Uitvoeringsbesluit 2018/1192 - Activering van verscherpt toezicht voor Griekenland

1.

Wettekst

22.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/1

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1192 VAN DE COMMISSIE

van 11 juli 2018

betreffende de activering van verscherpt toezicht voor Griekenland

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 4495)

(Slechts de tekst in de Griekse taal is authentiek)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (1), en met name artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Sinds 2010 ontvangt Griekenland financiële bijstand van de lidstaten van de eurozone. Met name heeft Griekenland ter ondersteuning van het eerste macro-economische aanpassingsprogramma tussen mei 2010 en december 2011 52 900 miljoen EUR aan bilaterale leningen ontvangen van de lidstaten van de eurozone die de euro als munt hebben, gepoold door de Commissie onder de Griekse leningsfaciliteit; ter ondersteuning van het tweede macro-economische aanpassingsprogramma heeft Griekenland tussen maart 2012 en februari 2015 van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit extra leningen van 130 900 miljoen EUR ontvangen (2); en tussen augustus 2015 en juni 2018 heeft Griekenland een extra bedrag van 59 900 miljoen EUR ontvangen (3) in de vorm van leningen van het Europees Stabiliteitsmechanisme. Alles samen bedragen de uitstaande verplichtingen van Griekenland tegenover de lidstaten van de eurozone, de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees Stabiliteitsmechanisme in totaal 243 700 miljoen EUR. Daarnaast heeft Griekenland ter ondersteuning van het eerste en tweede economische aanpassingsprogramma ook financiële bijstand van het Internationaal Monetair Fonds ontvangen voor een bedrag van 32 100 miljoen EUR.

 

(2)

De financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme verstrijkt op 20 augustus 2018.

 

(3)

De beleidsvoorwaarden voor de financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/544 van de Raad (4), dat vervolgens is gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1226 van de Raad (5). De beleidsvoorwaarden zijn nader uitgewerkt in een memorandum van overeenstemming inzake specifieke economische en beleidsvoorwaarden in het kader van het Europees Stabiliteitsmechanisme („memorandum van overeenstemming”) dat door de Commissie, namens het Europees Stabiliteitsmechanisme, en door Griekenland op 19 augustus 2015 is ondertekend en de vier daaropvolgende wijzigingen daarvan.

 

(4)

In het kader van de financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme heeft Griekenland een groot aantal hervormingen doorgevoerd op een grote verscheidenheid van beleidsgebieden i) budgettaire houdbaarheid; ii) financiële stabiliteit; iii) structurele hervormingen om het concurrentievermogen en de groei te bevorderen, en iv) het overheidsapparaat. Voortbouwend op het grote aantal acties die in het kader van het programma worden uitgevoerd, moeten essentiële institutionele en structurele hervormingen op middellange termijn worden voortgezet om ervoor te zorgen dat zij worden voltooid en volledig effect sorteren.

 

(5)

Als gevolg van de maatregelen van de Griekse regering zijn de budgettaire en externe onevenwichtigheden grotendeels gecorrigeerd. Het overheidssaldo was positief in 2016 en 2017 en Griekenland ligt op schema om de doelstelling van een primair overschot van 3,5 % van het bruto binnenlands product in 2018 en op middellange termijn te halen. Het externe vorderingenoverschot is in 2015 positief geworden en vertoonde daarna slechts kleine tekorten. De economie begint zich te herstellen, met een groei van 1,4 % in 2017, en de werkloosheid daalt. Griekenland heeft zijn positie met betrekking tot de structurele componenten van de belangrijkste vergelijkende prestatie-indicatoren voor landen verbeterd.

 

(6)

Niettemin kent Griekenland, ondanks de hervorming, nog steeds significante historisch gegroeide onevenwichtigheden en kwetsbare plekken. Zoals ook is vastgesteld in het waarschuwingsmechanismeverslag 2018 van de Commissie (opgesteld overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6)), wordt Griekenland geconfronteerd met de volgende moeilijkheden. Na een piek van 180,8 % van het bruto binnenlands product eind 2016 bleef de overheidsschuld steken op 178,6 % van het bruto binnenlands product eind 2017, het hoogste niveau in de Unie. Ook de internationale investeringspositie (netto) van bijna – 140 % van het bruto binnenlands product in 2016 blijft hoog; ondanks het feit dat de lopende rekening vrijwel in evenwicht is, is deze bovendien nog steeds ontoereikend om een vermindering van de grote internationale investeringspositie (netto) in een bevredigend tempo tot prudente niveaus te ondersteunen. Hoewel de werkloosheid daalde van haar piek van 27,9 % in 2013, bedroeg zij in maart 2018 nog steeds 20,1 %. Ook de langdurige werkloosheid (15,3 % eind 2017) en de jeugdwerkloosheid (43,8 % in maart 2018) blijven zeer hoog. Het ondernemingsklimaat moet nog aanzienlijk verder verbeteren, aangezien Griekenland met betrekking tot verscheidene gebieden van de structurele componenten van de belangrijkste vergelijkende economische prestatie-indicatoren (bv. afdwinging van de naleving van contracten, de registratie van onroerend goed, de afwikkeling van insolventie enz.) nog steeds ver achterblijft bij de best presterende landen.

 

(7)

Hoewel de banksector voldoende gekapitaliseerd blijft, wordt hij nog steeds geconfronteerd met uitdagingen in verband met lage niveaus van de winstgevendheid en hoge standen van de niet-renderende blootstellingen; er blijven sterke banden met de staat bestaan. Eind maart 2018 was de stand van de niet-renderende blootstellingen nog steeds zeer hoog met 92,4 miljard EUR of 48,5 % van de totale blootstellingen binnen de balanstelling. Griekenland heeft in het kader van de financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme essentiële wetgeving aangenomen om het opschonen van de balansen van banken te vergemakkelijken, maar er zijn verdere inspanningen nodig om de ratio van niet-renderende blootstellingen tot houdbare niveaus te brengen en financiële instellingen in staat te stellen te allen tijde hun bemiddelings- en risicobeheerfunctie te vervullen. Bovendien bestaat er een routekaart voor de versoepeling van de kapitaalcontroles om het vertrouwen van deposanten te herstellen. Hoewel sommige kapitaalcontroles zijn versoepeld, moeten de verdere werkzaamheden worden voortgezet op basis van overeengekomen benchmarks.

 

(8)

Griekenland, dat vanaf 2010 niet meer op de financiële markten kon lenen, begon vanaf juli 2017 weer toegang tot de markt te krijgen door de uitgifte van staatsobligaties. Te midden van perioden van volatiliteit op de financiële markten blijven de rendementen van Griekse obligaties echter op hoge niveaus in vergelijking met die van andere lidstaten van de eurozone en blijven de leningsvoorwaarden van Griekenland kwetsbaar tegen de achtergrond van externe economische risico's. Er moeten dus verdere inspanningen worden geleverd om de overheid continue en stabiele markttoegang te garanderen.

 

(9)

In het licht van het bovenstaande concludeert de Commissie dat Griekenland ten aanzien van zijn financiële stabiliteit nog steeds risico's loopt die, indien zij intreden, negatieve overloopeffecten op andere lidstaten van de eurozone zouden kunnen hebben. Mochten overloopeffecten intreden, dan zouden deze zich indirect kunnen voordoen door het beleggersvertrouwen en daarmee de herfinancieringskosten voor banken en overheden in andere lidstaten van de eurozone te beïnvloeden.

 

(10)

Op 22 juni 2018 heeft de Eurogroep een politiek akkoord bereikt over de uitvoering van extra maatregelen om de houdbaarheid van de schuld te waarborgen. De Griekse overheidsschuld staat op een hoog niveau en bedroeg 178,6 % van het bruto binnenlands product eind 2017. Griekenland heeft al ruimhartige financiële steun gekregen van Europese partners tegen gunstige voorwaarden en in 2012 en opnieuw in 2017 in het kader van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn specifieke maatregelen goedgekeurd om zijn schuld een meer houdbare basis te geven. Uit de schuldhoudbaarheidsanalyse van juni 2018 die de Commissie in overleg met de Europese Centrale Bank en in samenwerking met het Europees Stabiliteitsmechanisme heeft opgesteld, bleek dat er bij het uitblijven van verdere maatregelen significante risico's voor de houdbaarheid van de schuld bestonden, aangezien de bruto financieringsbehoeften van Griekenland volgens de prognoses op lange termijn zouden toenemen tot meer dan 20 % van het bruto binnenlands product, een door de Eurogroep als benchmark vastgestelde drempel waaraan de risico's voor de houdbaarheid van de schuld zouden worden afgemeten. De maatregelen waarover de Eurogroep op 22 juni 2018 op die basis een akkoord heeft bereikt, omvatten de verlenging van de gewogen gemiddelde looptijden met nog eens tien jaar, het uitstel van rente en aflossing met nog eens tien jaar en de implementatie van andere schuldmaatregelen. In combinatie met een uitbetaling van 15 000 miljoen EUR waarmee de buffer aan contanten volgens de prognoses de financieringsbehoeften voor de overheidsschuld gedurende ongeveer 22 maanden na het einde van het programma zal dekken, zullen deze maatregelen volgens de aannames van het basisscenario van de Commissie volstaan om de houdbaarheid van de schuld te verzekeren en te garanderen dat de bruto financieringsbehoeften tot 2060 onder 20 % van het bruto binnenlands product blijven. Bij een negatief scenario zouden de door de Eurogroep overeengekomen middellangetermijnmaatregelen gedurende enige tijd een positieve bijdrage leveren aan de houdbaarheid van de schuld en ervoor zorgen dat de ratio's voor de bruto financieringsbehoefte tot 2036 onder de overeengekomen drempels blijven. De Eurogroep is overeengekomen om aan het einde van de respijtperiode in het kader van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit in 2032 na te gaan of extra schuldmaatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de overeengekomen doelstellingen voor de brutofinancieringsbehoefte worden gehaald, mits het begrotingskader van de Europese Unie in acht wordt genomen, en indien nodig passende maatregelen te nemen.

 

(11)

Niettemin moet Griekenland op middellange termijn maatregelen blijven nemen om de oorzaken of potentiële oorzaken van de moeilijkheden aan te pakken en structurele hervormingen blijven implementeren om een krachtig en duurzaam economisch herstel te ondersteunen, in het licht van de historisch gegroeide effecten van verscheidene factoren. Deze factoren zijn onder meer de ernstige en langdurige neergang tijdens de crisis; de omvang van de Griekse schuldenlast; de kwetsbare plekken van zijn financiële sector; de aanhoudend relatief sterke onderlinge verwevenheid tussen de financiële sector en de Griekse overheidsfinanciën, onder meer door staatseigendom; het risico dat ernstige spanningen in een van deze sectoren overslaan naar andere lidstaten, alsook de blootstelling van de lidstaten van de eurozone aan de Griekse overheid.

 

(12)

Daartoe heeft Griekenland in de Eurogroep toegezegd alle essentiële hervormingen die in het kader van de financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn goedgekeurd, voort te zetten en af te ronden en ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de belangrijke hervormingen die in het kader van de programma's voor financiële bijstand zijn goedgekeurd, worden gevrijwaard.

 

(13)

Griekenland heeft ook toegezegd specifieke acties te zullen implementeren op het gebied van budgettair en budgettair-structureel beleid, sociale zekerheid, financiële stabiliteit, arbeids- en productmarkten, privatisering en openbaar bestuur. Deze specifieke acties, die in een bijlage bij de verklaring van de Eurogroep van 22 juni 2018 zijn vastgesteld, zullen bijdragen tot het aanpakken van potentiële oorzaken van economische moeilijkheden.

 

(14)

Om de resterende risico's aan te pakken en na te gaan of de daarop afgestemde toezeggingen worden nagekomen, lijkt het noodzakelijk en passend Griekenland aan verscherpt toezicht te onderwerpen ingevolge artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 472/2013.

 

(15)

Griekenland is officieel geraadpleegd, ook bij een formele brief van 4 juli 2018, en heeft de gelegenheid gekregen zijn standpunt over de beoordeling van de Commissie kenbaar te maken. In zijn antwoord van 6 juli 2018 heeft Griekenland zich aangesloten bij de beoordeling van de Commissie van de economische uitdagingen waarvoor het staat, hetgeen de basis vormt voor het activeren van verscherpt toezicht.

 

(16)

Griekenland blijft technische steun ontvangen in het kader van het steunprogramma voor structurele hervormingen (zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad (7)) voor het vormgeven en implementeren van hervormingen, inclusief voor de voortzetting en voltooiing van essentiële hervormingen in overeenstemming met de beleidstoezeggingen die in het kader van het verscherpt toezicht worden gemonitord.

 

(17)

De Commissie is voornemens bij de implementatie van het verscherpt toezicht nauw samen te werken met het Europees Stabiliteitsmechanisme, in de context van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing daarvan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Griekenland wordt voor een periode van zes maanden, die ingaat op 21 augustus 2018, onderworpen aan verscherpt toezicht overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 472/2013.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Helleense Republiek.

Gedaan te Brussel, 11 juli 2018.

Voor de Commissie

Pierre MOSCOVICI

Lid van de Commissie

 

  • (2) 
    Ongerekend EFSF-obligaties ter waarde van 10 900 miljoen EUR die in maart 2012 aan de Griekse faciliteit voor financiële stabiliteit zijn overgedragen en in februari 2015 zijn teruggestort.
  • (3) 
    Ongerekend 2 000 miljoen EUR aan leningen voor de herkapitalisatie van banken, die in februari 2017 waren terugbetaald.
  • (4) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/544 van de Raad van 15 februari 2016 tot goedkeuring van het macro-economische aanpassingsprogramma voor Griekenland (2015/1411) (PB L 91 van 7.4.2016, blz. 27).
  • (5) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1226 van de Raad van 30 juni 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/544 tot goedkeuring van het macro-economische aanpassingsprogramma voor Griekenland (2015/1411) (PB L 174 van 7.7.2017, blz. 22).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
  • (7) 
    Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.