Gedelegeerde verordening 2018/561 - Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 wat de vereisten met betrekking tot eiwit voor opvolgzuigelingenvoeding betreft

1.

Wettekst

12.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/561 VAN DE COMMISSIE

van 29 januari 2018

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 wat de vereisten met betrekking tot eiwit voor opvolgzuigelingenvoeding betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (1), en met name artikel 11, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 van de Commissie (2) bevat onder andere samenstellings- en informatievoorschriften betreffende volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding.

 

(2)

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 is specifiek vereist dat van koemelkeiwit of geitenmelkeiwit vervaardigde opvolgzuigelingenvoeding ten minste 1,8 g eiwit/100 kcal (0,43 g/100 kJ) moet bevatten.

 

(3)

De Commissie heeft van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf een verzoek ontvangen om opvolgzuigelingenvoeding in de handel te mogen brengen die is vervaardigd van intact koemelkeiwit, met een eiwitgehalte van ten minste 1,61 g/100 kcal, dat minder is dan de in Richtlijn 2006/141/EG (3) van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 vermelde toegestane gehalten.

 

(4)

Op verzoek van de Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) op 5 april 2017 een wetenschappelijk advies uitgebracht betreffende de veiligheid en geschiktheid voor het gebruik door zuigelingen van opvolgzuigelingenvoeding met een eiwitgehalte van ten minste 1,6 g/100 kcal (4). De EFSA heeft geconcludeerd dat het gebruik van opvolgzuigelingenvoeding die van intact koemelkeiwit of geitenmelkeiwit is vervaardigd, een eiwitgehalte van 1,6 g/100 kcal (0,38 g/100 kJ) heeft en verder aan de voorschriften van de relevante Uniewetgeving voldoet, veilig en geschikt is voor gezonde zuigelingen die in Europa leven en aanvullend voedsel van voldoende kwaliteit krijgen. Op grond van dat advies, en om de ontwikkeling van innovatieve producten te bevorderen, moet het krachtens Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 vereiste minimale eiwitgehalte voor van koemelkeiwit of geitenmelkeiwit vervaardigde opvolgzuigelingenvoeding worden verlaagd tot 1,6 g/100 kcal.

 

(5)

Bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 januari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 van de Commissie van 25 september 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bijzondere samenstellings- en informatievoorschriften betreffende volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en wat betreft informatievoorschriften betreffende de voeding van zuigelingen en peuters (PB L 25 van 2.2.2016, blz. 1).
  • (3) 
    Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie van 22 december 2006 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en tot wijziging van Richtlijn 1999/21/EG (PB L 401 van 30.12.2006, blz. 1).
  • (4) 
    EFSA Journal 2017;15(5):4781.
 

BIJLAGE

De tabel in bijlage II, punt 2.1 (Van koemelk- of geitenmelkeiwit vervaardigde opvolgzuigelingenvoeding), bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/127 wordt vervangen door:

 

Minimaal

Maximaal

0,38 g/100 kJ

(1,6 g/100 kcal)

0,6 g/100 kJ

(2,5 g/100 kcal)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.