Uitvoeringsbesluit 2018/789 - 25 mei 2018 Machtiging van Hongarije af te wijken van artikel 193 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

31.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/10

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/789 VAN DE RAAD

van 25 mei 2018

waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In overeenstemming met artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG is de belastingplichtige die op belastbare wijze goederen levert of diensten verricht, in de regel ook de persoon die tot voldoening van de btw is gehouden.

 

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 13 juli 2017, heeft Hongarije verzocht om machtiging tot invoering van een maatregel die van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de tot voldoening van de btw gehouden persoon afwijkt („de bijzondere maatregel”) ter zake van bepaalde prestaties verricht door een belastingplichtige die zich in liquidatie bevindt of een andere procedure waarbij officieel zijn insolventie is vastgesteld.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brief van 15 januari 2018 het door Hongarije ingediende verzoek aan de andere lidstaten doorgezonden. Bij brief van 16 januari 2018 heeft de Commissie Hongarije meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(4)

Hongarije voert aan dat belastingplichtigen die zich in liquidatie of een insolventieprocedure bevinden, vaak de verschuldigde btw niet afdragen. De koper van zijn kant — een belastingplichtige met recht op aftrek — kan nog altijd de btw in mindering brengen; dit heeft negatieve gevolgen voor de begroting en de liquidatie wordt zo gefinancierd. Hongarije heeft ook fraude geconstateerd waarbij bedrijven in liquidatie fictieve facturen uitreiken aan actieve bedrijven, waardoor de belasting die deze bedrijven moeten betalen, fors daalt zonder dat er een garantie is dat de uitreiker van de factuur de verschuldigde btw betaalt.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 199, lid 1, onder g), van Richtlijn 2006/112/EG kunnen de lidstaten bepalen dat de btw moet worden voldaan door de belastingplichtige aan wie onroerend goed wordt geleverd dat in een openbare verkoop op grond van een executoriale titel door de executieschuldenaar is verkocht („de verleggingsgregeling”). Om het inkomstenverlies voor de overheid te ondervangen, heeft Hongarije verzocht om in afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG te worden gemachtigd de verleggingsregeling in te voeren voor andere prestaties van belastingplichtigen onder een insolventieprocedure, namelijk de levering van kapitaalgoederen en de levering van andere goederen of diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF.

 

(6)

Uitgaande van door Hongarije verstrekte informatie zal de belastinginning worden vereenvoudigd en belastingontduiking en -ontwijking worden voorkomen als de belastingplichtige afnemer in die specifieke gevallen wordt aangewezen als de tot voldoening van de btw gehouden persoon. Hongarije is van mening dat de bijzondere maatregel ook een einde zal maken aan de inkomstenderving voor de overheid en extra inkomsten zal genereren.

 

(7)

Hongarije moet worden gemachtigd om de verleggingsregeling toe te passen op de levering van kapitaalgoederen en de levering van andere goederen of diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF door een belastingplichtige die zich in liquidatie bevindt of een andere procedure waarbij officieel zijn insolventie is vastgesteld.

 

(8)

De bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt.

 

(9)

Gezien het toepassingsgebied en de nieuwheid van de bijzondere maatregel is het zaak de gevolgen ervan te evalueren. Indien Hongarije dus een verlenging van de bijzondere maatregel na 2021 noodzakelijk zou achten, moet het de Commissie uiterlijk 31 december 2020 een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van de bijzondere maatregel samen met het verzoek om verlenging.

 

(10)

De bijzondere maatregel zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Hongarije gemachtigd om te bepalen dat de tot voldoening van de belasting gehouden persoon de belastingplichtige is voor wie de volgende prestaties worden verricht:

 

a)

de levering van kapitaalgoederen door een belastingplichtige die zich in liquidatie bevindt of een andere procedure waarbij officieel zijn insolventie is vastgesteld;

 

b)

de levering van andere goederen en diensten met een normale waarde van meer dan 100 000 HUF op het tijdstip van levering door een belastingplichtige die zich in liquidatie bevindt of een andere procedure waarbij officieel zijn insolventie is vastgesteld.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving ervan.

Dit besluit verstrijkt op 31 december 2021.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Hongarije.

Gedaan te Brussel, 25 mei 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    GORANOV
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.