Resolutie van de Raad van de EG en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 7 februari 1983 betreffende de voortzetting en verwezenlijking van een beleid en een actieprogramma van de EG inzake het milieu (1982-1986)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 41983X0217

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

41983X0217

Resolutie van de Raad van de Europese Gemeenschappen en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 7 februari 1983 betreffende de voortzetting en verwezenlijking van een beleid en een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu (1982-1986)

Publicatieblad Nr. C 046 van 17/02/1983 blz. 0001

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0084

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0084

++++

RESOLUTIE VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN , IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

van 7 februari 1983

betreffende de voortzetting en verwezenlijking van een beleid en een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu

( 1982-1986 )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN , IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN ,

constateren dat de acties waartoe het aan deze resolutie gehechte programma aanleiding zal geven , in sommige gevallen op het niveau van de Gemeenschap moeten worden ondernomen en in andere gevallen door de Lid-Staten .

Wat de acties betreft die moeten worden uitgevoerd door de Lid-Staten , dienen deze laatste voor de goede uitvoering daarvan te zorgen , met dien verstande dat de Raad ten aanzien van deze acties de in de Verdragen vastgelegde coordinatiebevoegdneden uitoefent .

Wat de acties van het programma betreft die door de Instellingen van de Gemeenschappen moeten worden uitgevoerd , verklaart de Raad het volgende :

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ,

Gezien het ontwerp van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de verklaring van de Raad van de Europese Gemeenschappen en van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten , in het kader van de Raad blijeen , van 22 november 1973 ( 3 ) , in de tenuitvoerlegging van een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu voorziet ;

Overwegende dat dit actieprogramma voor de periode 1977-1981 is verlengd en aangevuld door de resolutie van de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten , in het kader van de Raad bijeen , van 17 mei 1977 ( 4 ) ;

Overwegende de taken van de Gemeenschappen die in de Verdragen tot oprichting van deze Gemeenschappen zijn vastgesteld ;

Overwegende in het bijzonder dat de Europese Economische Gemeenschap , luidens artikel 2 van haar oprichtingsverdrag , met name tot taak heeft de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap alsmede een gestadige en evenwichtige expansie te bevorderen en dat de verwezenlijking van deze taak , zelfs in gewijzigde economische omstandigheden , ondenkbaar is zonder een zo zuinig mogelijk gebruik van de hulpbronnen van het milieu of een verbetering van de kwaliteit van het bestaan en van de milieubescherming ;

Overwegende derhalve dat de verbetering van de kwaliteit van het bestaan en een zo zuinig mogelijk gebruik van de hulpbronnen van het milieu tot de wezenlijke taken van de Europese Economische Gemeenschap behoren en dat een communautair beleid op het gebied van het milieu tot de vervulling van deze taak kan bijdragen ;

Overwegende dat dient te worden vermeden dat de Lid-Staten uiteenlopende maatregelen treffen die economische distorsies in de Gemeenschap teweeg kunnen brengen ;

Overwegende de economische en sociale aspecten van het milieubeleid , in het bijzonder het feit dat dit beleid ertoe kan bijdragen om het oplossen van de huidige economische problemen , met inbegrip van de werkloosheid , te vergemakkelijken ;

Overwegende dat de Raad de doelstellingen en beginselen van het communautair milieubeleid heeft goedgekeurd in de verklaring van 22 november 1973 en dat hij deze heeft bekrachtigd in de resolutie van 17 mei 1977 ;

Overwegende dat het actieprogramma inzake het milieu van 22 november 1973 , verlengd en aangevuld op 17 mei 1977 , geldig blijft ; dat het moet worden bijgesteld , verder moet worden uitgevoerd en voor de jaren 1982 tot en met 1986 moet worden aangevuld met de nieuwe taken die nodig zullen zijn gebleken ;

Overwegende met name dat , naast de acties waarmee reeds een aanvang is gemaakt , meer in het bijzonder op het gebied van de vermindering van de verontreiniging , het zo zuinig mogelijk gebruiken van de hulpbronnen van het milieu vereist dat het preventieve karakter van het milieubeleid wordt versterkt in het kader van een algemene strategie en dat ernaar wordt gestreefd de milieu-overwegingen in de andere sectoren van communautair beleid te integreren ,

Neemt akte van het aan deze resolutie gehechte actieprogramma en hecht zijn goedkeuring aan de algemene strekking ervan ;

Verklaart dat in het bijzonder op de volgende gebieden communautaire acties dienen te worden gevoerd :

a ) integratie van het milieufacet in het beleid op andere terreinen ;

b ) milieu-effectbeoordeling ;

c ) vermindering van vervuiling en hinder , zo mogelijk aan de bron , in het kader van een aanpak die ertoe strekt te voorkomen dat de verontreiniging van de ere milieusector op de andere wordt afgewenteld , op de volgende gebieden :

  • bestrijding van de luchtverontreiniging , met name door NO x , zware metalen en SO2 , onder andere door de tenuitvoerlegging van Richtlijn 80/779/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxyde en zwevende deeltjes ( 5 ) ;
  • bestrijding van de verontreiniging van de binnenwateren en de zeeën , onder andere :

i ) door de tenuitvoerlegging van Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd ( 6 ) en van Richtlijn 78/176/EEG van de Raad van 20 februari 1978 betreffende de afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie ( 7 ) , alsmede

ii ) door het actieprogramma van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1978 inzake de controle op en de beperking van de verontreiniging van de zee door lozingen van koolwaterstoffen ( 8 ) ;

  • bestrijding van de bodemverontreiniging ;

d ) bescherming van het milieu in het mediterrane gebied door bij de concretisering van het actieprogramma in het bijzonder rekening te houden met de specifieke aspecten daarvan ;

e ) geluidshinder , met name die welke wordt veroorzaakt door vervoermiddelen ;

f ) bestrijding van de grensoverschrijdende verontreiniging ;

g ) gevaarlijke chemische stoffen en preparaten ; bij voorbeeld de aanvulling op en toepassing van Richtlijn 79/831/EEG van de Raad van 18 september 1979 houdende zesde wijziging van Richtlijn 67/548/EEG betreffende aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling , de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen ( 9 ) ;

h ) afvalproblemen , met inbegrip van behandeling , terugwinning en hergebruik van het afval , met name problemen ten aanzien van giftig en gevaarlijk afval , met inbegrip van het grensoverschrijdende vervoer van het afval en de herziening van de lijst van toxische en gevaarlijke stoffen en materialen in de bijlage bij Richtlijn 78/319/EEG van de Raad van 20 maart 1978 betreffende toxische en gevaarlijke afvalstoffen ( 10 ) ;

i ) bevordering van de ontwikkeling van schone technologieën , bij voorbeeld door verbetering van de uitwisseling van informatie tussen de Lid-Staten ;

j ) bescherming van de bijzonder milieugevoelige gebieden van communautair belang ;

k ) samenwerking met ontwikkelingslanden op milieugebied ;

Neemt met voldoening akte van het voornemen van de Commissie om zich , evenals zij in het verleden heeft gedaan , bij de uitwerking van haar voorstellen door de volgende overwegingen te laten leiden :

a ) de wenselijkheid van een actie op communautair niveau ;

b ) de noodzaak om nutteloos dubbel werk te voorkomen door na te gaan of ten aanzien van de betrokken onderwerpen reeds een bevredigende actie wordt gevoerd door internationale instanties ;

c ) de noodzaak om zoveel mogelijk de kosten en de baten van de beoogde acties te evalueren ;

d ) de noodzaak om rekening te houden met de verschillende economische en ecologische omstandigheden en de verschillende structuren in de Gemeenschap ;

e ) de noodzaak om pas na zorgvuldig onderzoek , analyse en raadpleging bij de Raad voorstellen in te dienen ;

Verbindt zich ertoe over bovengenoemde voorstellen voor zover mogelijk te beslissen binnen negen maanden nadat zij door de Commissie zijn ingediend , of , in voorkomend geval , nadat de adviezen van het Europese Parlement en het Economisch en Sociaal Comité zijn toegezonden ;

Verklaart dat tot beschikbaarstelling van de financiële middelen voor de uitvoering van deze resolutie en het daaraan gehechte actieprogramma wordt besloten volgens de gebruikelijke procedures .

BIJLAGE

ACTIEPROGRAMMA VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN INZAKE HET MILIEU ( 1982-1986 )

I . INLEIDING

1 . De verklaringen van de Topconferentie van staatshoofden en regeringsleiders van de Lid-Staten , in vergadering bijeen te Parijs in oktober 1972 , hebben tot gevolg gehad dat een beslissende politieke impuls werd gegeven aan de bescherming van het milieu bij de organisatie van de sociaal-economische ontwikkeling van de Gemeenschap .

Door deze impuls heeft de Raad op 22 november 1973 ( 11 ) een communautair actieprogramma inzake het milieu kunnen goedkeuren dat op 17 mei 1977 ( 12 ) was bijgewerkt om de continuïteit van de reeds aangevangen werkzaamheden te waarborgen en nieuwe taken voor de jaren 1977 tot 1981 te ondernemen . Aldus is de Gemeenschap begonnen met een milieubeleid .

2 . Aanvankelijk ging de meeste aandacht uit naar de mogelijkheid dat ten gevolge van de zeer uiteenlopende nationale beleidslijnen dispariteiten zouden ontstaan die de goede werking van de gemeenschappelijke markt nadelig zouden beïnvloeden . Dit kan gebeuren indien er uiteenlopende produktnormen bestaan die aanleiding geven tot belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen , of bij een beleid waarbij al te verschillende lasten aan de ondernemingen worden opgelegd , hetgeen leidt tot concurrentiedistorsies .

3 . Het gemeenschappelijke milieubeleid vloeit thans echter voort uit de vaststelling dat de milieubronnen de basis , maar ook de grens vormen van een verdere economische en sociale ontwikkeling , alsmede uit een verbetering van de levensvoorwaarden . Dit beleid is er derhalve niet alleen op gericht de gezondheid van de mens , de natuur en het milieu te beschermen , maar tevens een goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen te waarborgen , met name door kwalitatieve overwegingen te betrekken bij de conceptie en de organisatie van de economische en sociale ontwikkeling . Het is derhalve een onontbeerlijk element om de aan de Gemeenschap opgelegde fundamentele doelstellingen te bereiken .

4 . Het communautaire milieubeleid heeft , evenals de nationale beleidslijnen in hun geheel , binnen betrekkelijk korte termijnen en ondanks steeds toenemende economische moeilijkheden tot aanzienlijke resultaten geleid .

De werkzaamheden zijn vooral geconcretiseerd in wetgevend en bestuursrechtelijk werk om de verontreiniging en hinder te verminderen en zelfs volledig uit te schakelen en om het natuurlijk milieu te beschermen . Hierdoor kon een basis en een communautair referentiekader worden gecreëerd . Er werden ook andere werkzaamheden verricht , in het bijzonder de studie van nieuwe ingrijpende maatregelen , de realisatie en de coordinatie van onderzoeken , de bewustmaking van de publieke opinie .

Het communautaire milieubeleid , dat oorspronkelijk vooral gericht was op de bestrijding van verontreiniging en hinder , heeft zich geleidelijk ontwikkeld in de richting van een algemeen preventief beleid . Deze nieuwe ontwikkeling biedt immers het dubbele voordeel dat maatregelen inzake milieubescherming kunnen worden genomen , waarbij er voor gezorgd kan worden dat de kosten zo laag mogelijk blijven en dat er positieve maatregelen kunnen worden uitgewerkt voor steun en begeleiding bij de economische ontwikkeling . In dit opzicht vormde de instelling in de Gemeenschap van een controle a priori op nieuwe chemische stoffen een eerste aanwijzing van een ruimer beleid dat verder betrekking moest hebben op gevaarlijke industriële activiteiten of activiteiten welke het milieu op significante wijze kunnen beïnvloeden .

In zijn geheel heeft het beleid thans reeds aan bepaalde werkzaamheden de geschikte geografische en politieke dimensie gegeven , konden enkele moeilijkheden in verband met de goede werking van de gemeenschappelijke markt worden vermeden , kon worden voorzien in een referentiekader voor de nationale beleidslijnen en kon tenslotte een nieuwe stimulans worden gegeven op het gebied van de bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en de verbetering van de kwaliteit van het leven .

Tenslotte neemt de Gemeenschap op internationaal niveau actief deel aan internationale overeenkomsten waarbij zij partij is en werkt zij nauw samen met internationale organisaties die milieuproblemen behandelen alsmede met de administratie van een aantal derde landen die met dezelfde problemen als die van de Gemeenschap worden geconfronteerd .

5 . Aangezien de economische situatie in de Gemeenschap en de Lid-Staten steeds slechter wordt , kan de vraag worden gesteld of het communautaire milieubeleid moet worden omgebogen . De Commissie en de Raad hebben reeds bij de uitvoering van de twee eerste actieprogramma's rekening gehouden met de nieuwe economische omstandigheden , met name door de ontwikkeling van preventieve maatregelen . Het milieubeleid is echter een structureel beleid , dat onafhankelijk van de wisselvalligheden van de conjunctuur moet worden gevoerd ten einde de mogelijke toekomstige ontwikkelingen niet in gevaar te brengen en een ernstige degradatie van de natuurlijke hulpbronnen te voorkomen . Voorts blijven de milieuoverwegingen een grote rol spelen in de publieke opinie die , ondanks de huidige economische moeilijkheden , steun blijft verlenen aan de beschermende maatregelen .

De werkzaamheden voor 1982-1986 zullen derhalve gericht moeten zijn op dezelfde doelstellingen en steunen op dezelfde beginselen als de werkzaamheden welke de Gemeenschap in het verleden heeft verricht en ook dezelfde prioriteiten moeten nastreven , zodat de milieubescherming niet alleen wordt voortgezet , maar tevens versterkt wordt , om de kwaliteit van het leefmilieu en de levensvoorwaarden voor de huidige en de toekomstige generaties te waarborgen .

In de eerste plaats dienen talrijke werkzaamheden te worden voltooid welke in het programma 1977-1981 waren opgenomen en die om diverse redenen niet konden worden beëindigd , met name omdat de omvang van deze programma's niet in verhouding stond tot de voor de uitvoering ervan uitgetrokken middelen .

De Commissie is voornemens de reeds goedgekeurde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen te blijven toepassen ten einde de communautaire verworvenheden doeltreffender te maken en te versterken .

6 . Bij de consolidatie van de verworvenheden op milieugebied en de voortzetting van de in de programma's van 1973 en van 1977 vermelde werkzaamheden dient echter enerzijds rekening te worden gehouden met de sociaal-economische context van de jaren 80 en anderzijds net de nieuwe politieke en geografische dimensies van de Gemeenschap der Tien , alsmede met de onderhandelingen die thans met twee staten worden gevoerd met het oog op hun toetreding . Het op het volledige en veelvuldige gebruik van alle hulpbronnen ( menselijke en natuurlijke ) gebaseerde economische herstel is een doelstelling van primair belang voor de economie van de hele Gemeenschap . Daarom worden in het kader van het milieubeleid criteria en maatregelen vastgesteld waarmee een meer evenwichtige ontwikkeling kan worden bereikt en verspilling van natuurlijke hulpbronnen kan worden tegengegaan .

De sociaal-economische context van de jaren 80 vereist dat bij milieuwerkzaamheden niet alleen rekening wordt gehouden met belangrijke problemen waarmee de Gemeenschap wordt geconfronteerd ( werkgelegenheid , inflatie , energie en betalingsbalans en toename van de regionale dispariteiten ) , maar dat eveneens een bijdrage wordt geleverd tot inspanningen op andere gebieden , zodat ook daar oplossingen kunnen worden gevonden . Als voorwaarde geldt hierbij dat voorkomen dient te worden dat de verslechterde economische situatie zal worden aangegrepen om als excuus te dienen voor het afzwakken van het nu op gang gekomen milieubeleid .

In deze geest moet het milieubeleid vooral ten uitvoer worden gelegd om :

  • nieuwe arbeidsplaatsen te creëren door het bevorderen en stimuleren van de ontwikkeling van speerpuntindustrieën op het gebied van minder verontreinigende produkten , uitrustingen en procédés , of waarbij minder niet-hernieuwbare hulpbronnen worden gebruikt ;
  • elke vorm van verontreiniging en hinder of van inbreuk op de ruimte , het milieu en de hulpbronnen te beperken , wat een verspilling vormt of onaanvaardbare kosten met zich brengt voor de collectiviteit ;
  • de besparing van bepaalde grondstoffen die niet hernieuwbaar zijn of waarvan de bevoorrading moeilijk is en de recycling van afval en het zoeken naar minder verontreinigende alternatieven aan te moedigen ;
  • de mogelijke negatieve effecten die verband houden met het gebruik van energiebronnen ter vervanging van aardolie , zoals steenkool of kernenergie , te voorkomen of te beperken , de energiebesparingen te bevorderen en minder verontreinigende energiebronnen te gebruiken ;
  • de informatieovereenkomst op milieugebied van 5 maart 1973 ( 13 ) volledig te doen toepassen , zodat zoveel mogelijk kan worden voorkomen dat geïsoleerde nationale bepalingen de goede werking van de interne markt belemmeren of de uitwerking van de op Gemeenschapsnizeau toe te passen maatregelen bemoeilijken .

7 . Door de uitbreiding van de Gemeenschap en met name in het Middellandse-Zeegebied , is het noodzakelijk dat werkzaamheden op het gebied van de milieubescherming op meer doeltreffende en specifieke wijze in het kader van het algemene Middellandse-Zeebeleid bijdragen tot de bescherming van deze zee . De actieve deelneming van de Gemeenschap aan de overeenkomst voor de bescherming van de Middellandse-Zee tegen verontreiniging en bijbehorende protocollen zal het niet alleen mogelijk maken de economische , sociale en culturele waarden van dit mariene milieu beter te beschermen en het gemeenschappelijk patrimonium te behouden , maar ook het politieke klimaat zal worden verbeterd en het zoeken naar een duurzame vrede in het Middellandse-Zeebekken zal worden vergemakkelijkt .

Ook voor de tweede internationale zee , die de Gemeenschap omringt , de Noordzee , zal een meer coordinerend beleid dienen te worden gevoerd . Met name zal aandacht moeten worden besteed aan de voor het ecologische systeem van de Noordzee nadelige gevolgen van ( ook op elkaar inwerkende ) vormen van menselijke activiteit , zoals olie - en gaswinning , zand - en grindwinning , scheepvaartverkeer , vervuilingen vanaf land , schepen en lucht . Als één van de belangrijkste prioriteiten geldt hier het komen tot een zodanige gecoordineerde vorm van bestuurlijk en wetgevend beheer dat het voortbestaan van de Noordzee als voor de mens uitzonderlijk belangrijke ecologische eenheid , maximaal wordt gewaarborgd .

8 . Om de hierboven opgesomde werkzaamheden te versterken en op doeltreffende wijze een preventief milieubeschermingsbeleid te kunnen voeren dient de Gemeenschap ervoor te zorgen dat bij de conceptie en de ontwikkeling van bepaalde economische activiteiten zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met milieu-overwegingen en dat uitwerking van een algemene strategie wordt bevorderd . Door het milieubeleid bij de economische en sociale ontwikkeling te betrekken zal het milieu meer in aanmerking worden genomen , met name op het gebied van landbouw ( met inbegrip van bosbouw en visserij ) , energie , industrie , transport en toerisme .

Ten einde te vermijden dat de verschillen in ontwikkeling tussen de diverse regio's van de Gemeenschap steeds groter worden , zal bij het communautaire milieubeleid ook meer rekening moeten worden gehouden met de regionale dimensie .

Het communautaire milieubeleid is ook een belangrijk element voor de strategie inzake industriële innovatie die de Commissie onlangs de begrotingsautoriteiten heeft voorgesteld . De maatregelen , met name op het gebied van de bestrijding van de verontreiniging en van het beheer en de veredeling van afval , sporen immers aan tot technologische innovatie en kunnen dan ook bijdragen tot een aanzienlijke verbetering van het concurrentievermogen van de communautaire economie . De Gemeenschap zal de ondernomen inspanningen door passende steunverlening voortzetten .

Om de verwezenlijking van deze doelstellingen te steunen is de Commissie voornemens een beter gebruik te maken van de mogelijkheden die op het niveau van de Gemeenschap door de beschikbare financiële instrumenten worden geboden . De voor het milieu specifieke communautaire financiële instrumenten die aan de Raad zijn voorgesteld zullen het mogelijk maken deze steun aan te vullen door de ontwikkeling aan te moedigen van technieken en methoden voor de verwezenlijking van werkzaamheden die niet in aanmerking komen voor de bestaande financiële instrumenten .

II . DE ONTWIKKELING VAN EEN ALGEMENE STRATEGIE

9 . Het uiteindelijke doel van het milieubeleid is de bescherming van de gezondheid van de mens , de duurzame beschikbaarheid qua kwantiteit en kwaliteit van alle hulpbronnen die het leefmilieu bepalen ; water , lucht , ruimte ( bodem en landschap ) , klimaat , grondstoffen , gebouwde omgeving , natuurlijk en cultureel patrimonium , alsmede het behoud en , zo mogelijk , het herstel van het natuurlijke milieu en voldoende ruimte voor in het wild levende dieren en planten .

Gezien de vaak zeer nauwe onderlinge verhoudingen tussen de verschillende hulpbronnen is voor een bezonnen beheer hiervan een algemene strategie noodzakelijk . Reeds bij het eerste en het tweede programma is een dergelijke strategie in beginsel noodzakelijk gebleken en dit is in de loop van de tenuitvoerlegging ervan geleidelijk bevestigd . Thans moet het beleid worden geconcretiseerd en moeten de lopende of te ondernemen werkzaamheden in een geschikt algemeen kader worden opgenomen , waarbij men met name uitgaat van de mondiale beschermingsstrategie zoals die is opgezet door UNEP , IUCN en WWF in maart 1980 .

Hierbij dient te worden gewezen op drie beginselen die beslissend zijn voor de verwezenlijking van dit doel ; het beginsel om het juiste niveau te vinden voor een bepaalde activiteit , het beginsel van de preventie , en , in de mate van het mogelijke , het beginsel van herstel .

Enerzijds dient te worden nagegaan welk niveau ( lokaal , regionaal , nationaal , communautair of internationaal ) het meest geschikt is om de desbetreffende problemen op te lossen en bijgevolg moeten de werkzaamheden die op communautair niveau het meest doeltreffend kunnen zijn , op dit niveau worden verwezenlijkt . Dit blijkt bijzonder belangrijk op gebieden zoals het beheer van de ruimte , waar de bevoegdheden in de Gemeenschap vaak uiterst gedecentraliseerd zijn .

Anderzijds dient in een zo vroeg mogelijk stadium van de plannings - en beslissingsprocessen inzake de sociaal-economische ontwikkeling rekening te worden gehouden met vereisten inzake het behoud van de natuur .

Deze benadering die ook de meest economische is voor de collectiviteit , wordt een element dat onverbreekbaar verbonden is met elke sociaal-economische activiteit .

Wil het beginsel van de preventie zo doeltreffend mogelijk zijn , dan is het noodzakelijk :

  • meer kennis en informatie te verzamelen en deze meer toegankelijk te maken voor de besluitvormende instanties en alle betrokken partijen , met inbegrip van het publiek ;
  • arbitrageprocedures uit te werken en in te voeren , waardoor wordt gewaarborgd dat zo vroeg mogelijk in het besluitvormingsproces inzake elke activiteit waarbij belangrijke effecten voor het milieu kunnen ontstaan , rekening wordt gehouden met de desbetreffende bestaande kennis . Dergelijke procedures moeten worden toegepast in een ecologisch kader , dat geleidelijk aan moet worden bepaald en waarbij wordt vastgesteld welke grenzen mogen worden overschreden zonder af te doen aan de regeneratiecapaciteit van de ecosystemen en de beschikbaarheid van de natuurlijke hulpbronnen ;
  • de beste allocatie voor de hulpbronnen te zoeken ;
  • toezicht uit te oefenen op de tenuitvoerlegging van de getroffen maatregelen om er zich van te vergewissen dat deze correct worden toegepast en eventueel worden aangepast aan de omstandigheden of de nieuwe kennis ;
  • de samenhang van het Gemeenschapsbeleid en de nationale beleidslijnen op milieugebied te versterken ;
  • de opleiding en de bewustmaking op milieugebied te verbeteren en te versterken .

De Commissie zal naar mogelijkheden zoeken voor herstel en na opstelling van een overzicht voorstellen doen voor de verwezenlijking daarvan .

10 . Onderzoek , verspreiding en toegankelijkheid van kennis

De Commissie zal bij de uitvoering van de diverse , door de Raad goedgekeurde onderzoekprogramma's meer in het bijzonder de nadruk leggen op de werkzaamheden die de tenuitvoerlegging van het huidige actieprogramma op korte , middellange en lange termijn kunnen steunen . In deze gedachtengang zal zij ook proberen bij te dragen tot de coordinatie van de onderzoekprogramma's op milieugebied in de Lid-Staten .

Wat betreft verspreiding van wetenschappelijke en technische informatie inzake de bescherming en verbetering van het milieu , zal de Commissie de activiteiten voortzetten die zij reeds begonnen is in het kader van het derde actieplan op het gebied van IDST en van het beleid inzake de opbouw van een Europese informaticamarkt en een eigen Europese produktie . Er zal een bijzondere inspanning worden geleverd op het gebied van de bewustmaking en de opleiding van de instanties die verantwoordelijk zijn voor het gebruik van de ontwikkelde informatiebronnen .

Zij zal verder de resultaten publiceren van verontreinigingsmetingen die worden uitgevoerd aan de hand van gemeenschappelijke procedures voor uitwisseling van informatie , waartoe de Raad heeft besloten voor het oppervlaktewater en voor de luchtverontreiniging . Een bijzonder treffend voorbeeld van de verbetering van de toegankelijkheid van informatie over de stand van het milieu op het niveau van de Gemeenschap , is de thans in uitvoering zijnde werkzaamheid " ecologische cartografie " .

11 . Procedures waardoor bij de plannings - en beslissingsprocessen rekening kan worden gehouden met milieugegevens

Het beste instrument om bij de plannings - en beslissingsprocessen rekening te houden met milieugegevens is de milieu-effectevaluatieprocedure . Deze procedure moet geleidelijk worden toegepast bij het plannen en voorbereiden van alle menselijke activiteiten , waardoor belangrijke effecten kunnen ontstaan voor het milieu zoals overheids - en particuliere werken , plannen voor ruimtelijke ordening , economische programma's en programma's voor regionale ontwikkeling , nieuwe produkten , nieuwe technologieën , opstelling van wetsontwerpen .

Een eerste verwezenlijking op dit gebied op communautair niveau is Richtlijn 79/831/EEG ( zesde wijziging van Richtlijn 67/548/EEG inzake gevaarlijke stoffen ) ( 14 ) .

De Commissie heeft bovendien bij de Raad een voorstel voor een richtlijn ingediend tot invoering van de milieu-effectevaluatie in de bestaande nationale procedures op het gebied van vergunningen voor nieuwe industriële werken en landbouwinfrastructuur ( 15 ) . De goedkeuring van deze richtlijn zal een belangrijke stap zijn in de richting van een effectieve integratie van de milieudimensie in beslissingen inzake de ontwikkeling .

In het licht van de op deze twee gebieden opgedane ervaring zal de Commissie eventueel bij de Raad voorstellen indienen om geleidelijk het toepassingsgebied van de milieu-effectevaluatie uit te breiden .

Zij zal hoe dan ook de nodige initiatieven nemen om te waarborgen dat alle werkzaamheden van de Gemeenschap , waarvan kan worden aangenomen dat deze belangrijke effecten kunnen hebben op het milieu , vooraf op passende wijze worden geëvalueerd .

12 . De beste allocatie van de hulpbronnen

Men dient er altijd in het bijzonder op toe te zien dat er een optimaal gebruik wordt gemaakt van de hulpbronnen . Alvorens nieuwe maatregelen worden getroffen moet dan ook zorgvuldig worden nagegaan of deze gerechtvaardigd zijn en hoe een optimale kosten/baten-verhouding kan worden bereikt . Sedert het begin van haar werkzaamheden streeft de Commissie naar toepassing van dit beginsel ; in de toekomst zal zij daaraan nog meer aandacht schenken .

Bij een strategie die erop gericht is zo goed mogelijk gebruik te maken van de hulpbronnen , speelt de toepassing van het beginsel " de vervuiler betaalt " ( 16 ) een beslissende rol . De toerekening aan de vervuilers van de kosten die verband Louden met de milieubescherming , zoals vastgesteld in dit beginsel , spoort de vervuilers aan de door hun activiteiten veroorzaakte verontreiniging te beperken en na te gaan welke produkten of technologieën minder verontreinigend zijn . Dit beginsel is derhalve het middel bij uitstek om de marktkrachten in dienst te stellen van een optimale oriëntatie van de economische structuren in het kader van een markteconomie . Een op dit beginsel gebaseerd stelsel is bovendien onontbeerlijk om concurrentiedistorsies te vermijden .

Het beginsel " de vervuiler betaalt " wordt over het algemeen toegepast door aan de verontreinigers verplichtingen op te leggen in de vorm van normen en/of heffingen en impliceert , overeenkomstig de algemene principes van het EEG-Verdrag op het gebied van staatssteun , dat de overheidsinstanties geen financiële steun verlenen bij de investeringen die noodzakelijk zijn om hun verontreiniging te beperken . De invoering van nieuwe desbetreffende verplichtingen kan echter worden uitgesteld omdat in bepaalde gevallen de financiële lasten die hiermee gepaard gaan de bestaande ondernemingen in moeilijkheden kunnen brengen en bijgevolg ook een probleem kunnen vormen door de werkgelegenheid . Om hiermee rekening te houden aanvaardt de Commissie , door twee besluiten van respectievelijk 1974 en 1980 , dat de Lid-Staten gedurende een bepaalde periode tot 1987 en onder bepaalde voorwaarden steun verlenen om de invoering te vergemakkelijken van nieuwe reglementeringen die adequate milieubescherming kunnen waarborgen .

Een bijzonder gebied waar de nationale overheidssteun noodzakelijk kan zijn , is dat van de bescherming van de natuur en van het landschap waarbij de steun normaliter aan de plaatselijke instanties of aan bepaalde verenigingen wordt verleend . Zelfs indien een dergelijke steunverlening niet in strijd is met de bepalingen van het EEG-Verdrag op het gebied van staatssteun , zou het wenselijk zijn dat deze steun in bepaalde gevallen op Gemeenschapsniveau wordt verleend , zodat een zekere samenhang kan worden gewaarborgd en deze steun ook doeltreffender kan zijn .

De heffingen zijn één van de instrumenten voor de toepassing van het beginsel " de vervuiler betaalt " en kunnen een bijzondere stimulans zijn voor de tenuitvoerlegging van maatregelen voor de bestrijding van de verontreiniging , kunnen doeltreffend bijdragen tot de uitvoering van de normen en de innovatie stimuleren met name indien zij ook betrekking hebben op de residuele verontreinigingen . Het is dan ook nodig zorgvuldig na te gaan waar de heffingssystemen een doeltreffender verwezenlijking van de doelstellingen van het milieu mogelijk kunnen maken . Er moet echter op worden gelet dat geen van deze heffingen bij de praktische toepassing ervan neerkomt op een vergunning om het milieu te vervuilen .

In het kader van een milieustrategie op communautaire schaal moeten daarenboven op dit niveau ook financiële middelen ter beschikking worden gesteld welke voor een specifiek milieudoel zijn bestemd . Aan de hand van deze instrumenten , die door hun bestaan zelf reeds een meeslepend effect zouden kunnen hebben en de osmose die nodig is tussen nationale en communautaire milieubeleidslijnen zouden kunnen versterken , kan de Gemeenschap beter bijdragen tot een evenwichtige tenuitvoerlegging van het milieubeleid in al haar gebieden .

In haar voorontwerp voor een begroting voor 1982 heeft de Commissie voorgesteld bepaalde bedragen , die weliswaar symbolisch zijn , voor deze doelstellingen uit te trekken . Op basis van de ervaring die met deze kredieten kan worden opgedaan , moet een optimale vorm worden vastgesteld voor communautaire financiële steun op milieugebied .

Tenslotte vestigt de Commissie er de aandacht op dat meer inspanningen moeten worden gedaan om de milieugegevens beter in de nationale rekeningen te integreren . Bij de klassieke nationale rekeningen wordt geen rekening gehouden met de meeste milieukosten noch met de voordelen van een verbetering van het milieu omdat deze niet gemakkelijk kunnen worden gemeten . Bijgevolg is het belangrijk dat de indicatoren voor de kwaliteit van het milieu worden verbeterd om de klassieke nationale rekeningen aan te vullen die niet voldoende rekening houden met de kosten noch met de voordelen van een verbetering van het milieu . Deze verbetering dient mede te worden bereikt door bevordering en harmonisatie van milieestatistieken en introductie van een gemeenschappelijke nomenclatuur voor milieuparameters .

Bovendien zal de inaanmerkingneming van milieukosten in het BNP worden vergemakkelijkt door de toepassing van het beginsel " de vervuiler betaalt " , en de heffingen zullen worden gebruikt om de externe kosten te internationaliseren .

13 . Toepassing van de besluiten van de Raad en van de informatieovereenkomst

De Commissie zal de opneming in de nationale wetgevingen van op Gemeenschapsniveau goedgekeurde teksten van nabij blijven volgen . Zij zal in het bijzonder letten op :

  • de juridische aard van de nationale besluiten die dienen om de communautaire wetgeving in de nationale wetgeving op te nemen ;
  • de volledige opneming van deze teksten in de nationale wetgeving in alle streken van elke Lid-Staat , in het bijzonder daar waar de milieubescherming niet onder de uitsluitende bevoegdheid van de centrale regering valt ;
  • de publikatie van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen ter toepassing van communautaire teksten .

De Commissie zal de feitelijke tenuitvoerlegging op nationaal niveau van communautaire verordeningen , richtlijnen en aanbevelingen van nabij blijven volgen en zal ervoor zorgen dat de nodige maatregelen worden genomen . Dit onderzoek omvat ook een studie van de sancties die in de Lid-Staten in geval van inbreuken worden toegepast .

In zijn vergadering van 29 en 30 juni 1981 is de Europese Raad " overeengekomen dat een grote inspanning moet worden geleverd om de interne markt te versterken en te ontwikkelen " . De informatieovereenkomst op milieugebied van 5 maart 1973 is een belangrijk instrument om op dit gebied vooruitgang te boeken . Het aantal maatregelen dat door de Lid-Staten krachtens deze overeenkomst aan de Commissie is medegedeeld , is gedaald van 41 in 1974 tot 2 voor het eerste halfjaar 1981 . De Commissie zal een grondig onderzoek instellen naar de wijze waarop de overeenkomst in de negen jaren van haar bestaan werd toegepast . Hierbij zullen met name de door de Lid-Staten aan de Commissie medegedeelde maatregelen worden vergeleken met de door hen goedgekeurde maatregelen in hun geheel en zo zal men zich een beeld kunnen vormen van de verschillende nationale interpretaties van de bepalingen van de overeenkomst . De Commissie zal zo nodig na dit onderzoek de nodige voorstellen doen om de toepassing van de overeenkomst effectiever te maken .

14 . Verbeterde en intensievere opleiding en bewustmaking op milieugebied

Het is voor een meer verantwoordelijke en individuele benadering van het milieu onontbeerlijk dat men zich bewust wordt van het belang van de bescherming en de verbetering van het milieu .

Het is van het grootste belang dat niet alleen een aantal individuen , maar ook de publieke opinie , die in dit opzicht is beïnvloed door de sociaal-economische subjecten , haar steun verleent aan hetgeen zowel nationaal als communautair wordt gedaan om de voor de milieubescherming noodzakelijke wettelijke bepalingen goed te keuren en toe te passen . Daarom zal de Commissie het publiek op dit gebied blijven voorlichten en bewust maken van de desbetreffende problemen . Zij zal , waar het nodig blijkt en op passende niveaus , niet-gouvernementele organisaties , die werkzaam zijn op het gebied van het milieu , blijven steunen .

In dit opzicht zal bijzondere aandacht worden besteed aan het onderwijs aan schoolkinderen . De ervaring met " het net van proefscholen op milieugebied " zal worden uitgebreid tot het secundaire onderwijs en soortgelijke activiteiten zullen in overweging worden genomen voor het beroepsonderwijs .

III . VOORKOMING EN VERMINDERING VAN VERONTREINIGING EN HINDER IN DE VERSCHILLENDE MILIEUS

15 . Ten einde een goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen te ontwikkelen en de mens te beschermen dient men in de eerste plaats de achteruitgang van het milieu te bestrijden door de beperking van de verontreiniging en de hinder .

Om praktische redenen hebben de Gemeenschap en haar Lid-Staten op dit gebied meestal maatregelen getroffen welke specifiek waren voor elk onderdeel van het milieu . De Commissie zal hiermee doorgaan , maar zal vooral de nadruk leggen op de coordinatie van deze acties . In deze geest zal zij met name nagaan hoe bepaalde lozingen die meer dan één milieu kunnen beschadigen , in hun geheel kunnen worden gereglementeerd , ten einde te vermijden dat de maatregelen in de verschillende onderdelen van het milieu elkaar nadelig beïnvloeden .

Om op doeltreffende wijze bij te dragen tot de bescherming van het natuurlijke milieu zal de Commissie erop toezien dat de toepassing van de richtlijnen en besluiten van de Raad niet leidt tot een directe of indirecte vermindering van de kwaliteit van het milieu . Voorts zal zij nagaan hoe globale lozingen van bepaalde stoffen geleidelijk kunnen worden verminderd om op dit gebied voorstellen bij de Raad te kunnen indienen .

Bovendien moet de controle op de verontreiniging in verschillende milieus , in het bijzonder in het kader van het GEMS-programma ( 17 ) van het UNEP worden verbeterd .

Uit studies die in diverse Lid-Staten per sector zijn verricht blijkt dat bepaalde vormen van verontreiniging en hinder bijdragen tot de onomkeerbare achteruitgang van het Europees cultureel erfgoed . Er is een gezamenlijke inspanning noodzakelijk om dit te beschermen . De Commissie zal in een eerste fase een inventaris opstellen van werken die bijzonder bedreigd zijn en zij zal de studies voortzetten waardoor criteria kunnen worden uitgewerkt om het oorzakelijk verband bij verschillende soorten verontreiniging en hinder te bepalen .

Bij de uitvoering van dit programma zal de Commissie bijzondere aandacht besteden aan verontreiniging die gelijktijdig in verschillende Lid-Staten optreedt . De Gemeenschap zal bovendien nog meer moeten deelnemen aan de op internationaal niveau geleverde inspanningen , om de grensoverschrijdende verontreiniging die in de Lid-Staten en in derde landen optreedt , te bestrijden .

Ten einde een aantal moeilijkheden die ontstaan door de toepassing van richtlijnen en besluiten op milieugebied van de Raad en die van invloed kunnen zijn op de economie van bepaalde streken van de Gemeenschap , op te lossen heeft de Commissie voorgesteld op milieugebied een financieel instrument te creëren dat een stimulerende en katalyserende rol moet vervullen .

16 . Zoetwater en zeewater

De Commissie zal de in het kader van de twee eerste programma's ondernomen werkzaamheden voortzetten en zal de besluiten en de richtlijnen toepassen die door de Raad zijn goedgekeurd met het oog op de voorkoming en vermindering van de verontreiniging van het water . Deze hebben met name betrekking op de volgende gebieden :

  • bestrijding van de verontreiniging door gevaarlijke stoffen ;
  • controle van de verontreiniging door lozingen van koolwaterstoffen ;
  • toezicht en controle ter verbetering van de kwaliteit van het water en vermindering van de verontreiniging .

17 . Wat betreft de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde in Richtlijn 76/464/EEG ( 18 ) bedoelde gevaarlijke stoffen die in het aquatische milieu aanwezig zijn , is het essentieel dat binnen een zo kort mogelijke termijn de eerste uitvoeringsmaatregelen worden genomen . De toekomstige acties zullen worden gekenmerkt door een oordeelkundige keuze van de prioriteiten en door een vereenvoudiging van de procedures , met name voor de stoffen van lijst I . Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de harmonisatie van de programma's ter vermindering van de verontreiniging door de in lijst II van deze richtlijn vermelde stoffen .

Met het oog op een grotere doeltreffendheid van deze actie zal de Commissie maatregelen bestuderen ter vermindering van indirecte of verspreide lozingen van bepaalde stoffen en zij zal eventueel bij de Raad de nodige voorstellen indienen .

18 . Op het gebied van de zeeverontreiniging door koolwaterstoffen blijkt uit de ernstige gevolgen van illegale dumpingen en herhaalde ongevallen die soms zeer recent zijn , dat in het afgelopen decennium nog onvoldoende werd gedaan om de verontreiniging door koolwaterstoffen te verminderen en dat een doeltreffende actie op alle niveaus dringend noodzakelijk is .

Om doeltreffend de verontreiniging door koolwaterstoffen te bestrijden dient in de eerste plaats de tenuitvoerlegging van een preventiebeleid te worden versneld . Hiertoe zal de Commissie met name toezien op de snelle tenuitvoerlegging van internationale overeenkomsten die werden gesloten onder de auspiciën van de IMCO en van de IAO ( 19 ) . Zij zal de nodige initiatieven nemen opdat de door deze overeenkomsten geboden mogelijkheden ten volle zouden worden ontwikkeld .

Bij ongevallen moet de overheid van de betrokken Lid-Staten snel , op gecoordineerde wijze en met de nodige middelen kunnen optreden . De Commissie is zelf voornemens op doeltreffende wijze hiertoe bij te dragen . Zij zal zich inzetten om het door de Raad goedgekeurde informatiesysteem operationeel te maken en de studie te voltooien over de in haar mededeling aan de Raad van 26 juni 1980 vermelde problemen en zij zal dienovereenkomstig voorstellen doen . De Commissie zal haar werkzaamheden coordineren met die welke worden verricht in het kader van de Overeenkomst van Barcelona voor de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging en de Overeenkomst van Bonn inzake de verontreiniging van de Noordzee . Bij de uitvoering van genoemde werkzaamheden zal de Commissie geregeld het door haar op 25 juni 1980 ( 20 ) ingestelde Raadgevend Comité voor de controle op en beperking van de verontreiniging van de zee door lozingen van koolwaterstoffen raadplegen .

19 . De Commissie zal toezien op de technische tenuitvoerlegging van de richtlijnen en besluiten van de Raad , met name wat betreft de gemeenschappelijke procedure voor de uitwisseling van informatie van 12 december 1977 ( 21 ) , de periodieke rapporten en de in de door de Raad goedgekeurde richtlijnen vermelde programma's .

Voor zoetwater zal de Commissie de lozing van organische en bepaalde anorganische stoffen die eutrofisering van het water bespoedigen , bestuderen evenals de door produktieprocessen veroorzaakte thermische vervuiling , daar deze , afgezien van de wisselwerking met andere vormen van vervuiling , een energieverspilling betekent .

20 . Tenslotte zal de Commissie blijven deelnemen aan de internationale overeenkomsten inzake de bescherming van zoetwater en zeewater , waarbij de Gemeenschap partij is en zij zal overeenkomstig de mandaten van de Raad onderhandelen over de toetreding van de Gemeenschap tot andere overeenkomsten die hetzelfde doel nastreven . In het kader van de Internationale Commissie voor de bescherming van de Rijn tegen verontreiniging zal een bijzondere inspanning worden geleverd voor de sanering van het Rijnwater .

De Gemeenschap dient , zoals gevraagd werd in de resolutie van het Europese Parlement van 20 november 1981 , zelf bereid te zijn een passende bijdrage te leveren tot de oplossing van het vraagstuk van de verontreiniging van de Rijn , met name door zout . Ook het probleem van de verontreiniging van de in drie Lid-Staten stromende rivier de Maas zal bijzondere aandacht van de Commissie krijgen . Voorts zal zij verder werken aan de bescherming van de Noordzee .

Zij zal ook meer aandacht schenken aan de bescherming van de Middellandse Zee . De Commissie heeft reeds in haar voorlopige begroting voor 1982 kredieten opgenomen waardoor de Gemeenschap actiever en doeltreffender in deze regio zal kunnen optreden .

21 . Luchtverontreiniging

Op het gebied van de bestrijding van de luchtverontreiniging zal de Commissie blijven streven naar de uitwerking van luchtkwaliteitsnormen . Wat betreft de verontreinigende stoffen die door een groot aantal verspreide bronnen worden geproduceerd , namelijk de zg . ubiquitaire verontreinigende stoffen zoals lood , stikstofoxyden en koolwaterstoffen , zal de Commissie blijven nagaan of communautaire normen kunnen worden uitgewerkt , waarbij dan o.a . rekening zal worden gehouden met de fotochemische oxydantia .

Voor verontreinigende stoffen die worden geproduceerd door een klein aantal bronnen met beperkte draagwijdte zoals fluor , cadmium , kwik en koolmonoxyde , zal de Commissie de doeltreffendheid bestuderen van toepassingsnormen met beperkte geografische draagwijdte .

Voor een bepaald aantal ubiquitaire verontreinigende stoffen dient een beleid te worden ontwikkeld waarbij in een eerste fase wordt nagegaan hoe de totale emissies kunnen worden gestabiliseerd en hoe zij vervolgens geleidelijk kunnen worden verminderd ; men zou eventueel emissienormen voor bepaalde soorten emissiebronnen kunnen toepassen . Dit zal met name mogelijk zijn voor vaste en grote emissiebronnen die voorzien zijn van hoge schoorstenen en die de verspreiding van verontreinigende stoffen over lange afstanden in de hand werken . Deze werkzaamheid zal een onderdeel vormen van de bijdrage die de Commissie in het kader van de Overeenkomst van Genève inzake grensoverschrijdende luchtverontreiniging op lange afstand die in het kader van de Economische Commissie voor Europa is gesloten , levert tot het oplossen van het probleem van de zure regen en de grensoverschrijdende verontreiniging over lange afstand .

Een dergelijke beperking van de emissies zou tevens voor het geval van steenkool moeten worden bestudeerd . Door de energiebevoorradingsproblemen zullen andere bronnen moeten worden gebruikt , met name steenkool , maar dit zal in bepaalde streken nog veel grotere verontreinigingsproblemen met zich brengen . Er zullen specifieke maatregelen moeten worden genomen om de emissies van verontreinigende stoffen van dit type brandstof te verminderen , met name zwaveldioxyde , stikstofoxyden en zwevende deeltjes . Deze zouden gepaard moeten gaan met de ontwikkeling en de bevordering van nieuwe , minder verontreinigende technologieën .

De Commissie zal nagaan hoe de maatregelen voor de bestrijding van verontreiniging door motorvoertuigen kunnen worden versterkt . Zij zal met name , samen met de betrokken partijen , de mogelijkheid nagaan voor alle nieuwe , na een bepaalde datum op de markt gebrachte auto's de verplichting in te voeren van gebruik van anti-verontreinigingsvoorzieningen of van brandstoffen die het niveau van verontreiniging door uitlaatgassen aanzienlijk verminderen en hiertoe de nodige voorstellen doen . Zij zal voor de gehele automobielsector richtsnoeren op lange termijn opstellen en daarbij onder meer rekening houden met de noodzaak om de Europese industrie in deze sector in staat te stellen te beantwoorden aan de strenge milieunormen die de belangrijkste concurrenten , zoals de Verenigde Staten en Japan , hebben ingevoerd

De Commissie zal zich bovendien bezighouden met de vraagstukken betreffende het milieueffect van gemeentelijke vuilverbrandingsinstallaties en van het zuiveringsslib van gemeentelijke zuiveringsinstallaties .

Er dienen bepaalde globale en technische steunmaatregelen te worden genomen , b.v . meer veralgemeende toepassing van de emissie-inventarisatie , de ontwikkeling en de toepassing van mathematische modellen inzake de verspreiding van verontreinigende stoffen .

Tenslotte dient de economische terugslag van alle overwogen maatregelen nog grondiger te worden geëvalueerd .

De werkzaamheden op het gebied van de harmonisatie van de meetmethode zullen meer systematisch worden voortgezet en ontwikkeld .

De Commissie zal verder aandacht besteden aan de effecten van bepaalde chemische stoffen , zoals chloorfluorkoolwaterstoffen ( CFKW's ) , op de stratosferische ozonlaag en op het klimaat . Zij zal haar werkzaamheden ter beperking van het gebruik en de emissie van deze produkten in het kader van de controle van het op de markt brengen van de bestaande chemische stoffen , voortzetten . Hiertoe zal zij nieuwe vormen van overeenkomsten met de betrokken economische kringen ontwikkelen en deelnemen aan onderhandelingen met betrekking tot een kaderovereenkomst voor de bescherming van de ozonlaag die thans in het kader van het UNEP wordt uitgewerkt .

22 . Chemische produkten

De Lid-Staten en de industrie hebben meegewerkt aan de uitwerking van communautaire voorzieningen zowel wat betreft het verbod op voor het milieu gevaarlijke stoffen als voor de preventieve controle van nieuwe chemische stoffen en van bestaande stoffen . Deze inrichtingen moeten echter worden aangevuld of verbeterd .

Tussen de Lid-Staten en de Commissie moet een passende samenwerking tot stand worden gebraht en er dienen overlegprocedures te worden ingevoerd . Dit is vooral noodzakelijk in het geval van de toepassing van de zesde wijziging van de richtlijn van 1967 inzake de gevaarlijke stoffen ( 22 ) , waarvoor de bevoegde nationale instanties en de Commissie zeer grote inspanningen moeten doen . Om de toepassing van deze richtlijn te vergemakkelijken dient een nauwe samenwerking tussen de bevoegde nationale instanties tot stand te worden gebracht .

De Commissie zou dan een coordinatiecomité inzake de controle van chemische stoffen kunnen oprichten dat zou zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten .

De Commissie zal ook de bepalingen blijven bijwerken die zijn opgenomen in de richtlijnen die reeds in de sector van de gevaarlijke stoffen en preparaten zijn goedgekeurd . Daarbij zullen de methoden voor de evaluatie van de invloed van chemische stoffen op mens en milieu moeten worden geharmoniseerd ten einde te vermijden dat er tegenstrijdige evaluaties zijn in de verschillende Lid-Staten , hetgeen de goede werking van de gemeenschappelijke markt nadelig kan beïnvloeden . Deze methoden moeten zowel op de nieuwe als op de reeds bestaande stoffen systematisch worden toegepast . In die zin zal de Commissie periodiek lijsten opstellen van gevaarlijke stoffen die in volgorde van urgentie moeten worden geëvalueerd . Zij zal worden bijgestaan door het Raadgevend Wetenschappelijk Comité voor het onderzoek naar de toxiciteit en de ecotoxiciteit van chemische verbindingen , dat in 1979 is opgericht .

Bovendien moeten de werkzaamheden die kunnen leiden tot internationale overeenkomsten op het gebied van de giftige stoffen , worden geïntensiveerd . Er dient immers te worden nagegaan of aan de voorwaarden wordt voldaan om te komen tot wederzijdse kennis van de specifieke testgegevens en van alle gegevens die vereist zijn voor de evaluatie en indien mogelijk van de evaluatieprocedures . Deze werkzaamheden kunnen of wel bilateraal met enkele derde landen of wel in het kader van internationale organisaties , zoals b.v . de OESO , worden verricht .

23 . Geluidshinder

Op het gebied van de geluidshinder dient men zich , rekening houdend met de ontwikkeling van de economische situatie van de Gemeenschap , zoals in het verleden , bij de toekomstige werkzaamheden te richten naar de bevordering van produkten die minder lawaai veroorzaken , maar men moet ook in zeer ruime mate rekening houden met de sociaaleconomische gevolgen daarvan .

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de verhouding die kan bestaan tussen de vermindering van het lawaai en de energiebesparingen die hieruit kunnen voortvloeien .

Om beter rekening te kunnen houden met de invloed op het milieu van diverse lawaaibronnen en om te vermijden dat alleen gedeeltelijke oplossingen worden gevonden , zal bovendien meer aandacht worden besteed aan :

  • de bepalingen van eenvoudige fysieke indicatoren voor de evaluatie van de geluidskwaliteit van een bepaald milieu ;
  • de betrekkingen tussen deze indicatoren en de reacties van de bevolkingsgroepen die aan verschillende soorten gegroepeerde of geïsoleerde lawaaibronnen zijn blootgesteld ;
  • de harmonisatie van de methoden ter voorspelling van de lawaainiveaus .

Deze verschillende onderwerpen worden ook op internationaal niveau bestudeerd en besproken .

De normen voor geluidsisolatie moeten worden bestudeerd te zamen met de normen voor thermische isolatie .

Er zal vooral aandacht worden besteed aan de problemen in verband met mechanische trillingen in het milieu en met name op het gebied van de bescherming van het Europees cultureel erfgoed .

Over het algemeen zal de Commissie erop toezien dat de bij de bevoegde instanties aan de gang zijnde normalisatiewerkzaamheden worden bespoedigd .

Om deze verschillende taken te verrichten zal het comité , zoals in het verleden , op actieve wijze deelnemen aan de normalisatiewerkzaamheden van organisaties zoals de ISO ( 23 ) , het IEG ( 23 ) , de UIC ( 23 ) en op een bijzonder gebied van vliegtuiglawaai de ICAO ( 23 ) en de CEAC ( 24 ) .

24 . Verontreiniging en hinder door afval

Afval vormt een probleem uit het oogpunt van het rationeel beheer van de hulpbronnen . Daarbij komt nog dat , wegens het volume en de aard ervan , de behandeling en de verwijdering van afval vaak verontreinigings - en hinderproblemen teweegbrengen .

Wat betreft dit tweede aspect zal de Commissie erop toezien dat de in de reeds door de Raad goedgekeurde richtlijnen ( 24 ) omschreven bepalingen worden toegepast welke betrekking hebben op de verwerking en onschadelijke verwijdering van afval , en zij zal zonodig aanvullende maatregelen nemen voor de toxische en gevaarlijke afvalstoffen . Bijzondere aandacht zal worden besteed aan giftige en gevaarlijke afvalstoffen .

25 . Schone technologieën

De bestrijding van de effecten van verontreiniging en hinder dient geleidelijk en zoveel mogelijk te worden vervangen door preventieve werkzaamheden ter beperking van de verontreiniging aan de bron . De ontwikkeling van nieuwe technologieën inzake de produktie op dit gebied en de conceptie van nieuwe produkten zal niet alleen bijdragen tot een rationelen beheer van de natuurlijke hulpbronnen , maar tevens een fundamenteel element zijn voor de voorkoming van verontreiniging .

IV . BESCHERMING EN RATIONEEL BEHEER VAN DE RUIMTE , HET MILIEU EN DE NATUURLIJKE HULPBRONNEN

26 . Rationeel beheer van de ruimte

De ruimte is in de Gemeenschap één van de meest beperkte en meest gevraagde hulpbronnen . Bovendien bepaalt de wijze waarop men er gebruik van maakt in ruime mate de kwaliteit van het milieu . De ruimtelijke ordening is bijgevolg één van de gebieden waar de toepassing van een preventief beleid zowel het meest noodzakelijk als het meest rendabel is .

In dit perspectief is het noodzakelijk dat zowel op nationaal als Gemeenschapsniveau meer inspanningen worden gedaan om :

  • de zones welke ecologisch of cultureel zeer belangrijk zijn , beter in stand te houden en te beschermen ( natuurlijke of semi-natuurlijke ecosystemen , landschappen , belangrijke landbouwgronden waar het grondwater wordt beschermd ;
  • een geïntegreerd beheer te waarborgen van de regio's die bijzonder gevoelig zijn door hun belang op milieugebied enerzijds en hun geschiktheid voor de economische ontwikkeling anderzijds , zoals kustzones of bepaalde berggebieden ;
  • de positieve milieu-effecten te vermeerderen en de negatieve milieu-effecten te verminderen van de landbouw die , samen met de bosbouw , meer dan 80 % van het volledige grondgebied van de Gemeenschap bestrijkt .

In dit opzicht blijven de richtsnoeren welke voor het platteland in het programma van 17 mei 1977 zijn opgenomen , nog steeds geldig . In dit kader zal de Commissie vooral de nadruk leggen op de voorafgaande evaluatie van de effecten op het milieu van belangrijke programma's en projecten .

Aangezien de ontwikkeling van de ruimte op aanzienlijke - en meestal onomkeerbare - wijze kan worden beïnvloed door bepaalde communautaire beleidslijnen in de diverse sectoren ( zoals bij voorbeeld het regionaal , landbouw - , energie - of transportbeleid ) , dient de Commissie bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen .

De werkzaamheden zullen in hoofdzaak van tweeërlei aard zijn :

  • het zoeken van oplossingen voor problemen die gemeenschappelijk zijn voor verschillende Lid-Staten en een zo ruim mogelijke verspreiding van de gemeenschappelijke kennis ( handleidingen inzake geïntegreerd beheer , handboeken , informatiewerkzaamheden , enz . ) ;
  • de integratie van deze doelstellingen in het Gemeenschapsbeleid , met name door de ontwikkeling van geschikte procedures , en van een vergelijkbare informatie over de stand van het milieu op Gemeenschapsniveau ( ecologische cartografie ) .

27 . De instandhouding van flora en fauna

De genetische diversiteit , die deel uitmaakt van het gemeenschappelijke erfgoed , vormt een belangrijke economische hulpbron en is een essentiële factor voor het ecologische evenwicht .

Over het algemeen hebben de maatregelen die met het oog op de milieubescherming worden genomen ook positieve effecten op flora en fauna . De bescherming van flora en fauna vereist echter specifieke maatregelen . Met het oog op de doeltreffendheid van deze maatregelen vormt de Gemeenschap een belangrijke schakel tussen het vaak te enge nationale kader en het mondiale kader waar de institutionele mogelijkheden van een dwingende actie volledig ontbreken . De nodige maatregelen zijn :

  • de bescherming van de woongebieden ,
  • de controle op de instandhouding van flora en fauna ,
  • de controle op of het verbod van handel in bedreigde soorten en de verkregen goederen en produkten uit deze soorten .

Deze laatste controle heeft direct betrekking op de communautaire bevoegdheden en , omdat hierdoor de eenheid van de markt en de vrijheid van het handelsverkeer in gevaar kunnen worden gebracht , moeten er dan ook op Gemeenschapsniveau regels worden uitgewerkt .

Wat de instandhouding van de natuur betreft , is het noodzakelijk dat de nationale bepalingen voldoende worden geharmoniseerd , waarbij de diversiteit van de regionale situaties in aanmerking wordt genomen .

Het centrale probleem is de bescherming van de woongebieden waarvan de geleidelijke , en in vele gevallen de onomkeerbare verdwijning een fundamentele bedreiging is voor de overleving van de verschillende soorten flora en fauna . Hoewel de lokale , regionale en nationale verantwoordelijkheid in dit opzicht beslissend is , wordt het communautaire kader met het oog op meer samenhang steeds meer onontbeerlijk . In een dergelijk kader zou een net moeten worden gecreëerd van werkelijk beschermde biotopen die voldoende groot en talrijk zijn en die op coherente wijze zijn onderverdeeld . Dit net moet zodanig worden opgevat dat - uit het oogpunt van de habitat - de overleving van alle in de Gemeenschap levende soorten wordt gegarandeerd . Dit alles zou zeker worden vergemakkelijkt indien er communautaire financiële middelen ter beschikking zouden worden gesteld , in het bijzonder voor de milieubescherming .

Een doeltreffend gebruik van deze middelen zou bestaan uit het verlenen van bijstand aan vrijwilligersorganisaties om , volgens daartoe opgestelde regels , natuurreservaten te beheren .

De Commissie zal er tenslotte op toezien dat het op Gemeenschapsniveau gevoerde beleid geen onaanvaardbare gevolgen heeft voor belangrijke , bestaande biotopen . In het kader van de regionale , industriële , energetische , vervoer - , toerisme - en landbouwbeleiden dient onder meer te worden onderzocht welke invloed de voorgestelde of toegekende subsidies op het milieu hebben , opdat zij een grotere bijdrage zouden leveren tot de verwezenlijking van deze conserveringsobjectieven . In verband met het gemeenschappelijk landbouwbeleid , dient tevens te worden onderzocht of de EEG-richtlijn betreffende de probleemgebieden ook kan bijdragen tot de verwezenlijking van deze objectieven .

Met name zal de Commissie de belangen van het natuurbehoud boven commerciële overwegingen stellen wanneer de bescherming van bedreigde plante - en diersoorten en het behoud van zeldzame ecosystemen op het spel staan .

De Gemeenschap zal ook een belangrijke rol moeten spelen bij de internationale overeenkomsten die gericht zijn op de instandhouding van de soorten , namelijk die van Washington , Bern en Bonn . In dit licht dient de Gemeenschap eveneens de mogelijkheid van toetreding tot het Antarctis-Verdrag te onderzoeken ten einde alles in het werk te stellen om het mariene ecologische systeem te beschermen tegen de gevolgen van de ongebreidelde exploitatie van het Zuidpoolgebied , bij voorbeeld voor olie en delfstoffen .

28 . Rationeel beheer van waterreserves

De rol van de Commissie op het gebied van het beheer van de waterreserves bestaat er vooral in het rationele gebruik van deze bronnen te bevorderen en de methoden voor de evaluatie van de beschikbare reserves te verbeteren .

Op dit gebied was de informatie in het verleden niet steeds bevredigend en met heeft er zich niet voldoende rekenschap van gegeven dat de wateren kwetsbaar zijn . Nu begint men zich dan ook in de Gemeenschap zorgen te maken over de waterreserves . De instandhouding van deze reserves is bijgevolg een element waarmee bij de beslissingsprocessen rekening dient te worden gehouden .

Het gaat er in de eerste plaats om :

  • de in het programma 1977 tot 1981 vastgestelde doelstellingen verder na te streven ;
  • de gegevens inzake de beschikbaarheid van waterreserves in de Gemeenschap bij te werken en aan te vullen ;
  • de studie over de balans van de grondwaterreserves aan te vullen met een studie over de kwaliteit en de kwetsbaarheid ervan .

Deze gegevens zullen bijdragen tot een beter beheer van de reserves en met name het grondwater . Bovendien zal men hierdoor ook het gebruik van de bestaande reserves ten aanzien van de toenemende behoeften van de consumenten kunnen verbeteren .

Tenslotte zal bijzondere aandacht worden besteed aan de bevoorradingsproblemen in regio's waar er een tekort is , alsmede in zones waar de overexploitatie van de reserves een gevaar vormt voor de kwaliteit van het milieu . De Commissie zal in dit verband komen met een overzicht van gebieden waar de onttrekking van zoetwater tot onaanvaardbare gevolgen voor het natuurlijke milieu heeft geleid . Zij zal voorstellen doen die kunnen leiden tot een herstel van de oude situatie , waarbij zij met name voorstellen zal doen die kunnen leiden tot een terugdringing van het verbruik van grondwater voor industriële processen . Speciale aandacht zal voorts worden gegeven aan de gevolgen van zoetwateronttrekking voor kwetsbare milieus als heiden , bossen en duingebieden .

Dit alles zal bijdragen tot de werkzaamheden van het internationale decennium van het drinkwater waartoe de Verenigde Naties voor de jaren 1980 tot 1990 hebben besloten .

29 . Rationeel beheer van afvalstoffen

De Commissie zal haar in de resolutie van 17 mei 1977 omschreven werkzaamheden voortzetten en zal op alle gebieden van haar activiteit rekening houden met de drie belangrijkste doelstellingen van het Gemeenschapsbeleid op het gebied van het beheer van afvalstoffen , namelijk :

  • de voorkoming en vermindering van de hoeveelheid niet terugwinbare afvalstoffen ;
  • de terugwinning , de recycling en het hergebruik van afvalstoffen als grondstoffen en energie ;
  • de onschadelijke verwijdering en het beheer van niet teruggewonnen afvalstoffen .

Er zal meer nadruk worden gelegd op de terugwinning , de recycling en het hergebruik van afvalstoffen , alsmede op de voorkoming van het ontstaan van afval en het concipiëren van produkten die beter kunnen worden gerecycleerd .

Overeenkomstig de in het kader van het Comité afvalbeheer ( 25 ) goedgekeurde richtlijnen zullen deze werkzaamheden meer in het bijzonder op de volgende gebieden worden verricht :

  • het gebruik van afval in de landbouw ;
  • het gebruik van afval voor energieproduktie .

Over het algemeen zal de ontwikkeling van secundaire grondstoffen op basis van afval om hulpbronnen te besparen ( rekening houdend met de bevoorradingsmoeilijkheden en vaak met de hoge kostprijs van de grondstoffen alsmede met het probleem van de deviezen dat verband houdt met deze bevoorrading ) , op dit gebied één van de belangrijkste taken van de Gemeenschap vormen .

Er zal vooral aandacht worden besteed aan het probleem van de verwerking van huisvuil ( mechanische sortering , afzonderlijke inzamelingen , kostprijs van het storten , enz . ) hetgeen nauw verbonden is met de recycling van afval .

Wat betreft de verwijdering van afvalstoffen , zullen met name op het gebied van het beheer van giftige en gevaarlijke afvalstoffen de communautaire bepalingen moeten worden aangevuld en versterkt , door in de loop van de volgende jaren de veredeling van afval te ontwikkelen , die geleidelijk de plaats van de gewone verwijdering van afval zal innemen .

Wat betreft de voorkoming van afval dient de ontwikkeling van nieuwe technieken te worden aangemoedigd waardoor afval beter kan worden gerecycleerd of waardoor minder afval onstaat . Rekening houdend met het belang van het afvalbeheer voor de Gemeenschapseconomie is het essentieel dat de Gemeenschap over effectieve stimuleringsmiddelen en over passende financiële instrumenten beschikt .

Zij zal met name onderzoeken of verschillen in de wetgeving betreffende chemische afval ( of in toepassing van de wetgeving ) leiden tot extracommunautaire handel in gevaarlijke afvalstoffen , met gevolgen niet alleen voor de mededinging maar ook voor de vervuiling .

Ter bevordering van bovengenoemd doel zal de Commissie :

  • regelmatig de balans publiceren betreffende de beschikbare primaire grondstoffen en de beschikbare secundaire grondstoffen ,
  • een programma op gang brengen ter stimulering van de herwinning van secundaire grondstoffen ,
  • een programma op gang brengen ter stimulering van een langer gebruik van produkten .

30 . Schone technologieën

De schone technologieën zijn gericht op afzonderlijke , maar elkaar aanvullende doelstellingen : minder verontreinigingen , minder afval produceren , de natuurlijke hulpbronnen ( energie , grondstoffen ) zo rationeel mogelijk beheren .

Het is duidelijk dat voor elk geval afzonderlijk een compromis moet worden gezocht tussen deze drie doestellingen die - hoewel niet noodzakelijkerwijze tegenstrijdig - toch niet altijd tegelijkertijd kunnen worden bereikt . Bovendien kan dit compromis vaak worden verwezenlijkt door wijzigingen van de produktietechnieken of in andere gevallen door een wijziging van het ontwerp van de produkten . Een concrete benadering per sector is derhalve noodzakelijk . De Raad van Milieuministers van 9 april 1979 heeft de Commissie verzocht :

  • de door de diverse Lid-Staten toegepaste beleidslijnen om de ontwikkeling van schone technologieën aan te moedigen , te analyseren en te vergelijken en aanbevelingen te doen over de meest doeltreffende modaliteiten voor steunverlening aan de overheidsinstanties bij de ontwikkeling van deze technieken ;
  • op basis van de in het kader van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties te Genève aan de gang zijnde werkzaamheden een lijst op te stellen van de belangrijkste betrokken sectoren en de beste in de Lid-Staten ontwikkelde technieken ;
  • de verspreiding van de kennis over deze technieken tussen de Lid-Staten te bevorderen ;
  • in het kader van het onderzoekprogramma van de Gemeenschap op milieugebied voorstellen te doen waarin meer de nadruk wordt gelegd op schone technologieën .

De Commissie zal haar werkzaamheden in overleg met de betrokken industrieën voortzetten . Bovendien zal bijzondere aandacht worden besteed aan de studie van de methoden voor de analyse er evaluatie van nieuwe technologieën ten einde op objectieve basis de desbetreffende kosten en baten te kunnen evalueren .

Op basis van de verkregen resultaten zal de Commissie passende maatregelen voorstellen . Het creëren van geschikte financiële instrumenten zou het mogelijk maken de ontwikkeling van schone technologieën te bevorderen .

V . WERKZAAMHEDEN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

31 . Werkzaamheden in het kader van internationale organisaties en instanties en samenwerking met derde landen

Thans doen zich op mondiaal niveau steeds meer milleuproblemen voor . Dit houdt of wel verband met de aard zelf van bepaalde problemen , waarvoor algemene oplossingen noodzakelijk zijn , of wel met effecten die bepaalde vormen van verontreiniging over de grenzen heen hebben , of wel met de gevolgen die bepaalde nationale maatregelen hebben voor de economie of voor de internationale handel .

De Gemeenschap dient derhalve haar internationale werkzaamheden voort te zetten en te intensifiëren door een actieve aanwezigheid in de verschillende instanties waar de grote lijnen en oriëntaties van internationale werkzaamheden op milieugebied worden uitgewerkt , om zodoende bij te dragen tot het zoeken van gemeenschappelijke oplossingen en er op toe te zien dat rekening wordt gehouden met de desbetreffende communautaire werkzaamheden .

De Gemeenschap zal met één stem blijven spreken in deze instanties en hierbij gebruik maken van de invloed die zij heeft verworven op andere gebieden van internationale samenwerking .

Zij zal meer in het bijzonder haar invloed doen gelden om op internationaal niveau uitgewerkte projecten , zoals die van het programma van de Verenigde Naties voor het milieu en de door de IUCE uitgewerkte mondiale strategie voor de instandhouding , op concrete wijze te zien verwezenlijken en de Gemeenschap haar rol in dit proces te laten spelen . In het bijzonder zal de Commissie het initiatief nemen voor bijeenkomsten van deskundigen uit de Lid-Staten waar de mondiale strategie voor de instandhouding zal worden behandeld ten einde sectoren te kunnen signaleren , b.v . de bescherming van tropische regenze wouden , Zuidpoolgebied , bedreigde soorten enz . , waar verdere internationale actie vanwege de Gemeenschap mogelijk en wenselijk is . Zij zal voorts de ontwikkeling van het internationale milieurecht bevorderen . Wat het zeerecht betreft , zal de Commissie erop blijven aandringen dat milieuoverwegingen ten volle in aanmerking worden genomen . Zij zal de door verscheidene Lid-Staten reeds ingevoerde wetgeving betreffende ontginning van de zeebodem aan een onderzoek onderwerpen en zo nodig voorstellen doen voor een communautaire regeling inzake ontginning van de zeebodem , waarbij naar behoren aandacht wordt geschonken aan milieuoverwegingen en aan de noodzaak om het onge * epte zeemilieu te beschermen en in stand te houden .

Wat de betrekkingen met derde landen op milieugebied betreft zal de Commissie de bilaterale samenwerking voortzetten en ontwikkelen die zij met talrijke landen tot stand heeft gebracht , om de uitwisseling van informatie en ervaringen op gebieden van gemeenschappelijk belang te intensiveren : hierbij zal zij met name er op toezien dat de toepassing van de milieuwetgeving in deze landen geen aanleiding geeft . tot non-tarifaire belemmeringen voor het handelsverkeer of , door steunverlening , tot concurrentiedistorsies .

Voorts is de Gemeenschap om geopolitieke , economische en culturele redenen direct betrokken bij de problemen inzake de verontreiniging en de ontwikkeling van het Middellandse-Zeebekken . Zij dient derhalve een meer doeltreffende en specifieke bijdrage te leveren tot het goede beheer van de hulpbronnen van deze streek , alsmede tot een oplossing van de problemen inzake verontreiniging en ontwikkeling die zich in het Middellandse-Zeegebied voordoen : hiertoe dient zij de nodige initiatieven te nemen in het kader van het actieplan voor de Middellandse Zee waaraan zij deelneemt , en zal zij initiatieven nemen die tot een betere coordinatie van de Noordzeeproblematiek leiden .

Zij zal er bovendien op toezien dat de actiemogelijkheden op milieugebied , die worden geboden door de samenwerkingsovereenkomsten met de landen van het Middellandse-Zeebekken en door de Europees-Arabische dialoog , concreet worden toegepast .

32 . Samenwerking met de ontwikkelingslanden op milieugebied

Door de tweede aardoliecrisis en de verslechtering van de situatie van de armste landen werd de internationale aandacht gevestigd op de betrekkingen tussen de geïndustrialiseerde landen en de ontwikkelingslanden , hetgeen aanleiding heeft gegeven tot een reeks grote internationale ontmoetingen waarop de ontwikkelingsproblemen werden besproken : de Top van Ottawa , de Conferentie van Nairobi over de nieuwe energievormen , de vergadering van Parijs over de minder ontwikkelde landen , de Top van Cancun over de Noord-Zuid-dialoog .

Tegelijkertijd bleek dat de milreubescherming , die niet alleen aan de geïndustrialiseerde landen is voorbehouden , ook een essentiële voorwaarde voor de ontwikkeling is . Men wordt er zich steeds meer van bewust dat tussen de ontwikkeling en de milieubescherming een nauwe relatie bestaat : dit is in het licht gesteld door het rapport " Interfuture " en door de werkzaamheden van de organen van de UNO , en er wordt onder meer over gesproken in het recente rapport van de onafhankelijke commissie over de problemen inzake internationale ontwikkeling ; voorts integreert een steeds groter aantal regeringen en financieringsinstellingen geleidelijk de dimensie van de milieubescherming in hun programma's voor steunverlening .

De Gemeenschap , die reeds in haar huidige actieprogramma op milieugebied alsmede in de Tweede Overeenkomst van Lomé en in de overeenkomsten met de Middellandse-Zeelanden rekening heeft gehouden met de relatie milieu - ontwikkeling , dient voortaan de milieubescherming als een integrerend deel van haar samenwerkingsbeleid te beschouwen . Bovendien heeft de Gemeenschap door de ondertekening op 1 februari 1980 - samen met acht multilaterale ontwikkelingsinstellingen - van de verklaring over het milieubeleid en de procedures inzake de economische ontwikkeling , het belang erkend van de milieubescherming bij het welslagen van het ontwikkelingsbeleid en heeft zich ertoe verbonden dat dit doel een onderdeel zal vormen van de samenwerkingsprogramma's en projecten die worden verwezenlijkt in het kader van haar samenwerkingsovereenkomsten met de ontwikkelingslanden . Het Europese Parlement heeft een resolutie goedgekeurd inzake de voortzetting van de doelstellingen van de World Conservation Strategy ( WCS ) door de Gemeenschap en de tenuitvoerlegging ervan in het kader van haar beleid ( 26 ) .

De ernst van de situatie van het milieu in de ontwikkelingslanden is met name te wijten aan de te grote druk die de vaak toenemende bevolking van de armste landen op het milieu uitoefent , hetgeen leidt tot de geleidelijke verslechtering van het milieu alsmede tot een verkeerd gebruik van de hulpbronnen . Voorts kunnen door de vestiging van industrieën of van moderne landbouwbedrijven nieuwe vormen van aantasting van het milieu ontstaan , welke zeer sterk lijken op die welke men in de geïndustrialiseerde landen aantreft .

Ten einde bij te dragen tot de oplossing van deze problemen dient de Commissie bij haar samenwerking met de ontwikkelingslanden de voorwaarden te stimuleren voor een duurzame , economische ontwikkeling waarbij rekening wordt gehouden met de onderlinge afhankelijkheid tussen de ontwikkeling , het milieu , de bevolking en de hulpbronnen . De Gemeenschap zal zowel bij de uitwerking van haar ontwikkelingsbeleid als bij de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst van Lomé en van andere samenwerkingsovereenkomsten rekening houden met de milieuproblemen . In het kader van de bepalingen van deze overeenkomsten zal de Gemeenschap deze landen helpen om hun milieuproblemen te verhelpen en om de hulpbronnen waarover zij beschikken , rationeel te beheren . Zij zal bijzondere aandacht besteden aan de aanvragen om technische steun op het gebied van milieu-opleiding .

De prioritaire doelstellingen zijn bescherming van tropische regenwouden , bestrijding van woestijnvorming , beheer van het water , toepassing van milieuvriendelijke methoden om landbouw te bedrijven en energie te gebruiken . Ten einde deze vraagstukken in de probleemgebieden zo nauwkeurig mogelijk te definiëren en ook op deze manier bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstelling van de World Conservation Strategy , zal de Commissie actief streven naar het ontwikkelen van " National Conservation Strategies " in de ontwikkelingslanden . Zij zal hieraan bij haar werkzaamheden in het kader van de Overeenkomst van Lomé steeds de vereiste aandacht schenken en hiervoor ook passende financiële en technische steun ter beschikking stellen .

Er zal vooral aandacht worden besteed aan de werkzaamheden inzake onderwijs en voorlichting , waardoor de ontwikkelingslanden in staat zullen zijn deze taken in de toekomst zelf op zich te nemen .

De Gemeenschap zal blijven streven naar de bevordering van de milieubescherming bij de desbetreffende instanties en bij de internationale onderhandelingen over de ontwikkeling .

( 1 ) PB nr . C 182 van 19 . 7 . 1982 , blz . 102 .

( 2 ) PB nr . C 205 van 9 . 8 . 1982 , blz . 28 .

( 3 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 229 van 30 . 8 . 1980 , blz . 30 .

( 6 ) PB nr . L 129 van 18 . 5 . 1976 , blz . 23 .

( 7 ) PB nr . L 54 van 25 . 2 . 1978 , blz . 19 .

( 8 ) PB nr . C 162 van 8 . 6 . 1978 , blz . 1 .

( 9 ) PB nr . L 259 van 15 . 10 . 1979 , blz . 10 .

( 10 ) PB nr . L 84 van 31 . 3 . 1978 , blz . 43 .

( 11 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 1 .

( 12 ) PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 .

( 13 ) PB nr . C 9 van 15 . 3 . 1973 en PB nr . C 86 van 20 . 7 . 1974 .

( 14 ) PB nr . L 259 van 15 . 10 . 1979 , blz . 10 .

( 15 ) PB nr . C 169 van 9 . 7 . 1980 , blz . 14 .

( 16 ) Het eerste actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu , titel II , 5 ( PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 ) en de aanbeveling van de Raad van 3 maart 1975 betreffende de toerekening der kosten en het optreden van de overheid op milieugebied ( PB nr . L 194 van 25 . 7 . 1975 ) .

( 17 ) Global Environmental Monitoring System .

( 18 ) PB nr . L 129 van 18 . 5 . 1976 , blz . 23 .

( 19 ) De overeenkomsten zijn vermeld in de Aanbevelingen 78/584/EEG en 79/114/EEG van de Raad ( PB nr . L 194 van 19 . 7 . 1978 , blz . 17 , en PB nr . L 33 van 8 . 2 . 1979 , blz . 31 ) .

( 20 ) PB nr . L 188 van 22 . 7 . 1980 , blz . 11 .

( 21 ) PB nr . L 334 van 24 . 12 . 1977 , blz . 29 .

( 22 ) PB nr . L 259 van 15 . 10 . 1979 .

( 23 ) ISO = Internationale Normalisatie Organisatie ;

IEC = International Electrotechnical Commission ;

UIC = Internationale Spoorwegunie ;

ICAO = Internationale Burgerluchtvaart Organisatie ;

ECAC = European Civil Aviation Conference .

( 24 ) PB nr . L 194 van 25 . 7 . 1975 ; PB nr . L 108 van 26 . 4 . 1976 ; PB nr . L 54 van 25 . 2 . 1978 ; PB nr . L 84 van 31 . 3 . 1978 .

( 25 ) PB nr . L 115 van 1 . 5 . 1976 , blz . 73 .

( 26 ) Resolutie van 20 mei 1980 ( PB nr . 147 van 16 . 6 . 1980 , blz . 27 ) .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.