Gedelegeerde verordening 2018/631 - Aanvulling van Verordening 2017/625 door de instelling van referentielaboratoria van de EU voor plaagorganismen bij planten

1.

Wettekst

25.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 105/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/631 VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2018

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad door de instelling van referentielaboratoria van de Europese Unie voor plaagorganismen bij planten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 92, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De bevoegde autoriteiten moeten passende en tijdige maatregelen treffen tegen quarantaineorganismen in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (2), alsmede tegen plaagorganismen die niet in de lijst van EU-quarantaineorganismen zijn opgenomen, maar die overeenkomstig artikel 30, lid 1, van die verordening mogelijk aan de voorwaarden voor opneming in die lijst voldoen. De doeltreffendheid van officiële controles en andere officiële activiteiten om naleving van de wetgeving van de Unie te waarborgen is in dit verband van essentieel belang.

 

(2)

Die doeltreffendheid is afhankelijk van de kwaliteit, uniformiteit en betrouwbaarheid van de methoden voor analysen, tests en diagnosen die de overeenkomstig artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 aangewezen officiële laboratoria gebruiken, en van de resultaten van de door die officiële laboratoria uitgevoerde analysen, tests en diagnosen.

 

(3)

Die methoden moeten up-to-date blijven en zo nodig worden verbeterd om de kwaliteit, uniformiteit en betrouwbaarheid van de door hen gegenereerde analyse-, test- en diagnosegegevens te waarborgen.

 

(4)

Uit de maatregelen die bij eerdere besmettingen zijn genomen, is gebleken dat het voor de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) 2017/625 aangewezen officiële laboratoria nuttig zou zijn de verbetering en bevordering van uniforme praktijken bij de ontwikkeling of het gebruik van de door die officiële laboratoria toegepaste analyse-, test- en diagnosemethoden en bij de interpretatie van resultaten te coördineren en ondersteunen.

 

(5)

Er moeten derhalve referentielaboratoria van de Europese Unie worden ingesteld om bij te dragen tot de verbetering en harmonisatie van de analyse-, test- en diagnosemethoden, de ontwikkeling van gevalideerde methoden en de gecoördineerde ondersteuning van die officiële laboratoria.

 

(6)

Om de passende specialisatie te waarborgen, moet voor elke specifieke categorie plaagorganismen één specifiek referentielaboratorium van de Europese Unie worden ingesteld. Bij de vaststelling van deze categorieën moet rekening worden gehouden met de aard en de biologie van de plaagorganismen, zoals weerspiegeld in de indeling ervan in bijlage I, deel A, en bijlage II, deel A, bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (3). Daarom moeten voor de volgende categorieën plaagorganismen specifieke referentielaboratoria van de Europese Unie worden ingesteld: insecten en mijten, nematoden, bacteriën, schimmels en oömyceten, en virussen, viroïden en fytoplasma's (dit is een geactualiseerde term voor „mycoplasma's” zoals in die richtlijn gebruikt),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Hierbij worden referentielaboratoria van de Europese Unie vastgesteld betreffende quarantaineorganismen als bepaald in artikel 3 van Verordening (EU) 2016/2031 en betreffende plaagorganismen die niet in de lijst van EU-quarantaineorganismen zijn opgenomen, maar die overeenkomstig artikel 30, lid 1, van die verordening mogelijk aan de voorwaarden voor opneming in die lijst voldoen, op basis van de in Richtlijn 2000/29/EG vastgelegde indeling:

 

a)

een referentielaboratorium van de Europese Unie voor insecten en mijten;

 

b)

een referentielaboratorium van de Europese Unie voor nematoden;

 

c)

een referentielaboratorium van de Europese Unie voor bacteriën;

 

d)

een referentielaboratorium van de Europese Unie voor schimmels en oömyceten;

 

e)

een referentielaboratorium van de Europese Unie voor virussen, viroïden en fytoplasma's.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).
  • (3) 
    Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.