Economisch partnerschapsprogramma van Nederland

1.

Wettekst

18.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 371/4

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 10 december 2013

betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

(2013/C 371/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 473/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten van de eurozone (1), en met name artikel 9, lid 4,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het stabiliteits- en groeipact (SGP) beoogt de begrotingsdiscipline binnen de gehele Unie te waarborgen en formuleert het kader voor het voorkomen en corrigeren van buitensporige overheidstekorten. Het is gebaseerd op de doelstelling van gezonde openbare financiën als middel ter versterking van de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een sterke duurzame groei, die berust op financiële stabiliteit, waarbij tegelijk de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie voor duurzame groei en werkgelegenheid wordt ondersteund.

 

(2)

In Verordening (EU) nr. 473/2013 worden voorschriften vastgesteld ter versterking van de monitoring van het begrotingsbeleid in de eurozone en ter waarborging van de consistentie van de nationale begrotingen met de richtsnoeren inzake het economisch beleid die zijn afgegeven in het kader van het SGP en het Europees semester. Daar louter budgettaire maatregelen mogelijk niet volstaan om een duurzame correctie van het buitensporig tekort te waarborgen, kunnen aanvullende beleidsmaatregelen en structurele hervormingen noodzakelijk zijn.

 

(3)

In artikel 9 van Verordening (EU) nr. 473/2013 worden de gedetailleerde regels vastgesteld voor de economische partnerschapsprogramma's die moeten worden voorgelegd door lidstaten die de euro als munt hebben waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt. Het economisch partnerschapsprogramma dient een routekaart van maatregelen te bevatten die bijdragen tot een effectieve en duurzame correctie van het buitensporig tekort, en dient met name de belangrijkste structurele budgettaire hervormingen te vermelden, in het bijzonder de hervormingen op het gebied van belastingen, pensioenen, gezondheidszorg en begrotingskaders.

 

(4)

Op 2 december 2009 heeft de Raad een besluit vastgesteld overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het Verdrag waarbij Nederland aan een buitensporigtekortprocedure werd onderworpen. Op 21 juni 2013 heeft de Raad een herziene aanbeveling overeenkomstig artikel 126, lid 7, vastgesteld. In dit verband werd Nederland verzocht uiterlijk op 1 oktober 2013 een economisch partnerschapsprogramma voor te leggen.

 

(5)

Op 30 september 2013, en binnen de in artikel 9, lid 3, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) nr. 473/2013 vastgestelde termijn, heeft Nederland een economisch partnerschapsprogramma bij de Commissie en de Raad ingediend waarin met name de budgettair-structurele hervormingen worden vermeld die een effectieve en duurzame correctie van het buitensporig tekort moeten waarborgen (landspecifieke aanbeveling ((„LSA”) 1). Het economisch partnerschapsprogramma bevat eveneens maatregelen waarmee gevolg wordt geven aan de bredere reeks landspecifieke aanbevelingen die de Raad op 9 juli 2013 tot Nederland heeft gericht: een beperking van de schulden en gerelateerde financiële risico's op de koopwoningmarkt, een bevordering van de doorstroom op de koopwoningmarkt, een verbetering van de werking en allocatie van de sociale huursector, een bevordering van de private huursector (LSA 2), een verbetering van het financieel toezicht op de pensioenfondsen en mogelijk maken van een betere balans tussen zekerheid en ambitie, ook vanuit intergenerationeel perspectief, een verlaging van de jaarlijkse opbouw van de bedrijfspensioenen en daarin rekening houden met de langere opbouwperiode gelet op de verhogingen van de pensioenleeftijd, een verbetering van de inzetbaarheid van oudere werknemers en een herziening van het stelsel van langdurige zorg (LSA 3), een verbetering van de arbeidsparticipatie en bevordering van de arbeidsmarkttransities (LSA 4). Afgezien van de aanvullende consolidatiemaatregelen voor 2014 en daarna, zoals opgenomen in het ingediende ontwerpbegrotingsplan van Nederland, worden in het economisch partnerschapsprogramma nieuwe maatregelen op budgettair-structureel gebied vermeld die tot doel hebben de decentrale overheden nauwer in de budgettaire regelgeving te betrekken. De in het economisch partnerschapsprogramma vermelde maatregelen die op LSA 2, LSA 3 en LSA 4 betrekking hebben, waren al grotendeels vóór de meest recente LSA's in gang gezet.

 

(6)

Bij de budgettair-structurele maatregelen die Nederland ten uitvoer wil leggen, gaat het met name om een codificatie van de begrotingsregels die gepaard gaat met een nauwere betrokkenheid ter zake van de decentrale overheden, hetgeen leidt tot een versterking van het nationale begrotingskader. Er mag van uit worden gegaan dat deze in combinatie met de aanvullende budgettaire consolidatiemaatregelen uit het ontwerpbegrotingsplan 2014 een duurzame correctie van het buitensporige tekort en de verwezenlijking van de middellangetermijndoelstelling van een structureel begrotingsevenwicht naderbij brengen.

 

(7)

Van de maatregelen om de werking van de woningmarkt te verbeteren, mag worden verwacht dat deze tot een geleidelijke vermindering leiden van enerzijds de subsidies voor de schuldgefinancierde aankoop van een woning en anderzijds de wanbetalingsrisico's waaraan de overheid via de Nationale Hypotheekgarantie blootstaat. De verlaging van de overdrachtsbelasting brengt hoge kosten in de vorm van gederfde inkomsten voor de begroting mee, maar leidt naar verwachting tot een beter evenwicht tussen vraag en aanbod en een betere allocatie van kapitaal op de woningmarkt. De belangrijkste maatregelen ter zake waren al in het nationale hervormingsprogramma geschetst. Al met al lijken ze stappen in de goede richting, maar moeten ze een follow-up krijgen en mogelijk worden aangepast om te waarborgen dat ze een adequate reactie vormen op de relevante LSA 2.

 

(8)

Van de maatregelen om de werking van de pensioenfondsen te verbeteren, mag worden verwacht dat deze tot een vermindering van de fiscale subsidies voor het pensioenstelsel leiden, terwijl ook de inzetbaarheid van oudere werknemers wordt vergroot. Er mag van uit worden gegaan dat de efficiëntie van het stelsel van langdurige zorg met de maatregelen verbetert als de beoogde resultaten worden bereikt, en dat de begroting daardoor beter houdbaar wordt. Risicofactoren in dit verband blijven evenwel de verdere invulling en de economische en budgettaire effecten ervan, alsmede de gevolgen voor de feitelijke pensioenpremies. Omdat de maatregelen nog in de implementatiefase verkeren, zal een verdere analyse van de effecten van de beleidsplannen en de uitwerking ervan op de houdbaarheid van de begroting nodig zijn.

 

(9)

De maatregelen om de arbeidsmarktparticipatie te verhogen, omvatten onder meer wijzigingen in de overdraagbaarheid van bepaalde fiscale kortingen en hervormingen in een aantal toeslagen en de werkloosheidsuitkeringen. Al met al mag van deze maatregelen eveneens worden verwacht dat zij gunstig uitpakken voor het begrotingssaldo. Wel is het de bedoeling dat de maatregelen traag worden ingefaseerd, hetgeen mede voortvloeit uit de akkoorden met de sociale partners over de uitvoering ervan. De belangrijkste maatregelen ter zake waren al in het nationale hervormingsprogramma geschetst. Een snellere invoering zou de werking van de arbeidsmarkt en de economische groei ten goede komen,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Het economisch partnerschapsprogramma dat Nederland op 30 september 2013 aan de Commissie en de Raad heeft voorgelegd, bevat een min of meer adequate reeks budgettair-structurele hervormingen die een effectieve en duurzame correctie van het buitensporig tekort ondersteunen. In het bijzonder wordt met het economisch partnerschapsprogramma het commitment aan de hervormingen zoals vastgelegd in het meest recente nationale hervormingsprogramma, bevestigd en bevat het nadere informatie over de tenuitvoerlegging van een aantal van deze maatregelen sinds de indiening ervan en over de tijdschema's voor de follow-up. Met name het tijdschema van de geplande maatregelen om de landspecifieke aanbeveling over de arbeidsmarkt op te volgen lijkt belangrijke hervormingen op dit gebied tot een langdurig proces te maken. Ondanks de uitvoerige informatie over alle maatregelen wordt in het economisch partnerschapsprogramma niet ingegaan op de specifieke problemen en risico's bij de uitvoering van deze maatregelen. Nederland wordt derhalve verzocht in het komende nationale hervormingsprogramma en stabiliteitsprogramma extra informatie over de tenuitvoerlegging van de beoogde hervormingen te verstrekken en voldoende vooruitgang te boeken teneinde aan de landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees semester te voldoen. De Commissie en de Raad zullen in het kader van het Europees semester toezicht houden op de uitvoering van de hervormingen.

Gedaan te Brussel, 10 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • R. 
    ŠADŽIUS
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.