Uitvoeringsbesluit 2018/743 - Proefproject ter uitvoering van de bepalingen over administratieve samenwerking die zijn vastgesteld in Verordening 2016/679 door middel van het Informatiesysteem interne markt

1.

Wettekst

18.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/115

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/743 VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2018

inzake een proefproject ter uitvoering van de bepalingen over administratieve samenwerking die zijn vastgesteld in Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad door middel van het Informatiesysteem interne markt

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie („de IMI-verordening”) (1), en met name artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het bij Verordening (EU) nr. 1024/2012 ingestelde Informatiesysteem interne markt („IMI”) is een softwareapplicatie die via internet toegankelijk is. De applicatie is door de Commissie in samenwerking met de lidstaten ontwikkeld om de lidstaten te ondersteunen bij de praktische uitvoering van de vereisten op het gebied van de informatie-uitwisseling die zijn neergelegd in handelingen van de Unie door het ter beschikking stellen van een gecentraliseerd communicatiemechanisme ter bevordering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie en met het oog op wederzijdse bijstand.

 

(2)

Bij Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn regels vastgesteld betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van persoonsgegevens. In die verordening zijn de procedures beschreven voor de administratieve samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten onderling, tussen de toezichthoudende autoriteiten en het Europees Comité voor gegevensbescherming („het comité”), en, in voorkomend geval, met de Commissie. Het IMI kan een doeltreffend instrument zijn voor de uitvoering van de in Verordening (EU) 2016/679 vastgestelde bepalingen over administratieve samenwerking. Daarom moet een proefproject worden uitgevoerd zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1024/2012.

 

(3)

In de gevallen waarin lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 een toezichthoudende autoriteit hebben aangewezen als enig contactpunt, moet een dergelijk contactpunt in het kader van dit proefproject ook worden beschouwd als een bevoegde autoriteit.

 

(4)

Om te zorgen voor een consequente toepassing van de bepalingen van Verordening (EU) 2016/679, waarin de samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten, de Commissie en het comité is vastgesteld, moet het IMI zorgen voor de opslag van alle gegevens die relevant zijn voor de uitwisseling van informatie. Het IMI moet de toezichthoudende autoriteiten in staat stellen die gegevens te hergebruiken voor latere verwerking bij de uitwisseling van informatie uit hoofde van de artikelen 56 en 60 tot en met 66 van Verordening (EU) 2016/679.

 

(5)

Het IMI moet voorzien in een functie waarmee het Europees Comité voor gegevensbescherming met het oog op een consistente en tijdige verwerking van zaken documenten en informatie kan uitwisselen overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder d) tot en met k), m) en x), van Verordening (EU) 2016/679.

 

(6)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2012 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatie van de resultaten van het proefproject voor. Er moet een uiterste datum voor de indiening van die evaluatie worden vastgesteld.

 

(7)

Verordening (EU) 2016/679 is van toepassing met ingang van 25 mei 2018. Dit besluit moet daarom vanaf diezelfde datum van toepassing zijn.

 

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1024/2012,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het proefproject

Er wordt een proefproject opgezet om de in de artikelen 56, 60 tot en met 66 en 70, lid 1, onder d) tot en met k), m) en x), van Verordening (EU) 2016/679 vastgestelde bepalingen over administratieve samenwerking uit te voeren door middel van het Informatiesysteem interne markt („IMI”).

Artikel 2

Bevoegde autoriteiten

In het kader van het proefproject worden de in artikel 51 van Verordening (EU) 2016/679 bedoelde toezichthoudende autoriteiten en het in artikel 68 van Verordening (EU) 2016/679 bedoelde Europees Comité voor gegevensbescherming („het comité”) beschouwd als bevoegde autoriteiten.

Artikel 3

Administratieve samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 56 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

initiëren van een raadpleging om voor een bepaalde grensoverschrijdende verwerking vast te stellen wie de leidende toezichthoudende autoriteit en de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten zijn;

 

b)

meedelen van het voornemen om deel te nemen aan een onder a) bedoelde raadpleging;

 

c)

meedelen van het voornemen om een zaak lokaal te behandelen;

 

d)

meedelen van het voornemen van de leidende toezichthoudende autoriteit om de zaak al dan niet te behandelen.

  • 2. 
    Voor de toepassing van artikel 60 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

meedelen en initiëren van een raadpleging over een ontwerpbesluit;

 

b)

meedelen en initiëren van een raadpleging over een herzien ontwerpbesluit;

 

c)

meedelen van het voornemen om deel te nemen aan de onder a) en b), bedoelde raadpleging, met inbegrip van het meedelen van relevante en gemotiveerde bezwaren;

 

d)

meedelen van een vastgesteld besluit.

  • 3. 
    Voor de toepassing van artikel 61 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

indienen van verzoeken om wederzijdse bijstand van een andere toezichthoudende autoriteit in de vorm van informatie en/of toezichtsmaatregelen;

 

b)

antwoorden op een verzoek om wederzijdse bijstand met inbegrip van aanvaarding of in uitzonderlijke gevallen weigering om aan dat verzoek te voldoen;

 

c)

meedelen van de voortgang en de resultaten van de maatregelen die als reactie op het verzoek zijn genomen;

 

d)

meedelen van het kostenaspect.

  • 4. 
    Voor de toepassing van artikel 62 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

uitnodiging om deel te nemen aan de gezamenlijke werkzaamheden, waaronder gezamenlijke onderzoeken en gezamenlijke handhavingsmaatregelen;

 

b)

meedelen van een verzoek tot deelname aan een gezamenlijke werkzaamheid;

 

c)

meedelen van instemming met het uitvoeren van een gezamenlijke werkzaamheid.

Artikel 4

Administratieve samenwerking tussen toezichthoudende autoriteiten, het comité en de Commissie

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 64 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

indienen van een verzoek om een advies van het comité over:

 

i)

een ontwerpbesluit van de bevoegde toezichthoudende autoriteit ten aanzien van de in artikel 64, lid 1, bedoelde maatregelen;

 

ii)

een aangelegenheid van algemene strekking;

 

iii)

een aangelegenheid met rechtsgevolgen in meer dan één lidstaat;

 

b)

meedelen van een ontwerpadvies van het comité;

 

c)

communicatie betreffende het verzoek en met name het ontwerpadvies van het comité;

 

d)

meedelen van een definitief advies van het comité;

 

e)

meedelen van het voornemen om het advies van het comité al dan niet te volgen en, in voorkomend geval, om het ontwerpbesluit te wijzigen en het gewijzigde ontwerpbesluit mee te delen.

  • 2. 
    Voor de toepassing van artikel 65 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

indienen van een verzoek om een bindend besluit van het comité wanneer:

 

i)

een betrokken toezichthoudende autoriteit een relevant en gemotiveerd bezwaar heeft ingediend tegen een ontwerpbesluit van de leidende autoriteit waarbij de leidende autoriteit een dergelijk relevant en gemotiveerd bezwaar heeft afgewezen als zijnde niet relevant of niet gemotiveerd overeenkomstig artikel 60, lid 4, van Verordening (EU) 2016/679;

 

ii)

er verschillend wordt geoordeeld over de vraag welke betrokken toezichthoudende autoriteit bevoegd is voor de hoofdvestiging;

 

iii)

een bevoegde toezichthoudende autoriteit in de in artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) 2016/679 genoemde gevallen het comité niet om het advies vraagt;

 

iv)

een bevoegde toezichthoudende autoriteit het krachtens artikel 64 van Verordening (EU) 2016/679 uitgebrachte advies van het comité niet volgt;

 

b)

meedelen van het ontwerp van een bindend besluit van het comité;

 

c)

communicatie betreffende het verzoek en met name het bindend besluit van het comité;

 

d)

meedelen van het door het comité vastgesteld bindend besluit;

 

e)

meedelen dat een toezichthoudende autoriteit de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in kennis heeft gesteld van het definitieve besluit en de betrokkene in kennis heeft gesteld van de datum van die kennisgeving.

  • 3. 
    Voor de toepassing van artikel 66 van Verordening (EU) 2016/679 moet het IMI met name de volgende technische basisfunctionaliteit bieden:
 

a)

meedelen van de voorlopige maatregelen en de redenen voor het vaststellen daarvan;

 

b)

indienen van een verzoek om een dringend advies of een dringend besluit van het comité;

 

c)

meedelen van een ontwerpadvies of een ontwerpbesluit van het comité;

 

d)

communicatie betreffende het verzoek en met name het ontwerpadvies of het ontwerpbesluit van het comité;

 

e)

meedelen van het definitieve advies of het definitieve besluit van het comité;

 

f)

meedelen van het voornemen om het advies van het comité al dan niet te volgen en, in voorkomend geval, om het ontwerpbesluit te wijzigen;

 

g)

meedelen dat een toezichthoudende autoriteit de betrokken partijen in kennis heeft gesteld van het besluit.

Artikel 5

Opslag en hergebruik van gegevens voor latere verwerking

Het IMI moet voorzien in de opslag van de gegevens die in het kader van de uitwisseling van informatie uit hoofde van de artikelen 56 en 60 tot en met 66 van Verordening (EU) 2016/679 zijn verwerkt. Wanneer die gegevens nodig zijn voor de latere verwerking op grond van die artikelen, moet het IMI het hergebruiken van opgeslagen gegevens mogelijk maken.

Artikel 6

Waarborgen van de consequente toepassing van Verordening (EU) 2016/679

Het IMI moet voorzien in een functie waarmee het comité de in artikel 70, lid 1, onder d) tot en met k), m) en x), van Verordening (EU) 2016/679 bedoelde documenten en informatie kan uitwisselen.

Artikel 7

Evaluatie

Uiterlijk op 31 december 2021 moet een evaluatie van de resultaten van het in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2012 bedoelde proefproject worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 25 mei 2018.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.