Geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2007-2010

1.

Wettekst

20.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 74/5

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 4 maart 2008

over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2007-2010

(2008/C 74/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 5, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

(1)

Op 4 maart 2008 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2007-2010 behandeld.

 

(2)

Slovenië heeft in de afgelopen tien jaar over het algemeen een krachtige bbp-groei gekend die in het eerste jaar van lidmaatschap van het eurogebied een hoogtepunt bereikte. Met name door de ontwikkeling van de grondstoffenprijzen en door een gebrek aan concurrentie in een aantal sectoren is de inflatie in 2007 echter ook duidelijk toegenomen, met het gevaar dat de lonen in 2008 worden meegezogen.

Dankzij de krachtige economische groei in de aanloop naar de toetreding tot de EU en het eurogebied is goede vooruitgang geboekt bij de consolidatie van de overheidsfinanciën. In de toekomst zijn verbetering van de arbeidsproductiviteit, het afstemmen van de lonen op de productiviteit en aanhoudende begrotingsinspanningen nodig om de macro-economische stabiliteit te vergroten en de inflatie te verlagen. Het concurrentievermogen van de exportgerichte economie zou gebaat zijn bij maatregelen om de recente stijging van de inflatie in Slovenië tegen te gaan. Voorts blijft de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn een probleem omdat de vergrijzing naar verwachting duidelijk gevolgen zal hebben voor de begroting en er geen sprake is van verdere pensioenhervormingen. Om het huidige economische inhaalproces te ondersteunen, is het van belang dat verdere structurele hervormingen, en met name een hervorming van de arbeidsmarkt en de productmarkten, worden doorgevoerd. In dit verband is het ook nuttig om de overheidsuitgaven verder te verschuiven naar groeibevorderende rubrieken, iets te doen aan starre begrotingsregels en de doelmatigheid van de uitgaven te vergroten.

 

(3)

Volgens het macro-economische scenario van het programma vertraagt de reële bbp-groei van 5,8 % in 2007 tot 4,6 % in 2008 en 4,1 % in 2009 en trekt deze aan het eind van de programmaperiode weer aan tot 4,5 %. Afgaande op de thans beschikbare informatie (2) lijkt dit scenario te berusten op plausibele groeihypothesen, zij het dat de risico's voor 2008 sinds de afronding van het stabiliteitsprogramma zijn toegenomen vanwege het externe klimaat. Na de onverwachte stijging van de inflatie in 2007 zijn de programmaprojecties voor de inflatie duidelijk hoger dan in het scenario van afgelopen jaar. Toch blijven ze voor 2008 gezien de recente ontwikkelingen bij de levensmiddelen- en energieprijzen aan de lage kant. Tweederonde-effecten van de sterke toename van de inflatie in 2007 en loonstijgingen in de publieke sector die tot looneisen in de particuliere sector leiden, kunnen ervoor zorgen dat het inflatieverschil met de rest van het eurogebied oploopt. Indien die situatie lang aanhoudt, kan dit tot gevolg hebben dat het concurrentievermogen zich minder gunstig ontwikkelt dan uit het programma naar voren komt.

 

(4)

Het overheidstekort voor 2007 wordt in de najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie geraamd op 0,7 % van het bbp, tegen een streefcijfer van 1,5 % van het bbp in het programma van 2006. Het verschil is voornamelijk te danken aan een gunstig basiseffect van het resultaat over 2006 en aan een hogere nominale bbp-groei in 2007 dan waarop gerekend was. Tegelijk zijn — ook volgens de actualisering 2007 van het programma — inkomstenmeevallers deels weggevallen tegen een hogere toename van de uitgaven dan gepland in het programma voor 2006. Recentere informatie op kasbasis wijst er echter op dat het resultaat over 2007 nog gunstiger uitvalt en dat er mogelijk zelfs sprake is van een gering overschot. Al met al is de uitvoering van de begroting in 2007 in lijn geweest met het advies van de Raad van 27 februari 2007 over het stabiliteitsprogramma van 2006 (3). Daarin was Slovenië verzocht om te profiteren van het gunstige economische klimaat, onder meer de begrotingsmeevallers in 2006, om de middellangetermijndoelstelling (MTD) sneller te bereiken. De uitvoering van de begroting voor 2007 is ook in overeenstemming met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid.

 

(5)

De budgettaire middellangetermijnstrategie van de actualisering is er vooral op gericht in de loop van de programmaperiode met een steeds ruimere marge te voldoen aan de MTD, een structureel tekort van 1 % van het bbp (structureel wil zeggen: voor de conjunctuur gecorrigeerd tekort, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), zij het dat deze marge in 2008 iets terugloopt. Dat dit doel afwijkt van het doel van het vorige programma, namelijk om de MTD in 2009 te bereiken, komt doordat het resultaat over 2006 zoals hierboven vermeld, is meegevallen (voornamelijk dankzij de hogere nominale bbp-groei) en daarmee eigenlijk al in 2006 min of meer aan de MTD was voldaan. Nu er sprake is van een betere uitgangssituatie, loopt het nominale tekort in de actualisering van 2007 in vergelijking met het programma van 2006 over de gehele programmaperiode terug met ongeveer een 0,5 procentpunt van het bbp.

Het tekort neemt in 2008 toe met 0,9 % van het bbp en wordt daarna geleidelijk weggewerkt. Daarbij vindt de grootste aanpassing in het laatste jaar plaats. Het primaire overschot volgt eenzelfde traject en komt in 2010 uit op iets meer dan 1 % van het bbp. De beoogde consolidatie vloeit voort uit een beheersing van de uitgaven, die met uitzondering van 2008 ruim opweegt tegen de geleidelijke daling van de ontvangstenquote. De primaire uitgaven dalen in de programmaperiode met 2,25 procentpunten van het bbp. Hoewel er sprake is van een vrij brede daling, hangt deze toch vooral samen met een beheersing van de sociale uitgaven, goed voor één derde van de totale consolidatie. De geleidelijke daling van de ontvangstenquote is grotendeels een gevolg van de lopende fiscale hervormingen (1,75 procentpunten) en doet zich met name bij de indirecte belastingen voor. De directe belastingen vertonen juist een lichte stijging.

 

(6)

De aan de begrotingsprognoses in het programma verbonden risico's lijken elkaar voor 2008 min of meer in evenwicht te houden, maar in de laatste jaren kunnen de begrotingsresultaten iets slechter uitvallen dan beoogd. Voor 2008 weegt een mogelijk gunstig basiseffect van een eventueel meevallend begrotingsresultaat over 2007 op tegen de risico's die voortvloeien uit de huidige verslechtering van het externe klimaat. Voor de jaren daarna loopt de uitvoering van de begrotingsstrategie bepaalde risico's, met name omdat de uitgaven pas aan het eind van de periode sterk worden teruggedrongen, maar niet goed duidelijk wordt welke maatregelen daaraan ten grondslag liggen. Tot op zekere hoogte worden deze risico's afgezwakt door het feit dat Slovenië in het recente verleden vaker goed heeft gepresteerd en de resultaten dus beter kunnen uitvallen dan waarop wordt gerekend.

 

(7)

Gezien deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingskoers toereikend om de MTD in de gehele programmaperiode vast te houden. Wel is de marge in de laatste jaren mogelijk smaller dan beoogd. De geringe verslechtering van het structurele saldo in 2008 kan procyclisch uitpakken, zij het dat neerwaartse risico's zijn toegenomen vanwege het externe klimaat. Dit zou niet stroken met het stabiliteits- en groeipact. Voorts lijkt voor 2008, gezien de sterke inflatiedruk op dit moment, een restrictiever begrotingsbeleid geboden dan nu wordt beoogd. De Raad merkt op dat dit ook zou sporen met de door de Eurogroep in april 2007 geformuleerde oriëntaties voor het begrotingsbeleid, volgens welke het noodzakelijk is om de budgettaire beleidsplannen voor 2008 zorgvuldig op te stellen, en wel zodanig dat wordt voorkomen dat macro-economische onevenwichtigheden in de hand worden gewerkt. Voor de periode na 2008 is de budgettaire beleidskoers, zoals deze uit het programma naar voren komt, in overeenstemming met het pact.

 

(8)

Slovenië lijkt een hoog risico te lopen wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft. De begrotingssituatie in 2007 zoals geraamd in het programma, is ten opzichte van 2006 ruwweg ongewijzigd gebleven en is, zelfs als geen rekening wordt gehouden met de budgettaire gevolgen van de vergrijzing, net voldoende om de schuldquote op lange termijn te stabiliseren. De budgettaire gevolgen van de vergrijzing liggen echter ruim boven het EU-gemiddelde. Dit komt vooral door een sterkere stijging van de pensioenuitgaven. Met hoge primaire overschotten op middellange termijn en vooral met verdere maatregelen om de forse stijging van de leeftijdsgerelateerde uitgaven te beteugelen, zouden de risico's voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën verminderen.

 

(9)

Het stabiliteitsprogramma lijkt aan te sluiten bij het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma. Met name wordt in beide documenten een beeld geschetst van de voornaamste lopende hervormingsmaatregelen, zoals de ingrijpende fiscale hervorming, investeringen in de infrastructuur en wijzigingen in het stelsel van sociale overdrachten. Het programma bevat geen gedetailleerde kwalitatieve beoordeling van de algemene gevolgen van het nationale hervormingsprogramma binnen het kader van de begrotingsstrategie op middellange termijn. Wel wordt, zij het niet systematisch, informatie verstrekt over de rechtstreekse budgettaire gevolgen van de voornaamste voorgenomen hervormingen en is daarmee rekening gehouden in de begrotingsprognoses.

 

(10)

De begrotingsstrategie van het programma strookt slechts deels met de landenspecifieke globale richtsnoeren voor het economisch beleid die zijn opgenomen in de geïntegreerde richtsnoeren, en met de richtsnoeren op het gebied van het begrotingsbeleid die in het kader van de Lissabon-strategie zijn uitgevaardigd voor de lidstaten die deel uitmaken van het eurogebied. Zo ontbreken krachtige vervolgmaatregelen om het pensioenstelsel met het oog op de houdbaarheid op lange termijn ingrijpender te hervormen.

 

(11)

Wat de in de gedragscode voor stabiliteits- en convergentieprogramma's gespecificeerde gegevensvereisten betreft, vertoont het programma enkele lacunes in de verplichte en facultatieve gegevens (4).

De algemene conclusie luidt dat Slovenië in 2007, twee jaar eerder dan in de vorige plannen, aan zijn MTD heeft voldaan en dat het programma in de loop van de programmaperiode de MTD met een steeds ruimere marge wil vasthouden. De meest recente beschikbare informatie wijst erop dat het begrotingsresultaat over 2007 gunstiger uitvalt dan verwacht, en dat er mogelijk zelfs sprake is van een gering overschot. In 2008 verslechtert het structurele saldo echter iets, dit ondanks de onverminderd gunstige groeivooruitzichten. De aan de begrotingsdoelstellingen verbonden risico's houden elkaar voor 2008 min of meer in evenwicht. In de laatste jaren kunnen de begrotingsresultaten, vooral door de risico's voor de beoogde uitgavenbeheersing, iets ongunstiger uitvallen dan waarop gemikt wordt. De budgettaire koers in 2008 kan procyclisch uitpakken. Mede gezien de sterke inflatiedruk op dit moment lijkt voor 2008 een restrictiever begrotingsbeleid geboden dan momenteel wordt beoogd. De verwachte hoge loonstijgingen in de publieke sector geven ook reden tot bezorgdheid over de inflatievooruitzichten. Ondanks de momenteel lage schuld luidt het oordeel dat Slovenië door de verwachte duidelijke gevolgen van de vergrijzing voor de begroting een hoog risico loopt wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn betreft.

In het licht van de bovenstaande evaluatie wordt Slovenië verzocht om:

 

i)

het waarschijnlijk meevallende resultaat over 2007 te gebruiken om de begrotingssituatie in 2008 en daarna sterker te verbeteren dan in het programma wordt beoogd, en aldus een procyclisch beleid te vermijden;

 

ii)

klaar te staan om verdere maatregelen te treffen om de inflatiedruk te beteugelen door het aanbevolen begrotingsbeleid aan te vullen met passend loon-, arbeidsmarkt- en concurrentiebeleid;

 

iii)

gezien de verwachte stijging van leeftijdsgerelateerde uitgaven de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren, met name door een verdere hervorming van het pensioenstelsel.

De Raad merkt tevens op dat dergelijke maatregelen zouden stroken met de in april 2007 door de Eurogroep vastgestelde richtsnoeren voor het begrotingsbeleid.

Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses

 
 

2006

2007

2008

2009

2010

Reëel Bbp

(Verandering in %)

SP nov 2007

5,7

5,8

4,6

4,1

4,5

COM nov 2007

5,7

6,0

4,6

4,0

n.b.

SP dec 2006

4,7

4,3

4,2

4,1

n.b.

HICP-inflatie

(%)

SP nov 2007

2,5

3,4

3,5

2,8

2,6

COM nov 2007

2,5

3,5

3,7

2,9

n.b.

SP dec 2006

2,7

2,7

2,5

2,2

n.b.

Output gap (5)

(% van het potentiële BBP)

SP nov 2007

  • – 
    0,2

0,7

0,5

0,1

0,2

COM nov 2007 (6)

  • – 
    0,2

0,9

0,8

0,3

n.b.

SP dec 2006

  • – 
    0,5
  • – 
    0,2

0,0

0,3

n.b.

Financieringsoverschot/-tekort t.o.v.

het buitenland (% van het bbp)

SP nov 2007

  • – 
    2,8
  • – 
    3,5
  • – 
    3,1
  • – 
    2,0
  • – 
    1,6

COM nov 2007

  • – 
    2,6
  • – 
    3,3
  • – 
    2,6
  • – 
    1,9

n.b.

SP dec 2006

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

Overheidssaldo

(% van het bbp)

SP nov 2007

  • – 
    1,2
  • – 
    0,6
  • – 
    0,9
  • – 
    0,6

0,0

COM nov 2007

  • – 
    1,2
  • – 
    0,7
  • – 
    1,0
  • – 
    0,8

n.b.

SP dec 2006

  • – 
    1,6
  • – 
    1,5
  • – 
    1,6
  • – 
    1,0

n.b.

Primair saldo

(% van het BBP)

SP nov 2007

0,2

0,7

0,2

0,6

1,1

COM nov 2007

0,2

0,7

0,3

0,4

n.b.

SP dec 2006

0,1

  • – 
    0,1
  • – 
    0,3

0,3

n.b.

Voor de conjunctuur gecorrigeerd saldo (5)

(% van het bbp)

SP nov 2007

  • – 
    1,1
  • – 
    0,9
  • – 
    1,1
  • – 
    0,7
  • – 
    0,1

COM nov 2007

  • – 
    1,1
  • – 
    1,1
  • – 
    1,4
  • – 
    1,0

n.b.

SP dec 2006

  • – 
    1,4
  • – 
    1,4
  • – 
    1,6
  • – 
    1,1

n.b.

Structureel saldo (7)

(% van het BBP)

SP nov 2007

  • – 
    1,1
  • – 
    0,8
  • – 
    1,0
  • – 
    0,7
  • – 
    0,1

COM nov 2007

  • – 
    1,1
  • – 
    1,1
  • – 
    1,4
  • – 
    1,0

n.b.

SP dec 2006

  • – 
    1,4
  • – 
    1,4
  • – 
    1,6
  • – 
    1,1

n.b.

Bruto overheidsschuld

(% van het BBP)

SP nov 2007

27,1

25,6

24,7

23,8

22,5

COM nov 2007

27,1

25,6

24,5

23,8

n.b.

SP dec 2006

28,5

28,2

28,3

27,7

n.b.

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/main_en.htm

  • (2) 
    Bij de beoordeling wordt met name rekening gehouden met de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie en met de beoordeling door de Commissie van het uitvoeringsverslag van oktober 2007 van het nationale hervormingsprogramma.
  • (4) 
    Zo ontbreken de gegevens over de externe hypothesen („mondiale bbp-groei, exclusief EU”, „mondiale importvolumes, exclusief EU”) en over een aantal sectorale saldo's en de uitsplitsing van de stock-flow adjustment van de schuld.
  • (5) 
    In de programma's vermelde output gaps en voor de conjunctuur gecorrigeerde saldi, zoals herberekend door de diensten van de Commissie op basis van de in de programma's voorkomende informatie.
  • (6) 
    Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 4,2 %, 4,9 %, 4,7 % en 4,5 % in de periode 2006-2009.
  • (7) 
    Voor de conjunctuur gecorrigeerd saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. Volgens het meest recente programma hebben de eenmalige en andere tijdelijke maatregelen een tekortverhogend effect van 0,1 % van het bbp in 2007 en 0,1 % in 2008. De diensten van de Commissie zien deze maatregelen niet als eenmalig. Daarom ontbreken deze in de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie.

Bronnen:

Stabiliteitsprogramma (SP); economische najaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.