Geactualiseerde convergentieprogramma van Slowakije voor de periode 2007-2010

1.

Wettekst

22.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 49/44

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 12 februari 2008

over het geactualiseerde convergentieprogramma van Slowakije voor de periode 2007-2010

(2008/C 49/11)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 12 februari 2008 heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van Slowakije voor de periode 2007-2010 behandeld.

 

(2)

Slowakije maakt momenteel een periode van sterke groei door, die is teweeggebracht door een breed scala van structurele hervormingen die in de afgelopen jaren werden doorgevoerd en die gepaard gingen met een significante instroom van buitenlandse directe investeringen, in het bijzonder in de verwerkende industrie. Hoewel de groei ook heeft geleid tot een toename van de werkgelegenheid en een aanzienlijke daling van het werkloosheidscijfer, blijven vooral in oostelijke regio's bepaalde bevolkingsgroepen verstoken van de voordelen van deze economische expansie.

De lage inzetbaarheid op de arbeidsmarkt van bepaalde segmenten van de beroepsbevolking leidt niet alleen tot druk op de overheidsfinanciën en sociale problemen, maar beperkt ook de potentiële productiegroei van Slowakije en belemmert dus het inhaalproces. Deze ongelijke spreiding van economische activiteit tussen bevolkingsgroepen en regio's wijst op de noodzaak van een betere kwaliteit van het openbaar onderwijs en een herschikking van de overheidsuitgaven waarbij middelen worden vrijgemaakt voor onderwijs, O&O en innovatie en ontwikkeling van de infrastructuur. Nadat de voorbije jaren overwegend een bezuinigingsbeleid was gevoerd, werd in 2006 een op expansie gericht begrotingsbeleid uitgestippeld, dat gepaard ging met een verkrapping van het monetaire beleid als gevolg van de stijging van de beleidstarieven en een gestage stijging van de wisselkoers die evenwel geen invloed lijkt te hebben gehad op het externe concurrentievermogen van de Slowaakse economie, zoals blijkt uit de sterke toename van de uitvoer en het afnemende tekort op de lopende rekening. Als lidstaat met een derogatie en deelnemer aan het WKM II moet Slowakije zijn macro-economisch en structureel beleid afstemmen op het bewerkstelligen van een duurzame convergentie. Hoewel de inflatie in 2007 aanzienlijk is teruggelopen, wordt verwacht dat deze opnieuw zal aantrekken als gevolg van de stijgende voedsel- en energieprijzen, de sterke groei, de krapper wordende arbeidsmarkt en het afnemende effect van de sterke stijging van de wisselkoers in 2006-2007. Om te kunnen voldoen aan de in het programma uitstippelde inflatiedoelstellingen — waarbij wordt uitgegaan van een toetreding tot de eurozone in 2009 — en om een eventuele inflatoire druk in de hand te kunnen houden naarmate het inflatieremmende effect van de voorbije significante stijging van de wisselkoers afneemt, zijn extra structurele hervormingen noodzakelijk en moet de regering bereid zijn om een restrictiever begrotingsbeleid te voeren dan het in het programma beoogde beleid.

 

(3)

Volgens het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, zal de reële bbp-groei teruglopen van 8,8 % in 2007 naar 5,0 % in 2010. Afgaande op de thans beschikbare informatie (2) lijkt dit scenario te berusten op plausibele groeihypothesen tot 2009 en op voorzichtige groeihypothesen voor 2010, aangezien de uitzonderlijk sterke exportprestaties van 2007 als gevolg van de ingebruikname van nieuwe productiecapaciteiten in de verwerkende industrie naar verwachting in de komende jaren niet zal kunnen worden geëvenaard. De in het programma gehanteerde inflatieverwachtingen lijken aan de lage kant te zijn, aangezien zij gebaseerd zijn op gunstigere externe hypothesen dan de najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie en op een andere inschatting van het afnemende effect van de voorbije stijging van de wisselkoers.

 

(4)

Het overheidstekort voor 2007 wordt in de najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie geraamd op 2,7 % van het bbp, tegen een streefcijfer van 2,9 % van het bbp in de vorige actualisering van het convergentieprogramma en 2,5 % van het bbp in de huidige actualisering. Deze verbetering was mogelijk dankzij ontvangstenmeevallers die de hoger dan verwachte uitgaven compenseren. Aangezien het geraamde tekort voor 2007 lager is (een daling met 0,2 % van het bbp) dan de vorige tekortdoelstelling (zowel nominaal als structureel, waarbij structureel wil zeggen: conjunctuurgezuiverd, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), hebben de Slowaakse autoriteiten slechts gedeeltelijk gevolg gegeven aan het verzoek dat de Raad in zijn advies van 27 februari 2007 over de vorige actualisering van het convergentieprogramma (3) tot Slowakije heeft gericht, namelijk om de structurele aanpassing te versterken om het buitensporige tekort in 2007 met een grotere marge te corrigeren.

 

(5)

De begrotingsstrategie is er vooral op gericht om de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie, namelijk een structureel tekort van iets minder dan 1 % van het bbp, in 2010 te bereiken. In het programma wordt gerekend op een nominale daling van het overheidstekort van 2,5 % van het bbp in 2007 tot 0,8 % van het bbp in 2010, waarbij het primaire saldo zou omslaan van een tekort van 1,0 % van het bbp in 2007 in een overschot van 0,5 % van het bbp in 2010. De aanpassing, zowel structureel als nominaal, vindt overwegend aan het einde van de programmaperiode plaats. De nieuwe actualisering houdt ondanks een gunstiger macro-economisch scenario in grote lijnen vast aan de aanpassing die beoogd was in de vorige actualisering. De begrotingsconsolidatie vindt plaats aan de uitgavenzijde (in het bijzonder wordt bespaard op sociale uitkeringen en de beloning van overheidspersoneel), aangezien de uitgavenquote in de programmaperiode met 3 procentpunten van het bbp vermindert, terwijl de ontvangstenquote slechts met de helft van dit percentage daalt.

 

(6)

In 2008 kunnen de begrotingsresultaten beter en in 2009 en 2010 slechter uitvallen dan de programmaprognoses. Met name de sterke groeivooruitzichten, de reeds genomen inkomstenverhogende maatregelen (naar verwachting zullen de verbreding van de vennootschapsbelastinggrondslag en de verhoging van het maximumbedrag voor sociale bijdragen extra inkomsten van ongeveer 0,3 % van het bbp opleveren) en de waarschijnlijke uitstroom uit de tweede pensioenpijler (4) (positief effect geraamd op ongeveer 0,2 % van het bbp) zouden moeten resulteren in een beter dan voorspeld feitelijk tekort in 2008 mits de uitgavengroei evenals in de voorbije jaren beter onder controle blijft dan in het programma wordt aangegeven. Duidelijke risico's vloeien echter voort uit het feit dat de budgettaire consolidatie naar 2009 en 2010 wordt verschoven. Met name zijn er geen uitgavenplafonds met een bindend karakter, is er een gebrek aan informatie over de maatregelen die de aanpassing schragen en zijn er mogelijkerwijs risico's verbonden aan de uitgaven in verband met de geplande partnerschappen met de particuliere sector voor de aanleg van autosnelwegen.

 

(7)

Gezien deze risicobeoordeling lijkt de begrotingsstrategie van het programma over het geheel genomen afdoende om het buitensporige tekort in 2007 duurzaam te corrigeren, zoals de Raad heeft aanbevolen. Slechts vanaf 2010 ontstaat een veiligheidsmarge die ruim genoeg is om te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties (volgens de ramingen een structureel tekort van zo'n 2 % van het bbp) de drempel van 3 % van het bbp overschrijdt, indien de beoogde consolidatie strikt wordt uitgevoerd. (5) Voorts lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie ontoereikend om ervoor te zorgen dat de MTD voor het einde van de programmaperiode wordt gehaald, zoals in het programma wordt beoogd. Voor 2008 verbetert het structureel saldo ondanks de verwachte goede tijden slechts licht (met 0,25 % van het bbp).

Het tempo van de aanpassing in de richting van de MTD van het programma moet dus worden opgevoerd om te stroken met het stabiliteits- en groeipact, dat voorschrijft dat de lidstaten die tot het eurogebied en WKM II behoren, een jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo moeten nastreven met 0,5 % van het bbp als benchmark, en dat in goede economische tijden een grotere aanpassing moet worden bewerkstelligd. Bovendien moet met het oog op de verwachte toename van de instroom van EU-middelen gezorgd worden voor budgettaire ruimte om het voor 2009-2010 geplande restrictieve begrotingsbeleid te kunnen vasthouden. De aanpassing in de resterende jaren van het programma, die strookt met het pact, moet strikt worden uitgevoerd en indien nodig met maatregelen worden ondersteund. Bij het ontstaan van een inflatoire druk zou ten slotte een strakker begrotingsbeleid moeten worden gevoerd dan de beleidskoers waarin het programma voorziet.

 

(8)

Slowakije lijkt een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn betreft. Het langetermijneffect van de vergrijzing op de begroting is in Slowakije minder sterk dan gemiddeld in de EU het geval is. Dit komt doordat de pensioenuitgaven, met name als gevolg van de pensioenhervorming van 2005 minder sterk zullen stijgen dan in vele andere landen. Daarbij wordt wel ervan uitgegaan dat een relatief beperkt aantal werknemers in de loop van de eerste helft van 2008 — wanneer zij daartoe de gelegenheid krijgen — uit het gemengde pensioenstelsel zal treden. Zelfs als geen rekening wordt gehouden met de budgettaire langetermijngevolgen van de vergrijzing vormt de in het programma geraamde begrotingssituatie 2007 met een structureel primair tekort een risico voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Een consolidatie van de openbare financiën, zoals in het convergentieprogramma wordt beoogd, zou derhalve de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën verminderen.

 

(9)

Het convergentieprogramma lijkt tot op zekere hoogte in overeenstemming met het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma. Uit het convergentieprogramma blijkt dat de uitgavenprioriteiten van de regering (gezondheidszorg, onderwijs en landbouw) gedeeltelijk blijven afwijken van de belangrijkste uitdagingen die in het NHP werden vastgesteld (informatiemaatschappij, O&O en innovatie, ondernemingsklimaat en onderwijs en werkgelegenheid). Voorts wordt in het programma niet vermeld of het nationale streefcijfer voor O&O-uitgaven van 0,8 % van het bbp in 2010 wordt bereikt, terwijl bij de onderwijsuitgaven middelen uit de EU-structuurfondsen een steeds voornamere rol gaan spelen. Het convergentieprogramma bevat geen kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het nationale hervormingsprogramma binnen het kader van de begrotingsstrategie op middellange termijn, maar het verstrekt systematisch informatie over de rechtstreekse budgettaire kosten van de belangrijkste hervormingen die in het NHP voor 2008 worden beoogd.

 

(10)

Wat betreft de vooruitgang die is geboekt bij de tenuitvoerlegging van de door Slowakije in het kader van het WKM II aangegane verbintenissen, zijn de begrotingsdoelstellingen van de opeenvolgende convergentieprogramma's steeds overtroffen. Aangezien de budgettaire uitgangssituatie gunstiger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd, en de economische prestaties beter zijn geweest dan verwacht, zijn deze doelstellingen echter niet bijzonder ambitieus geweest. Wat het inkomensbeleid betreft, is van de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de overheidssector een belangrijk loonmatigingssignaal uitgegaan naar de gehele economie. Om de toename van de kredietverstrekking te kunnen beheersen, heeft de Nationale Bank van Slowakije nauwlettend toezicht uitgeoefend op de risicobeheersingsstrategieën van banken en is zij intensiever gaan samenwerken met de toezichthouders van het land van herkomst van de banken die in Slowakije actief zijn.

 

(11)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, bevat het programma alle verplichte en de meeste facultatieve gegevens (6).

De algemene conclusie luidt dat het programma voldoet aan de eis dat het buitensporige tekort uiterlijk in 2007 wordt gecorrigeerd. In de jaren daarna wordt vooruitgang geboekt richting de MTD, maar alleen aan het eind van de programmaperiode, dit ondanks de bijzonder gunstige groeivooruitzichten. In 2008 spoort de beoogde structurele verbetering niet met het pact en zou zij van meer ambitie moeten getuigen. Gezien de risico's waaraan de begrotingsdoelstellingen vanaf 2009 onderhevig zijn, is het mogelijk dat de MTD van het programma in 2010 niet wordt bereikt en dat extra inspanningen dus noodzakelijk zijn. Voorts zou bij het ontstaan van een inflatoire druk een strakker begrotingsbeleid moeten worden gevoerd dan de beleidskoers waarin het programma voorziet en zou dit beleid gepaard moeten gaan met verdere structurele hervormingen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Slowakije loopt een middelgroot risico wat betreft de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Wat de uitdagingen op middellange termijn betreft, blijkt uit het programma geen verschuiving van uitgaven naar O&O en innovatie, en wordt in het programma vermeld dat bij onderwijsuitgaven EU-middelen een steeds voornamere rol gaan spelen.

Gezien bovenstaande beoordeling en ook gezien de aanbeveling overeenkomstig artikel 104, lid 7, van 5 juli 2004, alsmede gezien de noodzaak een duurzame convergentie en een soepele deelname aan het WKM II te bewerkstelligen, wordt Slowakije verzocht:

 

i)

de uitstekende groeivoorwaarden te benutten om het tempo van de structurele aanpassing richting MTD in 2008 op te voeren en vervolgens de beoogde structurele consolidatie strikt uit te voeren, indien nodig geschraagd door extra maatregelen en een bindender karakter van de uitgaven op middellange termijn;

 

ii)

verdere structurele hervormingen door te voeren om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren, en klaar te staan om een restrictiever begrotingsbeleid te voeren, in het bijzonder om een eventuele inflatoire druk te beheersen, vooral naarmate het inflatieremmende effect van de voorbije forse stijging van de wisselkoers begint af te zwakken.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

Reëel bbp

(Verandering in %)

CP nov 2007

8,3

8,8

6,8

5,8

5,0

COM nov 2007

8,3

8,7

7,0

6,2

n.b.

CP dec 2006

6,6

7,1

5,5

5,1

5,0

HICP-inflatie

(%)

CP nov 2007

4,3

1,7

2,3

2,6

2,7

COM nov 2007

4,3

1,7

2,5

3,0

n.b.

CP dec 2006

4,4

3,1

2,0

2,4

2,6

Output gap (7)

(% van het potentiële bbp)

CP nov 2007

  • – 
    0,5

1,8

2,3

2,1

1,4

COM nov 2007 (8)

  • – 
    0,8

1,0

1,3

0,8

n.b.

CP dec 2006

  • – 
    0,9

1,0

1,6

1,9

2,4

Financieringsoverschot/-tekort t.o.v. het buitenland

(% van het bbp)

CP nov 2007

  • – 
    8,4
  • – 
    3,4
  • – 
    1,9
  • – 
    1,1
  • – 
    0,4

COM nov 2007

  • – 
    7,8
  • – 
    4,2
  • – 
    2,7
  • – 
    1,6

n.b.

CP dec 2006

  • – 
    6,4
  • – 
    3,1
  • – 
    2,5
  • – 
    2,0
  • – 
    1,6

Overheidssaldo

(% van het bbp)

CP nov 2007

  • – 
    3,7
  • – 
    2,5
  • – 
    2,3
  • – 
    1,8
  • – 
    0,8

COM nov 2007

  • – 
    3,7
  • – 
    2,7
  • – 
    2,3
  • – 
    2,4

n.b.

CP dec 2006

  • – 
    3,7
  • – 
    2,9
  • – 
    2,4
  • – 
    1,9

n.b.

Primair saldo

(% van het bbp)

CP nov 2007

  • – 
    2,2
  • – 
    1,0
  • – 
    0,9
  • – 
    0,3

0,5

COM nov 2007

  • – 
    2,2
  • – 
    1,2
  • – 
    0,8
  • – 
    0,9

n.b.

CP dec 2006

  • – 
    1,9
  • – 
    0,9
  • – 
    0,6
  • – 
    0,2

n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (7)

(% van het bbp)

CP nov 2007

  • – 
    3,5
  • – 
    3,0
  • – 
    3,0
  • – 
    2,4
  • – 
    1,2

COM nov 2007

  • – 
    3,4
  • – 
    3,0
  • – 
    2,7
  • – 
    2,6

n.b.

CP dec 2006

  • – 
    3,4
  • – 
    3,2
  • – 
    2,9
  • – 
    2,5

n.b.

Structureel saldo (9)

(% van het bbp)

CP nov 2007

  • – 
    3,1
  • – 
    3,0
  • – 
    3,1
  • – 
    2,4
  • – 
    1,2

COM nov 2007

  • – 
    3,4
  • – 
    3,0
  • – 
    2,7
  • – 
    2,6

n.b.

CP dec 2006

  • – 
    3,5
  • – 
    3,2
  • – 
    2,9
  • – 
    2,5

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het bbp)

CP nov 2007

30,4

30,6

30,8

30,5

29,5

COM nov 2007

30,4

30,8

30,7

30,6

n.b.

CP dec 2006

33,1

31,8

31,0

29,7

n.b.

Convergentieprogramma (CP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm

  • (2) 
    Bij de beoordeling wordt met name rekening gehouden met de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie en met de beoordeling door de Commissie van het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma.
  • (4) 
    In de eerste helft van 2008 wordt de tweede pensioenpijler tijdelijk opengesteld zodat huidige deelnemers uit het stelsel kunnen treden en nieuwe deelnemers zich bij het stelsel kunnen aansluiten.
  • (5) 
    De ramingen in het programma betreffende de output gap verschillen aanzienlijk van de ramingen die de Commissiediensten op basis van de informatie in het programma met gebruikmaking van de algemeen aanvaarde methode hebben verricht.
  • (6) 
    Voor 2010 worden gegevens over de overheidsuitgaven niet naar functie (COFOG) vermeld.
  • (7) 
    In de programma's vermelde output gaps en conjunctuurgezuiverde saldi, zoals herberekend door de diensten van de Commissie op basis van de in de programma's voorkomende informatie.
  • (8) 
    Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 6,4 %, 6,7 %, 6,7 % en 6,7 % in de periode 2006-2009.
  • (9) 
    Conjunctuurgezuiverd saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. Volgens de meest recente actualisering van het programma vertegenwoordigen de eenmalige en andere tijdelijke maatregelen 0,4 % van het bbp in 2006 (tekortverhogend) en 0,1 % van het bbp in 2008 (tekortverminderend). In de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie worden geen eenmalige maatregelen vermeld.

Bron:

Convergentieprogramma (CP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.