Verordening 2017/2395 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering van IFRS 9 voor het eigen vermogen en ter behandeling als grote risicoblootstellingen van blootstellingen met betrekking tot bepaalde overheidsinstanties welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden - Hoofdinhoud
27.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 345/27 |
VERORDENING (EU) 2017/2395 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 12 december 2017
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering van IFRS 9 voor het eigen vermogen en ter behandeling als grote risicoblootstellingen van blootstellingen met betrekking tot bepaalde overheidsinstanties welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 24 juli 2014 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) International Financial Reporting Standard (IFRS) 9 Financiële instrumenten (IFRS 9) gepubliceerd. IFRS 9 beoogt de financiële rapportage van financiële instrumenten te verbeteren door het aanpakken van problemen die zich op dit gebied tijdens de financiële crisis hebben aangediend. IFRS 9 komt met name tegemoet aan de G20-oproep om tot een meer toekomstgericht model voor de opname van verwachte kredietverliezen op financiële activa te komen. IFRS 9 vervangt in dit verband internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS) 39. |
(2) |
De Commissie heeft IFRS 9 goedgekeurd bij Verordening (EU) 2016/2067 van de Commissie (4). Overeenkomstig die verordening zullen kredietinstellingen en beleggingsondernemingen („instellingen”) die voor de opstelling van hun jaarrekeningen gebruikmaken van IFRS, verplicht zijn IFRS 9 toe te passen vanaf de aanvangsdatum van hun eerste boekjaar dat op of na 1 januari 2018 van start gaat. |
(3) |
De toepassing van IFRS 9 zou kunnen leiden tot een plotselinge aanzienlijke toename van voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen en bijgevolg tot een plotselinge daling van het tier 1-kernkapitaal van instellingen. Terwijl het Bazels Comité voor bankentoezicht momenteel de langetermijnregulering van voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen bekijkt, moeten er in Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) overgangsregelingen worden ingesteld om de mogelijk aanzienlijke negatieve effecten van voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen op tier 1-kernkapitaal te beperken. |
(4) |
In zijn resolutie van 6 oktober 2016 over internationale standaarden voor financiële verslaglegging: IFRS 9 (6) heeft het Europees Parlement opgeroepen tot een geleidelijke invoeringsregeling die het effect van het nieuwe waardeverminderingsmodel van IFRS 9 zal verzachten. |
(5) |
Indien de openingsbalans van een instelling op de dag dat zij IFRS 9 voor de eerste maal toepast als gevolg van toegenomen voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen, inclusief de voorziening voor tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen voor financiële activa met verminderde kredietwaardigheid als omschreven in bijlage A bij IFRS 9 als vervat in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie (7) („Bijlage inzake IFRS 9”), een daling van het tier 1-kernkapitaal te zien geeft ten opzichte van de eindbalans op de dag ervoor, moet het de instelling tijdens een overgangsperiode worden toegestaan een deel van de toegenomen voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen op te nemen in haar tier 1-kernkapitaal. Die overgangsperiode moet een maximale looptijd hebben van vijf jaar en beginnen in 2018. Het gedeelte voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen dat in het tier 1-kernkapitaal kan worden opgenomen, moet in de loop van de tijd afnemen tot nul, met het oog op volledige toepassing van IFRS 9 op de dag onmiddellijk na afloop van de overgangsperiode. Het effect van de voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen op tier 1-kernkapitaal mag niet volledig worden geneutraliseerd tijdens de overgangsperiode. |
(6) |
Het is aan de instellingen om te beslissen of zij die overgangsregelingen toepassen, en zij stellen de bevoegde instantie daarvan op de hoogte. Tijdens de overgangsperiode moet een instelling de mogelijkheid hebben om haar initiële besluit eenmalig terug te draaien, met voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit die ervoor moet zorgen dat een dergelijk besluit niet wordt ingegeven door overwegingen die lijken op reguleringsarbitrage. |
(7) |
Aangezien voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen die zijn getroffen na de dag waarop een instelling voor het eerst IFRS 9 toepast onverwacht zouden kunnen toenemen vanwege verslechterende macro-economische vooruitzichten, moet instellingen in dat geval extra ademruimte worden verleend. |
(8) |
Instellingen die besluiten om overgangsregelingen toe te passen, moeten worden verplicht de berekening van de rechtstreeks door voorzieningen voor te verwachten kredietverliezen getroffen toetsingsvermogensbestanddelen aan te passen, opdat zij geen oneigenlijke vermindering van het toetsingsvermogen genieten. De specifieke kredietrisicoaanpassingen waarmee de waarde van de blootstelling wordt verminderd uit hoofde van de standaardbenadering voor het kredietrisico, moet bijvoorbeeld worden verminderd met een factor waardoor de blootstellingswaarde stijgt. Dit moet ervoor zorgen dat een instelling niet zal profiteren van zowel een verminderde blootstellingswaarde als een verhoging van haar tier 1-kernkapitaal vanwege overgangsregelingen. |
(9) |
Instellingen die besluiten om de in deze verordening gespecificeerde IFRS 9-overgangsregelingen toe te passen, moeten hun eigen vermogen, kapitaalratio’s en hefboomratio’s, zowel met als zonder de toepassing van die regelingen, openbaar maken, zodat het publiek kan bepalen welk effect die regelingen hebben. |
(10) |
Het is ook wenselijk in overgangsregelingen te voorzien met betrekking tot de vrijstelling van de limiet voor grote risicoblootstellingen die beschikbaar is voor blootstellingen met betrekking tot schulden van bepaalde overheidsinstanties van lidstaten welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden. De overgangsperiode moet drie jaar duren, te rekenen vanaf 1 januari 2018, voor blootstellingen van dit type die zijn ontstaan op of na 12 december 2017, terwijl blootstellingen van dit type die zijn ontstaan vóór die datum onder grandfatheringbepalingen moeten vallen en de vrijstelling voor grote risicoblootstellingen moeten blijven genieten. |
(11) |
Om het mogelijk te maken dat de overgangsregelingen waarin deze verordening voorziet vanaf 1 januari 2018 worden toegepast, moet deze verordening in werking treden op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(12) |
Verordening (EU) nr. 575/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 473 bis Invoering van IFRS 9
Het in de eerste alinea bedoelde bedrag wordt berekend als de som van:
Voor blootstellingen waarop risicoweging overeenkomstig deel drie, titel II, hoofdstuk 3, van toepassing is, wanneer het overeenkomstig lid 3, onder a) vermelde bedrag, na toepassing van lid 5, onder b), hoger is dan het in lid 3, onder b), vermelde bedrag voor die blootstellingen, na toepassing van lid 5, onder c), stellen de instellingen A4,IRB gelijk aan het verschil tussen die bedragen, en anders aan nul.
De instellingen waarvan het boekjaar ingaat na 1 januari 2018 maar voor 1 januari 2019 passen de data in de eerste alinea, onder a) tot en met e), zodanig aan dat zij overeenstemmen met hun boekjaar, delen de aangepaste data mee aan hun bevoegde autoriteit en maken deze openbaar. De instellingen die de standaarden voor jaarrekeningen bedoeld in lid 1 op of na 1 januari 2019 beginnen toe te passen, passen de betreffende factoren toe overeenkomstig de punten b) tot en met e) van de eerste alinea, te beginnen met de factor die overeenstemt met het jaar van de eerste toepassing van die standaarden voor jaarrekeningen.
Een instelling die heeft besloten de in dit artikel beschreven overgangsregelingen toe te passen, kan besluiten lid 4 niet toe te passen; in dat geval stelt zij de bevoegde autoriteit uiterlijk 1 februari 2018 in kennis van haar besluit. In dat geval stelt de instelling het bedrag A4 bedoeld in lid 1 gelijk aan nul. Wanneer een instelling de voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit heeft gekregen kan zij tijdens de overgangsperiode eenmalig haar initiële besluit terugdraaien. De instellingen maken in overeenstemming met deze alinea genomen besluiten openbaar.
|
2) |
In artikel 493 worden de volgende leden toegevoegd: „4. In afwijking van artikel 395, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten instellingen toestaan elk van de in lid 5 van dit artikel bepaalde blootstellingen aan te gaan die aan de in lid 6 van dit artikel vermelde voorwaarden voldoen, en wel binnen de volgende limieten:
De in de eerste alinea, onder a), b) en c), vermelde limieten gelden voor blootstellingswaarden na inaanmerkingneming van het effect van de kredietrisicolimitering overeenkomstig de artikelen 399 tot en met 403.
Voor de toepassing van de punten a), b) en c) van de eerste alinea gelden de in lid 4 van dit artikel beschreven overgangsregelingen uitsluitend voor actiefposten en andere blootstellingen met betrekking tot, of gegarandeerd door, publiekrechtelijke lichamen die overeenkomstig artikel 116, lid 4, worden behandeld als blootstellingen met betrekking tot een centrale, regionale of lokale overheid. Indien actiefposten en andere blootstellingen met betrekking tot, of gegarandeerd door, publiekrechtelijke lichamen overeenkomstig artikel 116, lid 4, worden behandeld als blootstellingen met betrekking tot een regionale of een lokale overheid, gelden de in lid 4 van dit artikel beschreven overgangsregelingen uitsluitend indien blootstellingen met betrekking tot die regionale of lokale overheid worden behandeld als blootstellingen met betrekking tot een centrale overheid, overeenkomstig artikel 115, lid 2.
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 12 december 2017.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
A.TAJANI
Voor de Raad
De voorzitter
-
M.MAASIKAS
-
Advies van 8 november 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Standpunt van het Europees Parlement van 30 november 2017 [(PB …)/(nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)] en besluit van de Raad van 7 december 2017.
-
Verordening (EU) 2016/2067 van 22 november 2016 van de Commissie houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat International Financial Reporting Standard (IFRS) 9 betreft (PB L 323 van 29.11.2016, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
-
Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
-
Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 320 van 29.11.2008, blz. 1).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.