Besluit 2016/1230 - Besluit 2016/1230 waarbij wordt vastgesteld dat Portugal geen effectief gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013 - Hoofdinhoud
28.7.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/21 |
BESLUIT (EU) 2016/1230 VAN DE RAAD
van 12 juli 2016
waarbij wordt vastgesteld dat Portugal geen effectief gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 8,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 126 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden. |
(2) |
Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Het stabiliteits- en groeipact omvat onder meer Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (1), die is aangenomen om een snelle correctie van buitensporige overheidstekorten te bevorderen. |
(3) |
Op aanbeveling van de Commissie heeft de Raad op 2 december 2009 overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het Verdrag besloten dat er in Portugal een buitensporig tekort bestond en heeft hij overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 een aanbeveling gedaan om het buitensporige tekort uiterlijk in 2013 te corrigeren (2). Naar aanleiding van het verzoek van de Portugese autoriteiten om financiële bijstand van de Unie, de lidstaten die de euro als munt hebben, en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), heeft de Raad financiële bijstand van de Unie aan Portugal toegekend (3). Op 17 mei 2011 is het memorandum van overeenstemming over de specifieke economische beleidsvoorwaarden (hierna het „memorandum van overeenstemming” genoemd) tussen de Commissie en de Portugese autoriteiten ondertekend. Sindsdien heeft de Raad op basis van artikel 126, lid 7, van het Verdrag twee aanbevelingen tot Portugal gericht, op 9 oktober 2012 en 21 juni 2013, waarbij de termijn voor de correctie van het buitensporig tekort verlengd is tot repectievelijk 2014 en 2015. In beide aanbevelingen was de Raad van oordeel dat Portugal doeltreffende actie had ondernomen, maar dat zich onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën hadden voorgedaan. |
(4) |
Om het nominale overheidstekort tegen 2015 op een geloofwaardige en houdbare manier te verlagen tot onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp werden met name de volgende aanbevelingen tot Portugal gericht: a) het nominale tekort terugbrengen tot 5,5 % van het bbp in 2013, 4,0 % van het bbp in 2014 en 2,5 % van het bbp in 2015, hetgeen consistent is met een verbetering van het structurele saldo van 0,6 % van het bbp in 2013, 1,4 % van het bbp in 2014 en 0,5 % van het bbp in 2015, op basis van de actualisering van de economische vooruitzichten voor Portugal van de diensten van de Commissie van mei 2013; b) maatregelen uitvoeren ter waarde van 3,5 % van het bbp om het tekort in 2013 te beperken tot 5,5 % van het bbp, met inbegrip van de maatregelen die in de begrotingswet van 2013 zijn vastgesteld en extra maatregelen die in de aanvullende begroting zijn opgenomen, in het bijzonder, reducties van de loonsom, een efficiënter werkende overheid, een geringer verbruik van de overheid en een beter gebruik van de fondsen van de Unie; c) voortbouwend op de resultaten van de evaluatie van de overheidsuitgaven, permanente consolidatiemaatregelen vaststellen die ten minste 2,0 % van het bbp waard zijn, teneinde in 2014 een nominaal tekort van 4,0 % van het bbp te bereiken, waarbij naar stroomlijning en modernisering van de overheid wordt gestreefd, redundanties bij de publiekesectorfuncties en -entiteiten worden aangepakt, de duurzaamheid van het pensioensysteem wordt verbeterd en in de afzonderlijke vakministeries doelgerichte besparingen worden gerealiseerd; d) de nodige permanente consolidatiemaatregelen vaststellen om in 2015 de tekortdoelstelling van 2,5 % van het bbp te halen. Voorts werd Portugal aanbevolen de hervormingsdynamiek met betrekking tot het beheer van de overheidsfinanciën gaande te houden door de budgettaire kaderwet uiterlijk eind 2013 te herzien om de begrotingsprocedures en de beginselen van begrotingsbeheer, verantwoordingsplicht, transparantie en vereenvoudiging verder te verbeteren, en de inspanningen voort te zetten om de voorwaardelijke verplichtingen die voortvloeien uit staatsbedrijven en publiek-private partnerschappen te beperken. |
(5) |
In de actualisering van de economische vooruitzichten voor Portugal van de diensten van de Commissie van mei 2013, die ten grondslag lagen van de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013, werd geraamd dat de Portugese economie in 2013 met 2,3 % zou krimpen, om in de twee daaropvolgende jaren opnieuw te groeien met respectievelijk 0,6 % en 1,5 %. De nominale bbp-groei werd geraamd op – 0,6 % en 1,8 % in respectievelijk 2013 en 2014 en op 2,7 % in het volgende jaar. |
(6) |
In zijn aanbeveling van 21 juni 2013 had de Raad 1 oktober 2013 vastgesteld als uiterste datum voor het treffen van effectieve maatregelen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97. Overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 472/2013 was Portugal vrijgesteld van afzonderlijke verslaglegging in het kader van de buitensporigtekortprocedure en deed het verslag in het kader van zijn macro-economische aanpassingsprogramma. |
(7) |
In daaropvolgende beoordelingen is opnieuw gewezen op het gevaar van niet-inachtneming van de aanbeveling van 21 juni 2013 van de Raad. In het licht van zijn evaluatie van het stabiliteitsprogramma 2015 — de eerste evaluatie nadat Portugal het economische aanpassingsprogramma heeft verlaten — concludeerde de Raad in juli 2015 dat er een risico bestond dat Portugal de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact niet in acht zou nemen. Evenzo werd in het advies van de Commissie over het ontwerpbegrotingsplan 2015 voor Portugal geconcludeerd dat het risico bestond dat Portugal niet voldeed aan de regels van het stabiliteits- en groeipact. De Commissie merkte met name op dat de tijdige correctie van het buitensporige tekort in 2015 in het gedrang kwam. Voorts wees de Commissie ook op ontoereikende structurele inspanningen ten opzichte van de aanbeveling, waarbij werd gewezen op de noodzaak om aanvullende structurele consolidatiemaatregelen voor 2015 te nemen om een geloofwaardige en duurzame correctie van het buitensporige tekort te onderbouwen. |
(8) |
Een nieuwe beoordeling van de actie die Portugal heeft ondernomen om ingevolge de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013 het buitensporig tekort uiterlijk 2015 te corrigeren, leidt tot de volgende conclusies:
|
(9) |
Dit leidt tot de conclusie dat de reactie van Portugal op de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013 onvoldoende is geweest. Portugal heeft in 2015 geen einde gemaakt aan zijn buitensporig tekort. De budgettaire inspanning voldoet op significante wijze niet aan hetgeen door de Raad is aanbevolen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Portugal heeft geen effectief gevolg gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Portugese Republiek.
Gedaan te Brussel, 12 juli 2016.
Voor de Raad
De voorzitter
-
P.KAŽIMÍR
-
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).
-
Alle documenten in verband met de buitensporigtekortprocedure van Portugal zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/countries/portugal_en.htm
-
Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.