Verordening 2016/2339 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wat betreft goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk over zee of door de lucht hebben verlaten - Hoofdinhoud
23.12.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 354/32 |
VERORDENING (EU) 2016/2339 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 december 2016
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wat betreft goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk over zee of door de lucht hebben verlaten
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de handelsstromen te vergemakkelijken, sluit artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (2) de toepassing van sommige bepalingen van die verordening uit op goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk hebben verlaten bij vervoer tussen twee Uniehavens of -luchthavens zonder tussenstop buiten het douanegebied van de Unie. Die bepalingen betreffen de verplichting tot het indienen van een summiere aangifte bij binnenbrengen, de verplichting tot kennisgeving van de aankomst van een zeeschip of van een luchtvaartuig, de verplichting om de goederen naar bepaalde plaatsen over te brengen en deze op de plaats van lossing of overlading bij de douane aan te brengen, en tijdelijke opslag. |
(2) |
Er is dus geen rechtsgrondslag om te eisen dat goederen die worden gelost of overgeladen, moeten worden aangebracht op de plaats waar zij het douanegebied van de Unie opnieuw binnenkomen nadat zij dat tijdelijk hebben verlaten. Wanneer goederen niet worden aangebracht, kan het voor de douaneautoriteiten moeilijker zijn om toezicht te waarborgen op de betrokken goederen, en bestaat er een risico dat de invoerrechten en andere heffingen niet correct worden geheven en dat niet-fiscale maatregelen zoals veterinaire en fytosanitaire controles niet naar behoren worden toegepast. |
(3) |
Artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 moet daarom worden gewijzigd om rekening te houden met de verschillende situaties van niet-Uniegoederen en Uniegoederen. |
(4) |
Om een doeltreffend douanetoezicht op niet-Uniegoederen te waarborgen, moeten de bepalingen betreffende de verplichting om de goederen naar bepaalde plaatsen over te brengen, deze bij lossing of overlading bij de douane aan te brengen, en op toestemming te wachten voordat de goederen worden gelost of overgeladen, alsook de bepalingen betreffende tijdelijke opslag, van toepassing blijven op niet-Uniegoederen. Artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 moet daarom worden gewijzigd zodat wordt bepaald dat alleen de regels betreffende de verplichting tot het indienen van de summiere aangifte bij binnenbrengen en de verplichting tot kennisgeving van de aankomst van een zeeschip of van een luchtvaartuig zijn uitgesloten ten aanzien van niet-Uniegoederen. |
(5) |
Om een doeltreffend toezicht op Uniegoederen te waarborgen, moet in artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 een onderscheid worden gemaakt tussen de situatie van Uniegoederen waarvan de status moet worden aangetoond overeenkomstig artikel 153, lid 2, van die verordening en die van Uniegoederen die hun status hebben behouden krachtens artikel 155, lid 2, van die verordening. |
(6) |
Ten aanzien van Uniegoederen waarvan de status moet worden aangetoond overeenkomstig artikel 153, lid 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013, mag enkel de toepassing van de regels betreffende de verplichting tot het indienen van een summiere aangifte bij binnenbrengen en de verplichting tot kennisgeving van de aankomst van een zeeschip of van een luchtvaartuig worden uitgesloten om passend douanetoezicht mogelijk te maken. |
(7) |
De regels van artikel 139 van die verordening betreffende de verplichting tot het aanbrengen van goederen bij de douane bij het lossen of overladen en de in artikel 140 van die verordening vastgelegde verplichting om te wachten op toestemming voordat goederen worden gelost of overgeladen, mogen eveneens niet van toepassing zijn op Uniegoederen die hun status hebben behouden krachtens artikel 155, lid 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013, gelet op het feit dat, ook al hebben die goederen het douanegebied van de Unie tijdelijk verlaten, hun status niet is gewijzigd en niet hoeft te worden aangetoond. |
(8) |
De in artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 opgenomen verwijzing naar artikel 135, lid 1, en artikel 137 van die verordening moet worden geschrapt om de persoon die goederen het douanegebied van de Unie binnenbrengt, te verplichten deze naar de door de douaneautoriteiten aangewezen plaats over te brengen, zodat die autoriteiten, zo nodig, kunnen controleren of de goederen Uniegoederen of niet-Uniegoederen zijn. |
(9) |
De in artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 opgenomen verwijzing naar artikel 141 van die verordening moet worden geschrapt, zodat duidelijk wordt dat artikel 141, lid 1, van die verordening, op grond waarvan de toepassing van sommige bepalingen op goederen die worden vervoerd onder de regeling douanevervoer wordt uitgesloten, ook van toepassing is wanneer de goederen het douanegebied van de Unie opnieuw binnenkomen nadat zij dat tijdelijk hebben verlaten via een directe zee- of luchtverbinding. |
(10) |
De in artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 opgenomen verwijzing naar de artikelen 144 tot en met 149 van die verordening betreffende tijdelijke opslag moet eveneens worden geschrapt. Hoewel de regels vervat in die artikelen niet van toepassing zijn op Uniegoederen, moeten ze wel van toepassing zijn op niet-Uniegoederen. In dit opzicht moet artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
Deze verordening moet zo spoedig mogelijk in werking treden om doeltreffend toezicht op goederen onverwijld te waarborgen, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 136 van Verordening (EU) nr. 952/2013 wordt vervangen door:
„Artikel 136
Goederen die het douanegebied van de Unie tijdelijk over zee of door de lucht hebben verlaten
-
1.De artikelen 127 tot en met 130, alsmede artikel 133, zijn niet van toepassing in gevallen waar niet-Uniegoederen het douanegebied van de Unie worden binnengebracht nadat zij dat gebied tijdelijk over zee of door de lucht hebben verlaten en rechtstreeks zijn vervoerd zonder tussenstop buiten het douanegebied van de Unie.
-
2.De artikelen 127 tot en met 130, alsmede artikel 133, zijn niet van toepassing in gevallen waar Uniegoederen waarvan de douanestatus van Uniegoederen moet worden aangetoond overeenkomstig artikel 153, lid 2, het douanegebied van de Unie worden binnengebracht nadat zij dat gebied tijdelijk over zee of door de lucht hebben verlaten en rechtstreeks zijn vervoerd zonder tussenstop buiten het douanegebied van de Unie.
-
3.De artikelen 127 tot en met 130, alsmede de artikelen 133, 139 en 140 zijn niet van toepassing in gevallen waar Uniegoederen die worden vervoerd zonder wijziging van hun douanestatus overeenkomstig artikel 155, lid 2, het douanegebied van de Unie worden binnengebracht nadat zij dat gebied tijdelijk over zee of door de lucht hebben verlaten en rechtstreeks zijn vervoerd zonder tussenstop buiten het douanegebied van de Unie.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 14 december 2016.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
M.SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
-
I.KORČOK
-
Standpunt van het Europees Parlement van 1 december 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 8 december 2016.
-
Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.