Geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Duitsland voor de periode 2007-2011

1.

Wettekst

22.2.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 49/12

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 12 februari 2008

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Duitsland voor de periode 2007-2011

(2008/C 49/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 12 februari 2008 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Duitsland voor de periode 2007-2011 behandeld.

 

(2)

De economische groei in Duitsland was in 2006 en 2007 aanzienlijk krachtiger dan in de vijf jaar daarvoor. Een volgehouden loonmatiging en structurele hervormingen hebben bijdragen tot een herstel van het concurrentievermogen en tot een toename van de werkgelegenheid. Mede dankzij de aanzienlijke verbetering van de arbeidsmarkt wordt gerekend op een gestaag herstel van de binnenlandse vraag, waarmee een verwachte lagere bijdrage van de netto externe vraag aan de groei kan worden opgevangen.

De snelheid waarmee de begrotingsconsolidatie tot stand is gekomen, is opmerkelijk. Het overheidssaldo is omgeslagen van een tekort van bijna 3,5 % van het bbp in 2005 in een klein overschot in 2007. Voorts verminderde het structurele tekort tussen 2005 en 2007 met 2,5 procentpunten van het bbp. De beheersing van de overheidsuitgaven is van cruciaal belang geweest voor de consolidatie. Deze zijn teruggedrongen van bijna 47 % van bbp in 2005 tot minder dan 44 % in 2007. Dit is te danken aan de sinds 2005 getroffen consolidatiemaatregelen, maar ook aan het feit dat de belastingmeevallers niet uitgegeven zijn, maar gebruikt zijn om het tekort te verminderen.

 

(3)

In het macro-economische scenario van het programma wordt ervan uitgegaan dat de reële bbp-groei zal vertragen van 2,4 % in 2007 tot 2 % in 2008 en gemiddeld 1,5 % in het resterende deel van de programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie (2) lijkt dit scenario tot 2008 op plausibele en daarna op voorzichtige groeihypothesen te zijn gebaseerd. Ook al blijft de bbp-groei in 2009-2011 onder het potentieel, toch neemt de werkgelegenheid gestaag toe. De loonstijgingen blijven beperkt en resulteren dus niet in inflatoire druk. De in de afgelopen tien jaar waargenomen trendmatige verbetering van het prijsconcurrentievermogen zet evenwel niet door.

 

(4)

Voor 2007 gaat het geactualiseerde programma uit van een sluitende begroting. Dit is min of meer in overeenstemming met de najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie, die een overschot van 0,1 % van het bbp te zien geven. In het vorige geactualiseerde stabiliteitsprogramma was nog gemikt op een tekort van 1,5 % van het bbp. Dat de budgettaire doelstelling fors is overtroffen, is toe te schrijven aan het basiseffect van een meevallend tekort in 2006, aan een aantrekkende conjunctuur en aan een restrictiever begrotingsbeleid. De uitvoering van de begroting in 2007 was in overeenstemming met het beleidsadvies dat de Raad heeft gegeven in zijn advies van 27 februari 2007 over de vorige actualisering van het stabiliteitsprogramma (3). Aangezien de belastingmeevallers volledig zijn aangewend om het tekort te verlagen, was de uitvoering van de begroting ook in overeenstemming met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid.

 

(5)

De budgettaire middellangetermijnstrategie is er vooral op gericht de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Met het oog daarop wordt in het programma voorgesteld de begrotingsconsolidatie voort te zetten en tegelijkertijd de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren. De middellangetermijndoelstelling (MTD), een structureel saldo (d.w.z. het voor de conjunctuur gecorrigeerde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) dat in evenwicht is, is in 2007 al min of meer bereikt. In het programma wordt ervan uitgegaan dat het structurele saldo in 2008 iets verslechtert en vervolgens weer verbetert om de MTD in 2010 uiteindelijk opnieuw te bereiken en in 2011 uit te komen op een structureel overschot (berekend volgens de algemeen aanvaarde methode). In het vorige programma is er niet van uitgegaan dat de MTD binnen de programmaperiode zou worden bereikt. Voorts wordt aangenomen dat het economisch tij zal bijdragen aan de totstandkoming van een klein overschot op de overheidsrekeningen. De verbetering van het primaire saldo vertoont eenzelfde patroon. In 2011 komt het uit op 3,5 % van het bbp. De beoogde consolidatie vindt volledig aan de uitgavenzijde plaats. De daling van de ontvangsten die hoofdzakelijk het gevolg is van de hervorming van de vennootschapsbelasting en de vermindering van de bijdrage voor de werkloosheidsverzekering in 2008, wordt meer dan gecompenseerd. De uitgavenquote daalt met 2,5 procentpunten tot 41,5 % van het bbp in 2011, hoofdzakelijk door een beperking van de sociale uitgaven. De bruto overheidsschuld loopt in de programmaperiode terug tot 65 % van het bbp in 2007, nog altijd meer dan de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp, en daarna met nog eens 7,5 procentpunten.

 

(6)

De risico's met betrekking tot de begrotingsprognoses van het programma houden elkaar min of meer in evenwicht. De macro-economische vooruitzichten voor 2008 zijn plausibel en voor de jaren daarna aan de voorzichtige kant. Voorts bleek de werkelijke begrotingssituatie in de voorbije twee jaar gunstiger uit te vallen dan beoogd. In het programma lijkt ervan uit te worden gegaan dat de situatie in de programmaperiode door de arbeidsmarkthervormingen structureel verder verbetert. Aangezien geen verdere hervormingen zijn gepland is, gelet op de beoogde begrotingsresultaten, een permanente inzet vereist om de uitgaven strak in de hand te houden. De risico's voor de verwachte ontwikkeling van de schuldquote lijken elkaar eveneens in evenwicht te houden.

 

(7)

In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie te volstaan om de MTD in 2010 te verwezenlijken, zoals in het programma wordt beoogd. In de gehele programmaperiode wordt een veiligheidsmarge gehandhaafd die ruim genoeg is om te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3 % van het bbp overschrijdt. Doordat in 2008 met ongeveer 0,5 % van het bbp wordt afgeweken van de MTD, is de budgettaire beleidskoers die uit het programma blijkt, mogelijk echter niet volledig in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact. De budgettaire plannen voor 2008 blijven wel in overeenstemming met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid. Indien ten slotte met de bovenvermelde risico's voor de schuldprognoses rekening wordt gehouden, lijkt de schuldquote tijdens de programmaperiode in voldoende mate af te nemen in de richting van de referentiewaarde.

 

(8)

Duitsland lijkt een middelgroot risico te lopen wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft. Het langetermijneffect van de vergrijzing op de begroting ligt dichtbij het EU-gemiddelde, hoewel de pensioenuitgaven iets minder snel zullen stijgen dan in vele andere landen wegens de reeds doorgevoerde pensioenhervormingen. Als gevolg van de recente pensioenhervorming (van 2007) wordt de wettelijke pensioenleeftijd vanaf 2012 geleidelijk opgetrokken tot 67 jaar, om de verwachte toename van de leeftijdsgebonden uitgaven verder terug te dringen. In de in het programma voor 2007 geraamde begrotingssituatie, die beter is dan de uitgangssituatie van het vorige programma, kunnen de verwachte budgettaire langetermijngevolgen van de vergrijzing deels worden opgevangen. Toch zullen de uitgaven daarmee niet volledig kunnen worden gedekt. Door de primaire overschotten op middellange termijn op een hoog niveau te houden en door de schuldquote onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde te brengen, kunnen de risico's voor de houdbaarheid van de openbare financiën worden ingedamd.

 

(9)

Hoewel in het stabiliteitsprogramma geen nadere gegevens zijn opgenomen over de directe budgettaire gevolgen van het uit het najaar van 2007 daterende uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma van Duitsland, lijken de in beide documenten geschetste begrotingsstrategieën met elkaar in overeenstemming te zijn. De belangrijkste maatregelen met rechtstreekse budgettaire gevolgen die in het uitvoeringsverslag van het nationale hervormingsprogramma zijn aangekondigd, komen in het stabiliteitsprogramma ter sprake, bijvoorbeeld de hervorming van de vennootschapsbelasting, de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd, de vermindering van de socialezekerheidsbijdragen, kinderopvangvoorzieningen en de tweede fase van de hervorming van het federale staatsbestel met een herziening van de budgettaire relaties tussen de overheidsniveaus om te zorgen voor begrotingsdiscipline.

 

(10)

De begrotingsstrategie in het programma sluit in grote lijnen aan bij de landenspecifieke globale richtsnoeren voor het economisch beleid die zijn opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren, en bij de richtsnoeren op het gebied van het begrotingsbeleid die in het kader van de Lissabonstrategie zijn uitgevaardigd voor de lidstaten die deel uitmaken van het eurogebied.

 

(11)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enige lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (4).

De algemene conclusie luidt dat Duitsland de inkomstenmeevallers die te danken zijn aan een aanhoudend krachtige groei, heeft aangewend om het tekort terug te dringen en daardoor zijn middellangetermijndoelstelling al in 2007 grotendeels heeft bereikt, veel vroeger dan beoogd in het vorige programma en een prijzenswaardig resultaat. In 2008 kunnen de overheidsfinanciën opnieuw een structureel tekort vertonen. De begrotingsstrategie is erop gericht de middellangetermijndoelstelling daarna weer stap voor stap te bereiken door een verdere beheersing van de uitgaven. De aan de begrotingsprognoses verbonden risico's houden elkaar in evenwicht. Het onderliggende macro-economische scenario is weliswaar voorzichtig, maar om de beoogde begrotingsresultaten te bereiken, is een permanente inzet vereist om de uitgaven strak in de hand te houden. Wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft, lijkt Duitsland een middelgroot risico te lopen.

Gelet op de bovenstaande beoordeling en ook gezien de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid wordt Duitsland verzocht om:

 

i)

de in 2007 bereikte gunstige resultaten vast te houden door de overheidsuitgaven overeenkomstig de programmadoelstellingen strak in de hand te houden en door inkomstenmeevallers te gebruiken voor de afbouw van de schuld;

 

ii)

de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren door door te gaan met de vastgestelde economische hervormingen en de al bereikte consolidatie van de begroting vast te houden via een versterking van de rol van de begrotingsinstanties, met name bij de lopende herziening van de federale budgettaire betrekkingen.

De Raad merkt tevens op dat dergelijke maatregelen zouden stroken met de in april 2007 door de Eurogroep vastgestelde richtsnoeren voor het begrotingsbeleid.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Reëel BBP

(Verandering in %)

SP dec. 2007

2,9

2,4

2

1,5

1,5

1,5

COM nov 2007

2,9

2,5

2,1

2,2

n.b.

n.b.

SP nov 2006

2,3

1,4

1,75

1,75

1,75

n.b.

HICP-inflatie

(%)

SP dec. 2007

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

COM nov 2007

1,8

2,2

2

1,8

n.b.

n.b.

SP nov 2006

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Output gap (5)

(% van het potentiële bbp)

SP dec. 2007

  • – 
    0,2

0,7

1,1

0,8

0,5

  • – 
    0,1

COM nov 2007 (6)

  • – 
    0,5

0,3

0,6

0,9

n.b.

n.b.

SP nov 2006

  • – 
    0,3
  • – 
    0,3
  • – 
    0,2

0

0

n.b.

Financieringsoverschot/-tekort t.o.v. het buitenland

(% van het bbp)

SP dec. 2007

5,2

6,1

6,1

6,3

6,3

6,3

COM nov 2007

5,2

5,8

5,8

6,1

n.b.

n.b.

SP nov 2006

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Overheidssaldo

(% van het bbp)

SP dec. 2007

  • – 
    1,6

0

  • – 
    0,5

0

0,5

0,5

COM nov 2007

  • – 
    1,6

0,1

  • – 
    0,1

0,2

n.b.

n.b.

SP nov 2006

  • – 
    2,1
  • – 
    1,5
  • – 
    1,5
  • – 
    1
  • – 
    0,5

n.b.

Primair saldo

(% van het bbp)

SP dec. 2007

1,2

3

2,5

2,5

3

3,5

COM nov 2007

1,2

2,8

2,6

2,8

n.b.

n.b.

SP nov 2006

0,5

1

1

1,5

2

n.b.

Voor de conjunctuur gecorrigeerd saldo (5)

(% van het bbp)

SP dec. 2007

  • – 
    1,5
  • – 
    0,3
  • – 
    0,8
  • – 
    0,4

0

0,7

COM nov 2007

  • – 
    1,3
  • – 
    0,1
  • – 
    0,4
  • – 
    0,2

n.b.

n.b.

SP nov 2006

  • – 
    2,0
  • – 
    1,5
  • – 
    1,5
  • – 
    1,0
  • – 
    0,6

n.b.

Structureel saldo (7)

(% van het bbp)

SP dec. 2007

  • – 
    1,5
  • – 
    0,3
  • – 
    0,7
  • – 
    0,3

0

0,7

COM nov 2007

  • – 
    1,3

0,0

  • – 
    0,4
  • – 
    0,2

n.b.

n.b.

SP nov 2006

  • – 
    2
  • – 
    1,5
  • – 
    1,5
  • – 
    1
  • – 
    0,6

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het bbp)

SP dec. 2007

67,5

65

63

61,5

59,5

57,5

COM nov 2007

67,5

64,7

62,6

60,3

n.b.

n.b.

SP nov 2006

68

67

66,5

65,5

64,5

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm

  • (2) 
    Bij de beoordeling wordt met name rekening gehouden met de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie en met de beoordeling door de Commissie van het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma. Recente indicatoren wijzen echter op een iets lagere groei in 2008.
  • (4) 
    Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enige lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens.
  • (5) 
    In de programma's vermelde output gaps en voor de conjunctuur gecorrigeerde saldi, zoals herberekend door de Commissie op basis van de in de programma's voorkomende informatie.
  • (6) 
    Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 1,2 %, 1,6 %, 1,8 % en 1,9 % in de periode 2006-2009.
  • (7) 
    Voor de conjunctuur gecorrigeerd saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. De eenmalige en andere tijdelijke maatregelen hebben volgens het meest recente programma een tekortverhogend effect van 0,1 % van het bbp in 2008 en in 2009 en volgens de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie een tekortverhogend effect van 0,1 % van het bbp in 2007 en in 2009.

Bron:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.