producten mogen worden ingevoerd en een modelcertificaat voor die producten vast te stellen.

 

(9)

Aangezien de lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten de invoer van vleesproducten van gehouden haarwild en vleesproducten van gehouden vederwild en vlees van leporidae (konijnen en hazen) en vleesproducten daarvan moeten toestaan, zijn vastgelegd in respectievelijk Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (12) en in Verordening (EG) nr. 119/2009, wordt Beschikking 2003/812/EG overbodig en moet deze worden ingetrokken.

 

(10)

Er moet een overgangsperiode worden vastgesteld zodat de lidstaten en exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen aanpassen aan de nieuwe voorschriften van deze verordening.

 

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

INVOER VAN BEPAALDE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG

Artikel 1

Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden

De derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten de invoer van de volgende voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, worden vermeld in de desbetreffende delen van bijlage I:

 

a)

kikkerbilletjes, deel I;

 

b)

slakken, deel II;

 

c)

gelatine en collageen, deel III;

 

d)

grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel IV;

 

e)

behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel V;

 

f)

honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt, deel VI;

 

g)

de volgende zeer verfijnde producten, deel VII:

 

i)

chondroïtinesulfaat,

 

ii)

hyaluronzuur,

 

iii)

andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen,

 

iv)

chitosan,

 

v)

glucosamine,

 

vi)

stremsel,

 

vii)

vislijm,

 

viii)

aminozuren die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad (13) zijn toegelaten als levensmiddelenadditieven.

Artikel 2

Modelcertificaten

  • 1. 
    De modelcertificaten voor de invoer in de Unie van de in artikel 1 bedoelde producten worden als volgt vastgesteld in bijlage II:
 

a)

kikkerbilletjes, deel I;

 

b)

slakken, deel II;

 

c)

gelatine, deel III;

 

d)

collageen, deel IV;

 

e)

grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel V;

 

f)

behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen, deel VI;

 

g)

honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt, deel VII;

 

h)

de volgende zeer verfijnde producten, deel VIII:

 

i)

chondroïtinesulfaat,

 

ii)

hyaluronzuur,

 

iii)

andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen,

 

iv)

chitosan,

 

v)

glucosamine,

 

vi)

stremsel,

 

vii)

vislijm,

 

viii)

aminozuren die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1333/2008 zijn toegelaten als levensmiddelenadditieven.

Die certificaten moeten worden ingevuld met inachtneming van de toelichting in bijlage IV en de opmerkingen in het desbetreffende certificaat.

  • 2. 
    Er mag gebruik worden gemaakt van elektronische certificering en andere overeengekomen systemen tussen de Unie en het betrokken derde land.

HOOFDSTUK 2

DOORVOER VAN BEPAALDE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG

Artikel 3

Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden

De derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten de doorvoer door de Unie moeten toestaan van grondstoffen en behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen bestemd voor de menselijke consumptie voor doorvoer naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie overeenkomstig artikel 12, lid 4, en artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad (14), worden vermeld in respectievelijk de delen IV en V van bijlage I bij deze verordening.

Artikel 4

Modelcertificaat

  • 1. 
    Het modelcertificaat voor de doorvoer door de Unie van de in artikel 3 bedoelde grondstoffen en behandelde grondstoffen is opgenomen in bijlage III.

Dat certificaat moet worden ingevuld met inachtneming van de toelichting in bijlage IV en de opmerkingen in het desbetreffende modelcertificaat.

  • 2. 
    Er mag gebruik worden gemaakt van elektronische certificering en andere systemen die op het niveau van de Unie zijn geharmoniseerd.

Artikel 5

Afwijking voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen

  • 1. 
    In afwijking van artikel 3 is de doorvoer over de weg of per spoor tussen de specifieke, aangewezen grensinspectieposten in Letland, Litouwen en Polen, vermeld en gemarkeerd met bijzondere opmerking 13 in bijlage I bij Beschikking 2009/821/EG van de Commissie (15), van zendingen van de in artikel 3 bedoelde grondstoffen of behandelde grondstoffen afkomstig uit en bestemd voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land, toegestaan onder de volgende voorwaarden:
 

a)

de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;

 

b)

de documenten die de zending vergezellen, als voorgeschreven in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts in de grensinspectiepost van binnenkomst voorzien van het stempel „Alleen voor doorvoer door de EU naar Rusland”;

 

c)

aan de procedurevoorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG is voldaan;

 

d)

de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het gemeenschappelijke veterinaire document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde zendingen worden niet overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG in de Unie gelost of opgeslagen.
  • 3. 
    De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen als bedoeld in lid 1 en de desbetreffende hoeveelheden producten, die op het grondgebied van de Unie binnengebracht zijn respectievelijk het grondgebied van de Unie verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.

HOOFDSTUK 3

SLOTBEPALINGEN

Artikel 6

Wijziging

Bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 2074/2005 wordt als volgt gewijzigd:

 

1.

in sectie I worden de hoofdstukken I, II, III en VI geschrapt;

 

2.

de aanhangsels I, II, III en VI worden geschrapt.

Artikel 7

Intrekking

Beschikking 2003/812/EG wordt ingetrokken.

Artikel 8

Overgangsbepalingen

Zendingen producten van dierlijke oorsprong waarvoor de desbetreffende certificaten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2074/2005 zijn afgegeven, mogen nog in de Unie worden binnengebracht op voorwaarde dat het certificaat vóór 3 december 2016 is ondertekend.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 april 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (3) 
    Beschikking 2003/812/EG van de Commissie van 17 november 2003 tot vaststelling van de lijsten van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde producten voor menselijke consumptie als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad toestaan (PB L 305 van 22.11.2003, blz. 17).
  • (4) 
    Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van producten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PB L 62 van 15.3.1993, blz. 49).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
  • (6) 
    Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. y854/2004 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 27).
  • (7) 
    Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53).
  • (8) 
    Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1).
  • (9) 
    Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12).
  • Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).
  • Beschikking 2003/863/EG van de Commissie van 2 december 2003 inzake gezondheidscertificaten voor de invoer van dierlijke producten uit de Verenigde Staten (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 46).
  • Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49.)
  • Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9).
  • Beschikking 2009/821/EG van de Commissie van 28 september 2009 tot opstelling van een lijst van erkende grensinspectieposten, tot vaststelling van bepaalde voorschriften voor door veterinaire deskundigen van de Commissie uitgevoerde inspecties en tot vaststelling van de veterinaire eenheden in Traces (PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1).
 

BIJLAGE I

Lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden als bedoeld in artikel 1

DEEL I

KIKKERBILLETJES

Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in de kolom „Landen” van bijlage II bij Besluit 2006/766/EG, met uitzondering van die waarvoor een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage, en de volgende landen of gebieden:

 

ISO-CODE LAND

LAND/GEBIED

MK (*)

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

DEEL II

SLAKKEN

Derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Besluit 2006/766/EG, met uitzondering van die waarvoor een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage, en de volgende landen of gebieden:

 

ISO-CODE LAND

LAND/GEBIED

MD

Moldavië

MK (**)

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

SY

Syrië

DEEL III

GELATINE EN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

AFDELING A

Gelatine en collageen afgeleid van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, zowel landbouwhuisdieren als wilde dieren:

Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010, en de volgende landen of gebieden:

 

ISO-CODE LAND

LAND/GEBIED

KR

Republiek Korea

MY

Maleisië

PK

Pakistan

TW

Taiwan

AFDELING B

Gelatine en collageen afgeleid van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild:

Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008.

AFDELING C

Gelatine en collageen afgeleid van visserijproducten:

Alle derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, ongeacht of een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.

AFDELING D

Gelatine en collageen afgeleid van leporidae en van niet-gedomesticeerde landzoogdieren die niet zijn vermeld in afdeling A:

Derde landen die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009.

DEEL IV

GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE EN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

AFDELING A

Grondstoffen afkomstig van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, zowel landbouwhuisdieren als wilde dieren:

Derde landen, gebieden en delen daarvan die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 waaruit de invoer in de Unie van die categorie vers vlees van de respectieve soorten is toegestaan, zoals bepaald in dat deel van die bijlage, tenzij deze invoer wordt beperkt door de aanvullende garanties A en F, zoals aangegeven in kolom 5.

AFDELING B

Grondstoffen afkomstig van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild:

Derde landen, delen van derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 waaruit de invoer van vers vlees van pluimvee van de respectieve soorten is toegestaan, zoals bepaald in dat deel van die bijlage.

AFDELING C

Grondstoffen afkomstig van visserijproducten:

Derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, waarvoor de beperkingen gelden die zijn vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.

AFDELING D

Grondstoffen afkomstig van leporidae en van niet-gedomesticeerde landzoogdieren die niet zijn vermeld in afdeling A:

Derde landen die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009 waaruit de invoer van vers vlees van de respectieve soorten is toegestaan, zoals bepaald in dat deel van die bijlage.

DEEL V

BEHANDELDE GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE EN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

AFDELING A

Behandelde grondstoffen afkomstig van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, zowel landbouwhuisdieren als wilde dieren:

Derde landen en gebieden en delen daarvan die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en de volgende landen of gebieden:

 

ISO-CODE LAND

LAND/GEBIED

KR

Republiek Korea

MY

Maleisië

PK

Pakistan

TW

Taiwan

AFDELING B

Behandelde grondstoffen afkomstig van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild:

Derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008.

AFDELING C

Behandelde grondstoffen afkomstig van visserijproducten:

Alle derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” van bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, ongeacht of een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.

AFDELING D

Behandelde grondstoffen afkomstig van leporidae en van niet-gedomesticeerde landzoogdieren die niet zijn vermeld in afdeling A:

Derde landen die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009.

AFDELING E

Behandelde grondstoffen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 853/2004, bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk I, punt 4, onder b), iii), en sectie XV, hoofdstuk I, punt 4, onder b), iii)

Derde landen, delen van derde landen en gebieden als bedoeld in deel IV van deze bijlage.

DEEL VI

HONING, KONINGINNENGELEI EN ANDERE PRODUCTEN VAN DE BIJENTEELT BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Land” in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU van de Commissie (1) en die in de kolom „Honing” van die bijlage met een „X” zijn gemarkeerd.

DEEL VII

ZEER VERFIJNDE PRODUCTEN: CHONDROÏTINESULFAAT, HYALURONZUUR, ANDERE PRODUCTEN VAN GEHYDROLYSEERD KRAAKBEEN, CHITOSAN, GLUCOSAMINE, STREMSEL, VISLIJM EN AMINOZUREN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

 

a)

In het geval van grondstoffen afkomstig van hoefdieren, met inbegrip van paardachtigen, derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 en de volgende landen of gebieden:

 

ISO-CODE LAND

LAND/GEBIED

KR

Republiek Korea

MY

Maleisië

PK

Pakistan

TW

Taiwan

 

b)

In het geval van grondstoffen afkomstig van visserijproducten, alle derde landen en gebieden die worden vermeld in de kolom „Landen” in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG, ongeacht of een beperking is vermeld in de kolom „Beperkingen” van die bijlage.

 

c)

In het geval van grondstoffen afkomstig van pluimvee, derde landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage I, deel 1, kolom 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008.

 

(*)  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geen gevolgen heeft voor de definitieve naam van dit land, die zal worden vastgelegd na afsluiting van de onderhandelingen die momenteel in het kader van de Verenigde Naties worden gevoerd.

(**)  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geen gevolgen heeft voor de definitieve naam van dit land, die zal worden vastgelegd na afsluiting van de onderhandelingen die momenteel in het kader van de Verenigde Naties worden gevoerd.

  • (1) 
    Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
 

BIJLAGE II

Modelcertificaten als bedoeld in artikel 2

DEEL I

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN GEKOELDE, DIEPGEVROREN OF BEREIDE KIKKERBILLETJES BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8.

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Vaartuig

I.19. Productcode (GS-code)

02.08.90

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Soort behandeling

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model FRG Kikkerbilletjes

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en dat de hierboven omschreven kikkerbilletjes overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

— afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;

en

— afkomstig zijn van kikkers die overeenkomstig de voorschriften van sectie XI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 op hygiënische wijze zijn verbloed, bereid en, in voorkomend geval gekoeld, diepgevroren of verwerkt, verpakt en opgeslagen.

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

— Vak I.28: Soort behandeling: vers, behandeld.

Deel II:

— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

Deel II: Certificering

Officiële inspecteur

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL II

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN GEKOELDE, DIEPGEVROREN, VAN HET SLAKKENHUIS ONTDANE, GEKOOKTE OF BEREIDE SLAKKEN OF SLAKKENCONSERVEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8.

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort (wetenschappelijke naam)

Soort behandeling

Erkenningsnummer van inrichtingen

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Verwerkingsbedrijf

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model SNS Slakken

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en dat de hierboven omschreven slakken overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

— afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;

en

— overeenkomstig de voorschriften van sectie XI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval van het slakkenhuis ontdaan, gekookt, bereid, verwerkt tot conserven, diepgevroren, verpakt en opgeslagen.

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 03.07, 16.05.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

— Vak I.28: Soort behandeling: vers, behandeld.

Deel II:

— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

Deel II: Certificering

Officiële inspecteur

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL III

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN GELATINE BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8.

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Datum productie

(dd/mm/jjjj)

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model GEL Gelatine bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en dat de hierboven omschreven gelatine overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat:

— de gelatine afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;

— de gelatine is geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van sectie XIV, hoofdstukken I en II, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

— de gelatine is vervaardigd overeenkomstig de voorschriften van sectie XIV, hoofdstuk III, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

— de gelatine voldoet aan de criteria van sectie XIV, hoofdstuk IV, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);

en indien afkomstig van herkauwers, met uitzondering van gelatine die afkomstig is van huiden van herkauwers,

  • (1) 
    ofwel

— [de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de dieren waarvan de gelatine is afgeleid, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in het land met een verwaarloosbaar BSE-risico en bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden;

— als er in het land of gebied inheemse gevallen van BSE geweest zijn:

  • i) 
    de gelatine afkomstig is van dieren die zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast; ofwel
  • ii) 
    de producten van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevatten en daar niet van afgeleid zijn;]
  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico;

— de dieren waarvan de gelatine is afgeleid, bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden zijn;

— de dieren waarvan de voor uitvoer bestemde gelatine is afgeleid, vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de gelatine geen gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afgeleid is.]

Deel II: Certificering

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model GEL Gelatine bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de gelatine afgeleid is van dieren die bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden zijn;

— de gelatine afgeleid is van dieren die geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in een land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001, en, indien er inheemse gevallen van BSE geweest zijn in het land of gebied, van dieren die geboren zijn na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk is toegepast, en van dieren die geboren zijn in een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en die vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de gelatine geen gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afgeleid is.]

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een onbepaald BSE-risico;

— aan de dieren waarvan de gelatine is afgeleid, geen vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, zijn vervoederd en de dieren bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden;

— de dieren waarvan de gelatine is afgeleid, vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de gelatine is niet afgeleid van:

  • i) 
    gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
  • ii) 
    zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
  • iii) 
    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten.]

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubriek: 35.03.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model GEL Gelatine bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

Deel II:

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.

— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

Officiële dierenarts Naam (in blokletters):

Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL IV

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8.

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Datum productie

(dd/mm/jjjj)

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model COL Collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en dat het hierboven omschreven collageen overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd en met name dat:

— de gelatine afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;

— het is geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

— is vervaardigd overeenkomstig de voorschriften van sectie XV, hoofdstuk III, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

— zij voldoet aan de criteria van sectie XV, hoofdstuk IV, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);

en indien afkomstig van herkauwers, met uitzondering van collageen dat afkomstig is van huiden van herkauwers,

  • (1) 
    ofwel

— [de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de dieren waarvan het collageen is afgeleid, geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in het land met een verwaarloosbaar BSE-risico en bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden zijn;

— als er in het land of gebied inheemse gevallen van BSE geweest zijn:

  • i) 
    de gelatine afkomstig is van dieren die zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast; ofwel
  • ii) 
    de producten van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevatten en daar niet van afgeleid zijn;]
  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico;

— de dieren waaruit het collageen is afgeleid, bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden zijn;

— de dieren waarvan het voor uitvoer bestemde collageen is afgeleid, vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— het collageen geen gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afgeleid is.]

Deel II: Certificering

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model COL Collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— het collageen afgeleid is van dieren die bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden zijn;

— het collageen afgeleid is van dieren die geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in een land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001, en, indien er inheemse gevallen van BSE geweest zijn in het land of gebied, van dieren die geboren zijn na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk is toegepast, en van dieren die geboren zijn in een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en die vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— het collageen geen gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afgeleid is.]

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een onbepaald BSE-risico;

— aan de dieren waarvan het collageen is afgeleid, geen vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, zijn vervoederd en de dieren bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden;

— de dieren waarvan het collageen is afgeleid, vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— het collageen niet is afgeleid van:

  • i) 
    gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
  • ii) 
    zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
  • iii) 
    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten.]

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.18: Dit certificaat kan ook worden gebruikt voor de invoer van worstvellen van collageen.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 35.04 of 39.17.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model COL Collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

Deel II:

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.

— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

Officiële dierenarts

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL V

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE/COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE  (1)

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8. Regio van oor-sprong

Code

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Aard van de goederen

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model RCG Grondstoffen voor de productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206) en dat de hierboven omschreven grondstoffen voldoen aan die voorschriften en met name dat:

— (1) [de hierboven omschreven beenderen en huiden van als huisdier of landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkens en pluimvee en ligamenten en pezen verkregen zijn van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van een antemortem- en een postmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]

en/of

— (1) [de hierboven omschreven huiden en beenderen van vrij wild zijn verkregen van gedode dieren waarvan de karkassen op grond van een postmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]

en/of

— (1) [de hierboven beschreven huid en graten van vis afkomstig zijn van voor de uitvoer erkende bedrijven waar visserijproducten voor menselijke consumptie worden vervaardigd,]

  • (1) 
    en

[indien afkomstig van herkauwers, met uitzondering van huiden van herkauwers,

  • (1) 
    ofwel:

— [zij afkomstig zijn uit een land of regio dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de dieren waarvan de grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in het land met een verwaarloosbaar BSE-risico en bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden zijn;

— als er in het land of gebied inheemse gevallen van BSE geweest zijn:

  • i) 
    de dieren geboren zijn na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast; of
  • ii) 
    de grondstoffen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevatten en daar niet van afgeleid zijn;]
  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico;

— de dieren waarvan de grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden;

Deel II: Certificering

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model RCG Grondstoffen voor de productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

— de dieren waarvan de voor uitvoer bestemde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, niet geslacht zijn met gebruikmaking van de methode waarbij de dieren worden bedwelmd of onmiddellijk gedood zijn door middel van een gasinjectie in de schedelholte, of waarbij, na bedwelming van het dier, het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de grondstoffen van runderen, schapen en geiten bevatten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten en zijn daar niet van afgeleid;]

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de dieren waarvan de grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden;

— de voor uitvoer bestemde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid van dieren die geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in een land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001, en, indien er inheemse gevallen van BSE geweest zijn in het land of gebied, van dieren die geboren zijn na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk is toegepast, en van dieren die geboren zijn in een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en die vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de grondstoffen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid.]

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een onbepaald BSE-risico;

— aan de dieren waarvan de grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, geen vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, zijn vervoederd en de dieren bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden;

— de dieren waarvan de grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, niet geslacht zijn met gebruikmaking van de methode waarbij de dieren worden bedwelmd of onmiddellijk gedood zijn door middel van een gasinjectie in de schedelholte, of waarbij, na bedwelming van het dier, het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn niet afgeleid van:

  • i) 
    gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
  • ii) 
    zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
  • iii) 
    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten.]]

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model RCG Grondstoffen voor de productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

  • (1) 
    [II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat de hierboven beschreven grondstoffen:

II.2.1. bestaan uit dierlijke producten die voldoen aan de onderstaande veterinairrechtelijke voorschriften;

II.2.2. zijn verkregen op het grondgebied van (1) hetzij [: ] (1) hetzij [ ] (2) (3) (4) van:

  • (1) 
    ofwel [II.2.2.1 dieren die afkomstig zijn van inrichtingen en sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het slachten op dat grondgebied hebben verbleven; en
  • (1) 
    ofwel [i) tot de soorten behoren als bedoeld in Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1), die voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor invoer van die verordening, en zijn geslacht voor menselijke consumptie op een datum waarop de invoer in de Europese Unie van vers vlees van dieren van die soorten is een vergunning van het land of gebied daarvan overeenkomstig kolom 8 van deel 1 van bijlage II bij die verordening;]
  • (1) 
    ofwel [ii) tot de soorten behoren als bedoeld in Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12), die voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor invoer van die verordening.]]
  • (1) 
    ofwel [II.2.2.1 pluimvee dat op dat grondgebied heeft verbleven sinds het is uitgebroed of als eendagskuikens of slachtpluimvee is ingevoerd uit a) een of meer derde landen waaruit dat product mag worden ingevoerd volgens deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1), onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van die verordening, bestaat uit in die verordening bedoelde soorten, voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor invoer van die verordening, en voor menselijke consumptie is geslacht op een datum waarop de invoer in de Europese Unie van vlees van dieren van die soorten was toegestaan uit het land of gebied daarvan overeenkomstig kolom 6 B van deel 1 van bijlage I bij die verordening.]
  • (1) 
    ofwel [II.2.2.1 dieren die op dat grondgebied in het wild zijn gedood (5); en die zijn gevangen en gedood in een gebied:
  • i) 
    waar zich in een straal van 25 km geen geval of uitbraak heeft voorgedaan van de volgende ziekten waarvoor de dieren vatbaar zijn: mond-en-klauwzeer, runderpest, de ziekte van Newcastle en hoogpathogene aviaire influenza in de laatste 30 dagen en klassieke en Afrikaanse varkenspest in de laatste 40 dagen, en
  • ii) 
    dat gelegen is op meer dan 20 km van de grens met een ander land of een deel daarvan waaruit deze grondstoffen in die periode niet naar de Europese Unie mogen worden uitgevoerd, en
  • iii) 
    waarin zij binnen twaalf uur na het doden zijn weggevoerd om te worden gekoeld, hetzij naar een verzamelcentrum en onmiddellijk daarna naar een wildbewerkings-inrichting, hetzij rechtstreeks naar een wildbewerkingsinrichting;]

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model RCG Grondstoffen voor de productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.2.3. zijn verkregen in een inrichting waaromheen zich in een straal van 10 km geen geval of uitbraak heeft voorgedaan van de volgende ziekten waarvoor de dieren vatbaar zijn: mond-en-klauwzeer, runderpest, de ziekte van Newcastle of hoogpathogene aviaire influenza, klassieke of Afrikaanse varkenspest in de laatste 30 dagen, of, indien zich wel een geval van een van die ziekten heeft voorgedaan, de toestemming om voor uitvoer naar de Europese Unie bestemde grondstoffen te bewerken pas is gegeven nadat alle vlees was verwijderd en de inrichting volledig was gereinigd en ontsmet onder controle van een officiële dierenarts; en:

II.2.4. zijn verkregen en bereid zonder in contact te komen met materiaal dat niet aan bovengenoemde eisen voldoet, en zijn gehanteerd met de nodige voorzorgen om besmetting met ziekteverwekkers te voorkomen; en

II.2.5. zijn vervoerd in schone en verzegelde containers of vrachtwagens.]

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.8: Gebiedscode als vermeld in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53) en/of deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 en/of deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 119/2009 en/of deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010.

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending; registratie- of erkenningsnummer, naar gelang van het geval.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 02.08, 03.05, 05.05, 05.06, 05.11.91, 05.11.99, 41.01, 41.02, 41.03.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

— Vak I.28: Aard van de goederen: huiden, beenderen, ligamenten en pezen;

Erkenningsnummer van inrichtingen: registratie- of erkenningsnummer, naar gelang van het geval;

Verwerkingsbedrijf: omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkings-inrichting en verwerkingsbedrijf.

Deel II:

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is. In het geval van producten die zijn afgeleid van visserijproducten, moet de volledige sectie II.2 moet worden geschrapt.
  • (2) 
    Naam en ISO-code van het land, het gebied of de zone van uitvoer zoals vastgesteld in:

— de bijlagen bij Beschikking 2006/766/EG;

— bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008;

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model RCG Grondstoffen voor de productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

— bijlage II, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009;

— bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010;

  • (3) 
    Indien delen van het materiaal zijn afgeleid van dieren uit een of meer (andere) derde landen waaruit dat product volgens bijlage II bij Verordening (EG) nr. 206/2010 in de EU mag worden ingevoerd, moet(en) de code(s) van dat (die) land(en) of gebied(en) daarvan worden vermeld alsmede de code van het derde land waar de dieren zijn geslacht (het materiaal kan niet afkomstig zijn uit een land of gebied dat de aanvullende garanties A of F heeft, zoals aangegeven in kolom 5 van die bijlage).
  • (4) 
    Indien het materiaal is afgeleid van slachtpluimvee uit een of meer (andere) derde landen waaruit dat product volgens deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 in de EU mag worden ingevoerd, moet(en) de code(s) van dat (die) land(en) of gebied(en) worden vermeld alsmede de code van het derde land waar het pluimvee is geslacht.
  • (5) 
    Alleen voor landen waaruit vlees van vrij wild voor menselijke consumptie van dezelfde diersoort in de Europese Unie mag worden ingevoerd.

— De kleur van de handtekening en het stempel moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

NB Opmerking voor de in de EU voor de zending verantwoordelijke persoon: dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot in de grensinspectiepost. De zending moet rechtstreeks worden vervoerd naar het verwerkingsbedrijf van bestemming.

Officiële dierenarts

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL VI

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN BEHANDELDE GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE/COLLAGEEN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8. Regio van oor-sprong

Code

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Aard van de goederen

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model TCG Behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven behandelde grondstoffen aan de volgende voorwaarden voldoen:

— zij zijn afgeleid van inrichtingen die door de bevoegde autoriteit worden gecontroleerd en in een lijst zijn opgenomen

en

— (1) [de hierboven omschreven beenderen en huiden van als huisdier of landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkens en pluimvee zijn afgeleid van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van een antemortem- en een postmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]

  • (1) 
    en/of

— [de hierboven omschreven huiden en beenderen van vrij wild zijn afgeleid van gedode dieren waarvan de karkassen op grond van een postmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]

  • (1) 
    en/of

— [de hierboven beschreven huid en graten van vis zijn afgeleid van voor de uitvoer erkende bedrijven waar visserijproducten voor menselijke consumptie worden vervaardigd,]

en

  • (1) 
    ofwel [zij zijn afkomstig van gedroogde beenderen van soorten runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, met inbegrip van als landbouwhuisdier gehouden en wilde dieren, pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild, voor de productie van collageen of gelatine, zij zijn afgeleid van gezonde, in een slachthuis geslachte dieren, en zij zijn als volgt behandeld:
  • (1) 
    hetzij [vermalen tot stukken van ca. 15 mm, met heet water ontvet bij een temperatuur van ten minste 70 °C gedurende ten minste 30 minuten, van ten minste 80 °C gedurende 15 minuten, of van ten minste 90 °C gedurende ten minste 10 minuten, vervolgens gewassen en daarna gedroogd gedurende ten minste 20 minuten in een hete luchtstroom met een begintemperatuur van ten minste 350 °C, of gedurende 15 minuten in een hete luchtstroom met een begintemperatuur van meer dan 700 °C.]
  • (1) 
    hetzij [gedurende ten minste 42 dagen in de zon gedroogd bij een gemiddelde temperatuur van ten minste 20 °C.]
  • (1) 
    hetzij [behandeld met een zuur, waarbij de pH in het binnenste gedurende ten minste één uur vóór het drogen lager dan 6 wordt gehouden.]]
  • (1) 
    hetzij [zij zijn huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkenshuiden, huiden van pluimvee of van vrij wild, zij zijn afgeleid van gezonde dieren en:
  • (1) 
    hetzij [zij zijn behandeld met een base, zodat in het binnenste een pH > 12 wordt bereikt, gevolgd door zouten gedurende ten minste zeven dagen]
  • (1) 
    hetzij [zij zijn gedurende ten minste 42 dagen gedroogd bij een temperatuur van ten minste 20 °.]
  • (1) 
    hetzij [zij zijn behandeld met een zuur, zodat in het binnenste gedurende ten minste één uur een pH lager dan 5 wordt bereikt.]
  • (1) 
    hetzij [zij zijn behandeld met een base, zodat in het binnenste gedurende ten minste acht uur een pH hoger dan 12 wordt bereikt.]]
  • (1) 
    hetzij [het zijn beenderen of huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkenshuiden, huiden van pluimvee, huid van vis en huiden van vrij wild uit derde landen, delen van derde landen en gebieden als bedoeld in bijlage I, deel IV, bij deze verordening die een andere behandeling dan die welke hierboven zijn genoemd hebben ondergaan en die afkomstig zijn van inrichtingen die geregistreerd of erkend zijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 of overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004

en

  • (1) 
    [indien afkomstig van herkauwers, met uitzondering van huiden van herkauwers,

Deel II: Certificering

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model TCG Behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

  • (1) 
    hetzij:

— [zij zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de dieren waarvan de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in het land met een verwaarloosbaar BSE-risico en zijn bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden;

— als er in het land of gebied inheemse gevallen van BSE geweest zijn:

  • i) 
    de dieren geboren zijn na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast; of
  • ii) 
    de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten bevatten geen gespecifi-ceerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten en zijn daar niet van afgeleid;]
  • (1) 
    hetzij

— [zij zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico;

— de dieren waarvan de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, zijn bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden;

— de dieren waarvan de voor uitvoer bestemde grondstoffen van runderen, schapen of geiten zijn afgeleid, zijn niet geslacht met gebruikmaking van de methode waarbij de dieren worden bedwelmd of onmiddellijk gedood zijn door middel van een gasinjectie in de schedelholte, of waarbij, na bedwelming van het dier, het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten bevatten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten en zijn daar niet van afgeleid;]

  • (1) 
    ofwel

— [zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

— de dieren waarvan de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, zijn bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden;

— de voor uitvoer bestemde behandelde grondstoffen van runderen, schapen of geiten zijn afgeleid van dieren die geboren, ononderbroken gehouden en geslacht zijn in een land of gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001, en, indien er inheemse gevallen van BSE geweest zijn in het land of gebied, van dieren die geboren zijn na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk is toegepast, en van dieren die geboren zijn in een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en die vóór het slachten niet bedwelmd zijn door een gasinjectie in de schedelholte of onmiddellijk gedood zijn met dezelfde methode, of geslacht zijn volgens de methode waarbij na bedwelming van het dier weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model TCG Behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

— de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten bevatten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten en zijn daar niet van afgeleid.]

  • (1) 
    ofwel

— [zij zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001 is ingedeeld als land of gebied met een onbepaald BSE-risico;

— aan de dieren waarvan de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn afgeleid, zijn geen vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, vervoederd en de dieren zijn bij een ante- en een postmortemkeuring geschikt bevonden;

— de dieren waarvan de behandelde grondstoffen van runderen, schapen of geiten zijn afgeleid, zijn niet geslacht met gebruikmaking van de methode waarbij de dieren worden bedwelmd of onmiddellijk gedood zijn door middel van een gasinjectie in de schedelholte, of waarbij, na bedwelming van het dier, het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument wordt beschadigd;

— de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten zijn niet afgeleid van:

  • i) 
    gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
  • ii) 
    zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
  • iii) 
    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten.]]]
  • (1) 
    [II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat de hierboven beschreven behandelde grond-stoffen:

II.2.1. bestaan uit dierlijke producten die voldoen aan de onderstaande veterinairrechtelijke voorschriften;

II.2.2. zijn verkregen op het grondgebied van: (1) [ ] (1) of [ ] (2) (3)

II.2.3. zijn verkregen en bereid zonder in contact te komen met materiaal dat niet aan bovengenoemde eisen voldoet, en zijn gehanteerd met de nodige voorzorgen om besmetting met ziekteverwekkers te voorkomen;

II.2.4. zijn vervoerd in schone en verzegelde containers of vrachtwagens.]

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.8: Gebiedscode als vermeld in bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit de invoer van tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53) of in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1) of in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12) of in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending en erkenningsnummer of identificatienummer van de bevoegde autoriteit, naargelang van het geval.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model TCG Behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 03.05, 05.05, 05.06, 05.11.91, 05.11.99, 41.01, 41.02, 41.03.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

— Vak I.28: Aard van de goederen: huiden, beenderen, ligamenten en pezen;

Erkenningsnummer van inrichtingen: erkenningsnummer of identificatienummer van de bevoegde autoriteit, naargelang van het geval;

Verwerkingsbedrijf: omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkingsin-richting en verwerkingsbedrijf.

Erkenningsnummer: indien van toepassing.

Deel II:

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is. In het geval van producten die zijn afgeleid van visserijproducten, moet de volledige sectie II.2 moet worden geschrapt.
  • (2) 
    Naam en ISO-code van het land, het gebied of de zone van uitvoer zoals vastgesteld in:

— bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010;

— bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008;

— bijlage II, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009.

  • (3) 
    Indien delen van het materiaal zijn afgeleid van dieren uit een of meer (andere) derde landen die zijn opgenomen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG (PB L 126 van 14.5.2016, blz. 13), moet(en) de code(s) van dat (die) land(en) of gebied(en) worden vermeld.

— De kleur van de handtekening en het stempel moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

NB Opmerking voor de in de EU voor de zending verantwoordelijke persoon: dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot in de grensinspectiepost. De zending moet rechtstreeks worden vervoerd naar het verwerkingsbedrijf van bestemming.

— De duur van het vervoer mag worden meegeteld in de duur van de behandeling.

Officiële dierenarts

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL VII

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN HONING, KONINGINNENGELEI EN ANDERE PRODUCTEN VAN BIJENTEELT BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8.

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Soort behandeling

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model HON Honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en dat de hierboven omschreven honing, koninginnengelei en andere producten van de bijenteelt overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

— afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;

— overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval bereid, verpakt en opgeslagen;

en

— met betrekking tot levende dieren en producten daarvan alle garanties worden geboden die zijn vervat in de plannen betreffende residuen die zijn ingediend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10), en met name artikel 29 daarvan.

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending. Erkenningsnummer betekent registratienummer.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 04.09, 04.10.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

— Vak I.28: Soort behandeling: Vermeld "ultrasonicatie", "homogenisatie", "ultrafiltratie", "pasteu-risatie", "geen warmtebehandeling".

Erkenningsnummer van inrichtingen: erkenningsnummer of identificatienummer van de bevoegde autoriteit, naargelang van het geval

Deel II:

— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

Deel II: Certificering

Officiële inspecteur

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

DEEL VIII

MODELCERTIFICAAT VOOR DE INVOER VAN ZEER VERFIJNDE PRODUCTEN: CHONDROÏTINESULFAAT, HYALURONZUUR, ANDERE PRODUCTEN VAN GEHYDROLYSEERD KRAAKBEEN, CHITOSAN, GLUCOSAMINE, STREMSEL, VISLIJM EN AMINOZUREN BESTEMD VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8.

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam Erkenningsnummer

Adres

I.12.

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Menselijke consumptie

I.26.

I.27. Voor invoer of toelating in de EU

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Datum productie

(dd/mm/jjjj)

Erkenningsnummer van inrichtingen

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model HRP Zeer verfijnde producten: chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren voor menselijke consumptie

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangele-genheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en dat de hierboven omschreven zeer verfijnde producten overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name:

— dat zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;

— dat zij overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval bereid, verpakt en opgeslagen;

— dat zij voldoen aan de voorschriften van sectie XVI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

en

— (1) [in het geval van aminozuren, dat

  • i) 
    bij de productie geen mensenhaar is gebruikt; en
  • ii) 
    zij in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16)]

Opmerkingen

Deel I:

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending.

— Vak I.15: Registratienummer (voor wagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrie-ken: 21.06.90, 29.22, 29.30, 29.32, 35.07, 35.03 of 39.13.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Identificatie van container/zegelnummer: alleen waar van toepassing.

Deel II:

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.

— De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere gegevens op het certificaat.

Deel II: Certificering

Officiële dierenarts Naam (in blokletters):

Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

 

  • (1) 
    Tenzij behandeld in deel VI.
 

BIJLAGE III

MODELCERTIFICAAT VOOR DE DOORVOER DOOR DE UNIE, HETZIJ RECHTSTREEKS, HETZIJ NA OPSLAG, VOOR GRONDSTOFFEN OF BEHANDELDE GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN GELATINE/COLLAGEEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Image

Tekst van het beeld

LAND:

Veterinair certificaat voor de invoer in de EU

Deel I: Gegevens betreffende de zending

I.1. Verzender

Naam

Adres

Tel.

I.2. Referentienummer certificaat

I.2.a.

I.3. Centrale bevoegde autoriteit

I.4. Lokale bevoegde autoriteit

I.5. Geadresseerde

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.6. Voor de zending in EU verantwoordelijke persoon

Naam

Adres

Postcode

Tel.

I.7. Land van oorsprong

ISO-code

I.8. Regio van oor-sprong

Code

I.9. Land van bestemming

ISO-code

I.10.

I.11. Plaats van oorsprong

Naam

Adres

I.12. Plaats van bestemming

Douane-entrepot Leverancier aan zeever-voermiddelen

Naam Erkenningsnummer

Adres

Postcode

I.13. Plaats van lading

I.14. Datum van vertrek

I.15. Vervoermiddelen

Vliegtuig Vaartuig Treinwagon

Wegvoertuig Ander

Identificatie

Referentiedocumenten

I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EU

I.17.

I.18. Omschrijving van de goederen

I.19. Productcode (GS-code)

I.20. Hoeveelheid

I.21. Temperatuur producten

Omgevingstemperatuur Gekoeld Bevroren

I.22. Aantal verpakkingen

I.23. Nr. zegel en nr. container

I.24. Soort verpakking

Image

Tekst van het beeld

I.25. Goederen gecertificeerd voor:

Productie van gelatine / collageen bestemd voor menselijke consumptie

I.26. Voor doorvoer naar derde land door de EU

Derde land ISO-code

I.27.

I.28. Identificatie van de goederen

Soort

(wetenschappelijke benaming)

Verwerkingsbedrijf

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model DOORVOER/OPSLAG

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

II.1. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven grondstoffen of behandelde grondstoffen:

II.1.1. uit een land of gebied komen waaruit de invoer in de EU is toegestaan overeenkomstig deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1) of Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12) of deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1), en

II.1.2. voldoen aan de van toepassing zijnde veterinairrechtelijke voorschriften zoals aangegeven in de verklaring inzake de diergezondheid in het modelcertificaat in deel V of VI van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG (PB L 126 van 14.5.2016, blz. 13).

Opmerkingen

Dit certificaat is bestemd voor de doorvoer en opslag overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9) van grondstoffen of behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine/collageen voor menselijke consumptie van:

  • 1) 
    als landbouwhuisdier gehouden runderen (inclusief Bubalus, Bison en kruisingen daarvan);
  • 2) 
    als landbouwhuisdier gehouden schapen (Ovis aries) en als landbouwhuisdier gehouden geiten (Capra hircus);
  • 3) 
    als landbouwhuisdier gehouden varkens (Sus scrofa);
  • 4) 
    als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan);
  • 5) 
    gekweekte niet-gedomesticeerde dieren van de orde Artiodactyla (met uitzondering van runderen (inclusief Bison en Bubalus en kruisingen daarvan), Ovis aries, Capra hircus, Suidae en Tayassuidae) en van de families Rhinocerotidae en Elephantidae;
  • 6) 
    wilde niet-gedomesticeerde dieren van de orde Artiodactyla (met uitzondering van runderen (inclusief Bison en Bubalus en kruisingen daarvan), Ovis aries, Capra hircus, Suidae en Tayassuidae) en van de families Rhinocerotidae en Elephantidae;
  • 7) 
    gekweekte niet-gedomesticeerde dieren van de families Suidae, Tayassuidae en Tapiridae;
  • 8) 
    wilde niet-gedomesticeerde dieren van de families Suidae, Tayassuidae en Tapiridae;
  • 9) 
    wilde eenhoevigen van het ondergeslacht Hippotigris (zebra);
  • 10) 
    wilde leporidae (konijnen en hazen);
  • 11) 
    andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren en leporidae;
  • 12) 
    gekweekte konijnen;
  • 13) 
    pluimvee;
  • 14) 
    gekweekte loopvogels;
  • 15) 
    vrij wild;
  • 16) 
    vis.

Deel II: Certificering

Image

Tekst van het beeld

LAND

Model DOORVOER/OPSLAG

II. Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b.

Deel I:

— Vak I.8: Gebiedscode als vermeld in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 of in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 119/2009 of deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 of bijlage II bij Beschikking 2006/766/EG van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (PB L 320 van 18.11.2006, blz. 53).

— Vak I.11: Plaats van oorsprong: naam en adres van de inrichting van verzending.

— Vak I.12: Adres (en erkenningsnummer indien bekend) van het entrepot in de vrije zone, het vrije entrepot, het douane-entrepot of de scheepsbevoorrader.

— Vak I.15: Registratienummer (treinwagons, containers en vrachtwagens), vluchtnummer of naam van het schip. In geval van overslag moet de verzender de grensinspectiepost van binnenkomst in de EU hiervan op de hoogte brengen.

— Vak I.19: Gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 02.08, 03.05, 05.04, 05.05, 05.06, 05.11.91, 05.11.99, 41.01, 41.02, 41.03.

— Vak I.20: Totaal brutogewicht en totaal nettogewicht vermelden.

— Vak I.23: Bij vervoer in containers of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

— Vak I.28: Verwerkingsbedrijf: erkenningsnummer of identificatienummer van de bevoegde autoriteit invullen, naargelang van het geval. Omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkingsinrichting en verwerkingsbedrijf.

Officiële dierenarts of officiële inspecteur

Naam (in blokletters): Hoedanigheid en titel:

Datum: Handtekening:

Stempel:

 

BIJLAGE IV

TOELICHTING VOOR HET INVULLEN VAN DE CERTIFICATEN

(als bedoeld in artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1)

 

a)

Het derde land van uitvoer stelt een certificaat op overeenkomstig het in de bijlagen II en III vastgestelde model, naargelang van de producten van dierlijke oorsprong in kwestie.

Op elk certificaat worden, in de in het model aangegeven volgorde, de verklaringen opgenomen die voor elk derde land vereist zijn en de eventuele aanvullende garanties die voor het derde land van uitvoer of een deel daarvan vereist zijn.

Indien de EU-lidstaat van bestemming voor de producten van dierlijke oorsprong in kwestie aanvullende certificeringsvoorschriften vereist, worden in het origineel van het certificaat verklaringen opgenomen waarin wordt bevestigd dat aan die voorschriften is voldaan.

 

b)

Indien in het modelcertificaat staat dat een verklaring in bepaalde gevallen kan worden doorgehaald, houdt dit in dat niet ter zake doende verklaringen mogen worden doorgehaald, met paraaf en stempel van de certificerende ambtenaar, of helemaal uit het certificaat mogen worden weggelaten.

 

c)

Er moet één afzonderlijk certificaat worden opgesteld voor producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn uit of meer gebieden of zones van hetzelfde land van uitvoer die zijn opgenomen of bedoeld in bijlage I, die verzonden worden naar dezelfde bestemming en vervoerd worden in dezelfde spoorwegwagon, dezelfde vrachtwagen, hetzelfde vliegtuig of hetzelfde schip.

 

d)

Het originele exemplaar van elk certificaat bestaat uit één blad of, indien nodig, een formulier waarvan alle bladen één ondeelbaar geheel vormen.

 

e)

Het certificaat wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat waarin de grensinspectiepost van binnenkomst van de zending in de EU gelegen is en van de lidstaat van bestemming. Deze lidstaten kunnen evenwel toestaan dat het certificaat in de officiële taal van een andere lidstaat wordt opgesteld, zo nodig met een officiële vertaling.

 

f)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending (zie punt I.28 van het modelcertificaat) extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat en worden alle bladzijden voorzien van de handtekening en het stempel van de certificerende ambtenaar.

 

g)

Indien het certificaat, inclusief de onder f) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan genummerd — (bladzijdenummer) van (totaal aantal bladzijden) — en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

 

h)

Het originele exemplaar van het certificaat moet worden ingevuld en ondertekend door een officiële dierenarts of een andere aangewezen officiële inspecteur, wanneer het modelcertificaat in deze mogelijkheid voorziet. De bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer zien erop toe dat certificeringsvoorschriften worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG van de Raad (1).

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken.

 

i)

Het in vak I.2 en vak II.a ingevulde referentienummer moet door de bevoegde autoriteit zijn toegekend.

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.